Ondernemersplan. Uitleg behorend bij de Instructie Managen

Vergelijkbare documenten
Frequent Asked Questions BETREFFENDE: Managen. Ondernemen

Hier moet worden aangegeven het soort werktuig Bijvoorbeeld: een trekker.

Bedrijfsbegroting naam leerling : oke

- 1 - Informatie over het bedrijf van Jaap Dogterom dochters van 15 en 18 jaar.

Samenvatting M&O periode 1. Hoofdstuk 13 8,4. Paragraaf 1. Samenvatting door G woorden 12 maart keer beoordeeld

TOELATINGSTOETS M&O. Datum

De resultatenrekening

Bij een resultatenbegroting (ook wel exploitatiebegroting genoemd) wordt een overzicht gemaakt van de opbrengsten en van de kosten.

Bedrijfseconomische analyse

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Beginner. Beginner. Beginner

Klas:.. Datum:. Beginbalans B.V. xyz 1 jan. 20xx. rekeningafschrift B.V. xyz nr jan jun

M&O VWO 2011/

UIT balans en resultatenrekening

HET GEBRUIK VAN SALDO'S BIJ BEDRIJFSBEOORDELING EN BEDRIJFSBEGROTING

BAS. BAS Akkerbouw - voorbeeldrapport

Een lening met een onroerend goed als onderpand. 5. Waarom is het handig een boekhouding bij te houden (noem 2 redenen).

Collegeaantekeningen Bedrijfseconomie voor Notariëlen Week 1

Eindexamen havo m&o 2013-I

Verdieping Management en Organisatie (M&O) 3havo/vwo

Hoeveel geld zit er in de bedrijfsvoering?

Handleiding voor het gebruik van het rekenmodel. Inhoud

Aurington. Administratie en Advies

Financiële aspecten van de planning

Examen PC 2 vak Cash Management

activa debet Veestapel Handels voorraad goederen Debiteuren Bank Kas 1.000

Bedrijfsleiderskring: Voorbeeld Boekjaar: 01/10/17

REGELING GARANTSTELLING VISSERIJ (RGV)

Boekverslag door M woorden 21 februari keer beoordeeld

Akkerbouwbedrijf VOF/MTS Ploegweg AA Akkerdorp BOEKHOUDRAPPORT 2015

Kamer van Koophandel (KvK): hier kom je meer te weten over vergunningen, wetgeving en btw.

Tijdens het spelen van deze Business Game zet je samen met andere leerlingen een eigen onderneming op, en stippelen jullie een strategie uit.

Daarna komen de economische levensduur en het afschrijvingsplan nog aan de orde.

van Kas tot

In vijf minuten aangifte omzetbelatisting.

Uitwerkingen PDB Financiering met resultaat hoofdstuk 4

Acumulus & Co. Jaarrekening t.b.v. aangifte inkomstenbelasting (IB)

Samenvatting M&O Eenmanszaak deel 1 H3 t/m 5

Internetopgaven hoofdstuk 7

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9

1 De inventarislijst en de balans

Rente. Een lening is soms nodig om een grote uitgave te kunnen doen. De lening moet terugbetaald worden, maar ook de rente. Hoe hoog is de rente?

Lage kostprijs biedt ruimte voor de toekomst (1)

Regels voor activa ; Waarderingsgrondslagen

1. GROOTBOEKREKENINGEN EN DE KOLOMMENBALANS

Proefexamen BOEKHOUDEN

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9

fun house fun house fun house Pink

11 Kasstroomoverzicht

Inhoud. Voorwoord 5. Bijlage 1 Handelsstal en Springstal De Eijk 87

Samenvatting Management & Organisatie Boek 2B, Hoofdstuk 41 t/m 44

De heer Bouwland. Den Akker. TopKoers 2010/2011

Vraag Antwoord Scores. x 100% = 55%

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4

Management & Organisatie VWO 5 Hoofdstuk 27 t/m juni 2009 proeftoets 100 minuten. In deze opgave blijft de btw buiten beschouwing.

Hoofdstuk 6: Beoordelen

Management & Organisatie

a. Stel de beginbalans op 1 januari 2006 samen volgens het model van bijlage I.

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 7

Acumulus & Co. Bijlage 2. Jaarrekening t.b.v. aangifte inkomstenbelasting (IB)

Samenvatting. Jaarrekening 2014 Evangelische Kerk de Pijler, Lelystad. Boekjaar t/m

Compex wiskunde A1-2 vwo 2004-I

BAS Fruitteelt - voorbeeldrapport

a. U hebt voor deze toets 75 minuten de tijd. VERGEET U NIET UW GEMAAKTE TOETS IN TE LEVEREN BIJ DE SURVEILLANT?

De bestuursleden van Stichting Goed Bezig Midscheeps A Groningen. Financieel verslag Dossiernummer:

Hoofdstuk 30 Interne verslaggeving

Akkerbouwbedrijf VOF/MTS Ploegweg AA Akkerdorp BOEKHOUDRAPPORT 2018

Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investering in machines / 350 Desinvestering in machines 65 Aandeel in winst C / 20 Aandeel in dividend C 30

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5


2015 Nederlandse Associatie voor Examinering Financiering niveau 5 1 / 12

De ondernemende mens centraal

Ruilen over de tijd (havo)

Jaarrekening Stichting Vrije Christelijke School Westerlee Galgeweg MT 's-gravenzande

1 De inventarislijst en de balans

Inhoud VII. 1. De balans Veranderingen in de balans Grootboekrekeningen Hulprekeningen van het eigen vermogen 61. Voorwoord...

- Op gebouwen en machines die op 1 januari 2008 aanwezig zijn wordt in 2008 respectievelijk ,- en ,- afgeschreven.

Module 3 Gegevens verwerken. Geleerd in vorige presentaties. Les 2. Wat is boekhouden? Wat zijn transacties? Les 2. Leer het boekhoudproces

Meerkeuzevragen: 5. Bereken voor dit jaar de totale constante kosten. A ,- B ,- C ,- D ,-

Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present)

Financiële gevolgen van (sprong)investeringen Kostprijs!! Remie Fiscaal Juridisch Bedrijfseconomisch Adviesbureau

Hoofdstuk 31. Ondernemingsplan. Persoonlijk plan Marketingplan Financieel plan Organisatieplan

Examen accountancy januari 2013

Opgaven 4.4a en 4.4b horen bij paragraaf 4.2, Liquiditeitsbegroting en resultatenbegroting.

EENMANSZAAK DEEL 1. Periode 3 Hoofdstuk 2

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 2

HARTELIJK WELKOM. 18 mei Startersdag Unizo. BAERT Alfred

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 1 t/m 3.3

Voorbeeld Melkvee 2014 Q4

Financieel verslag 2011/2012. Mixed Hockeyclub Voorbeeld Sportpark Hoefslag KM Vlissingen

Bedrijven zijn verplicht 1 maal per jaar een balans op te stellen en een winst & verliesrekening te maken. (voor de belastingdienst)

Grotere landbouwbedrijven bepalen grondvraag en -prijs

Financiële ratio s met CASH!

Waarom gaan we investeren We verwachten winst te maken! Alleen rekening houden met toekomstige ontvangsten en uitgaven.

Acumulus & Co. Bijlage 2 - Jaarrekening IB-aangifte 2015 uit Acumulus. Jaarrekening t.b.v. aangifte inkomstenbelasting (IB)

PROEFEXAMEN Moderne Bedrijfsadministratie (MBA)

BUSINESS VALUATION UITWERKING TOPAAS B.V.

Hoofdstuk 13 Kostensoorten

Transcriptie:

FAQ Frequent Asked Questions BETREFFENDE: BOP BedrijfsOntwikkelPlan Ondernemersplan Uitleg behorend bij de Instructie Managen De vragen staan per onderwerp gegroepeerd in dezelfde volgorde als de opdrachten die voor de verschillende onderdelen gegeven worden. De nummering van vragen en opdrachten zijn hetzelfde als de opdrachten van taak 1 en taak 2 uit de Instructie Managen. Voorbeelden van uitgewerkte berekeningen zijn niet in deze FAQ lijst opgenomen. Als hulpmiddel zijn twee verschillende rekenbladen beschikbaar. Eén algemeen rekenblad voor managen. En een specifiek rekenblad voor melkveehouderij. Voor akkerbouwbedrijven is ook het programma MEBOT beschikbaar. Andere beschikbare rekenbladvoorbeelden zijn: - Berekening inkomstenbelasting - Voorbeeld netto- brutoloon en kostenwerkgever - Bedrijfsresultaten - Loonwerk of eigenmechanisatie omslagpunt - Minimum inzet berekening van machines - Demo financiële kengetallen - Kengetallenboom Dupont Alles is beschikbaar via moodle; http://moodle.edudelta.nl/login/index.php Inhoudsopgave A PRODUCTIEPLAN, DOELSTELLINGEN EN ONDERNEMINGSVORM... 3 A1 WAT IS HET VERSCHIL TUSSEN DE INLEIDING EN DE OPDRACHT A!?... 3 A2 WAT IS BEDRIJFSVOERING.... 3 A3 WAT IS EEN DOELSTELLING FORMULEREN?... 3 A4 WELKE PERIODE MOET JE BESCHRIJVEN BIJ DE GESCHIEDENIS VAN HET BEDRIJF?... 3 A5 WAT IS EEN PRODUCTIEPLAN.... 3 B BEOORDELEN BEDRIJFSSITUATIE... 4 B1 HOE KOM JE AAN AFBEELDINGEN EN PLATTEGRONDEN?... 4 B2 ALGEMEEN... 4 GROND... 5 DRAINAGE... 5 GEBOUWEN... 8 WERKTUIGEN... 10 AKKERBOUW GEWASSEN... 12 LENINGEN EN KREDIETEN... 13 SAMENSTELLING VAN HET VERMOGEN DE BEGIN- EN EINDBALANS.... 13 SALDOBEREKENINGEN... 16 BEDRIJFSBEGROTING... 17 Edudelta college Goes Pagina 1

NIET TOEGEREKENDE KOSTEN... 17 FINANCIERINGSBEGROTING... 20 BESPARINGEN EN LIQUIDITEIT... 21 DE EINDBALANS... 22 B 3 BEDRIJFSBEGROTING, FINANCIERINGSBEGROTING... 23 B 4 CONTROLE BEDRIJFS- EN FINANCIERINGSBEGROTING... 23 B 5 KENGETALLEN... 23 B 6 BEDRIJFSVERGELIJKING... 24 B 7 STERKE- EN ZWAKKE KANTEN... 24 B 8 BEOORDELING BEDRIJFSECONOMISCHE SITUATIE... 25 B 9 TOEKOMSTVISIE... 25 C ARBEID... 25 C 1 ARBEIDSBEGROTING... 25 C 2 LOONKOSTEN... 26 C 3 ARBO... 26 C 4 BEOORDELEN BEDRIJFSUITRUSTING... 26 D BEWERKINGSKOSTEN... 26 D1 BEWERKINGSKOSTEN... 26 D 2 LOONWERK EIGENMECHANISATIE... 26 D 3 UURLOON ONDERNEMER... 27 D4 CONCLUSIES... 27 E PRIVÉ EN FISCUS... 27 E 1 GEZINSBUDGET... 27 E 2 INKOMSTEN BELASTING... 27 E 3 BTW... 28 F DUURZAME BEDRIJFSVOERING... 28 F 1 MINERALENBALANS... 28 F 2 GEWASBESCHERMING... 28 CLM Milieumeetlat... 28 F 3 MILIEUZORG... 29 G FINANCIERING... 29 G 1 LIQUIDITEITSBEGROTING... 29 G 2 STILLE RESERVES... 29 G 3 FINANCIËLE KENGETALLEN... 30 G 4 RENTABILITEIT... 31 G 5 BEOORDELING FINANCIERING... 31 H RISICOBEHEER... 31 H 1 RISICO S... 31 H 2 VERZEKERINGEN... 32 H 3 VEILIGHEIDSASPECTEN... 32 K SAMENVATTING RAPPORT MET CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN... 32 SCHRIFTELIJKE RAPPORTAGE... 32 L PRESENTATIE IN POWER POINT VAN HET RAPPORT.... 33 Edudelta college Goes Pagina 2

TAAK 1 A PRODUCTIEPLAN, DOELSTELLINGEN EN ONDERNEMINGSVORM A1 Wat is het verschil tussen de inleiding en de opdracht A!? Niets, de opdracht is kort gezegd een inleiding maken. A2 Wat is bedrijfsvoering? Bedrijfsvoering is de dagelijkse gang van zaken op een bedrijf. Besluiten, maatregelen en veranderingen vinden elke dag plaats. De kosten die met de werkzaamheden samenhangen zijn goed toe te rekenen aan een gewas of een productierichting. De termijn waarover de besluiten of maatregelen zich uitstrekken is veelal gelijk of korter dan een jaar. De kosten van de bedrijfsvoering zijn de toegerekende kosten. Deze komen in de saldoberekening te staan. De toegerekende kosten bijna gelijk aan de boekhoudkundige directe kosten of variabele kosten. Wat is bedrijfsorganisatie. De bedrijfsorganisatie is de combinatie van de productiefactoren (grond, arbeid, kapitaal en ondernemerschap. Daar hoort daar ook de omgeving license to produce bij.). De bedrijfsorganisatie betreft dus het totale productie apparaat. De beslissingen die hier genomen worden hebben ingrijpende gevolgen en zijn voor een periode van meer dan enkele jaren. De kosten die het gevolg zijn van besluiten of veranderingen zijn niet direct toe te rekenen aan een gewas of productie richting. Denk aan gebouwen en/of machines waarvan alle bedrijfsonderdelen gebruik maken. De kosten die samenhangen met de bedrijfsorganisatie zijn de niet toegerekende kosten. Ze komen in de bedrijfsbegroting te staan. Het zijn de boekhoudkundige vaste kosten of constante kosten samen met de indirecte kosten. A3 Wat is een doelstelling formuleren? Dat is het doel (die dingen die de ondernemer probeert te bereiken met het uitoefenen van zijn bedrijf) van de onderneming in begrijpelijke woorden opschrijven. Dat is in de praktijk vaak niet beperkt tot, zoveel mogelijk winst maken en continuïteit van het bedrijf. Er zijn vele neven doelstellingen denkbaar. Deze kunnen al dan niet ondergeschikt zijn aan de hoofddoelstellingen. Bijvoorbeeld, de ondernemer wil binnen 2 jaar gecertificeerd zijn voor:..., of de ondernemer wil binnen tien jaar het bedrijf overdragen via een maatschap constructie aan zijn opvolger, of de ondernemer wil binnen drie jaar in samenwerking met zijn buren een nieuwe teelt opstarten. Denk ook aan duurzaam produceren. Is dat wel of geen doelstelling van het bedrijf? Nee waarom niet? En zo ja, waaraan zie je dat dan? A4 Welke periode moet je beschrijven bij de geschiedenis van het bedrijf? Probeer kort en helder het ontstaan vanaf de laatste 25 á 30 jaar te omschrijven (dat kan in twintig tot vijftig zinnen). En probeer voor een periode van 2 tot 5 jaar de toekomstige ontwikkelingen of plannen te omschrijven. Dus de toekomst gedachten onder woorden brengen. Bedenk dat je bij een bedrijfsontwikkelplan vanuit de geschiedenis van het bedrijf de toekomst in beeld probeert te krijgen. A5 Wat is een productieplan? Een productieplan is de beschrijving van de omvang en soort van producten die het bedrijf voortbrengt en afzet. Voor een akkerbouwbedrijf hoort daar het bouwplan bij en voor een melkveehouderijbedrijf hoort daar de veestapel bij. Edudelta college Goes Pagina 3

Kortom, wat, hoe, waar, wanneer, en door of met wie produceert een bedrijf. Schrijf dit zodanig op dat het ook voor een buitenstaander goed te begrijpen is. Een belangrijk onderdeel van het productieplan is ook het werk. Geef kort maar helder aan hoe al het werk rondgezet wordt. B BEOORDELEN BEDRIJFSSITUATIE B1 Hoe kom je aan afbeeldingen en plattegronden? Die kun je zelf maken of overnemen. Via LNV kan ieder akkerbouwer en veehouder plattegronden van zijn percelen downloaden ten behoeve van de teeltregistratie. Ook van routeplanners kun je kaartjes overnemen. Op het internet zijn mogelijkheden genoeg, google maps, etc. De eis is altijd dat er op A4 formaat gewerkt wordt en dat tekeningen, plattegronden etc. van een duidelijke legenda zijn voorzien. Hoe krijg je plaatjes van het beeldscherm in een document? Zorg dat het plaatje op het beeldscherm te zien is. Druk op alt en print screen. Plak nu het plaatje in het document met behulp van plakken. Je kunt het plaatje bijsnijden om overtollige informatie er af te halen via de werkbalk bewerken. Denk aan de resolutie. Vaak is de resolutie van een beeldscherm veel te laag om die te gebruiken voor een deugdelijke afbeelding in een document. Scannen van een afbeelding is ook een mogelijkheid. Zorg voor voldoende kwaliteit. Een afbeelding heeft voldoende kwaliteit als er geen zichtbare gebreken of tekortkomingen te zien zijn. B2 ALGEMEEN N.B. invullen van de rekenbladen; de volgorde van de onderwerpen en rekenbladen is hetzelfde als de uitleg hieronder. Wat is een VAK? Jaar eenheden etc. VAK betekend Volwaardige ArbeidsKracht. Volwaardig is iemand die voor 100% inzetbaar is en 100% aanwezig, dus alle van belang zijnde werkzaamheden kan uitvoeren en een volledige baan heeft. Iemand die 50% inzetbaar is en een halve baan heeft wordt gerekend als 0,25 VAK. Vermenigvuldig de inzetbaarheid met de volwaardigheid. Bereken ook de arbeidsjaareenheden en de Nederlandse grootte-eenheid (nge). De Nederlandse grootte-eenheid (nge) is een reële economische maatstaf die gebaseerd is op het brutostandaardsaldo (bss, opbrengsten minus bepaalde specifieke kosten). Het is een maat waarmee de economische omvang van agrarische activiteiten wordt weergegeven. Gebruik de rekenmodule op de website van het Lei; http://www.lei.wur.nl, ga naar Sector in cijfers en kies dan Bedrijfsomvang en -type. Wat is de rentevoet berekende rente? Onder berekende rente, wordt verstaan de kosten die gerekend worden voor het geld dat in een productiemiddel geïnvesteerd is. De redenering is dat je het geld ook had kunnen uitlenen, dan had je daar rente van ontvangen. Die opbrengst mis je, dus wordt dat als kosten toegerekend aan het productiemiddel. De rentevoet is de hoogte van de berekende rente. Dat is niet gelijk aan de rente die je ontvangt over geld dat je bij een bank vastzet. Bedenk dat bij een bank de te betalen rente altijd hoger is dan de rente die je ontvangt. Een redelijke schatting voor berekende rente is 1,5% tot 2% lager dan de rente die betaald moet worden voor een hypotheek. De omvang van het bedrag en de periode waarover het geld vastgezet wordt bepaald de hoogte van de rente. Edudelta college Goes Pagina 4

GROND Hoe hoog is de pachtprijs van de grond? De pachtprijs van de grond is per regio vastgesteld. De bedragen staan vermeld in een boekje over pacht. PACHT nieuwe normen, nieuwe regels (uitgave LNV). Dat moet in de mediatheek staan. Op het internet kun je alle informatie vinden bij het lnvlokket; http://www.hetlnvloket.nl ga via Home»Onderwerpen»Registratie»Pacht naar de informatie die je nodig hebt. Bedenk dat de werkelijke pacht lager kan zijn. Bespreek de oorzaak hiervan met je stagebieder en beschrijf dat in jouw verslag. Hoe hoog zijn de waterschapslasten? De hoogte van de waterschapslasten kun je het beste vragen aan je stagebieder of het waterschap. Ga eens goochelen op het internet. Bedenk dat elk jaar er een aanslag van deze lasten binnenkomt. Vaak via de WOZ. Betaalt een pachter waterschapslasten? Een pachter betaalt de helft van de waterschapslasten, de verpachter betaalt de andere helft. Hoe hoog is de vrije verkeerswaarde van de grond? De vrije verkeerswaarde van de grond kun je vaststellen aan de hand van de verkoopprijs van grond in de beurt. Deze prijzen kun je vinden in het Agrarisch Dagblad. Daarin staan verkoopprijzen van recent verkochte percelen en bedrijven. Wat is de bedrijfswaarde van de grond? De bedrijfswaarde is de waarde waarvoor de grond op de fiscale balans staat. Deze waarde vraag je dus niet aan je stagebieder. Je kunt deze het beste vaststellen door aan je stagebieder te vragen wat de gemiddelde waarde is van de grond als die in familie verband wordt overgedragen. De bedrijfswaarde is dus de waarde waar de grond in het verleden voor aangekocht of overgenomen is. Welke rentevoet moet je gebruiken bij het vaststellen van de berekende rente van de grond? Gemiddeld is de rentevoet ± 2,5%. Dit is ongeveer gelijk aan het bedrag van de pachtnorm. Omdat de pachtprijzen de laatste jaren behoorlijk gestegen zijn klopt dat niet meer helemaal. De redenering is dat 2,5% berekende rente ongeveer evenveel is als de betaalde pacht. Stel 1.000 pacht = ongeveer gelijk aan 2,5% van de vrije verkeerswaarde. Dus 2,5% van 40.000 vrije verkeerswaarde = 1.000. Is de pacht maar 750 en de vrijeverkeerswaarde 50000 dan zou de berekende rente voor de grond maar 1,5% zijn. Voor de eenduidigheid hanteren we als rente voet voor de grond 2,5%, om korte termijn effecten uit te sluiten. De redenering is dat de verpachter door de waarde stijging van de grond ook opbrengsten realiseren kan. Grond is een waardevaste investering. De waarde van de grond stijgt over een reeks van jaren altijd! Tegenwoordig is de bestemming die de grond in een bestemmingsplan toegewezen krijgt wel van grote invloed. DRAINAGE Hoe stel je de levensduur van de drainage vast? Voor het berekenen van de bedrijfseconomische afschrijvingskosten moet je de levensduur van de drainage bepalen. Dat doe je door allereerst vast te stellen hoe lang de aanwezige drainage nog zal mee gaan. Dan stel je vast hoe lang de drainage er al ligt. De optelsom is de levensduur. Bedenk dat als de levensduur veel langer is dan 30 jaar, deze waarschijnlijk geen heeft omdat de drainage dan waarschijnlijk reëel gesproken niet vervangen Edudelta college Goes Pagina 5

zal worden. Een andere mogelijkheid is dat er hier en daar op het perceel tussen drainage wordt of is aangebracht (dus dat niet alle drainage in een keer vervangen wordt). Een heel belangrijke maatstaf voor de te hanteren bedrijfseconomische levensduur van drainage is de Kwin. Als de levensduur die je zelf gebruikt behoorlijk afwijkt dan moet je dat heel goed kunnen verklaren. Hoe stel je de van de drainage vast? De van de drainage stel je vast door te bepalen hoeveel het kost om de drainage nu te vervangen. Daarvoor kun je de KWIN raadplegen (wordt de drainage niet vervangen omdat deze geen functie heeft, dan is de nul). Het is altijd belangrijk om de in de praktijk te controleren. De KWIN is maar een richtlijn. In de praktijk zijn grote verschillen aanwezig. Hoe bereken je de afschrijving per jaar van de drainage? levensduur afschrijving per jaar Hoe bereken je het afschrijvingspercentage per jaar van de drainage? afschrijving per jaar 100% afschrijvingsprecent age Let op, bij formules in rekenbladen hoef je x 100% niet op te nemen als de opmaak van de cel de eigenschap procenten heeft. Hoe bereken je de bedrijfswaarde van de drainage? afschrijving leeftijd bedrijfswaarde De leeftijd is het berekeningsjaar (meestal het huidige kalenderjaar) minus het jaar van aanschaf. De bedrijfswaarde is het bedrag waarvoor de drainage in de balans is opgenomen. Verwar dit begrip niet met de boekwaarde. De boekwaarde is de fiscale balanswaarde. Het gaat bij bedrijfsontwikkelingsplannen niet om de fiscale boekhouding maar om de bedrijfseconomische gegevens. Hoe bereken je de rente (berekende rente kosten) van de drainage? gemiddeld geinvestee rdvermogen rentevoet rentekoste n gemiddeld geinvestee rdvermogen 2 rentevoet rentekoste n 2 rentevoet 0, 5 rentekoste n rentevoet 2 rentekoste n Zorg dat je de afleiding begrijpt en zelf kunt beredeneren. Dan hoef je de formule niet uit het hoofd te leren. Bedenk dat de drainage geen restwaarde heeft. Bij de berekening wordt Edudelta college Goes Pagina 6

uitgegaan van het gemiddelde geïnvesteerde vermogen. Direct na de aanschaf is de waarde van de drainage gelijk aan de. Op het einde van de levensduur is de waarde van de drainage nul. De berekende rente stel je vast over de gemiddelde waarde van de drainage gedurende de levensduur. Dat is dan gelijk aan wat je ontvangen zou als je het geld niet in de drainage gestopt had maar uitgeleend had voor dezelfde rente als de rentevoet. Als je in een rekenblad formules invult kun je het beste zoveel mogelijk delen voorkomen. Dat levert minder foutmeldingen op. Hoe bereken je het rente percentage voor berekende rente van de drainage? rentekoste n per jaar 0, 5 rentevoet 100% percentage rente percentage rente Let op, bij formules in rekenbladen hoef je x 100% niet op te nemen als de opmaak van de cel de eigenschap procenten heeft. Hoe bereken je de onderhoudskosten van drainage? Met behulp van de KWIN stel je eerst het percentage onderhoud vast. Vermenigvuldigen met de levert de jaarlijks onderhoudskosten op. Bedenk dat de KWIN alleen een richtlijn is. In de praktijk kunnen grote verschillen bestaan. Hoe bereken je het totale afschrijvingspercentage van alle drainage? totale afschrijvingskosten 100% totale percentageafschrijving Let op, bij formules in rekenbladen hoef je x 100% niet op te nemen als de opmaak van de cel de eigenschap procenten heeft. Hoe bereken je het percentage rente van alle drainage? totale rentekosten totale 100% percentage rente Let op, bij formules in rekenbladen hoef je x 100% niet op te nemen als de opmaak van de cel de eigenschap procenten heeft. Hoe bereken je het percentage onderhoud van alle drainage? totale onderhoudskosten totale 100% percentage onderhoudskosten Edudelta college Goes Pagina 7

Let op, bij formules in rekenbladen hoef je x 100% niet op te nemen als de opmaak van de cel de eigenschap procenten heeft. GEBOUWEN Hoe stel je de levensduur van de gebouwen vast? Voor het berekenen van de bedrijfseconomische afschrijvingskosten moet je de levensduur van de gebouwen bepalen. Dat doe je door allereerst vast te stellen hoe lang het aanwezige gebouw nog zal meegaan. Dan stel je vast hoe lang het gebouw er al staat. De optelsom is de levensduur. Bedenk dat als de levensduur veel langer is dan 30 jaar, deze waarschijnlijk geen heeft omdat het gebouw dan waarschijnlijk reëel gesproken niet vervangen zal worden. Een andere mogelijkheid is dat het gebouw tussentijds gerenoveerd is. Een grondige renovatie is een vervangingsinvestering en brengt dus ook afschrijvingskosten met zich mee. Gebruik de Kwin als referentie voor de bedrijfseconomische levensduur van de gebouwen. Wijkt de levensduur die je gebruikt veel af, dan zal je duidelijk in je verslag moeten uitleggen waarom dat zo is. Niet onderbouwde uitgangspunten is geen deugdelijke bedrijfseconomische benadering. Hoe stel je de van een gebouw vast? De van een gebouw stel je vast door te bepalen hoeveel het kost om het gebouw nu te vervangen. Daarvoor kun je de KWIN raadplegen(wordt het gebouw niet vervangen omdat het geen functie heeft, dan is de nul). In de praktijk wijkt de van de gebouwen vaak sterk af van de richtlijnen die in de KWIN gegeven worden. Dat komt door de vele verschillende uitvoeringsvormen en het grote verschil in gebruikte materialen. Ook speelt de fundering een grote rol. Wel of niet heien maakt veel verschil uit. Zorg dat je goed nagaat wat de reële is die je moet gebruiken. Hoe bereken je de afschrijving per jaar van een gebouw? levensduur afschrijving per jaar Hoe bereken je het afschrijvingspercentage per jaar van een gebouw? afschrijving per jaar 100% afschrijvingsprecent age Let op, bij formules in rekenbladen hoef je x 100% niet op te nemen als de opmaak van de cel de eigenschap procenten heeft. Hoe bereken je de bedrijfswaarde van een gebouw? afschrijving leeftijd bedrijfswaarde De leeftijd is het berekeningsjaar (meestal het huidige kalenderjaar) minus het jaar van aanschaf. Voor de bedrijfswaarde van de gebouwen is ook de uitleg die bij de drainage gegeven is van toepassing. Een probleem kan zijn dat de echte leeftijd van een gebouw niet goed vast te stellen is omdat het gebouw al heel oud is en er nogal wat renovaties hebben plaats gevonden. Edudelta college Goes Pagina 8

Kijk dan hoe lang het gebouw nog reëel meegaat en trek daar de normale levensduur vanaf, dat is het virtuele bouwjaar wat je kunt gebruiken. Hoe bereken je de rente (rente kosten) van een gebouw? gemiddeld geinvestee rdvermogen rentevoet rentekoste n gemiddeld geinvestee rdvermogen 2 rentevoet rentekoste n 2 rentevoet 0, 5 rentekoste n rentevoet rentekoste n 2 Voor gebouwen rekenen we geen restwaarde omdat dit nauwelijks vast te stellen is. In de praktijk zou je eerder met een negatieve restwaarde rekening moeten houden. Hoe bereken je het rente percentage voor berekende rente van een gebouw? rentekoste n per jaar 0, 5 rentevoet 100% percentage rente percentage rente Let op, bij formules in rekenbladen hoef je x 100% niet op te nemen als de opmaak van de cel de eigenschap procenten heeft. Hoe bereken je de onderhoudskosten van een gebouw? Met behulp van de KWIN stel je eerst het percentage onderhoud vast. Vermenigvuldigen met de levert de jaarlijks onderhoudskosten op. In de praktijk bestaan grote verschillen voor wat betreft de onderhoudskosten. Hoe bereken je het totale afschrijvingspercentage van alle gebouwen? totale afschrijvingskosten 100% percentage afschrijving Let op, bij formules in rekenbladen hoef je x 100% niet op te nemen als de opmaak van de cel de eigenschap procenten heeft. De woning staat apart op de balans. In de praktijk staat de woning en de ondergrond van de woning bijna altijd op de privé balans. Dat is op uitzonderingen na steeds vaker zo in de fiscale boekhouding. In ieder geval brengt de woning nooit kosten voor het bedrijf met zich mee. In de bedrijfsbegroting staan dus nooit kosten van de woning! Zorg er daarom voor dat je bij totaal tellingen de afschrijvingen, de rentekosten en de onderhoudskosten van de woning niet bij die van de gebouwen optelt! Edudelta college Goes Pagina 9

Hoe bereken je het percentage rente van alle gebouwen? totale rentekosten 100% percentage rente Let op, bij formules in rekenbladen hoef je x 100% niet op te nemen als de opmaak van de cel de eigenschap procenten heeft. Hoe bereken je het percentage onderhoud van alle gebouwen? totale onderhoudskosten 100% percentageonderhoudskosten Let op, bij formules in rekenbladen hoef je x 100% niet op te nemen als de opmaak van de cel de eigenschap procenten heeft. WERKTUIGEN Hoe stel je de levensduur van de werktuigen vast? Voor het berekenen van de bedrijfseconomische afschrijvingskosten moet je de levensduur van een werktuig bepalen. Dat doe je door allereerst vast te stellen hoe lang het aanwezige werktuig nog zal meegaan. Dan stel je vast hoe lang het werktuig al gebruikt wordt. De optelsom is de levensduur. Bedenk dat als de levensduur veel langer is dan 15 jaar, deze waarschijnlijk geen heeft omdat het werktuig dan waarschijnlijk reëel gesproken niet vervangen zal worden. Een andere mogelijkheid is dat het werktuig tussentijds gereviseerd is. Een grondige revisie is een vervangingsinvestering en brengt dus ook afschrijvingskosten met zich mee. Het is ook mogelijk dat de machine of het werktuig wel vervangen wordt maar dat het oude werktuig op het bedrijf in gebruik blijft vanwege de geringe inruilwaarde. Het is ook mogelijk dat er sprake is van een tweedehands. Nauwkeurig vaststellen van de is heel belangrijk omdat dit veel verschil kan uitmaken bij de totale werktuigkosten. Gebruik de Kwin als richtlijn voor een reële bedrijfseconomische. Hoe stel je de van een werktuig vast? De van een werktuig stel je vast door te bepalen hoeveel het kost om het werktuig nu te vervangen. Daarvoor kun je de KWIN raadplegen of een dealer (wordt het werktuig niet vervangen omdat het geen functie heeft, dan is de nul). Bedenk dat ook een 2ehands mogelijk is als het werktuig niet nieuw gekocht wordt. Kijk goed naar de uitvoering van het werktuig of de machine. Als je van een op olie gestookte droogkachel bepaalt dan wordt dit waarschijnlijk de nieuwprijs van een gas gestookte kachel. Zo kan een trekker met tweewielige aandrijving best vervangen moeten worden door een type met vierwielige aandrijving. Hoe bereken je de afschrijving per jaar van een werktuig? restwaarde afschrijving per jaar levensduur Edudelta college Goes Pagina 10

De restwaarde bepaal je apart door naar de gebruiksduur van het werktuig te kijken en de moderniteit. Zomaar een vast percentage gebruiken is niet reëel. Bepaal per werktuig wat de restwaarde zal zijn. Je kunt wel een percentage hanteren, dat rekent makkelijker. Hoe bereken je het afschrijvingspercentage per jaar van een werktuig? afschrijving per jaar 100% afschrijvingsprecentage Let op, bij formules in rekenbladen hoef je x 100% niet op te nemen als de opmaak van de cel de eigenschap procenten heeft. Hoe bereken je de bedrijfswaarde van een werktuig? afschrijving leeftijd bedrijfswaarde De leeftijd is het berekeningsjaar (meestal het huidige kalenderjaar) min het jaar van aanschaf. Hoe bereken je de rente (rente kosten) van een werktuig? gemiddeld geinvesteerdvermogen rentevoet rentekosten 2 2 restwaarde restwaarde gemiddeld geinvesteerdvermogen rentevoet rentekosten Denk er om dat hier een plusteken in de formule voor de restwaarde staat! Bij de afschrijving staat er een minteken voor de restwaarde! Hoe bereken je het rente percentage voor berekende rente van een werktuig? rentekosten per jaar 100% percentage rente percentage gemiddeld geinvesteerdvermogen rentevoet percentage rente Let op, bij formules in rekenbladen hoef je x 100% niet op te nemen als de opmaak van de cel de eigenschap procenten heeft. Hoe bereken je de onderhoudskosten van een werktuig? Met behulp van de KWIN stel je eerst het percentage onderhoud vast. Hierbij moet je rekening houden met de gebruiksintensiteit van de werktuigen. De onderhoudskosten bij een loonwerker zullen veel hoger zijn omdat dit meestal veel meer oppervlakte bewerkt dan bij een individueel bedrijf het geval is. Bij een tweedehands werktuig heb je hogere onderhoud kosten dan bij een nieuw werktuig. Vermenigvuldigen met de levert de jaarlijks onderhoudskosten op. Edudelta college Goes Pagina 11

Hoe bereken je het totale afschrijvingspercentage van alle werktuigen? totale afschrijvingskosten 100% percentage afschrijving Let op, bij formules in rekenbladen hoef je x 100% niet op te nemen als de opmaak van de cel de eigenschap procenten heeft. Hoe bereken je het percentage rente van alle werktuigen? totale rentekosten 100% percentage rente Let op, bij formules in rekenbladen hoef je x 100% niet op te nemen als de opmaak van de cel de eigenschap procenten heeft. Hoe bereken je het percentage onderhoud van alle werktuigen? totale onderhoudskosten 100% percentage onderhoudskosten Let op, bij formules in rekenbladen hoef je x 100% niet op te nemen als de opmaak van de cel de eigenschap procenten heeft. AKKERBOUW GEWASSEN Wat zijn te velde staande gewassen? De waarde van de te velde staande gewassen moet berekend worden omdat deze waarde op de balans komt te staan. Te velde staande gewassen zijn dus gewassen die op het land staan bij het opstellen van de begin balans. De balansdatum is meestal het begin en einde van een kalenderjaar. Voor de gewassen die op de balans datum op het land staan bereken je hoeveel kosten er gemaakt zijn voor het zaaizaad, de kunstmest e.d. die al aangewend zijn. Het totale bedrag komt op de balans. Van de andere gewassen die geteeld worden maak je tegelijk een overzicht zodat het bouwplan bekend is. Wat zijn voorraden. Onder voorraden wordt verstaan voorraden eindproduct en voorraden grondstof op de balans datum, dat is eind April. Voorraden eindproduct zijn bijvoorbeeld consumptie aardappelen die nog aanwezig zijn, of uien. Voorraden grondstof zijn bijvoorbeeld kunstmest of zaaizaad dat aanwezig is. Wat zijn vorderingen? Vorderingen zijn gelden die nog betaald moeten worden door debiteuren. Zoals consumptie aardappelen die al afgeleverd zijn maar nog niet zijn betaald. Edudelta college Goes Pagina 12

Er kunnen ook vorderingen van crediteuren zijn. Dat zijn rekeningen die nog betaald moeten worden. Dat zijn bijvoorbeeld rekeningen van bestrijdingsmiddelen die nog niet zijn voldaan. LENINGEN EN KREDIETEN Hoe stel je vast welke leningen een stagebieder heeft? Dat kun je niet vaststellen, want je mag daar niet naar vragen, dat zijn vertrouwelijke gegevens waar je niets mee te maken hebt. Voor het opstellen van een bedrijfsbegroting bij het maken van het ondernemersplan maakt het ook niets uit of je wel of niet op de hoogte bent van de schulden van de stagebieder. Voor het maken van het ondernemersplan ga je zelf berekenen hoe hoog de leningen van de stagebieder zijn. Het totale bedrag van de leningen is gelijk aan het balanstotaal van de bezittingen minus de herwaardering grond x 0,5. Dat is een eerste schatting. Vervolgens laat bespreek je dit met je docent. Je moet dus eerst de debet zijde van de beginbalans maken voordat je dit kunt berekenen. Het totale bedrag van de leningen is gelijk aan de huidige schuld. Het oorspronkelijk bedrag en de looptijd vul je nu niet in. Het rentepercentage van de leningen schat je aan de hand van de huidige rente die banken voor hypotheken vragen. Dat kun je dus in de krant lezen. De aflossing op de lening kun je vaststellen door te schatten hoe lang er nog afgelost zal moeten worden. Reëel gesproken hangt dat samen met hoe lang de ondernemer zijn bedrijf al heeft en hoe lang hij nog ondernemer zal zijn. Stel dat de ondernemer 45 jaar is en dat hij bij een leeftijd van 65 jaar wil stoppen. Normaal gesproken moet hij dan in 20 jaar zijn leningen kunnen aflossen. Dit gegeven kun je ook met een coach bespreken. Wat is een rekening courant? Een rekening courant is eigenlijk de privé rekening van het bedrijf. De ondernemer ontvangt hier het geld op dat afnemers of klanten aan hem betalen en hij verricht via deze rekening zijn betalingen aan leveranciers. Voor een rekening courant is van te voren met de bank afgesproken wat het krediet maximum is. Dat is dus het bedrag waarvoor de ondernemer op de rekening rood mag staan. Tot dat bedrag mag de ondernemer geld opnemen en ook direct weer aflossen. Bespreek het maximum krediet met de ondernemer. Bepaal de huidige schuld zelf en stel die vast op een bedrag ergens tussen de 500 en 5000. Het rente percentage kun je niet gebruiken om de jaarlijkse rente kosten uit te rekenen. Dan moet je namelijk weten hoeveel debet rente er ontvangen wordt en hoeveel credit rente er betaald moet worden. Beide bedragen hangen sterk samen met het saldo van de rekening, dat wisselt over het algemeen zeer sterk in de loop van de tijd. Probeer de jaarlijkse rente kosten van de rekening courant zo goed mogelijk te schatten. Neem een bedrag tussen de 250 en de 750. SAMENSTELLING VAN HET VERMOGEN DE BEGIN- EN EINDBALANS. BEZITTINGEN Voor welke waarde moet de grond op de balans opgenomen worden? De bedrijfswaarde van de grond komt op de beginbalans te staan. En voor de duidelijkheid, we schrijven niet af op grond dus is dit ook de waarde op de beginbalans. De waarde van de grond verandert wel als er grond bijgekocht of verkocht wordt. De waarde op de balans is dan de aankoopprijs minus de eventuele investeringsreserve. Een investeringsreserve ontstaat Edudelta college Goes Pagina 13

wanneer je grond verkocht hebt en het bedrag niet direct opnieuw is aangewend voor de aankoop van nieuwe grond. Daar tegenover staat een (latente) schuld aan de belastingdienst omdat je niet afrekent over de winst op de verkoop van de grond. Wat is herwaardering grond? Herwaardering grond is de vrije verkeerswaarde minus de bedrijfswaarde. Dat doen we op deze manier omdat we op de balans willen zien welk vermogen er in het totale bedrijf zit. Dat is van belang voor de krediet waardigheid en / of de leencapaciteit. Voor de uitgangssituatie nemen we de herwaardering even niet op. Dat komt natuurlijk wel aan de orde bij het maken van een nieuw ondernemersplan. Als dit bedrag op de balans staat is dit natuurlijk hetzelfde op beginen eindbalans. Wat is erfpachtrecht? Erfpachtrecht is de waarde die het onroerend goed vertegenwoordigd voor de ondernemer als hij het in erfpacht heeft. Vanzelfsprekend gelijk op begin- en eindbalans tenzij er erfpacht bij gekomen is of afgegaan. Bedenk dat bij erfpacht mogelijk het erf en / of de gebouwen eigendom zijn. Wat is de waarde van de drainage op de balans? De waarde van de drainage op de balans is de bedrijfswaarde. Bedenk dat bij een pachtbedrijf de drainage bijna altijd een pachtersinvestering is. Wat is de waarde van de gebouwen op de balans? De waarde van de gebouwen op de balans is de bedrijfswaarde. Bedenk dat bij een pachtbedrijf de gebouwen (de nieuwste) vaak een pachtersinvestering zijn. Wat is de waarde van het woonhuis op de balans? In feite hoort een woning alleen op de bedrijfsbalans thuis als het een echte bedrijfswoning is. Bijvoorbeeld een woning voor de bedrijfsleider. Fiscaal staat de woning van de eigenaar gebruiker dus bijna altijd samen met de ondergrond op de privé balans. Op de bedrijfseconomische balans nemen we een bedrijfswoning (dus geen privéwoning van de eigenaar) gewoon op voor de bedrijfswaarde. Indien we toch de privéwoning van de eigenaar op de balans zetten is de reden daarvan dat we op de balans willen zien welk vermogen er in het totale bedrijf zit. Dat is van belang voor de beoordeling van bijvoorbeeld de kredietwaardigheid en/of de leencapaciteit. Bedenk wel dat de meeste eigenaren van een landbouwonderneming tegenwoordig getrouwd zijn op huwelijkse voorwaarden. Er is dus een privévermogen en een afgescheiden vermogen van het bedrijf. Gaat het bedrijf failliet, dan behoud men het privé vermogen. Schuldeisers kunnen daar geen aanspraak op maken. Het zal duidelijk zijn dat in dergelijke situaties de privéwoning nooit op de bedrijfsbalans komt te staan. Zou je de woning als onderpand voor een lening in het bedrijf gebruiken, dan loop je gerede kans de woning kwijt te zijn als schuldeisers hun tegoed opeisen bij een faillissement van het bedrijf. Edudelta college Goes Pagina 14

Wat zijn immateriële vaste activa? Immateriële vaste activa zijn quota. Meestal het melkquotum en het suikerquotum. Soms zou dat ook nog het mestquotum kunnen zijn. De waarde hiervan mag je overleggen met je stagebieder. Bedenk vooraf dat je niet vraagt hoe groot de quota zijn, maar wat hij denkt dat normaal is (of gemiddeld) voor een bedrijf met dezelfde omvang. Dat doe je zo omdat je met de exacte omvang van het quotum niets te maken hebt. Dat zijn vertrouwelijke gegevens. Ook als jezelf hier anders over denkt dan nog heb je je te houden aan normen van goedfatsoen, hoffelijkheid en beleefdheid! Wat zijn financiële vaste activa? Dat kunnen zijn, aandelen, deelnemingen in andere bedrijven, beleggingen etc. Voor een agrarisch bedrijf betreft het vaak deelnemingen in coöperaties. Neem hier gewoon een fictief bedrag voor op in de balans als de stagebieder lid is van een coöperatie en hij met ledenkapitaal te maken heeft. Denk aan een bedrag tussen de 500 en 2500. De werkelijkheid kan hier sterk van afwijken, maar dat maakt voor het ondernemersplan in feite niet uit. Bespreek gewoon met je stagebieder wat hij denkt dat normaal is. Op die manier kom je veel meer te weten dan wanneer je enkel vraagt naar het getal dat je nodig hebt. Wat zijn vlottende activa? Dat zijn productie middelen die binnen één productiecyclus gebruikt of verbruikt worden. Melkkoeien of fokvee hoort daar duidelijk niet onder. Dat is gewoon vaste activa. Mestvarkens zijn wel vlottende activa. Ook liquide zijn vlottende activa. Liquide middelen zijn gelden die direct beschikbaar zijn voor het doen van betalingen. Je kunt zelf door goed waarnemen meestal het merendeel van de vlottende activa vaststellen. Doe dat dus! Eerst zelf goed rondkijken en opschrijven en daarna bespreken met je stagebieder. De vlottende activa hou je op begin- en eindbalans gelijk. Dat is in de praktijk nooit zo, maar om te beginnen geeft dit wel een duidelijk overzicht. De toename liquide middelen kun je dan direct toewijzen aan de stijging van het rekening courant credit. De onderbouwing van deze werkwijze is vrij simpel als je bedenkt dat bij het zelfde bouwplan of aantal koeien over een aantal jaren de vlottende activa gelijk zullen zijn. Alleen als het aantal koeien toeneemt of de oppervlakte van bijvoorbeeld consumptie aardappelen verandert, dan zal ook de voorraad voer of pootgoed veranderen. Met andere woorden bij dezelfde productieomvang stellen we dat de vlottende activa gelijk blijven op begin- en eindbalans. Hoe hoog moet het bedrag van de Kas/bank/giro zijn? Neem een fictief bedrag op tussen de 500 en 1500. De werkelijkheid kan hier sterk van afwijken, maar dat maakt voor het ondernemersplan in feite niet uit. Vraag aan je stagebieder wat hij denkt dat normaal is. Hou dit bedrag gelijk op begin- en eindbalans, om dezelfde reden als bij vlottende activa beschreven is. SCHULDEN Hoe kom je aan het bedrag van de lang lopende schulden? Dit is het bedrag van de huidige schuld dat berekend is bij de leningen en kredieten. Je bespreekt dit dus met je docent. N.B. het rekening courant krediet hoort hier niet bij! De waarde op de eindbalans is de waarde van de beginbalans min de aflossingen. Hoe hoog is het rekening courant krediet op de balans? Het rekening courant krediet is vastgesteld bij de leningen en kredieten. Edudelta college Goes Pagina 15

Bedenk dat een positief bedrag bij leningen en kredieten een schuld is op de balans. Is het saldo van het rekening courant krediet positief dan is het een bezitting op de balans. Bij de leningen en kredieten staat dan een negatief bedrag! Op de eindbalans bereken je dit bedrag door de toename liquide middelen er bij op te tellen. De controle of dit allemaal klopt voer je uit door het saldo van de ontvangsten en uitgaven te berekenen. Dit moet gelijk zijn aan de toename liquide middelen. Dat moet wel kloppen voordat je de liquiditeits begroting gaat maken. Hoe hoog zijn de kortlopende schulden en de nog te betalen rekeningen op de balans? Neem voor de kortlopende schulden een fictief bedrag op evenals bij de nog te betalen rekeningen. De werkelijkheid kan hier sterk van afwijken, maar dat maakt voor het ondernemersplan in feite niet uit. Hoe dit bedrag op begin- en eindbalans gelijk, om dezelfde reden als bij vlottende activa beschreven is. Hoe bereken je het eigen vermogen op de balans? Indien je niet in staat bent om het eigenvermogen op de beginbalans te berekenen, dan moet je met je coach overleggen of het wel zin heeft verder te gaan met deze opdracht. Als je deze kennis mist heb je een achterstand in het voorgaande traject opgelopen die je eerst moet inhalen. Het eigenvermogen op de eindbalans is gelijk aan het eigenvermogen op de beginbalans plus de besparingen. Dit is gelijk aan de vermogensvergelijking. Dit moet je kennen vanuit bedrijfsadministratie of boekhouden. SALDOBEREKENINGEN Hoe kom je aan de juiste gegevens voor de saldoberekening? De gegevens voor de saldoberekening moet je zo goed mogelijk verzamelen op je stagebedrijf. Zijn de noodzakelijke gegevens niet beschikbaar, dan kun je eventueel referentiebedragen uit de KWIN gebruiken. Zorg wel dat als je gegevens gebruikt waarvan je niet zeker bent of die juist zijn, of wanneer je gegevens uit de KWIN gebruikt, je daarvan een aantekening in de vorm van opmerkingen maakt. Later kun je dan gemakkelijk deze gegevens wijzigen als blijkt dat ze toch niet kloppen of aangepast moeten worden. Een goede methode om toch vlot en efficiënt de saldi berekeningen te maken als je onvoldoende kennis daarvan hebt werkt als volgt: - Vul de saldi in met behulp van de gegevens uit de Kwin. Gewoon overnemen dus. - Print de saldoberekening en neem die mee naar je stagebedrijf. - Vraag één of twee dagen voordat je dagstage hebt of jouw stagebieder tijd heeft om een saldoberekening te bespreken. - Bespreek wat niet klopt aan de saldoberekening en maak aantekeningen op het ingevulde formulier. Bereid jezelf goed voor op de bespreking met je stagebieder. Besteed niet meer dan een kwartier tot 20 minuten aan de bespreking. Een langer gesprek kun je niet onthouden en het vraagt ook te veel tijd om alles leuk te houden. Herhaal deze werkwijze tot alles compleet is. N.B. ook al heb je alle saldi zelfstandig goed ingevuld, zorg dat je ze zeker ook aan je stagebieder laat zien om te bespreken. Die heeft de ervaring en parate kennis die jezelf nog mist. Zolang je nalaat het gesprek met je stagebieder aan te gaan ontken je dus in feite dat hij je kan helpen bij het opdoen van ervaring en kennis. Moet je alle werkzaamheden zoals ploegen, zaaien etc. in de saldo berekening opnemen? Nee, alleen w.d.d. dat betaald moet worden komt in de saldoberekening. In een saldoberekening staan de opbrengsten minus de toegerekende kosten. Alleen kosten die direct aan het gewas of de teelt toe te schrijven zijn worden opgenomen. Edudelta college Goes Pagina 16

Hoe kom je aan de berekende rente? Voor de berekende rente kun je het beste in de KWIN kijken welk bedrag er ongeveer voor gerekend wordt. Dat kun je iets aanpassen, afhankelijk van de kosten van pootgoed, meststoffen, bestrijdingsmiddelen etc. en de duur van de teelt. Kijk naar het bedrag in de KWIN, deel dat door de rentevoet en vul het antwoord als hoeveelheid in. De hoeveelheid is dus het gemiddeld geïnvesteerd vermogen aan grond- en hulpstoffen voor de teelt. De hoeveelheid vermenigvuldigd met de rentevoet levert het bedrag op. Het zet geen zoden aan de dijk als je probeert nauwkeuriger te werk te gaan. Hoe bereken je de bewaarrente? De bewaarrente is de Bruto-Opbrengst die bewaard wordt vermenigvuldigd met de tijd die het product bewaard wordt, en vermenigvuldigd met de rentevoet. te bewaren bruto opbrengst bewaartijd in maanden rentevoet bewaarrent e 12 Wat is SALDO PER HA E.M.? Dat is kortweg het saldo eigenmechanisatie. Dit wordt gebruikt voor externe bedrijfsvergelijking. Het zijn de opbrengsten minus de toegerekende kosten (exclusief loonwerk). Dat is wat het bedrijf presteert bij het produceren van melk of bijvoorbeeld uien. Het geeft aan hoe goed men is in het telen van een gewas of melk produceren als het gaat om vakmanschap. Het verschil tussen opbrengsten en directe kosten. Dus niet de kostprijs. Wat is SALDO PER HA L.W.? Dat is kortweg het saldo loonwerk. Dit wordt gebruikt als gegeven voor de bedrijfsbegroting. Het zijn de opbrengsten minus alle toegerekende kosten (inclusief loonwerk). Dit bedrag wordt o.a. gebruikt om de winst en de kostprijs te bepalen. BEDRIJFSBEGROTING Waar komen de gegevens vandaan voor het bovenste deel van de bedrijfsbegroting? Voor het berekenen van het bedrijfssaldo moet je alle gegevens uit de saldoberekeningen samenvatten en optellen. Voor het invullen van het bovenste deel van de bedrijfsbegroting neem je de gegevens over uit de saldoberekeningen. Daarnaast kunnen er ook nog andere opbrengsten zijn zoals de verhuur van land, gebouwen of werktuigen etc. Is er een neventak, dan kun je of daar een aparte saldoberekening van maken of het resultaat direct in de bedrijfsbegroting opnemen. Hoe kom je aan de gegevens voor de berekende rente in de bedrijfsbegroting? De berekende rente komt direct uit de saldo berekening. Per eenheid of %, is het bedrag aan berekende rente per ha uit de saldoberekening. Totaal wordt berekend door per eenheid of % te vermenigvuldigen met het aantal ha s van de teelt. N.B. voor de melkveehouderij wordt de berekende rente van de veestapel praktisch altijd in de bedrijfsbegroting opgenomen onder de niet toegerekende kosten. In de saldoberekening komt dan alleen de berekende rente van toegerekende- of directe kosten. NIET TOEGEREKENDE KOSTEN Hoe kom je aan de prijs voor gepachte grond + onderhoud? Dat is de pachtsom gedeeld door de gepachte oppervlakte. Edudelta college Goes Pagina 17

Hoe bereken je het bedrag voor gepachte gebouwen + onderhoud? Dat bedrag kun je niet berekenen. Dat is de overeenkomst tussen pachter en verpachter. Daar zijn wel normen voor, maar om die toe te passen is weinig zinvol, dat moet je aan een specialist overlaten. Bovendien kan de situatie op het bedrijf anders zijn dan de normen omdat de pachtsom nog aangepast moet worden aan de actuele prijsstijging. Overleg dus met je stagebieder wat een gebruikelijke pachtprijs voor een vergelijkbaar bedrijf zou kunnen zijn. Dit geld natuurlijk alleen in die gevallen waarin de stagebieder de gebouwen pacht. Zijn de gebouwen eigendom dan is er natuurlijk geen betaalde pacht. N.B. als gebouwen gepacht worden dan zijn de kosten van het onderhoud voor de verpachter. Daarnaast kan het zijn dat de pachter toch met toestemming van de verpachter bijvoorbeeld een bewaarplaats heeft gebouwd. Dat is een pachters investering, de kosten van afschrijving, rente en onderhoud komen dan bij de gebouwen te staan. Als gevolg van pachters investeringen kan het heel goed zijn dat de pachtprijs verhoogd is. Dit is vergelijkbaar met drainage. Als de pachter de grond draineert dan is dat een pachters investering. De kosten zijn volledig voor de pachter. De waarde van de grond gaat omhoog en dus kan de verpachter een hogere pacht vragen. Moet je voor grond- en waterschapslasten ook de hoeveelheid en prijs opnemen? Ja de hoeveelheid X de prijs geeft het bedrag, dat moet kloppen. Hoe bereken je de grondrente? Grondrente bereken je alleen over grond die in eigendom is. De grondrente is de kadastrale oppervlakte X de bedrijfswaarde X de rentevoet. Stel de rentevoet op ongeveer 2,5%. Dat levert om en nabij de berekende pacht op. Het advies is dus bereken de grondrente zodanig dat de vermenigvuldiging van rentevoet met de bedrijfswaarde van de grond, rond de berekende pacht uitkomt. De kosten van grond zijn dan gelijk aan de niet gerealiseerde opbrengst van verpachten. Let wel op dat er reële bedragen gebruikt worden! Hoe bereken je de kosten van drainage op de bedrijfsbegroting? De gedraineerde oppervlakte cultuurgrond X het gemiddeld geïnvesteerde vermogen per ha = de hoeveelheid. Het gemiddeld geïnvesteerde vermogen per ha is de totale van de drainage gedeeld door de totale gedraineerde oppervlakte. De prijs is de optelsom van het percentage afschrijving, het percentage berekende rente en het percentage onderhoud. Bedenk goed dat door de pachter aangelegde drainage in gepachte grond ook hierbij moet worden opgeteld. Hoe bereken je de kosten van werktuigen en installaties op de bedrijfsbegroting? Die bestaan ook uit drie onderdelen. De afschrijving, de berekende rentekosten en de onderhoudskosten. Al de gegevens kun je direct uit het rekenblad en werktuigen en installaties halen. Net zoals bij drainage Hoe bereken je de kosten van brandstof en smeermiddelen op de bedrijfsbegroting? Zoek in de KWIN de normen op voor de brandstofkosten per ha, en vermenigvuldig die met de beteelde oppervlakte. Hoeveelheid is dus beteelde oppervlakte en prijs is de brandstofkosten per ha. Omdat de brandstofkosten per gewas meestal meegenomen worden in de saldoberekening blijven hier slechts de niet toegerekende brandstofkosten over. In dat geval gaat het hier dus om de brandstofkosten die niet in de saldoberekeningen meegenomen zijn. De berekening verloopt dan anders. Van de totale brandstofkosten worden de kosten die in de saldoberekening Edudelta college Goes Pagina 18

meegenomen zijn afgetrokken. Wat overblijft wordt hier opgenomen als niet toegerekende kosten. Hoe kom je aan de kosten Groenbemesting/kalk? De kosten voor bemesting en organische stof waar alle gewassen van profiteren komen in de bedrijfsbegroting. Dat kan dus ook bijvoorbeeld kippenmest zijn die elders is aangekocht. Het is ook mogelijk om een saldoberekening van groenbemesting te maken. Alleen de kosten van bemesting die specifiek voor de teelt van een gewas aangewend worden komen in de saldoberekening van die teelt. Het is ook mogelijk dat de aanwending van organische meststof geld oplevert. Neem dan negatieve kosten op. Wat is niet toegerekend loonwerk? Dat zijn bijvoorbeeld loonwerk kosten voor het schoonmaken van de sloten. N.B. drainage reinigen hoort daar niet bij want dat is meegerekend bij het onderhoud van drainage! Wat is te betalen loon (vreemd)? Dat zijn de loonkosten van werknemers die een vast contract voor een hele of een deeltijdbaan bij het bedrijf hebben. Kosten van tijdelijke hulp tijdens de oogst of de verzorging van een teelt horen in de saldoberekening thuis. Hoe bereken je het te betalen loon (meewerkende kinderen)? Dat kun je moeilijk berekenen, en ook niet vragen. Er zit dus niets anders op dan het zo goed mogelijk te schatten indien deze kosten van toepassing zijn. Hoe hoog is het berekend loon ondernemer? Daarvoor staan in de Kwin goed hanteerbare normen. Zeker in de Kwin veehouderij Bedenk wel dat het aantal VAK X het berekend loon per vak (prijs) het bedrag moet opleveren. Op welke wijze kun je het berekend loon meewerkende gezinsleden vaststellen. Dat gaat door het aantal VAK dat deze gezinsleden inbrengen te vermenigvuldigen met de loonkosten per VAK. Voor de juiste vaststelling van het aantal VAK moet je de inzetbaarheid vermenigvuldigen met de aanwezigheid. Het gaat enkel om bereken loon. Dus loon wat uitbetaald wordt hoort hier in mindering gebracht. Stel het totale berekende loon is 15.000. Als hiervan 5.000 uitbetaald wordt, dan blijft er dus maar 10.000 berekend loon over wat hier opgenomen moet worden. Hoe stel je de energiekosten vast? Alleen de energiekosten die niet direct aan een gewas of een teelt zijn toe te rekenen komen in de bedrijfsbegroting. Energie kosten voor de bewaring van consumptie aardappelen komen dus in de saldoberekening consumptie aardappelen. Alleen algemene energiekosten zoals het stomen van grond of algemene verwarming van grote ruimtes komen op de bedrijfsbegroting. Hoe bereken je algemene kosten? In de KWIN staan goed bruikbare normen voor algemene kosten. Zoek het vaste bedrag op en vul dat in bij hoeveelheid en vul het variabele bedrag per ha in onder prijs. Tel bij het vaste Edudelta college Goes Pagina 19

bedrag op, de vermenigvuldiging van het variabele bedrag per ha X het aantal ha s en vul het totaal in bij bedrag. FINANCIERINGSBEGROTING GEZINSINKOMEN EN FISCALE WINST. Wat is het netto bedrijfsresultaat? Dat is gelijk aan het ondernemersoverschot. Ook wel de winst, dat is de beloning voor het risico en ondernemerschap. Wat is gewaardeerde rente? Dat is de optelsom van de totaal berekende rente uit de bedrijfsbegroting. Wat zijn rente baten? Dat is de ontvangen rente van spaarrekeningen, en andere tegoeden van het bedrijf waar debetrente over ontvangen wordt. Stel dit bedrag maar op 0, tenzij de stagebieder zelf aangeeft dat dit een aanzienlijk bedrag moet zijn. Wat zijn rente lasten? Dat is de totaal betaalde rente voor geldleningen. Die moeten berekend zijn bij leningen en kredieten. Wat is het financieringsresultaat? Dat zijn de rente baten minus de rente lasten. (dus meestal een negatief bedrag) Wat is berekende rente van het eigenvermogen? Dat is de gewaardeerde rente het financieringsresultaat. Meestal afgekort tot de gewaardeerde rente - de betaalde rente (dat zijn dus de rente lasten) Wat zijn buitengewone baten en lasten? Dat zijn eenmalige bijzondere ontvangsten of uitgaven vanwege bijvoorbeeld grondruil of andere transacties wat geen investeringen zijn. Het kunnen ook ontvangsten zijn van tijdelijke beleggingen. Dit soort posten spelen vaak een rol bij de vorming van een maatschap of een bedrijfsovername. Wat is belast inkomen buitenom het bedrijf? Dit is de beloning van de ondernemer of zijn echtgenote voor (neven)werkzaamheden buiten de onderneming, waar reeds inkomsten belasting over betaald is. Wat is onbelast inkomen buitenom het bedrijf? Dit is de beloning van de ondernemer of zijn echtgenote voor (neven)werkzaamheden buiten de onderneming, waar nog inkomsten belasting over afgedragen moet worden. Wat is aanpassing kosten naar fiscaal? Om de inkomsten belasting te kunnen berekenen, moet de fiscale bedrijfswinst bekend zijn. Om de fiscale bedrijfswinst te schatten wordt als basis het gezinsinkomen uit het bedrijf gebruikt. Dit gegeven moet dus omgerekend worden naar de fiscale bedrijfswinst. Dat gebeurt door een negatief of positief bedrag er bij op te tellen. Dit is de aanpassing kosten naar fiscaal. Hoe deze aanpassing berekend wordt, is of wordt uitgelegd in de les. Edudelta college Goes Pagina 20