Commissie Benchmarking Vlaanderen. Jaarverslag 2013



Vergelijkbare documenten
Commissie Benchmarking Vlaanderen. Jaarverslag 2012

Commissie Benchmarking Vlaanderen. Jaarverslag 2011

Commissie Benchmarking Vlaanderen. Jaarverslag 2014

Commissie Benchmarking Vlaanderen. Jaarverslag 2009

Commissie Benchmarking Vlaanderen. Jaarverslag 2010

Commissie Benchmarking Vlaanderen. Jaarverslag 2008

OV-Taxi Zuid-Kennemerland/IJmond

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

OV-Taxi Noord-Holland Noord

Bindend advies. Stichting Klachten en Geschillen Zorgverzekeringen. c. d. Partijen. : A te B, in deze vertegenwoordigd door C vs.

Effectief document- en risicobeheer

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

DE ROL VAN GIS BIJ DE HEDONISCHE WAARDEBEPALING VAN VASTGOED

RAADS IN FORMATIE BRIE F

Examen HAVO. wiskunde A. tijdvak 2 woensdag 19 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

TAF GoedGezekerd AOV. De eerste AOV waarmee u zelf de touwtjes in handen heeft

De vernieuwing van Slotjes-Midden. Sociaal Statuut

Evaluatierapport. Tevredenheidsonderzoek NMV Nederlandse Montessori Vereniging Eindrapportage. BvPO

Toelichting bij Opbrengstgegevens VAVO

Correctievoorschrift VWO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Analyse wijze en stimuleren van invullen Nationale Studenten Enquête Pascal Brenders 19 juni 2013

Strategic Workforce Management

Vuilwaterafvoersystemen voor hoogbouw

Betrouwbaarheid. Betrouwbaarheidsinterval

Verwarmingsenergie uit de lucht gegrepen.

We kennen in de wiskunde de volgende getallenverzamelingen:

Examen PC 2 onderdeel 4A

Translease Holding B.V. (hierna te. noemen: "Translease") 07 /267 F. 23 mei mr. R.M. Vermaire. mr. A.C. Schroten

Wijzigingsformulier Ziektekostenverzekering

Eindexamen wiskunde A1-2 vwo 2008-II

Verbeterbeleid. Avonturijn

STUDIEKEUZESTAPPENPLAN

Opgave 5 Onderzoek aan β -straling

Stochastische loadflow. Beschrijving model belasting.

Meewind paraplufonds & Aanvullend prospectus Subfonds Zeewind 1

consultancy ontwerp project management exploitatie onderhoud audits optimalisatie opleidingen Uw bedrijfswater in ervaren handen

betreffende het doorgeven van orders via fax en telefoon

Groendienst. Hoe is het gesteld met de natuur in Gent?

Wijzigingsformulier Ziektekostenverzekering

Monitoring Rapportering definitieve resultaten

Correctievoorschrift VWO

ZUIVEREN EN HERGEBRUIK. Het water dat we in onze productievestigingen gebruiken, wordt gezuiverd voordat we het teruggeven aan de natuur.

Een andere kijk op Financiële Rekenkunde Wim Pijls, Erasmus Universiteit Rotterdam

Examen PC 2 onderdeel 4A

Aanvullende Voorwaarden Webdiensten en Producten

1. Hebben de volgende rijen een limiet, en zo ja, bepaal die dan: (i) u n = sin(πn) (d) u n = cos(2πn) (l) u n = log n

Thermodynamica HWTK PROEFTOETS- AT02 - UITWERKING.doc 1/9

Aanvraag voor een woning in de gemeente(n) Personalia aanvrager huurwoning

Commissie Benchmarking Vlaanderen. Jaarverslag 2007

Praktische opdracht: Complexe getallen en de Julia-verzameling

Huisstijl en logogebruik Associatie KU Leuven

Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds van de EU

DEFINITIEF RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ. PC SBO De Sleutel

Waar moet je aan denken? Verhuizen. Stap 1: Hoe zeg ik de huur op?

Een toelichting op het belang en het berekenen van de steekproefomvang in marktonderzoek.

PUBAS, een vernieuwd systeem voor arbeidsbegroting In: Agro Informatica 4 (oktober 1999), p

Committee / Commission ECON. Meeting of / Réunion du 31/08/2011 BUDGETARY AMENDMENTS / AMENDEMENTS BUDGÉTAIRES. Rapporteur: Olle LUDVIGSSON

Het beste scenario voor uw belegging

Steekproeftrekking Onderzoekspopulatie Steekproef

Schoenen voor diabetes en reuma

Sloopbesluit en verhuizen

Kwaliteitshandboek 3. Gebruikersgerichte processen 3.3 Het beëindigen van de individuele dienstverleningsovereenkomst

Kwaliteit van de persoonsgegevens. Resultaten Gemeente Alpen aan den Rijn

Bruggen naar ingenieurswetenschappen

Registratienummer: GF Datum collegebesluit: 5 november 2013 Agendapunt:

Convergentie, divergentie en limieten van rijen

Op zoek naar een betaalbare starterswoning? Koop een eigen huis met korting

Appendix A: De rij van Fibonacci

Periodiciteit bij breuken

Ziekteprotocol. Avonturijn: Nieuwe Weg 5-01 n 7261 NL Ruurlo. info@avonturijn-ruurlo.nl

BU ERNST &YOUNG. tl n. Ll u n. [j l.\ [J n [J ;] IJ IJ. Illll""' VERTROUWELIJK De Raad van de gemeente Nijmegen Postbus HG NIJMEGEN

wiskunde A pilot vwo 2016-I

Rekenen met levensduurkosten

Hoe los ik het op, samen met Thuisvester? Ik heb een klacht

Meer waarde. met PIA. Evaluatie Project Professioneel Inkopen en Aanbesteden (PIA)

kleinkinderen familie OCMW beweging 15.28% 1.88% 8.58% 65.15% 9.12% 12.12% 1.68% 8.75% 67.34% 10.10% 12.41% 1.09% 17.88% 62.04% 6.

Handleiding RCA-24. Artikel-Nr voudige RailCom-display. tams elektronik

Corporate Governance in Nederland: Een Onderzoek naar de Stand van Zaken in het Boekjaar 2012 en de Ontwikkelingen ten opzichte van het Boekjaar 2011

werken aan zuiver water

Schoenen voor diabetes en reuma

we willen graag zelf klussen in onze nieuwe woning.

1. Recursievergelijkingen van de 1 e orde

Natuur en klimaatverandering

Pedicure bij Rameau. Verzorgde voeten lopen het prettigst. Om in aanmerking te komen voor vergoeding zijn gemachtigd voor te schrijven:

Monitor Convenant Professionalisering en begeleiding onderwijspersoneel in primair en voortgezet onderwijs. Nulmeting bij besturen en directeuren

Commissie Pensioenhervorming Nota over de actuariële neutraliteit. Bijlage III

Eindexamen natuurkunde 1-2 compex havo 2007-I

Werktekst 1: Een bos beheren

Semi-orthopedische schoenen (OSB)

Mag systeem. Vloerreiniging

1. Weten dat in het geval van compressoren rekening moet gehouden worden met thermische effecten

Het effectief tarief van de transactiekosten op de aankoop van de eigen zelfbewoonde woning

Landelijke handhavingstrategie

ROUTEKAART ENERGIEOPSLAG NL Systeemintegratie en de rol van energieopslag

ROUTEKAART ENERGIEOPSLAG NL 2030

Examencommissies. als professioneel intern toezichthouder. John Huizinga

DEN HOLLANDER ADVOCATEN anno 1934

Stand van zaken, april bibliotheekvernieuwing in Noord-Holland

Uitwerkingen toets 11 juni 2011

Transcriptie:

Commissie Bechmarkig Vlaadere Commissie Bechmarkig Vlaadere Jaarverslag 2013 Goedgekeurd door de Commissie Bechmarkig op 02/12/2014 Roderveldlaa 5/1, B-2600 Berchem Tel. 03 286 74 30 Fax. 03 286 74 39 ifo@bechmarkig.be www.bechmarkig.be

Ihoudstafel VOORWOORD... 3 SAMENVATTING EN BESLUIT... 4 1 SAMENVATTING... 4 2 BESLUIT... 7 JAARVERSLAG 2013... 8 3 HET BENCHMARKINGCONVENANT... 8 3.1 PROCEDURE EN STRUCTUUR... 8 3.2 RESULTAATSVERPLICHTINGEN VAN DE ONDERNEMINGEN... 8 3.3 RESULTAATSVERPLICHTINGEN VAN HET VLAAMSE GEWEST... 9 4 HET JAARVERSLAG... 10 5 DE GRAFIEKEN ENERGIEVERBRUIKEN/ENERGIEPLAN/MONITORING... 11 5.1 INLEIDING... 11 5.2 HET ENERGIEVERBRUIK... 12 5.2.1 Alle bedrijve... 12 5.2.2 Chemie... 17 5.2.3 Raffiaderije e Staal... 19 5.2.4 Papier... 21 5.2.5 Voedig... 23 5.2.6 No-ferro e Metaalverwerkig... 25 5.2.7 Textiel... 27 5.2.8 Keramische sector... 29 5.2.9 Hout (spaaplaatbedrijve... 31 5.2.10 Glas, zadgroeve, diverse... 33 5.3 DE CO 2 -EMISSIE... 35 5.4 DE AFREKENING VAN HET BENCHMARKINGCONVENANT... 38 6 INSPANNINGEN VAN DE OVERHEID... 39 6.1 ARTIKEL 12 LID 1... 39 6.2 ARTIKEL 12 LID 4... 39 6.3 ARTIKEL 12 LID 5... 39 6.4 ARTIKEL 12 LID 6... 40 7 BIJLAGEN... 41 7.1 BIJLAGE 1 : SAMENSTELLING COMMISSIE BENCHMARKING 2013... 41 7.2 BIJLAGE 2 : CONVENANTBEDRIJVEN 2013... 42 7.3 BIJLAGE 3 : TOELICHTING EN GRAFIEKEN... 46 2/55

VOORWOORD Eid 2002 keurde het Vlaamse Gewest ee eergiebeleidsovereekomst goed voor de idustrie: het bechmarkigcoveat. Doel is de eergie-efficiëtie va de bedrijve te verbetere zoder adelige impact op de cocurretiepositie. Same met de verbeterig va de eergie-efficiëtie wordt ook gerapporteerd over het verlage va de CO 2 -uitstoot. Op 19 oktober 2012 heeft de Vlaamse Regerig beslist de looptijd va het Bechmarkigcoveat te verlege tot de datum va iwerkigtredig va de ieuwe eergiebeleidsovereekomste. De Commissie Bechmarkig werd verzocht de praktische uitvoerig va deze beslissig uit te werke voor 30 ovember 2012. Het Verificatiebureau werd belast met de moitorig va deze verlegig. De praktische uitvoerig va de verlegig werd uitgewerkt door de Commissie Bechmarkig i toelichtig 19. De Commissie Bechmarkig - bestaade uit vertegewoordigers va alle deelemede partije - begeleidt de uitvoerig va het coveat. Parallel daarmee werd het Verificatiebureau Bechmarkig Vlaadere opgezet dat ee belagrijke rol speelt bij de cotrole va de uitvoerig va het coveat. De aa het bechmarkigcoveat deelemede bedrijve zij goed voor meer da 80% va het totale Vlaamse idustriële eidgebruik aa eergie. I overeestemmig met artikel 8 deel 3 moet de commissie elk jaar uiterlijk op 1 juli verslag uitbrege over de voortgag va het coveat bij de partije. Op dat momet is echter het volledig overzicht va de vooruitgag over het voorbije jaar og iet beschikbaar. Om ee volledig jaaroverzicht te hebbe maakt de commissie bechmarkig daarom het jaarverslag pas i het ajaar. Het oderhavige jaarverslag 2013 va de Commissie Bechmarkig is gebaseerd op de actuele stad va zake i verbad met de eergiepla- e moitorigdata. Names de Commissie Bechmarkig, Ja Lages Voorzitter 3/55

SAMENVATTING EN BESLUIT 1 SAMENVATTING De deelame aa het bechmarkigcoveat Eid 2002 keurde het Vlaamse Gewest ee eergiebeleidsovereekomst goed voor de idustrie: het bechmarkigcoveat. De eergie-itesieve idustrie gaat daarmee het egagemet aa dat de deelemede Vlaamse vestigige uiterlijk i 2012 tot de wereldtop zulle behore op het gebied va eergie-efficiëtie. I ruil daarvoor zal de Vlaamse overheid de oderemige oder adere gee extra maatregele oplegge gericht op eergiebesparig of CO 2 -reductie. Het aatal bedrijve opgeome i het jaarverslag evolueert va jaar tot jaar. Dit zowel als gevolg va ieuwe toetreders, sluitige, fusies e splitse va oderemige. Het voorligged jaarverslag is gebaseerd op de resultate va 172 deelemede bedrijve. Sids het vorig jaarverslag is er éé bedrijf uit de keramische sector uitgetrede (weges stopzettig va de productieactiviteite e is éé chemiebedrijf toegetrede. Dit bregt het totaal aatal vestigige die uitgetrede zij uit het bechmarkigcoveat op 21. De bij het bechmarkigcoveat aageslote vestigige vertegewoordige meer da 80% va het idustriële eergieverbruik 1 i Vlaadere. Resultate va de moitorig De aa het bechmarkigcoveat deelemede bedrijve prestere over 2013 globaal geome og steeds beter da de wereldtop. De bedrijve hadde i 2007 og ee lichte voorsprog te opzichte va de plaig (0,5% vooroplope maar dit werd teiet gedaa door de impact va de ecoomische crisis die de eergie-efficiëtie sterk egatief beïvloed heeft i 2008 e vooral 2009. Deze situatie heeft zich sedert 2010 grotedeels hersteld. We merke op dat ook i 2013 de bedrijve opieuw beter presteerde da de wereldtop (de wereldtop werd i 2008 bepaald, met cijfers va 2006. Behoud va de eergie-efficiëtie e globaal geome og steeds beter da wereldtop I 2002 ware de deelemede Vlaamse vestigige globaal geome reeds meer da 10 PJ beter da de wereldtop. De ecoomische crisis had ee egatieve ivloed op de eergieefficiëtie (weges sterk gedaalde productievolumes. Dit had als gevolg dat i 2009 alle deelemede bedrijve same mider goed da de wereldtop ware. Deze achterstad was i 2010 terug omgezet i ee voorsprog die ook i 2013 behoude blijft. Globaal gezie kue we stelle dat de bedrijve de eergiebesparede maatregele uit hu eergiepla correct uitvoere (of vervage door ee waardig alteratief. 1 Iclusief de raffiaderije, cokesproductie alsook het aar primaire eergie omgerekede elektriciteitsverbruik. 4/55

Ekele va de goedgekeurde dossiers bevatte wel og voorwaarde of acties waaraa de bedrijve de komede maade og diee te voldoe teeide hu egagemet i het kader va het coveat te blijve akome (zie Hoofdstuk 5.4 Afrekeig coveat Het Verificatiebureau heeft voor 2013 gee tekortkomige vastgesteld die aaleidig kode geve tot aameldig aa de commissie Bechmarkig. 580 1 ste eergiepla 2 de eergiepla 560 540 520 500 480 WT 565,9 563,7 560,7 558,1 554,0 551,3 538,9 535,5 529,1 526,7 519,6 517,4 Pla 558,8 556,2 553,5 542,7 538,3 533,4 529,9 520,4 517,4 511,4 507,6 507,6 itorig 558,8 556,2 551,3 541,9 537,5 529,0 537,7 542,3 522,4 513,6 511,8 511,9 Figuur 1: Evolutie primaire eergieverbruik va alle bedrijve bij costate gerealiseerde productie 2013 Absoluut eergieverbruik eemt licht toe i 2013 I absolute cijfers was er ee lichte stijgig va het primair eergieverbruik i 2013 te opzichte va 2012 va 509,6 PJ aar 511,9 PJ. Ee stijgig va 2,3 PJ (of 0,4% tegeover 2012, door ee lichte toeame va het globale productievolume. Het absoluut eergieverbruik ligt hiermee 22,3 PJ of meer da 4% oder het verbruik i het startjaar 2002. Hoeveelheid vermede CO 2 licht lager da i 2012 Naast de eergie-efficiëtieverbeterig is ook de CO 2 -uitstoot belagrijk. Voor de Commissie Bechmarkig zij de vermede CO 2 -emissies ee belagrijke idicator 2. Vaaf 2008 werd voor alle jare gereked met ee emissiefactor voor elektriciteit va 400 kg CO 2 /MWh tegeover 760 kg CO 2 /MWh i de jaarverslage va vòòr 2008. De hoeveelheid vermede CO 2 bedroeg i 2013 4,28 Mto tegeover 4,36 Mto i 2011. 2 [(specifieke emissie i 2002 (gemoitorde specifieke emissie va het betreffede jaar] x de gemoitorde productie va het betreffede jaar 5/55

5,00 4,50 4,00 3,50 1 eergiepla 2 eergiepla i Mto CO 2 3,00 2,50 2,00 1,50 1,00 0,50 0,00 CO2 vermiderig elektriciteit 0,00 0,02 0,07 0,08 0,21 0,24 0,08 0,21 0,65 0,78 0,82 0,84 CO2 vermiderig bradstoffe 0,00 0,20 0,34 1,25 1,57 1,97 1,53 0,93 2,35 2,77 3,55 3,56 CO2 vermiderig totaal 0,00 0,22 0,41 1,33 1,78 2,21 1,61 1,14 2,99 3,54 4,36 4,41 Figuur 2: vermede CO 2 -emissie Lichte stijgig va de totale CO 2 -uitstoot va de bedrijve De totale CO 2 -emissies va de coveatbedrijve bedroege 30,93MTo i 2013 tegeover 30,76Mto i 2012. 40 30 Mto CO 2 20 10 0 Totaal 32,52 32,07 33,75 32,91 33,54 32,63 31,79 27,53 31,91 30,85 30,76 30,93 Bradstoffe 26,33 25,86 27,34 26,58 27,04 26,02 25,37 22,45 26,01 25,20 25,36 25,23 Elektriciteit 6,19 6,21 6,41 6,34 6,50 6,61 6,42 5,08 5,90 5,65 5,40 5,70 Figuur 2b : evolutie CO 2 emissies 6/55

2 BESLUIT De coveatbedrijve score op vlak va eergie-efficiëtie globaal geome og steeds beter da de wereldtop. Globaal gezie kue we stelle dat de bedrijve de eergiebesparede maatregele uit hu eergiepla correct uitvoere (of vervage door ee waardig alteratief. Ekele va de goedgekeurde dossiers bevatte wel og voorwaarde of acties waaraa de bedrijve de komede maade og diee te voldoe teeide hu egagemet i het kader va het coveat te blijve akome (zie Hoofdstuk 5.4 Afrekeig coveat Het Verificatiebureau heeft voor 2013 gee tekortkomige vastgesteld die aaleidig kode geve tot aameldig aa de commissie Bechmarkig. De grafieke globaal e per sector geve gee volledig izicht i de realisatie va de idividuele egagemete va de oderemige. Idividuele afwijkige kue voortkome uit gewijzigde producties of het feit dat de gerealiseerde besparige va ee deel va de uitgevoerde maatregele afwijke va de geraamde besparige. I absolute cijfers steeg het eergieverbruik va de coveatbedrijve met 2,3 of 0,4% tegeover 2012. Deze stijgig is het gevolg va ee lichte toeame va het globale productievolume. 7/55

JAARVERSLAG 2013 3 HET BENCHMARKINGCONVENANT De eergie-itesieve vestigige met ee jaarlijks verbruik va te miste 0,5 PJ e de irichtige die oder de Europese richtlij verhadelbare emissierechte valle, kue deeleme aa het bechmarkigcoveat. Dit houdt i dat zij hu eige prestaties op het vlak va eergie-efficiëtie late toetse aa die va adere goedpresterede vestigige op wereldschaal, of met adere woorde late bechmarke. Op basis hierva worde voor de oderemig eergie-efficiëtiedoelstellige vastgelegd. De bedoelig is te kome tot ee maximale bijdrage va de bedrijve aa ratioeel eergieverbruik e aa de doelstellige voor vermiderig va de uitstoot va broeikasgasse oder het Protocol va Kyoto zoder de ecoomische slagkracht va de Vlaamse oderemige i het gedrag te brege. 3.1 Procedure e structuur De Vlaamse Regerig keurde op 29 ovember 2002 het bechmarkigcoveat over eergie-efficiëtie i de idustrie e de bijhorede toelichtigota goed. De Vlaamse Regerig keurde op 14 februari 2003 ee bijkomede verduidelijkig goed. Het Verificatiebureau Bechmarkig Vlaadere werd aageduid als oafhakelijke orgaisatie die waakt over de correcte uitvoerig va het bechmarkigsysteem door de bedrijve e alle daarbij horede berekeige, hierover advies verleet e verslag uitbregt. De Commissie Bechmarkig is het bestuursorgaa va het bechmarkigcoveat e is veratwoordelijk voor de volledige uitvoerig erva. Alle odertekeede partije zij er i vertegewoordigd, meer bepaald de betrokke sectore e de overheid. De Vlaamse Regerig keurde op 19 oktober 2012 de verlegig va de looptijd va het bechmarkigcoveat tot de datum va iwerkigtredig va de eergiebeleidsovereekomste, doch uiterlijk tot 31 december 2014, goed. De Commissie Bechmarkig werd door de Vlaamse Regerig verzocht de praktische uitwerkig va deze beslissig uit te werke. Dit resulteerde i toelichtig 19 bij het bechmarkigcoveat. Deze toelichtig heeft ook ivloed op de afrekeig va het bechmarkigcoveat, zie ook 5.4 va dit verslag. 3.2 Resultaatsverplichtige va de oderemige De deelemede vestigige diee zo sel mogelijk, maar uiterlijk i 2012, tot de wereldtop te behore op het gebied va eergie-efficiëtie. Na vaststellig va de wereldtop bij de aavag va het coveat, becijferde ee eergiepla ook og twee tussetijdse resultaatsverplichtige izake eergie-efficiëtie, te behale tege respectievelijk eid 2005 e 2007. Dit gebeurde op basis va ee studie, uitgevoerd door ee iet aa de oderemig verbode cosultat, met volgede uitgagspute: 8/55

Alle maatregele met ee "Iteral Rate of Retur" (IRR a belastige va te miste 15% moeste zo sel mogelijk, maar uiterlijk eid 2005 zij geome. Idie deze maatregele ovoldoede ware om de wereldtop te bereike, da moeste de mider redabele maatregele zo sel mogelijk, maar uiterlijk eid 2007 worde gerealiseerd. Hieroder worde maatregele verstaa met ee IRR a belastige tusse 15 e 6%. Uiterlijk i 2012 moet de wereldtop worde bereikt. De wereldtop e het eergie-efficiëtiepla worde om de vier jaar herzie. Dit beteket dat de bedrijve die va i de begifase aa het coveat deeleme i 2008 ee ieuwe eergiestudie hebbe late opmake e bijhored eergiepla hebbe igedied. Als met de beschreve redabele e mider redabele maatregele de wereldtop iet ka worde bereikt tusse eid 2007 e eid 2012, zal de oderemig ee adere aavaardbare beaderig moete realisere met ee gelijkwaardig resultaat op het gebied va eergieefficiëtie. De coveat tekst stelt: Hierbij ka bijvoorbeeld gedacht worde aa de verhadelbare emissierechte e flexibele mechaisme, voor zover de Vlaamse Regerig hierva de toepassigsmodaliteite heeft vastgelegd. Dit werd door de commissie i 2008 i ee toelichtig verder uitgewerkt zodat deze beaderig u praktisch toepasbaar wordt. Twee soorte va adere aavaardbare beaderige werde itusse opgeome i betreffede toelichtig. Eerzijds betreft het de primaire eergiebesparig va ee WKK die iet geïtegreerd werd i de bechmark e aderzijds het ilevere va emissierechte bij de overheid meer bepaald Certified Emissio Reductios (CER s 3 ; Emissio Reductio Uits (ERU s 4 e EU allowaces (EUA s 5. De juiste modaliteite zij omschreve i toelichtig 17, te raadplege via de website va het bechmarkigcoveat. 3.3 Resultaatsverplichtige va het Vlaamse Gewest De Vlaamse Regerig egageert er zich toe om aa deze oderemige, voor wat betreft de betrokke vestigige, gee rechtstreekse bijkomede Vlaamse maatregele izake eergiebesparig of CO 2 -reductie e gee specifieke Vlaamse eergie- of CO 2 -taks op te legge. De Vlaamse Regerig egageert er zich toe alles i het werk te stelle voor vrijstellig va aaloge Belgische of Europese maatregele. De Vlaamse Regerig egageert er zich toe om aavullede Vlaamse steu tot de bevorderig va eergie-efficiëtie, i eerste istatie te richte op de oderemige die zij toegetrede tot het bechmarkigcoveat. I de overheidscommuicatie zal aadacht worde besteed aa de positieve medewerkig va de coveatoderemige. 3 Koolstofkrediete verkrege op basis va projecte gerealiseerd i lade zoder broeikasgasreductieverplichtig (dit betreft veelal otwikkeligslade. 4 Koolstofkrediete verkrege op basis va projecte gerealiseerd i lade met broeikasgasreductieverplichtig (adere aex 1 lade uit Kyoto protocol. 5 Emissierechte toegeweze door de EU-lidstate aa bedrijve die oder toepassigsgebied va de EU-richtlij emissiehadel valle 9/55

4 HET JAARVERSLAG Volges het coveat, artikel 7, lid 1, brege de toegetrede Oderemige jaarlijks, uiterlijk op 1 april, aa het Verificatiebureau verslag uit over het i het voorafgaade kalederjaar bereikte specifiek eergieverbruik i de betrokke vestigige, alsmede de hiermee samehagede vermede CO 2 -emissies. Daarbij wordt teves aagegeve i hoeverre die verlagige i overeestemmig zij met het eergiepla. Volges artikel 8, lid 2, rapporteert het Verificatiebureau jaarlijks aa de Commissie Bechmarkig i geaggregeerde vorm over de uitvoerig va de eergieplae e over de gerealiseerde verlagig va het specifiek eergieverbruik va de betrokke vestigige per sector da wel per type istallatie, alsmede de hiermee samehagede vermede CO 2 - emissie. De Commissie Bechmarkig otvig va het Verificatiebureau op 4 ovember 2014 de defiitieve cijfers over het jaar 2013. Artikel 8 lid 3 va het bechmarkigcoveat stelt dat de Commissie Bechmarkig jaarlijks, uiterlijk op 1 juli, over het voorafgaade jaar verslag diet uit te brege aa de partije e dat de miisters het Vlaams Parlemet daarover zulle iformere. Artikel 14 bepaalt teves dat dit verslag opebaar is. De Commissie Bechmarkig heeft op 2 jui 2009 aa de bevoegde Miisters meegedeeld dat de verslaggevig wordt verschove aar het ajaar. Zoals hierbove geïllustreerd, is het volledig overzicht va de vooruitgag over het voorbije jaar pas beschikbaar i het ajaar zodat de Commissie Bechmarkig de datum va publicatie va haar jaarverslag hierop west af te stemme. Artikel 8 va het bechmarkigcoveat stelt teves dat er gee tot ee oderemig herleidbare gegeves i het rapport moge staa of daaruit kue worde afgeleid. I de verslaggevig worde volgede elemete behadeld: ee vergelijkig va: eerzijds de cocrete resultate die het Verificatiebureau i geaggregeerde vorm heeft gerapporteerd aa de Commissie Bechmarkig, meer bepaald izake de gerealiseerde verlagig va het specifiek eergieverbruik va de betrokke vestigige per sector; aderzijds de vooruitzichte die het Verificatiebureau aa de Commissie Bechmarkig heeft gerapporteerd izake de verwachte verlagig va het specifiek eergieverbruik; de daarmee samehagede vermede CO 2 -emissies; zoals bepaald i artikel 9, ee overzicht va de ispaige va de overheid zoals bedoeld i artikel 12 va het bechmarkigcoveat. 10/55

5 DE GRAFIEKEN ENERGIEVERBRUIKEN/ENERGIEPLAN/MONITORING 5.1 Ileidig Het huidige verslag is gebaseerd op de stad va zake va 31 oktober 2013 : - aatal bedrijve toegetrede tot het coveat (1 : 173 - aatal bedrijve iet opgeome i dit verslag (2 : -1 - aatal bedrijve opgeome i dit verslag : 172 (1 De toegetrede bedrijve die odertusse geslote zij, werde i deze verslaggevig uit de statistieke verwijderd. Het totaal absolute eergieverbruik i de voorbije jare zal hierdoor lichtjes wijzige. Deze bedrijve vertegewoordigde i 2002 ogeveer 15,5 PJ. Sids het vorig jaarverslag is er éé uittredig gemeld (bedrijf uit de Keramische sector weges stopzettig va de activiteite. Dit bregt het totaal aatal vestigige die uitgetrede zij uit het bechmarkigcoveat op 21. Er is verder éé ieuwkomer (chemiebedrijf toegetrede. (2 Het ieuw toegetrede chemiebedrijf is og iet opgeome i de cijfers (eergiepla og i opmaak. SAMENVATTING VAN DE CIJFERRESULTATEN ENERGIEVERBRUIK Het reële primaire eergieverbruik va de coveatbedrijve is i 2013 licht gestege met 2,3 of 0,5% te overstaa va 2012 (va 509,6 aar 511,9. De vooraamste oorzaak va deze stijgig is door ee lichte toeame va productievolumes gezie de behoude is. de 2002 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Pla 100 99,05 97,11 96,33 95,45 94,83 93,12 92,58 91,50 90,83 90,83 itorig 100 98,65 96,96 96,17 94,66 96,21 97,04 93,48 91,90 91,59 91,59 Tabel 1 : Evolutie 2002-2013 De globale Eergie Efficiëtie Idex, dit is de maatstaf voor de globale performatie va de coveatbedrijve op vlak va eergie-efficiëtie is op hetzelfde peil als i 2012 gebleve. De bedrijve blijve ook i 2012 beter prestere da de vastgelegde wereldtop. De gustige afstad tot deze wereldtop is i 2013 wel terug afgeome te overstaa va 2012 (va -9,5 aar -5,5. 11/55

5.2 HET ENERGIEVERBRUIK 5.2.1 Alle bedrijve De evolutie va het eergieverbruik wordt op 3 maiere voorgesteld: Tabel 1: De evolutie va de of de Eergie Efficiëtie Idex. De wordt bepaald als de verhoudig tusse het eergieverbruik va het beschouwde jaar e het eergieverbruik om de productie va het betreffede jaar te make met het specifiek eergieverbruik va het start- of referetiejaar, dus 2002. De verschillede specifieke verbruiksgegeves (bvb GJ/to, GJ/m³, GJ/m², GJ/hl, moete hiervoor per proces (jaar 2002 met ee productiehoeveelheid va het beschouwde jaar (bv 2008 vermeigvuldigd worde. Figuur 3: De evolutie va het primair eergiegebruik bij costat gerealiseerde productie va het moitorigjaar (2013 wordt weergegeve als de verhoudig va de s voor elk va de beschouwde jare met de voor het moitorigjaar 2013 vermeigvuldigd met het eergiegebruik i het moitorigjaar 2013. Dit zowel voor de pla als de gemete resultate. Voor de wereldtop werd de voorstellig op basis va de specifieke verbruike zoals voorgaade jare behoude. Figuur 4: De evolutie va het absoluut primair eergieverbruik, (reëel verbruik tot het huidig moitorigjaar e geplad verbruik i de komede jare e teves de geplade vs reële afstad tot de wereldtop; dit laatste geeft aa i welke mate de coveatbedrijve op plaig zitte om hu egagemet om ook i 2013 de wereldtop te bereike a te kome. I de grafieke werd ee oderscheid gemaakt tusse het eerste e het tweede eergiepla. De ieuwe eergieplae werde i 2008 opgesteld. De resultate werde tot e met 2007 voorgesteld op basis va het eerste eergiepla. Vaaf 2008 gebeurt de vergelijkig voor zowel de gemoitorde cijfers als de pla cijfers te opzichte va de wereldtop zoals bepaald i de ieuwe eergieplae. De wereldtoplij vertoot ee duidelijke kik i 2008. Wat beteket dat de wereldtop sterk verbeterd is op vlak va eergie-efficiëtie. Hierbij moet ee kattekeig gemaakt worde. De wereldtop is bepaald op basis va eergie-efficiëtie cijfers va 2006 ee jaar met ee gustige bezettig hierdoor is de wereldtop vermoedelijk og sterker verlaagd da verwacht. De gemete cijfers va de coveatbedrijve voor 2013 weerspiegele de eergie-efficiëtie i 2013. a. De Dè maatstaf voor het uitdrukke va de performatie va de coveatbedrijve op het vlak va eergie-efficiëtie is de Eergie Efficiëtie Idex kortweg. De voor jaar 20jj (met jj = 02 t.e.m. 13 wordt gedefiieerd als de verhoudig tusse : het eergieverbruik va het betreffede jaar 20jj & het eergieverbruik om de productie va het betreffede jaar 20jj te make met het specifiek eergieverbruik va het start- of referetiejaar, dus 2002. I formulevorm geeft dit : 12/55

x 20jj i 1 i 1 x i,20jj P P i,20jj i,20jj 100 i 1 E x 20jj P i,20jj 100 waarbij : x 20jj - idex va jaar 20jj met x Pla of x itorig (d.i. reëel SV x i,20jj specifiek verbruik proces i i jaar 20jj (waarbij x Pla of itorig P i,20jj productiev olume proces i i jaar 20jj (steeds uit de itorig aatal processe per bedrijf, per sector of voor alle bedrijve (afh. va de aggregatie 20jj jaar va moitorig (met jj 02 t.e.m. 13 E x 20jj eergiever bruik i jaar 20jj (afh va x is dit het geplade of het reële eergiever bruik opm. : " geplade" slaat hier iet op geplade productie maar ekel op geplade specifieke verbruike Deze wordt voor elk moitorigjaar twee maal bereked : - ee 1 ste maal voor het Pla, d.i. aa de had va het geplade specifieke verbruik voor elk va de productieprocesse, zoals opgeome i de eergieplae. De placijfers werde door de bedrijve opgegeve tot e met 2012. Voor 2013 werde daarom de placijfers va 2012 aagehoude. - ee 2 de maal voor de itorig, d.i. aa de had va het reële specifieke verbruik voor elk va diezelfde productieprocesse, zoals gerapporteerd tijdes de moitorig. I Bijlage 3 va dit verslag wordt bovestaade formule gedetailleerder weergegeve per jaar. De va elk jaar wordt per defiitie vastgeklikt e diet dus iet telkes herreked te worde. De is, eveees per defiitie, gelijk aa 100 i het referetiejaar 2002. I volgede tabel 3 wordt de evolutie va 2002 tot 2013 va deze weergegeve (waarbij per defiitie de = 100 i het referetiejaar 2002 : 2002 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Pla 100 99,05 97,11 96,33 95,45 94,83 93,12 92,58 91,50 90,83 90,83 itorig 100 98,65 96,96 96,17 94,66 96,21 97,04 93,48 91,90 91,59 91,59 Tabel 3 : Evolutie 2002-2013 We stelle hierbij vast dat i 2013 de Eergie Efficiëtie Idex va de moitorig i 2013 op hetzelfde peil als i 2012 gebleve is. b. Evolutie va het primaire eergieverbruik bij costat gerealiseerde productie 2013 Om de vergelijkig met de verslaggevig va de vorige jare mogelijk te make toe we i volgede grafiek dezelfde evolutie uitgedrukt i primaire eergieverbruik ( bij gerealiseerde productie 2013. 13/55

580 1 ste eergiepla 2 de eergiepla 560 540 520 500 480 WT 565,9 563,7 560,7 558,1 554,0 551,3 538,9 535,5 529,1 526,7 519,6 517,4 Pla 558,8 556,2 553,5 542,7 538,3 533,4 529,9 520,4 517,4 511,4 507,6 507,6 itorig 558,8 556,2 551,3 541,9 537,5 529,0 537,7 542,3 522,4 513,6 511,8 511,9 Figuur 3 : Evolutie primaire eergieverbruik va alle bedrijve bij costate gerealiseerde productie 2013 Hiera wordt voor figuur 3 kort de betekeis va elk va de weergegeve curves gegeve. De gedetailleerde uitwerkig hierva met behulp va de gebruikte formules wordt eveees i Bijlage 3 toegevoegd. Alle curves werde bereked bij costat gerealiseerde productie va 2013. - De groee lij geeft het primaire eergieverbruik weer dat overeestemt met de idex va itorig (zie tabel 3 itorig voor elk va de reeds gemoitorde jare 2002 t.e.m. 2013. Voor 2013 is dit het reële eergieverbruik 511,9. - De roze lij geeft het eergieverbruik weer dat overeestemt met de volges de eergieplae (zie tabel 3 Pla e dit voor elk va de voorgaade jare 2002 t.e.m. 2012. Voor 2013 is dit verbruik gelijk aa het geplade eergieverbruik va 2012, l. 507,6 PJp e stemt dit overee met de -idex va 90,83. - De blauwe lij teslotte geeft het eergieverbruik va de wereldtop weer voor elk va de coveatjare 2002 t.e.m. 2013. Deze wereldtoplij werd bereked met behulp va de specifieke verbruike va de WT (wereldtop uit de eergieplae. Uit bovestaade figuur 3 blijkt dat, aar aalogie met de evolutie va de s, i 2013 de moitoriglij (groe op hetzelfde peil gebleve is e og steeds oder de wereldtoplij. I 2013 verbruikte de coveatbedrijve 5,5 mider da de vastgelegde wereldtop uit de eergieplae va de tweede rode va het coveat. c. Evolutie va het primaire eergieverbruik bij reële/geplade productie e va de Afstad tot de Wereldtop 14/55

De volgede grafiek 4 toot de evolutie va het primaire eergieverbruik bij reële of gerealiseerde productie tot het huidig moitorigjaar voor alle bedrijve e voor de wereldtop. Verder wordt ook de geplade e de reële afstad tot de wereldtop weergegeve; dit laatste geeft aa i welke mate de coveatbedrijve ook i 2013 de wereldtop bereike. Eergieverbruik e ATW bij reële productie 600 30,0 500 20,0 Eergieverbruik 400 300 200 10,0 0,0-10,0 ATW 100-20,0 0 ATW werkelijk -11,4-11,8-13,9-16,7-18,4-21,5-2,5 5,8-8,5-13,8-9,5-5,6 ATW pla -11,4-11,8-11,9-17,0-17,2-18,3-8,6-12,3-12,7-15,8-15,2-9,8 Wereldtop 545,6 541,9 560,4 555,5 566,5 561,4 531,3 456,9 539,0 527,2 519,1 517,4 Bedrijve 534,2 530,1 546,6 538,7 548,1 540,0 528,8 462,7 530,5 513,4 509,6 511,9-30,0 Neg ATW : Bedrijf is beter da wereldtop Figuur 4 : Eergieverbruik bij gerealiseerde productie e ATW va alle bedrijve Naar aalogie met vorige grafiek wordt ook hier kort de betekeis va elk va de weergegeve curves gegeve. De gedetailleerde uitwerkig hierva met behulp va de gebruikte formules wordt eveees i Bijlage 3 toegevoegd. - De blauwe lij geeft het reële eergieverbruik va de reeds gemoitorde jare 2002 t.e.m. 2013 weer. - De rode lij geeft tot 2013 het eergieverbruik va de wereldtop weer bij reële productie. Voor deze blauwe e rode lij is de likerschaal va toepassig (eergieverbruik i. Vervolges toot deze grafiek ook de evolutie va de Afstad Tot de Wereldtop (ATW die de bedrijve hadde (ATW > 0 is slechter da WT; ATW < 0 is beter da WT, telkes bij reële productie va de voorgaade jare. - De groee balk is de werkelijke ATW; dit is het verschil tusse de blauwe e de rode lij i deze grafiek (tot e met het laatste moitorigjaar. - De rode balk teslotte is de geplade ATW, dit is het verschil tusse het geplade eergieverbruik e de wereldtop (telkes bij reële productie. Voor deze groee e rode balk is de rechterschaal (afstad tot de wereldtop i va toepassig. 15/55

I het moitorigjaar 2013 stelle we ee toeame va het totale primaire eergieverbruik va 2,3 (of ogeveer 0,4% vast te overstaa va 2012 (zie blauwe lij. Dit wijst, gezie de staus quo va de E.E.I op ee lichte toeame va het globale productievolume. We stelle verder vast dat i 2013 de reële ATW egatief blijft (dus beter da WT. I de volgede paragrafe 5.2.2 t.e.m. 5.2.10 wordt per sector elk va de bovestaade tabelle e figure weergegeve, aagevuld met ee verklarig voor de vastgestelde evolutie va de cijfers e grafieke. d. Eergiebesparig door uitvoerig va maatregele I het jaarlijks itorigverslag rapportere de bedrijve teves de voortgag va de realisatie va de geplade maatregele uit hu eergiepla. I tabel 4 vidt U het overzicht (vaaf 2008 va de primaire eergiebesparig die de gerealiseerde maatregele oplevere per jaar met de bijhorede productie opgesplitst i elektrische besparige e besparige op bradstoffe. Voor de jare 2008 t.e.m. 2013 zij dit gegeves op basis va de geverifieerde moitorigrapporte Primaire eergiebesparig (i Jaar Elektrisch Bradstoffe Totaal Totaal cumulatief 2008 1,02 2,50 3,52 3,52 2009 1,10 1,38 2,47 5,99 2010 1,65 5.81 7,46 13,45 2011 0,44 5,61 6,05 19,50 2012 0,70 1,29 1,99 21,49 2013 2,16 3,41 5,57 27,06 Tabel 4 : Primaire eergiebesparig door uitvoerig va maatregele 16/55

5.2.2 Chemie 270 1 ste eergiepla 2 de eergiepla 260 250 240 230 220 210 Wereldtop 256,9 255,3 253,7 252,1 249,9 247,9 244,0 241,9 239,9 238,1 235,9 234,6 Bedrijve volges Pla 254,8 252,8 250,8 246,1 243,0 240,1 241,0 237,6 235,1 232,0 229,6 229,6 Bedrijve volg. itorig 254,8 252,8 249,8 247,9 246,2 240,1 246,3 248,6 237,2 234,0 235,0 231,9 Figuur 5 : Evolutie primaire eergieverbruik va de chemiebedrijve bij costate gerealiseerde productie 2013 2002 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Pla 100 98,43 96,58 95,39 94,24 94,59 93,25 92,28 91,07 90,12 90,12 itorig 100 98,03 97,32 96,62 94,24 96,67 97,59 93,08 91,83 92,23 91,04 Tabel 5 : Evolutie -idex 2002-2013 I de chemische sector is het reële eergieverbruik zeer licht toegeome met ogeveer 0,3 PJp (of ogeveer 0,1% te overstaa va 2012. De eergie-efficiëtie bie deze sector is terug verbeterd; dit uit zich i ee dalig va de E.E.I -idex va 92,23 i 2012 aar 91,04 i 2013. De bedrijve uit de chemische sector presteerde og steeds beter da de igeschatte wereldtop. De gustige ATW is i 2013 terug toegeome tot 2,6 PJp. 17/55

Eergieverbruik e ATW bij reële productie 300 20,0 250 15,0 Eergieverbruik 200 150 100 10,0 5,0 0,0 ATW 50-5,0 0 ATW werkelijk -5,2-3,6-3,5-4,5-3,9-5,6 3,4 6,4-2,6-3,9-1,5-2,6 ATW pla -5,2-3,6-5,0-6,8-7,0-7,4-0,9-3,4-4,7-5,8-8,5-5,0 Wereldtop 244,9 244,0 238,6 246,5 242,9 246,9 235,9 214,9 250,1 243,7 233,2 234,6 Bedrijve 239,8 240,4 235,1 242,0 238,9 241,3 239,3 221,3 247,5 239,8 231,6 231,9-10,0 Neg ATW : Bedrijf is beter da wereldtop Figuur 6 : Eergieverbruik bij gerealiseerde productie e ATW va de chemiebedrijve 18/55

5.2.3 Raffiaderije e Staal 210 1 ste eergiepla 2 de eergiepla 200 190 180 170 160 Wereldtop 200,4 199,8 199,2 198,6 198,0 197,5 195,7 195,5 189,7 189,4 185,6 185,1 Bedrijve volges Pla 193,8 193,7 193,6 189,9 190,4 189,4 186,4 183,1 182,3 180,4 180,0 180,0 Bedrijve volg. itorig 193,8 193,7 192,6 188,7 187,2 186,8 188,9 191,8 183,3 181,8 179,7 183,3 Figuur 7 : Evolutie primaire eergieverbruik va de raffiaderije e staalbedrijve bij costate gerealiseerde productie 2013 2002 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Pla 100 99,89 97,99 98,23 97,75 96,18 94,49 94,06 93,10 92,89 92,89 itorig 100 99,35 97,38 96,60 96,40 97,49 98,95 94,57 93,79 92,72 94,59 Tabel 6 : Evolutie -idex 2002-2013 De eergie-efficiëtie bij de raffiaderije e staalbedrijve vertoot i 2013 a ekele gustige jare ee egatieve evolutie; de -idex stijgt immers va 92,72 i 2012 aar 94,59 i 2013. Deze sectore prestere daarmee i 2013 mider goed e behoude og ee beperkte overschot te overstaa va de wereldtop; de (egatieve ATW eemt af 6,6 aar 1,8 PJp. 19/55

Eergieverbruik e ATW bij reële productie 250 16,0 200 12,0 Eergieverbruik 150 100 50 8,0 4,0 0,0-4,0-8,0 ATW 0 ATW werkelijk -6,8-9,0-8,6-10,2-11,3-11,6-7,7-2,2-6,5-7,8-6,6-1,8 ATW pla -6,8-9,0-7,5-9,0-8,0-8,9-10,2-9,2-7,3-9,0-6,1-4,7 Wereldtop 193,3 189,6 209,7 199,5 209,7 200,7 192,4 155,0 187,1 180,3 186,7 185,1 Bedrijve 186,5 180,6 201,2 189,3 198,4 189,1 184,7 152,8 180,6 172,5 180,1 183,3-12,0 Neg ATW : Bedrijf is beter da wereldtop Figuur 8 : Eergieverbruik bij gerealiseerde productie e ATW va de raffiaderije e staalbedrijve 20/55

5.2.4 Papier 24 1 ste eergiepla 2 de eergiepla 22 20 18 16 14 Wereldtop 20,91 20,92 20,84 20,78 20,71 20,69 17,62 17,54 18,01 17,86 17,72 17,65 Bedrijve volges Pla 19,49 19,36 19,24 18,85 18,51 18,51 17,74 17,43 17,68 17,59 17,65 17,65 Bedrijve volg. itorig 19,49 19,36 18,90 18,47 18,16 18,18 18,20 18,23 18,27 17,49 17,27 17,36 Figuur 9 : Evolutie primaire eergieverbruik va de papierbedrijve bij costate gerealiseerde productie i 2013 2002 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Pla 100 98,72 96,73 94,99 94,98 91,02 89,42 90,72 90,27 90,55 90,55 itorig 100 96,95 94,75 93,16 93,28 93,37 93,55 93,74 89,76 88,62 89,08 Tabel 7 : Evolutie -idex 2002-2013 De papiersector ko de gustige tred va de voorgaade jare iet aahoude. Bij quasi gelijkblijved totaal eergieverbruik eemt de E.E.I.-idex, weliswaar lichtjes, toe va 88,62 i 2012 aar 89,08 i 2013. Ook de afstad tot de wereldtop vertoot dezelfde evolutie. 21/55

Eergieverbruik e ATW bij reële productie 25 4,0 20 3,0 Eergieverbruik 15 10 5 2,0 1,0 0,0-1,0-2,0 ATW 0 ATW werkelijk -1,2-1,1-1,8-1,7-2,5-2,7 0,6 0,6 0,4-0,2-0,3-0,3 ATW pla -1,2-1,1-1,4-1,8-2,2-2,3 0,3 0,0-0,1-0,1 0,0 0,1 Wereldtop 18,7 19,1 19,9 18,3 19,8 19,8 16,9 15,3 17,4 17,5 17,5 17,7 Bedrijve 17,6 17,9 18,0 16,6 17,3 17,1 17,5 15,9 17,8 17,3 17,1 17,4-3,0 Neg ATW : Bedrijf is beter da wereldtop Figuur 10 : Eergieverbruik bij gerealiseerde productie e ATW va de papierbedrijve 22/55

5.2.5 Voedig 32 1 ste eergiepla 2 de eergiepla 30 28 26 24 22 Wereldtop 28,11 27,93 27,81 27,68 27,22 26,76 26,10 26,37 26,13 26,05 25,24 24,91 Bedrijve volges Pla 30,32 30,10 29,87 28,14 27,65 27,09 26,79 26,11 25,88 25,58 25,45 25,45 Bedrijve volg. itorig 30,32 30,10 29,44 28,90 28,27 26,88 26,46 26,24 25,80 25,48 24,88 24,07 Figuur 11 : Evolutie primaire eergieverbruik va de voedigsbedrijve bij costate gerealiseerde productie 2013 2002 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Pla 100 98,52 92,81 91,19 89,33 88,36 86,11 85,35 84,37 83,94 83,94 itorig 100 97,09 95,30 93,23 88,64 87,27 86,54 85,09 84,12 82,05 79,40 Tabel 8 : Evolutie -idex 2002 2013 De bedrijve uit de voedigssector zette de gustige tred va de voorbije jare ook i 2013 verder door. De dalede tred va de E.E.I. i 2013 tot 79,40 zet zich door het verder uitvoere va maatregele og steeds door e zorgt ervoor dat deze sector i 2013 ee og gustigere afstad tot de wereldtop realiseert. 23/55

Eergieverbruik e ATW bij reële productie 25 3,2 20 2,4 Eergieverbruik 15 10 1,6 0,8 ATW 5 0,0 0 ATW werkelijk 1,2 1,3 0,9 0,7 1,0 0,3 0,5 0,0-0,3-0,5-0,7-0,8 ATW pla 1,2 1,3 1,1 0,3 0,7 1,0 0,9 0,2-0,3-0,4-0,1 0,3 Wereldtop 23,8 23,9 24,3 24,5 24,6 25,1 24,2 24,0 24,7 25,1 25,5 24,9 Bedrijve 25,0 25,3 25,2 25,2 25,6 25,4 24,7 24,0 24,4 24,6 24,8 24,1-0,8 Neg ATW : Bedrijf is beter da wereldtop Figuur 12 : Eergieverbruik bij gerealiseerde productie e ATW va de voedigsbedrijve 24/55

5.2.6 No-ferro e Metaalverwerkig 34 33 1 ste eergiepla 2 de eergiepla 32 31 30 29 28 27 26 Wereldtop 31,79 31,93 31,40 31,35 31,24 31,13 30,06 28,79 30,04 29,97 29,87 29,85 Bedrijve volges Pla 32,48 32,62 32,77 32,04 31,18 31,01 31,49 30,26 30,64 30,27 29,96 29,96 Bedrijve volg. itorig 32,48 32,62 32,31 31,49 31,33 30,64 31,13 31,76 31,51 29,33 29,14 29,32 Figuur 13 : Evolutie primaire eergieverbruik va de metaalbedrijve bij costate gerealiseerde productie 2013 2002 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Pla 100 100,91 98,66 96,00 95,49 96,96 93,19 94,34 93,19 92,24 92,24 itorig 100 99,48 96,96 96,47 94,34 95,87 97,79 97,04 90,31 89,73 90,29 Tabel 9 : Evolutie -idex 2002-2013 Bij de o-ferro e metaalbedrijve evolueert i 2013 de eergie-efficiëtie aar het peil va 2011. Ook de gustige ATW is i 2013 wat afgeome. 25/55

Eergieverbruik e ATW bij reële productie 40 3,0 35 2,5 30 2,0 Eergieverbruik 25 20 15 10 1,5 1,0 0,5 0,0 ATW 5-0,5 0 ATW werkelijk 0,7 1,3 0,4 0,1-0,1-0,7 0,0 1,3 0,4-1,0-0,8-0,5 ATW pla 0,7 1,3 1,3 0,8-0,2-0,1 0,7 0,4 0,1 0,0 0,0 0,0 Wereldtop 33,1 33,4 34,7 33,1 34,4 34,8 32,6 19,9 30,7 31,6 29,8 29,8 Bedrijve 33,9 34,7 35,1 33,3 34,3 34,0 32,6 21,2 31,1 30,6 29,0 29,3-1,0 Neg ATW : Bedrijf is beter da wereldtop Figuur 14 : Eergieverbruik bij gerealiseerde productie e ATW va de metaalbedrijve 26/55

5.2.7 Textiel 9,0 1 ste eergiepla 2 de eergiepla 8,5 8,0 7,5 7,0 6,5 6,0 Wereldtop 7,57 7,55 7,50 7,36 7,31 7,26 6,76 6,76 6,75 6,75 6,75 6,75 Bedrijve volges Pla 8,07 7,99 7,90 7,79 7,64 7,52 7,17 7,12 6,92 6,81 6,75 6,75 Bedrijve volg. itorig 8,07 7,99 7,54 7,52 7,47 7,35 7,21 7,26 7,10 6,93 7,06 6,88 Figuur 15 : Evolutie primaire eergieverbruik va de textielbedrijve bij costate gerealiseerde productie 2013 2002 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Pla 100 97,83 96,48 94,65 93,10 88,81 88,17 85,71 84,40 83,56 83,56 itorig 100 93,44 93,14 92,50 91,06 89,27 89,93 87,99 85,82 87,42 85,20 Tabel 10 : Evolutie -idex 2002-2013 De bedrijve uit de textielsector kome de ecoomische crisis va 2008-2009 iet te bove. Bij ee quasi costat reëel eergieverbruik wete de textielbedrijve de eergie-efficiëtie toch terug te verbetere met ee E.E.I dalig va meer da 2 procetpute (va 87,42 i 2012 aar 85,20 i 2013 e daarmee zelfs oder het peil va 2011 te brege. Odaks de moeilijke omstadighede hebbe de textielbedrijve over ee periode va 10 jaar hu eergie-efficiëtie met bija 15% wete te verbetere. 27/55

Eergieverbruik e ATW bij reële productie 12 1,0 10 0,8 8 0,6 Eergieverbruik 6 4 0,4 0,2 ATW 2 0,0 0 ATW werkelijk 0,3 0,3 0,1 0,1 0,0-0,1 0,4 0,3 0,2 0,1 0,3 0,1 ATW pla 0,3 0,3 0,4 0,3 0,2 0,2 0,3 0,2 0,0 0,0 0,0 0,0 Wereldtop 8,7 8,6 8,9 8,5 8,7 8,8 7,7 6,9 7,3 6,9 6,9 6,8 Bedrijve 9,0 8,9 9,0 8,6 8,7 8,7 8,1 7,2 7,5 7,1 7,2 6,9-0,2 Neg ATW : Bedrijf is beter da wereldtop Figuur 16 : Eergieverbruik bij gerealiseerde productie e ATW va de textielbedrijve 28/55

5.2.8 Keramische sector 7,0 1 ste eergiepla 2 de eergiepla 6,5 6,0 5,5 5,0 Wereldtop 6,46 6,50 6,53 6,56 6,59 6,57 6,15 6,15 6,15 6,15 6,15 6,15 Bedrijve volges Pla 6,54 6,55 6,56 6,53 6,51 6,50 6,07 6,07 6,12 6,13 6,07 6,07 Bedrijve volg. itorig 6,54 6,55 6,28 6,44 6,31 6,08 6,04 5,93 6,21 6,07 6,05 6,24 Figuur 17 : Evolutie primaire eergieverbruik va de keramische sector bij costate gerealiseerde productie 2013 2002 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Pla 100 100,31 99,95 99,55 99,45 92,85 92,83 93,62 93,82 92,81 92,81 itorig 100 96,01 98,51 96,44 92,95 92,44 90,67 94,91 92,78 92,55 95,51 Tabel 11 : Evolutie -idex 2002-2013 De keramische sector kede i 2013 ee tweede dalig op rij va het reëel eergieverbruik weges dalede productievolumes e komt daarmee op het peil va het crisisjaar 2009. Dit heeft ee efaste ivloed gehad op de E.E.I. die i 2013 fors gestege is va 92,55 aar 95,51. 29/55

Eergieverbruik e ATW bij reële productie Eergieverbruik 12 10 8 6 4 2 1,2 1,0 0,8 0,6 0,4 0,2 0,0-0,2-0,4 ATW 0 ATW werkelijk 0,1-0,2-0,2 0,0-0,2-0,5 0,0 0,0 0,1 0,0-0,1 0,1 ATW pla 0,1-0,2 0,1 0,2 0,1-0,1 0,1 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 Wereldtop 6,9 7,3 7,9 8,1 8,7 8,9 7,5 6,2 6,6 7,1 6,7 6,2 Bedrijve 7,1 7,1 7,6 8,1 8,5 8,4 7,5 6,2 6,7 7,1 6,6 6,2-0,6 Neg ATW : Bedrijf is beter da wereldtop Figuur 18 : Eergieverbruik bij gerealiseerde productie e ATW va de keramische sector 30/55

5.2.9 Hout (spaaplaatbedrijve 6,5 1 ste eergiepla 2 de eergiepla 6,0 5,5 5,0 4,5 4,0 Wereldtop 5,60 5,59 5,57 5,55 5,54 5,52 4,89 4,89 4,89 4,89 4,88 4,88 Bedrijve volges Pla 5,21 5,22 5,23 5,14 5,08 5,09 5,37 5,11 5,02 4,92 4,77 4,77 Bedrijve volg. itorig 5,21 5,22 5,11 5,00 4,99 5,10 5,56 5,29 5,15 4,92 4,81 4,88 Figuur 19 : Evolutie primaire eergieverbruik va de houtspaabedrijve bij costate gerealiseerde productie 2013 2002 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Pla 100 100,2 98,61 97,34 97,54 102,9 98,04 96,36 94,45 91,55 91,55 itorig 100 98,06 95,95 95,67 97,82 106,6 101,4 98,86 94,44 92,21 93,57 Tabel 12 : Evolutie -idex 2002-2013 De bedrijve uit de houtsector kode i 2013 de positieve tred va de laatste jare iet aahoude e hielde de voorsprog te overstaa va de wereldtop iet aa. 31/55

Eergieverbruik e ATW bij reële productie 8 7 1,5 6 1,0 Eergieverbruik 5 4 3 2 1 0,5 0,0-0,5 ATW 0 ATW werkelijk -0,5-0,5-0,5-0,4-0,4-0,2 0,4 0,2 0,2 0,0-0,1 0,0 ATW pla -0,5-0,5-0,6-0,6-0,4-0,4 0,3 0,1 0,1 0,0-0,2-0,2 Wereldtop 6,7 6,6 7,1 7,1 7,1 7,0 5,1 4,4 5,1 5,1 5,2 4,9 Bedrijve 6,2 6,2 6,5 6,6 6,7 6,8 5,6 4,6 5,3 5,1 5,1 4,9-1,0 Neg ATW : Bedrijf is beter da wereldtop Figuur 20 : Eergieverbruik bij gerealiseerde productie e ATW va de houtspaabedrijve 32/55

5.2.10 Glas, zadgroeve, diverse 9,0 1 ste eergiepla 2 de eergiepla 8,0 7,0 6,0 5,0 Wereldtop 8,19 8,16 8,13 8,10 8,03 8,01 7,60 7,60 7,53 7,54 7,51 7,55 Bedrijve volges Pla 8,14 8,02 7,90 7,81 7,74 7,72 7,62 7,68 7,64 7,59 7,26 7,26 Bedrijve volg. itorig 8,14 8,02 7,65 7,30 7,51 7,66 7,62 7,65 7,80 7,69 7,95 7,83 Figuur 21 : Evolutie primaire eergieverbruik va de glasbedrijve, zadgroeve e diverse bij costate gerealiseerde productie 2013 2002 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Pla 100 96,96 95,91 95,00 94,79 93,55 94,37 93,81 93,18 89,09 89,09 itorig 100 93,98 89,67 92,24 94,12 93,55 93,98 95,73 94,49 97,65 96,02 Tabel 13 : Evolutie -idex 2002-2013 Deze gemegde sector ko de sterke dalig va het reële eergieverbruik i 2012 iet ogedaa make. Dit was immers hoofdzakelijk het gevolg va ee sterke dalig bij éé bedrijf bie deze groep.. Desodaks heeft deze sector de E.E.I.-idex terug kue verbetere va 97,65 i 2012 aar 96,02 i 2013. 33/55

Eergieverbruik e ATW bij reële productie 10 1,0 Eergieverbruik 8 5 3 0,5 0,0-0,5 ATW 0 ATW werkelijk -0,1-0,4-0,6-0,7-0,9-0,4-0,2-0,8-0,5-0,5 0,3 0,3 ATW pla -0,1-0,4-0,3-0,3-0,6-0,3-0,2-0,7-0,7-0,6-0,4-0,3 Wereldtop 9,3 9,3 9,5 9,8 10,6 9,5 9,1 10,4 9,9 9,8 7,7 7,5 Bedrijve 9,2 8,9 8,9 9,0 9,6 9,1 8,9 9,6 9,4 9,3 8,0 7,8-1,0 Neg ATW : Bedrijf is beter da wereldtop Figuur 22 : Eergieverbruik bij gerealiseerde productie e ATW va de glasbedrijve, zadgroeve e diverse 34/55

5.3 DE CO 2 -EMISSIE Eé va de doelstellige va het coveat is ee bijdrage te levere aa de Vlaamse CO 2 - doelstellig e verslaggevig hierover is voorgeschreve. Die gebeurt voor alle bedrijve same, met ee opsplitsig aar vermede emissie door elektriciteitbesparig e door bradstofbesparig. Voor de idirecte CO 2 -emissie va elektriciteit wordt, vaaf de itorig 2008, i het coveat gereked met ee emissiefactor va 400 kg CO 2 /MWh el 6 De idirecte emissies voor de jare 2002 tot 2007 werde met deze aagepaste emissiefactor herreked. a. Vermede CO 2 -emissie Figuur 23 geeft weer hoe de vermede CO 2 -emissie evolueert volges de moitorig (bij reële productie va 2002 t.e.m. 2013. 5,00 4,50 4,00 3,50 1 eergiepla 2 eergiepla i Mto CO 2 3,00 2,50 2,00 1,50 1,00 0,50 0,00 CO2 vermiderig elektriciteit 0,00 0,02 0,07 0,08 0,21 0,24 0,08 0,21 0,65 0,78 0,82 0,84 CO2 vermiderig bradstoffe 0,00 0,20 0,34 1,25 1,57 1,97 1,53 0,93 2,35 2,77 3,55 3,56 CO2 vermiderig totaal 0,00 0,22 0,41 1,33 1,78 2,21 1,61 1,14 2,99 3,54 4,36 4,41 Figuur 23 : Vermede CO 2 -emissie De vermede CO 2 -emissie wordt hierbij als volgt bereked : i 1 (SE SE P i, 20yy i,20yy SE i,20yy specifieke emissie proces i i jaar 20yy (uit de itorig 6 Zie Toelichtig 17 Gebruik va alteratieve maatregele goedgekeurd door de Commissie Bechmarkig op 01-07-2008. 35/55

P i,20yy productiev olume proces i i jaar 20yy (uit de itorig aatal processe voor alle bedrijve 20yy jaar va moitorig met yy 02 t.e.m. 13 waarbij voor de voorgaade jare (2002 t.e.m. 2013 gemoitorde gegeves gebruikt worde om de bovestaade grafiek te bekome. De gerealiseerde vermede emissie bedraagt 4,28 Mto, wat lichtjes lager is da i 2012 toe deze 4,36 Mto bedroeg. De gerealiseerde vermede emissies zij zowel te vide bij de idirecte emissies (door besparige op elektriciteit als bij de directe emissies (izet va bradstoffe. Deze laatste worde gerealiseerd door zowel efficiëtieverbeterige als door omschakele op bradstoffe met ee lagere CO 2 -ihoud (bv. herieuwbare, aardgas,. De izet va herieuwbare bradstoffe heeft gee ivloed op de eergie-efficiëtieverbeterige maar uiteraard wel i de vermede hoeveelheid CO 2. b. Evolutie absolute CO 2 -emissie I volgede grafiek wordt teslotte de evolutie va de absolute CO 2 -emissies va de coveatbedrijve weergegeve eveees bij reële productie va 2002 t.e.m. 2013. 40 30 Mto CO 2 20 10 0 Totaal 32,52 32,07 33,75 32,91 33,54 32,63 31,79 27,53 31,91 30,85 30,76 30,93 Bradstoffe 26,33 25,86 27,34 26,58 27,04 26,02 25,37 22,45 26,01 25,20 25,36 25,23 Elektriciteit 6,19 6,21 6,41 6,34 6,50 6,61 6,42 5,08 5,90 5,65 5,40 5,70 Figuur 24 : evolutie CO 2 emissies Bij deze verslaggevig moet ee aatal radvoorwaarde duidelijk gesteld worde wat de resultate zij verschilled met die va het systeem va verhadelbare emissierechte (VER: er is ee verschil i deelame e toepassigsgebied tusse coveat e VER; bij het coveat worde ook de idirecte CO 2 -emissies meegereked aa ee vastgestelde emissiefactor; voor elektriciteit is dat 400 g/kwh; 36/55

de procesemissies otstaa door verbradig va grodstoffe (deze zij beperkt worde i het coveat slechts meegeteld als ze bijdrage aa de eergiebalas. I 2013 bedroeg de totale CO 2 -uitstoot 30,93Mto of lichtjes hoger da i 2012. c. CO 2- besparig door uitvoerig va maatregele Oderstaade tabel geeft het overzicht va de CO 2 -besparige door de realisatie va eergie-efficiëtie maatregele uit de diverse eergieplae. Naar aalogie met de primaire eergiebesparige werd ook hier ee oderscheid gemaakt tusse vermede emissies door besparige op elektriciteit e door besparige op bradstoffe. Voor de jare 2008 t.e.m. 2013 zij dit gegeves op basis va de betreffede moitorigrapporte. CO 2 -besparig (i kto Jaar Elektrisch Bradstoffe Totaal Totaal cumulatief 2008 45 150 195 195 2009 49 83 131 326 2010 73 326 399 725 2011 19 315 334 1059 2012 31 73 104 1163 2013 96 191 287 1450 Tabel 14 : CO 2 -besparig door uitvoerig va eergie-efficiëtie maatregele 37/55

5.4 DE AFREKENING VAN HET BENCHMARKINGCONVENANT I 2011 werde de regels met betrekkig tot de afrekeig va het Bechmarkigcoveat a 2012 cocreter uitgewerkt i de herziee versie va Toelichtig 17. Hieri werd toegelicht op welke wijze de bedrijve die de geplade doelstellige va hu eergiepla iet behale zulle afgereked worde, of meer specifiek, hoe wordt hu Resterede Afstad Tot de Wereldtop (RATW bepaald e hoe ka deze gecompeseerd worde. Teeide de Commissie Bechmarkig toe te late om tijdig ee zicht te krijge op de omvag e de impact va bedrijve met ee mogelijke RATW werd via Toelichtig 17 aa alle bedrijve hiervoor ee bijkomede rapporterig gevraagd. Daari werd i hoofdzaak gepeild aar de voorziee uitvoerigsstatus eid 2012 va de zekere e de potetieel redabele maatregele uit hu eergiepla. Uit de resultate va deze aavullede rapporterig, die door het Verificatiebureau same met de moitorigverslage over 2011 geverifieerd werd, bleek dat ee 25-tal bedrijve mogelijks alteratieve maatregele zulle moete toepasse. Uit de moitorigrapporte over 2013 blijkt dat het aatal bedrijve met ee Resterede Afstad tot de Wereldtop afgeome is va 28 bedrijve i 2012 aar 14 bedrijve i 2013. Dit beteket dat 14 bedrijve gebruik gemaakt hebbe va de verlegig va het bechmarkigcoveat om hu RATW weg te werke. De overige 14 bedrijve waarva zes chemiebedrijve, twee voedigsbedrijve, drie textielbedrijve, twee houtbedrijve e teslotte éé bedrijf uit de keramische sector hebbe i 2014 og de mogelijkheid om deze RATW te vermidere of i het beste geval ogedaa te make door het uitvoere va bijkomede eergiebesparede maatregele. Pas a afsluitig va het huidig Bechmarkigcoveat zal blijke hoeveel bedrijve er effectief ee RATW overhoude die me diet te compesere met alteratieve maatregele (zoals het ilevere va emissierechte om te voldoe aa hu coveatverplichtige 38/55

6 INSPANNINGEN VAN DE OVERHEID 6.1 Artikel 12 Lid 1 Artikel 12, lid 1 va het bechmarkigcoveat stelt dat het Vlaams Gewest gee bijkomede maatregele zal oplegge gericht op verdere eergiebesparig of CO2-reductie. De Vlaamse overheid egageert zich verder ook dat de toegetrede vestigige die oder het toepassigsgebied va emissiehadel valle gee emissierechte moete aakope. Tot e met 2012 werd dit egagemet gecocretiseerd door de toewijzig va emissierechte coform ee Vlaams Toewijzigspla CO2 emissierechte. Sids 2013 verloopt de toewijzig va emissierechte echter iet lager op basis va ee atioaal Toewijzigspla, maar gelde Europese geharmoiseerde toewijzigsregels (zie het Besluit va de Commissie va 27 april 2011 tot vaststellig va ee voor de hele Uie geldede overgagsregelig voor de geharmoiseerde kosteloze toewijzig va emissierechte overeekomstig artikel 10bis va richtlij 2003/87/EG va het Europees Parlemet e de Raad, die i elke lidstaat toegepast moete worde. Aagezie het Vlaamse Gewest gee beleidsruimte meer heeft voor wat betreft de toewijzig va emissierechte, maakt dit egagemet iet lager ee oderdeel uit va het Bechmarkigcoveat. 6.2 Artikel 12 Lid 4 Vermiderde tarieve izake accijze: De wettelijke basis wordt gevormd door het Koiklijk Besluit va 3 juli 2005 (Belgisch Staatsblad 07.07.2005 houdede maatregele voor de toepassig va bepaalde verlaagde tarieve izake accijze e het Miisterieel Besluit va 27 oktober 2005 (Belgisch Staatsblad 09.11.2005 betreffede de belastig va eergieproducte e elektriciteit. De aavraagprocedure voor deze vermiderde tarieve werd door de federale overheid i ee omzedbrief gegote e de vermiderde tarieve werde (i voorkomed geval met terugwerkede kracht toegepast. Door de verlegig va de looptijd va het bechmarkigcoveat door de Vlaamse Regerig werd verzekerd dat de vermiderde tarieve izake accijze ook i 2013 behoude blijve als tegeprestatie voor de toegetrede bedrijve. 6.3 Artikel 12 Lid 5 Coform artikel 12, lid 5 va het bechmarkigcoveat, zal de Vlaamse Regerig aavullede Vlaamse steu tot de bevorderig va eergie-efficiëtie, i eerste istatie richte op de oderemige die zij toegetrede tot het bechmarkigcoveat. Om het ivesterigsklimaat i Vlaadere i de richtig va ee duurzame otwikkelig te stimulere, heeft de Vlaamse overheid de "Ecologiepremie" i het leve geroepe. De premie, ee oderdeel va het Actiepla Odereme, is bedoeld als fiaciële tegemoetkomig voor oderemige die i het Vlaamse Gewest ecologie-ivesterige realisere. Ee ecologiepremie is mogelijk voor milieu-ivesterige e ivesterige op eergiegebied. Er is ee limitatieve techologieëlijst beschikbaar met daarop 150 techologieë die i aamerkig kome voor ee ecologiepremie. De techologieë worde op ee objectieve, weteschappelijke basis geïdetificeerd e opgeome i de lijst. Ekel de techologieë die voorkome op deze lijst kome voor ee ecologiepremie i aamerkig. 39/55

Differetiatie aar al da iet toegetrede zij tot het bechmarkigcoveat om aaspraak te kue make op de ecologiepremie, werd doorgevoerd via het Miisterieel Besluit va 1 juli 2005 (Belgisch Staatsblad 29.07.2005 tot uitvoerig va artikel 13 va het besluit va de Vlaamse Regerig va 1 oktober 2004 tot toekeig va steu aa oderemige voor ecologie-ivesterige i het Vlaamse Gewest. Idie ee bedrijf behoort tot de doelgroep va het bechmarkigcoveat, da ka het allee geiete va de ecologiepremie idie het is toegetrede tot het bechmarkigcoveat. De Vlaamse Regerig heeft op 1/2/2011 het call systeem voor de ecologiepremie afgeschaft. Sidsdie is de ecologiepremie ee ope systeem. I 2012 was de ecologiepremie (EP-Plus geaamd verder va toepassig: elke oderemig die ivesteert i ee techologie op de lijst ka steu geiete voor zover voldaa wordt aa de radvoorwaarde. De techologieë worde igedeeld i 4 ecoklasse (A tot e met D. Het subsidiepercetage is afhakelijk va de ecoklasse. Techologieë met het grootste milieuvoordeel valle oder ecoklasse A e hebbe het hoogste subsidiepercetage. De Vlaamse Istellig voor Techologisch Oderzoek (VITO e het Agetschap Odereme bepale voor elke techologie de ecoklasse. De regelig is toegakelijk via ee iteretapplicatie. Op 20 december 2012 werd bovedie de strategische ecologiepremie gelaceerd. Deze strategische ecologiepremie is bedoeld voor grotere ecologieprojecte (> 3 Ml euro ivesterige die iet zomaar kue herleid worde tot ekele techologieë op de lijst. Deze project make deel uit va ee strategische visie va het bedrijf op vlak va milieu e/of eergie. De igediede projecte worde aar aalogie met de techologieë uit de techologieëlijst va de gewoe ecologiepremie eveees door de VITO e het Agetschap Odereme beoordeeld e igedeeld i verschillede ecoklasse (A-D die de hoogte va de subsidie bepale. 6.4 Artikel 12 Lid 6 Coform artikel 12, lid 6 va het bechmarkigcoveat, heeft de Vlaamse overheid i haar overheidscommuicatie aadacht besteed aa de positieve medewerkig va de coveatoderemige. Ook i de commuicatie va o.a. Agoria, essescia, Cobelpa e VOKA werd aadacht besteed aa de resultate va het bechmarkigcoveat. 40/55