INSTRUCTIES BEGRIJPEN Je volgt een cursus. De docent geeft je mondeling instructies. Kan jij ze begrijpen? Wat moet je doen? 1. Luister naar het geluidsfragment. Neem blad 2 en volg de instructies. Je mag meerdere keren luisteren. Begrijp je de instructies niet? Het woordenschatkader op blad 3 kan je helpen. 2. Vergelijk jouw antwoorden met die van een collega en met die van de correctie op blad 4. Wat heb je nodig? Computers om het geluidsfragment te beluisteren of het fragment op cd en een cdspeler.
Taak blad 2 Luister naar het geluidsfragment. Volg de instructies en vul het formulier in. Je mag een paar keer naar de tekst luisteren. Tip: Gaat de tekst te snel? Je kan op pauze drukken. (1)... (2)... (3)... (4) 1.1 / 1.2 / 2.1 / 2.2 / 2.3 / andere:... (5) Nederlands / Frans / Spaans / Engels / Chinees / Russisch / Arabisch / Pools / Duits (6) Nederlands Frans Spaans Engels Chinees Russisch Arabisch Pools Duits... (7)... (8)... (9) water het ontbijt fruitsap cola het middageten limonade koffie het avondeten thee melk chocolademelk bier wijn (10)... (11)... (12)
Taak blad 3 Luister naar... Schrijf... Lees... Omcirkel... man / vrouw Onderlijn... man / vrouw Vul... in. Ik heet...anna... Duid...aan. man vrouw Schrap wat niet past. man / vrouw Teken...
Correctie blad 4 (1) voornaam (2) voornaam leraar / lerares (3) familienaam (4) voorbeeld 1.1 / 1.2 / 2.1 / 2.2 / 2.3 / andere:... (5) Nederlands / Frans / Spaans / Engels / Chinees / Russisch / Arabisch / Pools / Duits (6) moedertaal voorbeeld: Nederlands Frans Spaans Engels Chinees Russisch Arabisch Pools Duits Portugees (7) land voorbeeld: Portugal (8) adres voorbeeld: Lange Nieuwstraat 21, 1000 Brussel (9) voorbeeld: water het ontbijt fruitsap cola het middageten limonade koffie het avondeten thee melk tijdens de pauze chocolademelk bier wijn (10) voorbeeld: icetea (11) voorbeeld: tijdens het avondeten (12)
Transcriptie blad 5 Luisteroefening: instructies begrijpen Op blad 2 vind je een formulier. Lees eerst de instructie. Nu ga je het formulier invullen. Luister goed. Bij (1) schrijf je je voornaam. Doe maar: schrijf je voornaam bij (1). Bij (3) schrijf je je familienaam. Let op: (3) staat onder (1). Bij (2) schrijf je de voornaam van je leraar of lerares. Ik herhaal nog eens bij (1) staat je voornaam, bij (3) staat je familienaam en bij (2) staat de voornaam van je leraar of lerares. (4)Jij volgt een cursus. In welk niveau zit je? Omcirkel het juitste niveau. Welke taal studeer je in deze cursus? Nederlands, Frans, Spaans, Engels, Russisch, Arabisch, Pools of Duits. Welke taal studeer je? Bij (6) schrap je wat niet past. Bij (7) schrijf je uit welk land je komt. Wat is je adres? Schrijf je straat, huisnummer, postcode en gemeente bij (8). Let op: onderlijn je huisnummer. Ik herhaal: onderlijn je huisnummer. Ben je klaar? Lees dan de dranken bij (9). Ik geef je even de tijd om de dranken te lezen. Schrap de dranken die je nooit drinkt. Verbind de dranken die je drinkt met de juiste maaltijd. Bijvoorbeeld: ik drink koffie tijdens de pauze dus ik verbind koffie met tijdens de pauze. Verbind nu de dranken die jij drinkt met maaltijden. De lijst met dranken bij vraag (9) is niet compleet. Schrijf bij (10) een drank die jij drinkt én die niet in de lijst van vraag (9) staat. Bij (11) schrijf je wanneer je die drank drinkt. Bij (12) teken je een fles en een glas. Zo, je hebt het formulier helemaal ingevuld. Luister nog een keer naar dit geluidsfragment, als je nog niet alles hebt. Als je het hele formulier ingevuld hebt, vergelijk je je antwoorden met die van je collega s of met de correctie op blad (4). Als je de correctie niet hebt, vraag dit blad dan aan je lesgever.