Mr. R.H. de Haas-Engel HETINDONESISCH NATIONALITEITSRECHT KLUWER - DEVENTER - 1993
INHOUD VOORWOORD INHOUD LIJST VAN AFKORTINGEN LUST VAN INDONESISCHE TERMEN VII IX XV XVII HOOFDSTUK 1 INLEIDING 1 1 Probleemstelling en indeling van het boek 1 2 Enkele algemene gegevens inzake Indonésie 3 2.1 De politieke geschiedenis 3 2.2 De staatsstructuur 10 2.3 Het vigerende recht 18 2.4 Betrekkingen tussen Indonésie en derde landen 19 2.5 Bevolkingsopbouw 22 HOOFDSTUK 2 ALGEMENE BESCHOUWING 25 1 Inleiding 25 1.1 Enkele betekenissen van het begrip "nationaliteit" 25 1.2 De functie van de nationaliteit 31 1.3 Het recht op een nationaliteit, een mensenrecht? 32 1.3.1 De nationaliteit als koppelbegrip 33 1.3.2 Koppelbegrip of inhoudelijk begrip? 34 1.3.3 Het recht op nationaliteit als mensenrecht 42 1.3.3.1 Het belang van de nationaliteit als inhoudelijk begrip voor de typering van het recht op een nationaliteit als mensenrecht 43 1.3.3.2 Het ter zake doende geschreven recht 43 1.3.3.3 Ontneming van nationaliteit en het recht op expatriatie 48 1.3.3.4 Gevolgen van het typeren van het recht op een nationaliteit als mensenrecht 53 1.3.3.5 Conclusie 55 1.4 De nationale autonomie en volkenrechtelijke beperkingen 56 1.4.1 De nationale autonomie van Staten 56 1.4.2 Beperking van de nationale autonomie van Staten 57 1.4.2.1 Beperking door het internationale gewoonterecht en door algemene rechtsbeginselen 57 1.4.3.2 Beperking door verdragsrecht 63 1.4.3.3 De "genuine link" théorie 64 IX
1.4.3.4 Waarborging van mensenrechten als mogelijke beperking 65 1.5 Nationaliteitsrechtelijke gevolgen van gebiedsovergang 66 1.5.1 Algemeen 66 1.5.2 Universele en partiële statenopvolging 68 1.5.3 Dekolonialisatie 69 1.5.4 Onrechtmatige occupatie 70 2 Inhoud van het Indonesisch staatsburgerschap 72 HOOFDSTUK 3 VOORGESCHIEDENIS VAN DE WET NO. 62 VAN HET JAAR 1958 BETREFFENDE HET STAATSBURGERSCHAP VAN DE REPUBLIEK INDONESIE 73 1 Inleiding 73 1.1 De situatie in (Nederlandsch-)Indië tôt 1926 73 1.2 De situatie in Nederland vôôr de afkondiging van de Wet van 1892.. 76 1.3 Consequenties van het bestaan van een dubbele nationaliteitsrechtelijke regeling voor Nederlandsch-Indië 79 1.4 Effect van de afkondiging van de Wet van 1892 op Nederlandsch-Indië 81 2 Wettelijke onderverdeling van de bevolking van Indonésie 85 2.1 Het voor de bevolkingsgroepen geldende recht 90 2.2 Gelijkstelling aan Europeanen 95 2.3 Oplossing 96 2.4 Het gemengde huwelijk ex Ind. Stb. 1898-158 97 3 Het Nederlands onderdaanschap krachtens de Wet van 1910 99 4 Het Haagse Verdrag van 1930 5 De Wet no. 3 van 1946 en de Toescheidingsoverkomst H* 5.1 Algemeen H2 5.2 De Wet no. 3 van 1946 betreffende het Indonesisch Staatsburgerschap en Ingezetenschap 1" 5.3 De Overeenkomst betreffende de Toescheiding van Staatsburgers.. 118 5.3.1 Enige opmerkingen inzake de gehanteerde terminologie... 122 5.3.2 Indonesisch staatsburger krachtens de Tœscheidingsovereenkomst 125 5.3.3 Indonesisch staatsburger krachtens de Wet no. 3 van het jaar 1946 en de Toescheidingsovereenkomst 1" 6 De Verordeningen van het Militaire Gezag ^ 6.1 Bewijzen van Indonesisch staatsburgerschap " 6.2 Overige bepalingen het Indonesisch staatsburgerschap betreffende.. 139 7 Chinezen met de nationaliteit van het vroegere Nationalistisch China c.q. het huidige Taiwan * 4 7.1 Algemeen 141 7.2 Politieke verwikkelingen 14^ 108
8 Problemen rond het Indonesisch staatsburgerschap 144 9 De praktijk 146 10 Samenvatting 149 HOOFDSTUK 4 DE WET NO. 62 VAN HET JAAR 1958 BETREFFENDE HET STAATSBURGERSCHAP VAN INDONESIE 153 1 Inleiding 153 1.1 Verkregen rechten geëerbiedigd 153 1.2 Bepalingen ter opheffing van onzekerheid met betrekking tôt het bezitten van het Indonesisch staatsburgerschap 158 2 Algemene aspecten van de Wet no. 62 van het jaar 1958 161 3 Het dubbel staatsburgerschap der Chinezen 163 3.1 Het verplicht stellen van het maken van een keuze 164 3.2 Sanctie op het niet maken van een keuze 168 3.3 Voor welke categorieën van personen het maken van een keuze niet verplicht was gesteld 169 3.4 Datum van inwerkingtreding der Overeenkomst en annulering daarvan 172 4 Enige gevallen uit de praktijk 175 HOOFDSTUK 5 WJJZE VAN VERKRIJGING VAN HET INDONESISCH STAATSBURGERSCHAP VOLGENS DE WET NO. 62 VAN HET JAAR 1958 179 1 Inleiding 179 2 Verkrijging "iure sanguinis" 179 3 Verkrijging krachtens het "ius soli" 185 4 Verkrijging door adoptie 187 4.1 Leeftijdsgrens van vijf jaar 187 4.2 Wettelijke vereisten 189 5 Verkrijging door geprivilegieerde naturalisai 196 5.1 Op basis van artikel 3 van de Wet 197 5.2 Op basis van artikel 4 van de Wet 200 5.3 Artikel V der Overgangsbepalingen van de Wet 205 6 Verkrijging door gewone naturalisatie 208 6.1 De leeftijd van 21 jaar 211 6.2 Geboorte of woonplaats in Indonésie 213 6.3 Instemming van de echtgenote(n) 214 6.4 Kennis van de Indonesische taal en geschiedenis 215 6.5 Misdrijf jegens de Staat 216 6.6 De eis betreffende gezondheid en voldoende inkomsten 217 6.7 Voor de naturalisatie verschuldigde som 217 6.8 Vermijding van apatridie en bipatridie 219 XI
6.9 Aflegging van de eed of belofte van trouw 222 6.10 Wijze van verlening van het staatsburgerschap middels naturalisatie. 222 6.11 Aanvullende bepalingen betreffende naturalisatie 223 6.12 Vergelijking tussen de artikelen 3 en 4 enerzijds en artikel 5 der Wet anderzijds 224 6.13 De uitzonderingsnaturalisatie van artikel 6 van de Wet no. 62 van 1958 226 6.14 Gevolgen van de naturalisatie 227 7 Verkrijging door of als gevolg van huwelijk 228 7.1 Het gemengde huwelijk 230 7.1.1 Buitenlandse vrouw met staatsburger getrouwd 230 7.1.2 Indonesische vrouw met buitenlander gehuwd 235 7.1.3 Gemengde huwelijken in de zin van de Huwelijkswet van 1974.238 7.1.4 Verdient het gelijkgerechtigdheidsbeginsel voorkeur boven het "vrouw volgt man" beginsel? 244 8 Verkrijging door het volgen van de staat van de vader c.q. moeder... 248 9 Verkrijging door aflegging van een verklaring (optie) 252 9.1 Gevallen waarin niet van zuivere optie kan worden gesproken... 254 9.1.1 Artikel 18 van de Wet no. 62 van 1958, zoals gewijzigd en aangevuld bij de Wet no. 3 van 1976 254 9.1.2 Buitenlanders in de Indonesische krijgsmacht 261 10 Regeling van de nationaliteit van de ingezetenen van Irian Jaya 264 10.1 Status van de ingezetenen van Irian Jaya voor de overdracht van dit gebiedsdeel aan Indonésie 265 10.2 Status van de ingezetenen van Irian Jaya nâ de overdracht van dit gebiedsdeel aan Indonésie 267 HOOFDSTUK 6 WUZE VAN VERLOREN GAAN VAN HET INDONESISCH STAATSBURGERSCHAP VOLGENS DE WET NO. 62 VAN HET JAAR 1958 273 1 Inleiding 1.1 Verlies van rechtswege krachtens het "vrouw volgt man" beginsel.. 27J 1.2 Verlies van rechtswege door het volgen van de staat van de vader of moeder ^ 1.3 Verlies door negatieve optie in gevallen van gemengde huwelijken. 275 1.4 Verlies door negatieve optie in gevallen van het volgen van de staat van de vader of moeder 7Z* 1.5 Samenvatting 2 2 Verliesgronden ex artikel 17 2^ 2.1 Het vrijwillig verkrijgen van een andere nationaliteit 2.2 Het niet verwerpen c.q. prijsgeven van een andere nationaliteit, terwijl de betrokken persoon daartoe de gelegenheid krijgt 28 2.3 Erkenning door een buitenlander XII 273
2.4 Adoptie door een buitenlander 285 2.5 Verlorenverklaring door de Minister van Justifie.. 289 2.6 Het verrichten van bepaalde handelingen 290 2.7 Het langdurig in het buitenland gevestigd zijn 294 2.8 Verlies van het Indonesisch staatsburgerschap door een gehuwde vrouw 295 3 Mogelijkheid tôt intrekking van het Indonesisch staatsburgerschap 296 4 De praktijk 298 HOOFDSTUK 7 HET BEWUS VAN HET BEZIT VAN HET INDONESISCH STAATSBURGERSCHAP 301 1 Inleiding 301 2 De oude en de nieuwe situatie 304 2.1 De oude situatie 305 2.2 De nieuwe situatie 306 HOOFDSTUK 8 NABESCHOUWING 313 1 Algemeen 313 2 Het "ius sanguinis" tegenover het "ius soli" 316 3 Apatridie en bipatridie 317 4 Positie van de gehuwde vrouw 322 5 Voorstellen tôt wijziging van de Wet no. 62 van 1958 325 6 Maatregelen door Indonésie buiten de nationaliteitswetgeving om op juridisch gebied te nemen 329 7 Een enkel woord tôt besluit 332 NEDERLANDSE SAMENVATTING 335 ENGLISH SUMMARY.. 345 RINGKASAN INDONESIA.... 355 BULAGEN 367 1. Wet van 1910 op het Nederlandsch Onderdaanschap van niet-nederlanders 367 2. Act No. 3 year 1946 concerning Citizens and Résidents of the State of the Republic of Indonesia 371 3. Act No. 6 year 1947 regarding Altération of Act No. 3 year 1946 concerning Citizens and Résidents of the State of the Republic of Indonesia 379 XIII
4. Act No. 8 year 1947 concerning Prolongation of the Period to submit a Statement as to the Indonesian Citizenship 383 5. Act No. 11 year 1948 concerning the further Prolongation of the Period to submit a Statement as to the Indonesian Citizenship 385 6. Overeenkomst betreffende de Toescheiding van Staatsburgers 387 7. Régulation of the Central War Authority No. Prt./Peperpu/014/1958 concerning Some Matters regarding Citizenship 391 8. Act No. 2 of the year 1958 concerning the Approval of the Agreement between the Republic of Indonesia and the People's Republic of China concerning the problem of Dual Citizenship 393 9. Wet no. 62 van het jaar 1958 zoals gewijzigd met Wet no. 3 van het jaar 1976 betreffende het Staatsburgerschap van de Republiek Indonésie... 405 LITERATUURLUST 421 LUST VAN AANGEHAALDE JURISPRUDENCE 441 ZAAKREGISTER 443 CURRICULUM VITAE 449 XIV