INSTRUCTIES BEGRIJPEN



Vergelijkbare documenten
EEN AFSPRAAK MAKEN VOOR EEN INTAKEGESPREK

TELEFONEREN NAAR DE BIBLIOTHEEK

HOE SCHRIJF JE DAT? Wat moet je doen?

Is er een universiteit in Leuven? Kan je 3 vakken op de secundaire school opnoemen? Wat betekent tarieven? Een actieve quiz!

VOORZETSEL. A) Vul in met een voorzetsel aan in met naast onder op uit. B) De klas : vul het juiste voorzetsel in. 1. Het boek ligt de tafel.

Werkwoordoefeningen bij les 5

IK ZOEK EEN STUDENTENJOB

STUDIES EN BEROEPEN. Wat moet je doen?

Spreekopdrachten thema 2 Boodschappen

Inkijkexemplaar. Dit deel gaat over de opdrachten tijdens de stage.

EEN BRIEF NAAR DE DOCENT

Anna en Noah starten met een opleiding in een avondschool. Ze doen een graduaat marketing. Tijdens de eerste pauze praten ze met elkaar.

RIJSCHOOL. Wat moet je doen?

Drinken. Wat kun je je kind geven?

INSCHRIJVEN VOOR DE TAALTEST

Drinken. Wat kun je je kind geven?

- je kan me wat - module 4. docere delectare movere

Het invullen van een vochtbalans

Op de website van je school vind je alle informatie over lokaalwijzigingen, inhaallessen, afwezige docenten en studie-uitstappen.

Heb je iets vergeten? Vraag aan je collega of hij je kan helpen.

Je bent ziek. Je kan niet naar de les gaan. Je kan een mail sturen naar een collega of naar je docent. Je kan ook naar het secretariaat bellen.

De examenperiode is een moeilijke tijd. Je moet hard studeren en je hebt veel stress. Wat is een goede studiemethode en wat doe je beter niet?

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af.

Leesboekje eten en drinken

CURRICULUM VITAE. Ken jezelf! Inhoud. Doelgroep. Vakgebied. Materialen. Doelen STERKE SCHAKELS

U gaat luisteren naar verschillende teksten: twee radio-interviews en twee afleveringen van het ETV programma Taal + beroep = werk.

Wie is dat? thema. Hoe heet jij? Ik weet het niet! Beatriz. Marco. Hallo, ik heet Jürgen. Dag mevrouw. Dag meneer. Hoi! Ik heet Bushra. En jij?

Auteur: Mirjam Wind, docent en coördinator NT2, Educatie Video s: Gabe Dijkstra en Rick Biemolt, studenten Alfa-college, MultiMedia en Design

Invloed van de moedertaal bij het leren van het Nederlands

1. Streep de foute antwoorden door. Vroeger kwam het voedsel vooral uit de buurt / Nederland / de rest van de wereld.

BEELD. op reis. Russisch de koe. Speciaal voor op reis! WOORDENBOEK. Van Dale. BEELDWOORDENBOEK op reis russisch. BEELDWOORDENBOEK op reis RUSSISCH

Les 4. Eten en drinken, boodschappen doen

Thema Op het werk. Lesbrief 15. Het functioneringsgesprek.

VOEDINGSDAGBOEK. Invul instructies. Opslaan. Persoonlijk advies?

Werkblad Vooral volkoren, zoals volkorenbrood, volkoren pasta en couscous en zilvervliesrijst

EEN FEESTJE ORGANISEREN

Schrijven OPDRACHTKAART. U leert formulieren in te vullen.

2 Huiswerk. Voorbeeld: Als je je huiswerk altijd aan je bureau maakt, geef je dat een 1. Als ik mijn huiswerk maak dan...

Les 2 Uit welk land kom jij? TESTEN TEST 1

Hoe stel je prioriteiten?

EXAMENBESCHRIJVINGEN GENERIEKE VAKKEN

OPZOEKEN IN HET WOORDENBOEK (1)

HEB JE HUISWERK VANDAAG?

Vragenlijst Prettig Schoolgaan versie voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs

Leren als een expert!

Eindopdracht. Tussen kunst en koop. Name: Klasse: Meine Getränkekarte. Horeca Vak Opleidingen. opleiding - crebo Gastheer/ -vrouw

Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken. Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over Egypte

Spreken. Les 5: Wat zeg je? Gezondheid OPDRACHTKAART.

1. Waarom wilt u beter Nederlands leren? Welke dag is het vandaag? - - [dag] [maand] [jaar] Beste deelnemer,

Spreken. Les 4: Wat zeg je? In een kledingzaak OPDRACHTKAART.

Spreken. Les 3: Wat zeg je? De supermarkt. SPREKEN NIVEAU A1

WEEK MAANDAG WOENSDAG DINSDAG DONDERDAG VRIJDAG ZONDAG ZATERDAG. Vul het juiste voorzetsel in. Nico fietst elke dag (aan, naar, op) de cursus.

- je kan me wat - module 4. docere delectare movere

Herhalingsoefeningen. Thema 3 Familie en relaties. 1 Woorden. Familie

Voedingsdagboek. Geboortedatum. Voor een gezonde mond

LES 1: NAAR SCHOOL 8 1 Naar Amsterdam 8 2 Het elfje 12 3 Telefoon op school 16 4 Pesten 21 Extra 26

werkboek vervolgmodule werk en opleiding

Spreken. Les 6: Wat zeg je? Telefoon. SPREKEN NIVEAU A1

Handleiding OPMAATVULLER (sluit aan bij OpMaatVuller versie 2.3)

OPZOEKEN IN HET WOORDENBOEK (1)

Examen Nederlandse Taal (lezen en schrijven)

het einde van onbekende wensen Monuta uitvaartwens

Water drinken. Resultaten 1-meting op de CJ s in Zaanstad

Spreken. Les 3: Wat zeg je? De supermarkt OPDRACHTKAART.

Adviezen om hoofdpijn bij kinderen te voorkomen of verminderen

werkbladen thema 5 werk

Luister s naar me 20 TopTips van ouders om de band met je kind te versterken

Ik weet dat mijn gegevens anoniem zullen worden toegevoegd aan een databestand dat voor wetenschappelijke doeleinden gebruikt wordt.

Signaalwoorden en verschillende vormen van woorden

UNIVERSITEITEN IN VLAANDEREN

Wat eten we vanavond?

SPOT EEN JOB! Op bezoek bij een interimkantoor. Inhoud. Doelgroep. Vakgebied. Materialen. Doelen STERKE SCHAKELS

Spreekopdrachten thema 2 Boodschappen

Instructie taakspecifieke vragenlijst + observatie

Spreken. Les 6: Wat zeg je? Telefoon OPDRACHTKAART.

Oefenzinnen module 1. Oefenzinnen module 2. Luister goed en schrijf de zin op.

EEN AFSPRAAK ANNULEREN

Workshop Oriëntatie op Nederlands voor taalvrijwilligers

VOEDINGSDAGBOEK SPORTERS

Deze formule is uitstekend geschikt voor de jonge studenten om zich voor te bereiden op school of een examen.

Veel plezier in de winkel! Bedrijfskleding. je naam:... je klas:... datum:... jouw beoordeling: Klantgerichtheid

Property ENERGY-project

Les 4: Les conversatie + grammatica Nederlands Conversatie Les 2 A-klas

STAGEVERSLAG VMBO LEERLING INSTRUCTIE

Kijk op: nt2taalmenu wordt gemaakt door: Frans Snik, Ed Kniesmeijer en René den Nijs.

Direct invullen met tijdstip Houd het formulier de hele dag bij u. Vul het direct in zodra u iets eet of drinkt. Zo vergeet u niets.

Lesbrief bij Biertje Casper van Marleen Schmitz voor groep 8

Begeleide interne stage

Werkschrift. Uit mijn comfortzone

Waarom ga je schrijven? om de directeur te overtuigen. Wat voor tekst schrijf je? een overtuigende tekst. Voorbereiden van je overtuigende tekst

Stap 2: Spelregels en strategie bij problemen. 2.1 De afsprakentabel

Actielessen. Lesbrief 1. Nederlands leren. Wat leert u in deze les? Veel succes!

JEUGDGEZONDHEIDSMONITOR BASISONDERWIJS. Vragenlijst voor kinderen van groep 6, 7 en 8

Kijk nog eens in het boek op bladzijde 80 naar Werkwoorden in een andere tijd.

blaastraining voor kinderen droogblijven s nachts

Sollicitatieformulier

Hoeveel water drink je? Doe de test

Spreekopdrachten thema 4 Wonen

de appel het fruit de peer de sinaasappel de banaan

Transcriptie:

INSTRUCTIES BEGRIJPEN Je volgt een cursus. De docent geeft je mondeling instructies. Kan jij ze begrijpen? Wat moet je doen? 1. Luister naar het geluidsfragment. Neem blad 2 en volg de instructies. Je mag meerdere keren luisteren. Begrijp je de instructies niet? Het woordenschatkader op blad 3 kan je helpen. 2. Vergelijk jouw antwoorden met die van een collega en met die van de correctie op blad 4. Wat heb je nodig? Computers om het geluidsfragment te beluisteren of het fragment op cd en een cdspeler.

Taak blad 2 Luister naar het geluidsfragment. Volg de instructies en vul het formulier in. Je mag een paar keer naar de tekst luisteren. Tip: Gaat de tekst te snel? Je kan op pauze drukken. (1)... (2)... (3)... (4) 1.1 / 1.2 / 2.1 / 2.2 / 2.3 / andere:... (5) Nederlands / Frans / Spaans / Engels / Chinees / Russisch / Arabisch / Pools / Duits (6) Nederlands Frans Spaans Engels Chinees Russisch Arabisch Pools Duits... (7)... (8)... (9) water het ontbijt fruitsap cola het middageten limonade koffie het avondeten thee melk chocolademelk bier wijn (10)... (11)... (12)

Taak blad 3 Luister naar... Schrijf... Lees... Omcirkel... man / vrouw Onderlijn... man / vrouw Vul... in. Ik heet...anna... Duid...aan. man vrouw Schrap wat niet past. man / vrouw Teken...

Correctie blad 4 (1) voornaam (2) voornaam leraar / lerares (3) familienaam (4) voorbeeld 1.1 / 1.2 / 2.1 / 2.2 / 2.3 / andere:... (5) Nederlands / Frans / Spaans / Engels / Chinees / Russisch / Arabisch / Pools / Duits (6) moedertaal voorbeeld: Nederlands Frans Spaans Engels Chinees Russisch Arabisch Pools Duits Portugees (7) land voorbeeld: Portugal (8) adres voorbeeld: Lange Nieuwstraat 21, 1000 Brussel (9) voorbeeld: water het ontbijt fruitsap cola het middageten limonade koffie het avondeten thee melk tijdens de pauze chocolademelk bier wijn (10) voorbeeld: icetea (11) voorbeeld: tijdens het avondeten (12)

Transcriptie blad 5 Luisteroefening: instructies begrijpen Op blad 2 vind je een formulier. Lees eerst de instructie. Nu ga je het formulier invullen. Luister goed. Bij (1) schrijf je je voornaam. Doe maar: schrijf je voornaam bij (1). Bij (3) schrijf je je familienaam. Let op: (3) staat onder (1). Bij (2) schrijf je de voornaam van je leraar of lerares. Ik herhaal nog eens bij (1) staat je voornaam, bij (3) staat je familienaam en bij (2) staat de voornaam van je leraar of lerares. (4)Jij volgt een cursus. In welk niveau zit je? Omcirkel het juitste niveau. Welke taal studeer je in deze cursus? Nederlands, Frans, Spaans, Engels, Russisch, Arabisch, Pools of Duits. Welke taal studeer je? Bij (6) schrap je wat niet past. Bij (7) schrijf je uit welk land je komt. Wat is je adres? Schrijf je straat, huisnummer, postcode en gemeente bij (8). Let op: onderlijn je huisnummer. Ik herhaal: onderlijn je huisnummer. Ben je klaar? Lees dan de dranken bij (9). Ik geef je even de tijd om de dranken te lezen. Schrap de dranken die je nooit drinkt. Verbind de dranken die je drinkt met de juiste maaltijd. Bijvoorbeeld: ik drink koffie tijdens de pauze dus ik verbind koffie met tijdens de pauze. Verbind nu de dranken die jij drinkt met maaltijden. De lijst met dranken bij vraag (9) is niet compleet. Schrijf bij (10) een drank die jij drinkt én die niet in de lijst van vraag (9) staat. Bij (11) schrijf je wanneer je die drank drinkt. Bij (12) teken je een fles en een glas. Zo, je hebt het formulier helemaal ingevuld. Luister nog een keer naar dit geluidsfragment, als je nog niet alles hebt. Als je het hele formulier ingevuld hebt, vergelijk je je antwoorden met die van je collega s of met de correctie op blad (4). Als je de correctie niet hebt, vraag dit blad dan aan je lesgever.