Dalton Handboek voor Daltonschool de Meene 2014-2015



Vergelijkbare documenten
niet apart, maar samen

Waarom kiest t Kienholt voor Daltononderwijs?

Checklist groep 3 4 Doorgaande lijn Daltononderwijs

Welkom 29 oktober 2015

WAT IS DALTONONDERWIJS?

ZELFSTANDIG WERKEN OP DE. TWEEMASTER /Catamaran

Hieronder geven wij antwoord op een aantal vragen, die van belang kunnen zijn bij het kiezen van een school voor uw kind(eren).

Leerlijn zelfstandig werken. Schooljaar

De Kiezel en de Kei weektaken januari

Ons daltononderwijs. In dit nummer. Inrichting van de lokalen. Maart 2018 Nieuwsbrief Dalton

1. Inhoudsopgave - 2 -

De dagelijkse praktijk op de Fredericus

Hoofdstuk 6. De weektaak The assignment represents a contract between student and teacher (Helen Parkhurst)

1 De Johannes de Doperschool, een bijzondere school

BAS: Zelfstandige Leerhouding

Doorgaande lijn Vrijheid in Gebondenheid Groep 1-2 Groep 3 Groep 4 Groep 5 Groep 6 Groep 7 Groep 8. instructie aan de. doen.

BAS: Zelfstandige Leerhouding

Beleidsnotitie Zelfstandig werken OBS DE BOUWSTEEN

Het verbeterplan Spelling is gemaakt n.a.v. de klassenbezoeken en daaraan gekoppeld de analyse van de taalopbrengsten.

Beleidsstuk Zelfstandig Werken

Sabine Sommer is Interne begeleider van de bovenbouw.. Zij gaat vooral over de zorg van de kinderen.

Uitwerking Dalton visitatie 2018

Reflectiegesprekken met kinderen

Interactie 1. Basiscommunicatie en schriftelijke correctie. Slotdocument

Zelfstandig werken = actief en zelfstandig leren van een leerling. Het kan individueel of in een groep van maximaal 6 leerlingen.

Informatie avond groep 7

Werken met instructieblokken

Daltonontwikkelingsplan van

Het verbeteren van zelfwerkzaamheid van 2 havo/vwo leerlingen.

Plannen Groep 1/ 2. Taken plannen groep 1/2 Cds De Klister, Marieke Folkers

Daltonhandboek Het Kompas

Huiswerkbeleid op basisschool De Leerlingst

De vragen sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen en zijn onderverdeeld in de volgende vijftien categorieën:

Zelfstandig werken op CBS Ichthus. Beleidsdocument over zelfstandig werken

BAS: Weektaken. Oktober 2016

Daltonlijn. Verantwoordelijkheid

Informatieavond groep 6

Daltonplan De aanloop naar daltononderwijs

2. Waar staat de school voor?

Keuchenius: School met Talent. Groep 4 Schooljaar

Huiswerkbeleid Daltonschool Meander

Informatie groep 5 (schooljaar )

Format groepsplan. HOE bied ik dit aan? -instructie -leeromgeving AANPAK METHODIEK. Automatiseren Modelen. Automatiseren Modelen Begeleid inoefenen

Informatieavond groep 4

Beleidsdocument: Zelfstandig werken

Verslag ouderavond FIT(s) OP DE KRING

- Betrokkenheid - Vertrouwen - Verantwoordelijkheid Betrokkenheid is motivatie. Leerlingen die gemotiveerd zijn, ontwikkelen zich.

LESBESCHRIJVING HOGESCHOOL ROTTERDAM PABO. Hoofdfase

K.B.S. De Plataan voor katholiek basisonderwijs Vledderstraat 3E 7941 LC Meppel tel

Joannesschool: een TOM-school

Onze schooleigenvisie op huiswerk

Zelfstandige leerhouding 3 Begeleid zelfstandig leren

WELKOM INFORMATIEAVOND VAN GROEP 7 14 SEPTEMBER 2017

Nieuws. Dalton. Hallo Allemaal, Ouders in de klas. Dit Daltonkrantje is gemaakt met inbreng van ouders, kinderen en leerkrachten.


TEVREDENHEIDSONDERZOEK

Uitgangspunten: Daltononderwijs. Waar komen wij vandaan?

DE GESCHIEDENIS NAAR ONS DALTONONDERWIJS

Doel Het vergroten van de motivatie en het zelfvertrouwen van de leerlingen, het bevorderen van de effectieve leertijd en sociale vaardigheden.

IK-DOELEN BIJ DE DALTONUITGANGSPUNTEN

NIEUWSBRIEF. NR. 18 donderdag 14 januari 2016

Beleid voor NT2- leerlingen/ taalzwakke leerlingen op de Leilinde

3 Hoogbegaafdheid op school

Inhoud. Daltonschool De Vrijheid

Eindreflectie. Taakbekwaam bovenbouw. Anouk Bluemink Vr2B Datum: 21 mei 2014 SLB er: Agnes Hartman

Informatieboekje groep 4 schooljaar

Informatieboekje groep 1 & 2 van Aurora

Vrijheid, vrijheid in gebondenheid of toch maar verantwoordelijkheid? Het begrip vrijheid in de praktijk van het Nederlandse daltononderwijs

Les Dieren met een baan, thema vermaak

ontwikkelingsperspectief

Extra informatie OPEN DAG

Informatie groep 3. Taaktijd

Lesbrief cluster 1/2. Dagindeling. dagkleuren: maandag - rood dinsdag - oranje woensdag - geel donderdag - groen vrijdag - blauw

[INFORMATIE VOOR OUDERS] Dit document bevat informatie voor groep 3C.

Aanleiding projectweken. Gewenste kaders van een projectweek. Het proces

De ontwikkelde materialen per unit.

Differentiëren met een groepsplan

Informatie groep 5 Daltonschool In Balans Schooljaar 2015/2016

Informatieavond groep 5

Groepsbrief groep 1en 2

Groep 1 en 2 Schooljaar

Huiswerkprotocol Mattheusschool

Discussiëren Kun Je Leren:

Groepsbrief. Aan de ouders van de kinderen uit groep 1 en 2

HUISWERKBELEID 1. AANLEIDING

Compacten bij rekenen

Obs De Bouwsteen maart Notitie huiswerkbeleid OBS DE BOUWSTEEN

JAARVERSLAG VOOR DE OUDERS

Lesvoorbereiding Onderbouw (groep 1/2/3)

Middelen om reflectie te oefenen

Ontwikkelingslijn: Interactie Ontwikkelingsveld 1: Basiscommunicatie en schriftelijke correctie Eigenaar: Inge Kiers

overzicht van algemene en lesinhoudelijke zaken die voor groep 3 van belang zijn

Pedagogische aanpak op de St. Plechelmusschool

Het huiswerk heeft de volgende functies: - Het kan er toe bijdragen dat kinderen niet achterop raken met het onderwijsprogramma

Daltonbasisschool De Springplank

Christelijke Basisschool De Bron. Frankenskamp DE Harderwijk

Klassenkrant van groep

Doel van deze avond. Kennis maken met de groepsleerkrachten en ouders. Informeren werkwijze activiteiten groep Gelegenheid tot vragen stellen.

Algemene belangrijke zaken

Transcriptie:

Dalton Handboek voor Daltonschool de Meene 2014-2015 Frans Halsstraat 25 7021 DL Zelhem. Site: www.cbsdemeene.nl Mail:info@cbsdemeene.nl Telefoon; 0314 622002

Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 1.1 Visie van Daltonschool de Meene. 4 1.2 De zes kernwaarden van Dalton uitgelicht. 5 1.3 Voordelen van Daltononderwijs. 6 2. De invulling van het Daltononderwijs op de Meene School. 7 2.1 Dagkleuren. 7 2.2 Planbord voor de groepen 1, 2 en 3. 8 2.3 De organisatie. 8 2.4 De inloop. 11 2.5 Het computergebruik. 11 3 De Symbolen. 12 3.1 Uitgestelde-aandacht-teken. 12 3.2 Het stilte-teken. 12 3.3 Het gebruik van de dobbelsteen. 12 3.4 Namenbord voor samenwerken. 13 3.5 Het plan- kiesbord. 13 3.6 Toiletbezoek. 13 3.7 Hulpjes 14 3.8 Instructietafel. 14 3.9 Hulpronde. 14 3.10 Taaltekens /termen. 14 4. De Taak/Effectiviteit 15 4.1 Opbouw. 15 4.2 Het aanbieden van de taak. 16 4.3 Omvang en inhoud van de taak. 19 4.4 Planning en notatie. 20 4.5 Differentiatie. 20 4.6 Evaluatie en beoordeling. 21 4.7 Zelfcorrectie/reflectie 21 5. Toetsgegevens/Borging 22 5.1 Rapporten. 22 5.2 Portfolio/trotsmap. 22 6. Klassenmap. 22 7. Werkplekken. 23 8. Georganiseerd overleg. 8.1 leerlingenraad 24 8.2 Ontwikkelingsactiviteiten binnen het Daltononderwijs. 24 8.3 betrokkenheid 25 9. Evaluatie, Borging en ontwikkeling 26 9.1 Beleids-, ontwikkelplan 28 10. Hier staan we voor! 29 Bijlage 30 2

3

1. Inleiding. In dit handboek willen wij u informeren hoe ons Daltononderwijs gestalte krijgt. Het Daltononderwijs gaat uit van het gegeven dat ieder mens in staat is tot het dragen van verantwoordelijkheid voor zichzelf en voor zijn of haar omgeving. Dit is een voorwaarde om goed te kunnen functioneren in een democratische samenleving. Daltonschool de Meene kenmerkt zich door de zes Dalton kernwaarden: Zelfstandigheid. De kinderen leren zelf hun werk te plannen en zo ook een eigen verantwoordelijkheid te dragen voor hun werk. Samenwerking. Daar waar mogelijk is, mogen de kinderen samenwerken aan taken. Daarbij mogen zij ook een eigen werkplek kiezen. Hiervoor gelden duidelijke regels en afspraken. Verantwoordelijkheid/vrijheid in gebondenheid. De kinderen hebben verantwoordelijkheid voor het eigen werk, het eigen doen en laten en de wijze van omgang met anderen. Dit zal vanzelfsprekend onder aansturing van een groepsleerkracht gebeuren. Effectiviteit. Daltononderwijs is gericht op effectief verzorgen van goed onderwijs. Daarbij kijkt de leerkracht telkens kritisch of de gebruikte methodieken wel geschikt zijn. Door te blijven experimenteren op basis van verworven kennis en inzichten zal het onderwijs doelmatig met zijn tijd meegaan. Reflectie Zonder reflectie geen kritische kijk op doelmatig onderwijs. Reflecteren op alle niveaus geeft inzicht in jezelf en de processen. Wij leren kinderen reflecteren en zich van daaruit verder te ontwikkelen. Vanaf groep 1 tot en met groep 8 is dit onderdeel van het onderwijs. Borging Kwaliteit van processen moeten worden herkend en systematisch geborgd worden. Op Daltonscholen is een duidelijke kwaliteitscyclus aanwezig, op kind-, personeels- en schoolniveau. Het daltononderwijs op onze school is een proces van continue in ontwikkeling zijn. Om alle afspraken en werkwijzen goed te borgen, is deze daltonreader geschreven. Het biedt iedereen duidelijkheid, geeft richting en maakt de doorgaande lijn zichtbaar. Doordat er veranderingen kunnen plaatsvinden binnen het onderwijs, ons onderwijs, is het van groot belang dat dit document jaarlijks wordt aangepast door de coördinatoren Dalton. De doelgroepen voor deze daltonreader zijn: Het team van Daltonschool de Meene Nieuwe leerkrachten, invalleerkrachten, stagiaires Ouders en nieuwe ouders De MR De OR Het College van Bestuur van Gelderveste. Visiteurs van de NVD Onderwijsinspectie Andere belangstellenden Daltononderwijs heeft als basis wederzijds vertrouwen! 4

1.1 Visie van Daltonschool de Meene School. De visie: Als christelijke school geven wij dagelijks aandacht aan de godsdienstige vorming. Respect hebben voor elkaar is de basis van ons onderwijs. Leren doe je zelf, dat doet niemand anders voor je. Leren door doen is een belangrijk aspect binnen onze school. Leren doe je van en met elkaar. In ons onderwijs houden we rekening met de verschillen tussen leerlingen. Wij geven leerlingen ondersteuning op maat. Wij geven onderwijs dat betekenis heeft voor de leerlingen, de leerkrachten en de samenleving. Wij geven onze leerlingen veel verantwoordelijkheid om eigen keuzes te maken bij het uitzetten van hun leerweg. Het onderwijs op onze school heeft als motto meegekregen: plezier op school geeft plezier in leren. 5

1.2 De zes kernwaarden van Dalton uitgelicht. Samenwerking: Bevorderen van sociale ontwikkeling door o.a. samen te reflecteren op gedane activiteiten. Het principe van samenwerken is een uitwerking en aansluiting voor en bij het functioneren in de maatschappij. Dit betekent voor ons onderwijs dat leerlingen elkaar helpen door het stellen van vragen, het samen zoeken naar een oplossing, elkaar suggesties geven en rekening houden met elkaar. Het doel is: - vergroten van het leereffect. - bevorderen van de sociale ontwikkeling. Zelfstandigheid: Onder zelfstandigheid verstaan wij: het zelf naar oplossingen zoeken, actief zelfontdekkend bezig zijn en het ontwikkelen van een eigen verantwoordelijkheidsgevoel (zorg dragen voor elkaar, materialen en leeromgeving) Deze manier van werken levert betere begripsvorming en denkstructuren op bij de kinderen. Op Daltonschool de Meene krijgen de leerlingen hier de ruimte voor. Vrijheid/verantwoordelijkheid: Vrijheid/verantwoordelijkheid is noodzakelijk om eigen keuzes te maken. Verantwoordelijkheid betekent, kunnen omgaan met vrijheid. Verantwoordelijk is de leerling ook door zelfstandig te kunnen werken aan zijn/haar opgedragen/gekozen taak die vermeld staat op het weektaakformulier. Vrijheid kenmerkt zich door het kiezen van een werkplek. De verantwoordelijkheid bij de leerling ligt in het gebruik van de werkplek: houden aan de afgesproken regels, het opruimen van de werkplek en het samenwerken op de werkplek. Effectiviteit. Daltononderwijs is gericht op effectief verzorgen van goed onderwijs. Daarbij kijkt de leerkracht telkens kritisch of de gebruikte methodieken wel geschikt zijn. Door te blijven experimenteren op basis van verworven kennis en inzichten zal het onderwijs doelmatig met zijn tijd meegaan. Reflectie Zonder reflectie is er geen kritische kijk op doelmatig onderwijs. Reflecteren op alle niveaus geeft inzicht in jezelf en de processen. Wij leren kinderen reflecteren en zich van daaruit verder te ontwikkelen. Vanaf groep 1 tot en met groep 8 is dit onderdeel van het onderwijs. Deze kernwaarde zal in deze reader verder uitgewerkt worden. Borging Kwaliteit van processen moeten worden herkend en systematisch geborgd worden. Op Daltonscholen is een duidelijke kwaliteitscyclus aanwezig, op kind-, personeels- en schoolniveau. Deze kernwaarden zijn terug te vinden in: de organisatie van het onderwijs de manier van lesgeven ( didactiek) het pedagogische klimaat ( gevoel van veiligheid) Dit alles geldt zowel op school- als op klassenniveau. Dalton is geen systeem, het is een concept. Binnen dit concept kunnen allerlei andere vormen van onderwijs toegepast worden, zolang het daltonconcept maar gewaarborgd is. Het is een vorm van onderwijs die steeds kan blijven aansluiten bij de tijd waarin wij leven. Daltononderwijs blijft daarmee onderwjs dat streeft naar verbetering, vernieuwing en verdieping. 6

1.3 Voordelen van Daltononderwijs. - Leerlingen, die met vrijheid en verantwoordelijkheid hebben leren omgaan, kunnen efficiënt met hun tijd omgaan. - Als kinderen zelf dingen kunnen ontdekken en uitzoeken, hoeven zij minder tijd te luisteren en stil te zitten. - Alle leerlingen zijn betrokken en actief bij een taak. - Door een korte en effectieve instructie wordt de motivatie vergroot. - De leerling leert te plannen omdat hij het werk zelf kan indelen. - De leerling wordt gestimuleerd zelf initiatief te nemen. - De leerling leert verantwoordelijkheid dragen. - De relatie tussen leerkracht en leerling is belangrijk. Er is een relatie op basis van vertrouwen en respect. - De band tussen leerlingen onderling wordt hechter doordat ze vaker op elkaar zijn aangewezen (samenwerking). - Kinderen leren rekening houden met elkaar. - Door het werken met de taak heeft de leerkracht meer tijd en ruimte om leerlingen individueel te helpen: leerlingen met problemen maar ook met meer mogelijkheden de zgn. Plus leerlingen. 7

2. De invulling van het Daltononderwijs op de Meene School. 2.1 Dagkleuren. Iedere dag van de week wordt door de hele school aangegeven met een vaste kleur. Deze kleuren structureren de week voor de kinderen wat hen helpt om een planning te kunnen maken. De kleuren hangen op een zichtbare plek in het lokaal. De kleuren zijn: Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag blauw geel oranje groen rood De dagkleuren worden gebruikt bij de administratie van verschillende zaken. (afkleuren van gemaakt werk, bij het plannen van het werk) In de kleutergroepen worden de dagkleuren aan het begin van elke dag benoemd en het kind van de dag (hulpje) mag met een wasknijper de dag op het dagschema aangeven. Zo blijft het de gehele dag zichtbaar voor alle kinderen. De Dalton-aspecten die hierbij horen zijn: Vrijheid/verantwoordelijkheid Zelfstandigheid Reflecteren Samenwerken Verantwoordelijkheid voor de eigen planning. Zelfstandig administreren. Vooraf, tijdens en achteraf het werk bekijken. Wie is mijn weekmaatje deze week? Met welke taak wordt er samengewerkt? 2.2 Planbord voor de groepen 1, 2 en 3. Een hulpmiddel om de activiteiten duidelijk te maken is een visuele ondersteuning door middel van foto s. De uitgangspunten: We vinden het van belang dat er een doorgaande lijn is tussen de groepen 1, 2 en 3 met betrekking tot het kiezen en plannen en het werken met een dag/weektaak. We vinden het van belang dat kinderen een vrije keuze hebben met wie ze spelen en waarmee ze spelen. We vinden het van belang dat er aandacht is voor verschillen in ontwikkelingen van kinderen. We vinden het van belang dat kinderen leren samenwerken om zo de ontwikkeling te stimuleren. We vinden het van belang dat er veel aandacht is voor de spelontwikkeling. We vinden het van belang dat kinderen een gevarieerd en uitdagend activiteitenaanbod wordt aangeboden. 8

De doelen: Kinderen leren zelf keuzes maken bij het aanbod van activiteiten. Kinderen leren zelf activiteiten te plannen. Kinderen leren om te gaan met het uitvoeren van verplichte en keuze activiteiten. Kinderen worden gestimuleerd om samen te werken/samen te spelen. Kinderen worden gestimuleerd om zelfstandig activiteiten uit te voeren. Kinderen worden gestimuleerd om initiatieven te nemen. Kinderen worden gestimuleerd om verantwoordelijk te zijn voor de materialen/het lokaal. Het onderwijsaanbod (in de groepen 1 tot en met 3 naar aanleiding van het planbord.) In de groepen 1 en 2 bestaat het aanbod uit keuze, verplichte en extra activiteiten. Het aanbod bestaat uit leerkrachtgebonden activiteiten en uit zelfstandige activiteiten. Het aanbod bestaat uit: Speelhoeken en knutselactiviteiten Taal- lees-, schrijfactiviteiten Reken- wiskundigenactiviteiten Constructieve activiteiten Motorische activiteiten. Groep 3. Het aanbod is in grote lijnen hetzelfde als in de groepen 1 en 2. Het verschil in aanbod zit in de leerkracht gebonden en de leerling gebonden activiteiten. In groep 3 worden ook veel activiteiten aangeboden in verschillende niveaus. Deze verschillen zijn vooral zichtbaar in de aanbieding van het leesonderwijs. Er wordt ook hier uitgegaan van leerkracht en leerling gebonden activiteiten. De aanbieding kenmerkt zich in de activiteiten rondom zon, raket, maan en ster. 2.3 De organisatie. In groep 1: Het planbord geeft de verplichte en de keuze activiteiten aan. De activiteiten zijn zichtbaar gemaakt d.m.v. foto s/picto s met een gekleurde rand. ( deze kleuren corresponderen met de kleur van de kast/spelletjes en of bakken met materialen voor de werkjes) De namen van de kinderen zijn te lezen op het bord d.m.v. naamkaartjes. De indeling van het planbord als ondersteuning voor de kinderen: Op de bovenste regel hangen dagritmekaarten ( foto s) Op de volgende regel hangen de picto s van de verplichte werkjes en de foto s van de hoeken en de kleine kring. De resterende regels worden gebruikt voor de foto s van de inloop en vrije keuze materialen. Onderaan het bord hangen de naamkaartjes van de leerlingen. De opdrachten worden allemaal op maandag aangeboden en blijven de hele week hangen. Er zijn drie weekwerkjes, deze staan bovenaan op het bord met de hoeken en evt. de kleine kring. De leerlingen plannen zelf wanneer de activiteiten uitgevoerd worden. Aan het eind van de week moeten twee van de verplichte drie werkjes af zijn. Er wordt geprobeerd om de leerlingen zo te sturen dat de werkjes over de week verdeeld worden. (op de maandag en dinsdag 1 activiteit en op de woensdag, donderdag en vrijdag 1 activiteit). Instroomleerlingen hebben de eerste 3 maanden geen verplichte activiteit. 9

Groep 2. De inzet van het planbord is op de meeste punten gelijk met dat van groep 1. Er is een aantal verschillen omdat dit weer een hoger niveau is: Er zijn drie weekwerkjes deze staan bovenaan het bord met de hoeken en evt. kleine kring. De leerlingen plannen zelf wanneer de activiteiten worden uitgevoerd. Aan het eind van de week moeten er drie werkjes af zijn. Het registratiebord vervalt; de leerlingen registeren hier op papier: de voorloper van de weektaak. De leerlingen krijgen op maandag een weektaak met de picto s van de verplichte werkjes met een smiletje er achter. Als een werkje af is, kleuren de leerlingen dit in de kleur van de dag waarop het werkje afgemaakt is. Groep 3. De inzet van het planbord. Het planbord wordt gebruikt tijdens de inloop, taal/lezen, rekenen en schrijven op de ochtend. Het planbord geeft de verplichte en de keuze activiteiten aan. De activiteiten zijn zichtbaar gemaakt d.m.v. foto s/picto s. De namen van de kinderen zijn zichtbaar gemaakt door kaartjes met de namen er op. 10

De indeling van het planbord in groep 3. Het bord is hier een combinatie van plan- en kiesbord. Op de eerste rij hangen de foto s van het vak waar op dat moment aan gewerkt wordt. Het gaat hierbij om de vakken taal/lezen, rekenen of schrijven. Het werk bevat zowel leerkracht als leerling gebonden werk. Onder de foto s kunnen eventueel de picto s voor individueel of voor tweetallen werk gehangen worden. Ook kan met een picto aangegeven worden of het werk betreft voor maan- raket- of zonkinderen of een combinatie hiervan. Op de tweede rij staat de keuze voor als de leerlingen klaar zijn. Deze rij wordt alleen gebruikt bij taal/lezen. Op de derde rij hangen de weekwerkjes die verplicht zijn. Op het eind van deze rij hangt de aanduiding klaar? en de foto van de kiestafel. Op de vierde rij tenslotte hangen de inloop activiteiten en de naamkaartjes van de leerlingen. De opdrachten van rij 3 en 4 worden op maandag aangeboden en blijven de hele week hangen. De leerlingen hebben een weektaak op papier. Zij moeten er zelf zorg voor dragen dat de verplichte weekwerkjes aan het eind van de week gemaakt zijn. Zij kleuren de weekwerkjes af met de kleur van de dag. Ook de inloopactiviteiten worden per dag afgekleurd met de kleur van de dag. Na de meivakantie wordt een volledige weektaak aangeboden. De rijen 1, 2 en 3 van het bord worden dan na een tijdje niet meer gebruikt. Vrijheid/verantwoordelijkheid Zelfstandigheid Samenwerken Reflecteren Verantwoordelijkheid ( leren) nemen voor eigen planning. Zelfstandig ( leren) administreren (Leren) samenwerken met andere niveaus ( zon-, maanniveau enz.) Hoe is het met mijn werk en planning gegaan? Het planbord in de groepen 4 tot en met 8. Het planbord wordt in de groepen 4 tot en met 8 doorgevoerd alleen met de keuze opdrachten in het kader van de taalactiviteiten. De leerlingen plannen op maandag/dinsdag de activiteiten en met wie het wil samenwerken en wanneer: groep 7 en 8 laten dit gefaseerd los. Naar aanleiding van de gemaakte rekentoetsen maken de leerlingen een planning van de te oefenen stof. Dit geven de leerlingen aan op hun eigen weektaak. In de bovengenoemde groepen is een dag/weektaak ingevoerd. De leerlingen kleuren ook de smiletjes als het werk af is in de kleur van de dag. Vrijheid/verantwoordelijkheid Zelfstandigheid Samenwerken Reflecteren Al verantwoordelijkheid nemen voor eigen planning. Zelfstandig leren administreren Samenwerken met een of meerdere kinderen. Kan ik leerpunten halen uit mijn werk? 11

2.4 De inloop. De inloop is voor de groepen 1 tot en met 3 van 8.20 8.30 uur. Tijdens de inloop ligt er een aantal activiteiten klaar voor de leerlingen. De invulling van de inloop wordt per groep ingevuld. 2.5 Het computergebruik. De computers worden in elke groep gebruikt. In elk lokaal staan vier computers die op het netwerk zijn aangesloten. Er is in elke groep een lijst met gouden regels voor internet gebruik. (zie bijlagen) In groep 1 wordt de computer veelal in de inloop gebruikt met hulp van een stagiaire of leerkracht. De maatjes van die dag zitten achter de computer. De computer wordt in een werkles en tijdens de inloop ingezet. Er worden dan programma s gezocht die bij het thema horen. In groep 2 wordt de computer ook ingezet in de inloop. Hiervoor is een schema voor de leerlingen die aan de beurt zijn. Dit systeem komt overeen met de kleuren van de dag en de kleur van de groep waar de kinderen in zitten (op de blauwe dag mogen de leerlingen uit de blauwe groep enz.) Ook wordt de computer ingezet bij het kiesbord. De programma s worden bij het thema gezocht. De programma s worden veelal van internet gehaald. Het programma Bas gaat digitaal, schatkist lezen en reken zijn daar aan toegevoegd. Ook in groep 3 worden de computers in de inloop opgestart. Het programma behorend bij VLL wordt veelal daarbij gebruikt. Er wordt volgens een afroepsysteem gewerkt. De eerste leerlingen beginnen en geven dan de beurt door. Tijdens de werkles worden de computers ingezet voor taal/reken opdrachten. De leerlingen die klaar zijn met het werk kunnen achter de computer gaan zitten en verder gaan met het programma. Iedere kern heeft een aantal spelletjes waarbij je de oefentijd in kunt stellen. De rekenprogramma s worden minder gebruikt omdat de oefentijd voor VLL nogal groot is. Ook wordt de computer voor RT ingezet. ( RT= Remedial Teaching, hulpprogramma) In de hogere groepen worden de computers meer ingezet tijdens de les. Tijdens de inloop en het groepsdoorbrekend werken worden de computers ingezet voor projecten, oefenen van tafels en afspraken van spelling, waarin ook de RT verwerkt is. Het digibord is geïntegreerd in de aangeboden lessen. Te denken valt aan de thema s Alles-in-een en reken- en taalactiviteiten. Vrijheid/verantwoordelijkheid Zelfstandigheid Samenwerken Reflecteren De leerlingen kunnen (steeds) meer zelf de opdrachten inplannen De leerlingen weten dat deze opdrachten ook gedaan moeten worden zonder dat de leerkracht gevraagd moet worden. De leerlingen bepalen zelf of de opdracht alleen of samen gemaakt kan worden. Een plan maken welke moeilijkheid nog een keer geoefend gaat worden of gemaakt kan worden. 12

3. De Symbolen. Binnen de school worden verschillende symbolen gebruikt. 3.1 Uitgestelde-aandacht-teken. In groep 1 en 2 is het teken voor de uitgestelde aandacht een beer. In de groepen 3 tot en met 8 hangt een verkeerslicht op een duidelijk zichtbare plek. Dit teken dient om leerlingen te helpen om anders om te gaan met hulp. Als de leerkracht het licht op rood heeft gezet, betekent dit voor de leerlingen: De leerkracht is nu even niet voor mij beschikbaar. De leerling moet nog een keer naar de opdracht kijken. Is de opdracht dan nog niet duidelijk dan kan de leerling de vraag aan zijn schoudermaatje stellen. Weet het schoudermaatje het ook niet dan kan de vraag aan het groepje gesteld worden. Is de vraag voor het groepje ook onduidelijk dan kan de opdracht even overgeslagen worden tot het licht op groen staat. Ook kan de leerling zijn dobbelsteen op een? zetten. Bij groen licht kan de leerling de leerkracht weer om hulp vragen, als de leerkracht de hulpronde doet. 3.2 Het stilte-teken. Als de leerkracht de aandacht wil en stilte, laat de leerkracht dit zien door de rechterhand omhoog te steken en de wijsvinger van de linkerhand op de lippen te leggen. In de onderbouw maken de leerlingen dit teken mee. Ook wordt in de onderbouw de triangel als stilteteken gebruikt. In de bovenbouw signaleren de leerlingen het stiltegebaar en ondersteunen het niet meer als gebaar. 3.3 Het gebruik van de dobbelsteen. In de groepen 3 tot en met 6 zijn de leerlingen in het bezit van een aandachtsdobbelsteen. De leerling kan bij het zelfstandig werken zelf kiezen welke kant hij boven zet. Er zijn de volgende mogelijkheden: De leerling zet de dobbelsteen op rood. Daarmee geeft hij aan dat hij niet gestoord wil worden. De leerling zet de dobbelsteen op groen. Daarmee geeft hij aan dat hij zijn groepsgenoten wil helpen. De leerling zet de dobbelsteen op het vraagteken als hij een opdracht niet weet. Eerst vraagt hij aan zijn schoudermaatje dan de groep en als die het ook niet weten dan zet hij de dobbelsteen op het vraagteken. Daarmee geeft hij aan dat hij een vraag heeft. Dit is ook een teken voor de leerkracht. De leerkracht ziet met dit teken dat er voor de leerling iets niet duidelijk is. Groep 6 bouwt het gebruik van de dobbelsteen af. 13

In de groepen 7 en 8 zijn de leerlingen op de hoogte van de afspraken over uitgestelde aandacht. De leerling kan zelf aangeven of hij zelfstandig wil werken of hulp wil bieden. 3.4 Namenbord voor samenwerken. In de groepen 1 tot en met 8 hangt op een zichtbare plek in de groep een bord met daarop de namen van de kinderen. Op dit bord kan de leerling zien met wie hij die week verplicht samenwerkt. Deze manier van samenwerken wordt 2x per week ingezet. Dit is in het kader van de sociaalemotionele ontwikkeling. Om zo het samenwerken te bevorderen tussen kinderen die elkaar niet uit zichzelf zouden kiezen. Dit wordt in de klassen weekmaatje genoemd. 3.5 Het plan-kiesbord. Kinderen kunnen zelf aan de symbolen/naamkaartjes zien welke hoeken/werkjes/activiteiten/taalrekenactiviteiten aan de beurt zijn en welke activiteiten er nog vrij zijn. Dit symbool wordt in elke bouw aangepast. 3.6 Toiletbezoek. In de groepen 1 en 2 wordt door de kinderen een ketting gebruikt als zij naar het toilet gaan. In de groepen zijn kaartjes opgehangen met het symbool voor jongens en meisjes waarmee aangegeven wordt dat er al leerlingen naar het toilet zijn. Als een leerling het toilet wil bezoeken, neemt hij/zij een kaartje mee of hangt het op bezet. In de groepen is door de leerkracht een symbool bedacht. De groepen 6, 7 en 8 hebben hier geen teken meer voor. 14

3.7 Hulpjes In elke groep is een systeem bedacht waaruit blijkt welke kinderen de hulpjes van de dag/week zijn. Zij zijn de rechterhand van de leerkracht d.w.z.: schriften uitdelen, bloemen water geven, de klas wat opruimen, enz. 3.8 Instructietafel. De groepen 1 en 2 hebben geen instructietafel maar oefenen in de kleine kring. Na de klassikale korte instructie kan er een aantal leerlingen aan het werk gaan. De leerkracht geeft nog een keer de ruimte en de gelegenheid om extra instructie te geven aan leerlingen die nog niet direct aan het werk kunnen gaan. Als deze leerlingen ook aan het werk zijn, is er voor de leerkracht ruimte om met zorgleerlingen/plusleerlingen aan de instructietafel te gaan zitten. Aan deze tafel is ruimte voor directe, persoonlijke hulp. De leerlingen gaan terug naar hun plaats als zij ook de mogelijkheid zien om aan het werk te gaan. Voor de leerkracht biedt dit de ruimte om andere kinderen aan tafel uit te nodigen die op een ander niveau hulp nodig hebben. 3.9 Hulpronde. De leerkracht biedt hulp aan de kinderen door hulprondes te lopen. Dit gebeurt door een vaste route door de klas te lopen. De leerlingen weten wanneer de leerkracht langs komt. De leerkracht ziet dat een leerling een vraag heeft omdat het vraagteken zichtbaar is op de dobbelsteen. (uitgezonderd groep 7 en 8). De leerkracht inventariseert de vragen en neemt dan initiatief om de leerling hulp te bieden. De leerling komt niet bij de leerkracht maar de leerkracht komt naar de leerling. De hulpronde komt na de klassikale instructie. (na 10 min) De leerlingen zijn allemaal aan het werk. De leerkracht heeft dan tijd voor individuele hulp. Als die leerlingen aan het werk zijn, volgt er weer een hulpronde. De leerkracht bepaalt zelf hoeveel rondes er gelopen worden. Vrijheid/verantwoordelijkheid Zelfstandigheid Samenwerken Reflecteren Symbolen geven duidelijkheid zodat het kind verantwoordelijkheid kan nemen voor de eigen keuzes. Daarnaast geven ze ook de mate van vrijheid aan. Kijkend naar het symbool kan het kind zelfstandig beslissingen nemen. Het hoeft niet aan de leerkracht gevraagd te worden. Door de symbolen te respecteren, houdt het kind rekening met de anderen. Kan ik al zonder de symbolen? Kan ik beslissingen nemen zonder de leerkracht te vragen? 3.10 Taaltekens /termen. Ook in taal zijn een aantal voorbeelden te noemen die wij in de groep gebruiken. ( zie hieronder) Liniaalstem. Een liniaal is 30 centimeter. Je stemgebruik is zo hard dat iemand die op deze afstand van je zit, je makkelijk verstaat. Zo ontstaat een prettige werksfeer waarbinnen leerlingen goed kunnen samenwerken in verschillende groepen. Schoudermaatje. Met deze term bedoelen we dat de leerling kan samenwerken met diegene die aan zijn schouderzijde zit. Deze termen komen terug bij coöperatief leren. Deze term wordt veel in de groepen gebruikt. 15

Oogmaatje. Met deze term bedoelen we dat de leerling kan samenwerken met diegene die tegenover hem/haar zit. Deze termen komen terug bij coöperatief leren. Deze term wordt veel in de groepen gebruikt. Denktijd. De denktijd wordt aangegeven door de leerkracht na het stellen van een vraag zodat elke leerling de kans krijgt om een antwoord te bedenken. Daardoor krijgt een kind niet onverwachts een beurt waarop het dan een antwoord moet geven. Het voordeel van denktijd is ook dat leerlingen actiever mee (moeten) doen. Vrijheid/verantwoordelijkheid zelfstandigheid Samenwerken Reflecteren De leerlingen hebben veel vrijheid binnen het samenwerken met deze afspraken. De leerlingen weten met deze afspraken op welke manier ze zelfstandig kunnen samenwerken. De leerkracht geeft aan welke vorm van samenwerken en zelfstandigheid aan de orde is. De leerkracht geeft de vorm aan van samenwerken. De leerling weet gelijk wat de vorm inhoudt. Met wie moet ik samenwerken, hoe ging het samenwerken? Wat wordt mijn leerpunt? 4. De taak. Vanaf het moment dat kinderen op school komen, werken ze met taken. De ontwikkeling van de taak loopt van een taakje, groep 1, tot een volledige dag/weektaak, vanaf groep 4. Onder dag/weektaak verstaan we het formulier waarop de opdrachten voor de kinderen staan. In de bovenbouw wordt het formulier steeds meer een weektaak. 4.1 Opbouw. In groep 1 en 2 staan daar de moetwerkjes op, variërend van 2 tot 3 werkjes. In groep 3 werken de leerlingen eerst vanaf het plan/kiesbord met inkleuren van de inloopopdrachten en opdrachten op het weektaakformulier in picto s. Na de meivakantie gaat deze groep over tot het formulier dat gebruikt wordt door de groepen 4 tot en met 8. De groepen 4 tot en met 8 gebruiken hetzelfde formulier. In de groepen 4 en 5 zijn het doorgaans dagtaken die op het weektaakformulier staan. De groepen 6 tot en met 8 gaan meer over tot het werken met een weektaak. D.w.z. dat de taken verdeeld kunnen worden over meerdere dagen in de week. Tekens op de weektaak. X Er komt eerst instructie / Als de leerling nog instructie nodig heeft, wordt die gegeven. Een leeg vierkantje betekent dat er niet op instructie gewacht hoeft te worden, de leerling gaat er zelf mee aan het werk. Dit mag ook met opdrachten die verderop in de week gepland staan. Kieswerk met stip is verplicht werk. W Het zelfcorrigeren door de leerlingen. Weekmaatje ( Met het weekmaatje maken ze twee opdrachten in de week) Een foto van de woordmuur naar aanleiding van Woordenschat. 16

Gebruik van de dag/weektaak. Aan het werken met een weektaak gaat een korte instructie vooraf. Op een weektaak staan alle taken die in een week moeten worden afgewerkt. Door het bundelen van alle dagtaken in de vorm van een weektaak krijgen de kinderen een beeld van: De hoeveelheid werk De samenstelling van een taak De soorten opdrachten De verschillende vakgebieden. Omdat het werk steeds afgekleurd wordt in de kleur van de dag, wordt het inzicht en het overzicht van het weekritme versterkt. De leerkracht krijgt inzicht in het inplannen en het werktempo van de leerlingen. Ook de leerlingen worden zo bewuster van hun werktempo e.d. Op de weektaak bieden we de leerlingen een zo ruim mogelijke variatie aan in vakgebieden, (kieswerk en opdrachten met stip), waarbinnen ieder kind op eigen niveau, in eigen tempo en volgens een zelf bepaalde volgorde het werk binnen een van tevoren afgesproken tijd maakt. Vrijheid/verantwoordelijkheid. Reflecteren Leerling kan zelf zijn werk indelen doordat de regels over het werken aan de taak duidelijk zijn. Hij kan op eigen tempo, niveau en de keuze van volgorde in zijn werk, aan zijn taak beginnen. Hoe ga ik mijn weektaak inplannen? 4.2 Het aanbieden van de taak. Volgens het directe instructiemodel. Coöperatieve werkvormen. Het directe instructiemodel. Goed onderwijs geven, vraagt om het nemen van een juiste beslissingen. Deze besluiten kun je verantwoord nemen als je een goed overzicht hebt van de verschillende onderdelen van een les. Bij een goede voorbereiding van de les is het doel voor de leerkracht helemaal duidelijk. Dit doel wordt kenbaar gemaakt aan de leerlingen zodat de leerlingen weten waar zij zich op moeten richten. Het doel van de les staat ook vermeld op de weektaak van de leerlingen per dag/per vak. Tijdens de voorbereiding en het plannen van het doel zijn er een aantal zaken waarmee o.a. rekening gehouden moet worden: De inhoud van de leerstof De voorkennis van de leerling De leermogelijkheden van de leerling(en) De keuze uit de didactische aanpak Het directe instructiemodel gaat over de instructiefasen van een les. Instructie is het presenteren en inzichtelijk maken van nieuwe kennis en vaardigheden. Tijdens de instructie ondersteunt de leerkracht de leeractiviteiten van de leerlingen en geeft hieraan structuur en richting. De leerkracht bepaalt wat en hoe de leerlingen leren of geeft leerlingen feedback over wat de leerlingen geleerd hebben. Dit model is ingedeeld in zes fasen: 1 Dagelijkse terugblik 2 Presentatie 3 Begeleide ( in-) oefening 4 Zelfstandige verwerking 5 Terugblik 6 Terugkoppeling 17

Dit model is geen model dat je bij elke les gebruikt. Het model is effectief voor het leren van nieuwe leerstof en begrippen. Tijdens het inoefenen van de nieuwe leerstof loopt de leerkracht hulprondes en observeert de leerlingen die aan het werk zijn en geeft hulp waar nodig. De rol van de leerkracht is: Aanmoedigen Positief gedrag stimuleren in coöperatieve werkvormen De taak verhelderen Leerlingen meenemen in gesprekjes tot verdieping en nadenken Inventariseren waar de moeilijkheden liggen. Coöperatieve werkvormen. Coöperatieven werkvormen zijn belangrijk voor kinderen omdat ze op deze manier op een ontdekkende, speelse en actieve manier vaardigheden leren die ze later nodig hebben voor een toekomstige en optimale ontwikkeling. Coöperatief leren is om verschillende redenen een belangrijk antwoord op het kunnen deelnemen in onze samenleving: Het verbreedt de onderhandelingsmogelijkheden door middel van interactief leren wat we nodig hebben in werksituaties. Het biedt verschillende mogelijkheden om communicatieve en sociale vaardigheden eigen te maken, vaardigheden die de samenleving van mensen vraagt. Kinderen leren met elkaar rekening houden; meer respect, meer zorg naar anderen, ook voor anderen die anders zijn. In werksituaties wordt men ook geconfronteerd met mensen die anders zijn en of op een ander niveau functioneren. Het levert een bijdrage aan de verstandelijke ontwikkeling door het inzetten van taal. Actiever gebruiken van taal is nodig om kennis en begrip te laten ontstaan. Het leert kinderen dat mensen op elkaar aangewezen zijn in situaties waarbij het resultaat afhankelijk is van ieders inzet en de manier van samenwerken. Binnen het onderwijs leidt coöperatief leren tot een cognitieve en sociale ontwikkeling. Coöperatief leren is een werkwijze die: De prestaties van zowel goede, middelmatige als zwakke leerlingen verbetert. Het leveren van goede prestaties geeft een positieve houding. De vaardigheden van kinderen om samen te werken, nodig om later in de maatschappij te kunnen functioneren, vergroten. De onderlinge acceptatie van en waardering voor elkaar verbetert door het scheppen van situaties waarin goede samenwerking wordt beloond. Vormen van coöperatief leren. Binnen/buitenkring; de leerlingen staan in twee concentrische cirkels. Doordat de leerlingen in een van de kringen roteren, ontstaan steeds nieuwe tweetallen. Tafelrondje per tweetal; in tweetallen werken de leerlingen om de beurt, schriftelijk, aan het uitvoeren van opdrachten. Tweepraat; in tweetal geven de leerlingen om de beurt een antwoord op een vraag of een oplossing voor een probleem. Tweetal/viertal coach; de leerlingen werken in twee/viertallen en lossen om de beurt een probleem op. Zoek de (valse) foute; leerlingen hebben plezier als een van hen beweringen presenteert en de anderen samen raden welke niet juist is. (bijv. bij tafels, hoofdsteden oefenen) Zoek iemand die; leerlingen lopen door het lokaal met het doel zoek iemand die een antwoord weet op een van de opdrachten op een werkblad en of bijvoorbeeld bij jou hoort in het zoeken naar tweetallen, een aanvulling heeft op 18

Vrijheid/verantwoordelijkheid Binnen de werkvormen heeft de leerling veel vrijheid. Door zijn/haar verantwoordelijkheid te nemen wordt de taak naar behoren gemaakt Zelfstandigheid Samenwerken Reflecteren De leerling kan zelfstandig de taak maken met behulp van de werkvormen. De leerkracht heeft een begeleidende/ondersteunende rol. De leerling krijgt door deze werkvormen veel informatie die hij/zij zelfstandig kan verwerken. De leerling kan op verschillende manieren samenwerken. Hij/zij beschikt over vele vaardigheden. De leerling maakt keuze in werkvorm(en) Overzicht van de taken in schema: Groep Taakperiode Klaar met de (deel)taak,dan. 1 Kinderen krijgen naarmate ze zich ontwikkelen 2 à 3 taken, die in een week uitgevoerd moeten worden. De groepsleerkracht heeft aanvankelijk een grote rol bij het aanleren van deze zelfstandigheid. 2 Kinderen krijgen 2 á 3 "taken", die in een week gedaan moeten worden. De rol van de leerkracht wordt steeds kleiner. Kinderen nemen zelf meer verantwoordelijkheid.. Na de administratie op het takenbord kiest het kind een andere activiteit. Na de administratie op het takenbord kiest het kind een andere activiteit. 3 De opdrachten staan voor de hele week genoteerd per vakgebied, in picto s, maar per dag wordt een planning gemaakt. Per week moeten de kinderen ook 3 en later 4 bladzijden uit hun themaboekje maken. Na de meivakantie kleuren de kinderen op een weektaakformulier de opdracht af. 4 De opdrachten staan voor de hele week genoteerd per vakgebied, maar per dag wordt er een planning gemaakt. 5 De opdrachten staan per week, per vakgebied genoteerd. De kinderen mogen zelf de volgorde van de opdrachten in de week bepalen. De kinderen plannen zowel de maatjestaken, bij taalopdrachten en de individueel te maken taken. Als het kind de taak van de dag af heeft, kiest het uit de extra opdrachten. Ook kan het kind kiezen uit de rode bakken waarin extra activiteiten zitten. Als het kind de taak van de dag af heeft, kiest het stof uit de opdrachten met stip en of kieswerk opdrachten De volgorde waarin de opdrachten worden gemaakt is vrij. Is de hele weektaak klaar dan kiest het kind stof uit de opdrachten met stip / of het kieswerk. 6 De opdrachten staan per week, per vakgebied genoteerd. De kinderen mogen zelf de volgorde van de opdrachten in de week bepalen. De kinderen plannen zowel de maatjestaken, taalopdrachten, en de individueel te maken taken. 7 De opdrachten staan per week, per vakgebied genoteerd. De kinderen mogen zelf de volgorde De volgorde waarin de opdrachten worden gemaakt is vrij. Is de hele weektaak klaar dan kiest het kind stof uit de opdrachten met stip en of kieswerk. De volgorde waarin de opdrachten worden gemaakt is vrij. 19

van de opdrachten in de week bepalen. De kinderen plannen zelf zowel de maatjestaken, taalopdrachten en de individueel te maken taken. 8 De opdrachten staan per week, per vakgebied genoteerd. De kinderen mogen zelf de volgorde van de opdrachten in de week bepalen. De kinderen plannen zelf zowel de maatjestaken, taalopdrachten en de individueel te maken taken. Is de hele weektaak klaar dan kiest het kind stof uit stip opdrachten en of kieswerk. De volgorde waarin de opdrachten worden gemaakt is vrij. Is de hele weektaak klaar dan kiest het kind stof uit de opdrachten met stip en of kieswerk. De weektaak loopt van maandag tot en met vrijdag. De vakken op de weektaak zijn de vakken: taal, rekenen, schrijven, Begrijpend lezen (nieuwsbegrip) (teksten uit Alles-in-een), computeropdrachten en kieswerk met stip. Kieswerk met stip zijn opdrachten die verwerkt kunnen worden na de gegeven lessen. In de groepen 4 tot en met 8 wordt op de weektaak aangegeven wat het aandachtspunt van de week is voor de leerling. Het aandachtpunt kan zijn dat de leerling vindt dat hij zich beter moet concentreren of dat hij netter wil gaan schrijven of zijn werk beter wil corrigeren. Ook kan het aandachtspunt liggen op het gebied van sociale vaardigheden. Te denken valt aan beter samenwerken, meer hulp bieden aan medeleerlingen. Ook kunnen het vaardigheden zijn in communicatie zoals het aankijken als iemand praat, iemand laten uitpraten enz. Aan het eind van de week gaat de leerling met zijn maatje in overleg of het aandachtspunt gehaald is. Dit wordt ook op het weektaakformulier aangegeven. Dit punt van reflecteren kan een nieuw aandachtspunt geven voor de komende week. 4.3 Omvang en inhoud van de taak. Hoewel de weektaak in eerste instantie lijkt op een serie opdrachten die voor alle leerlingen hetzelfde is, is er toch een verschil gemaakt in niveau en tempo. De leerlingen die een eigen leerlijn hebben (op een lager niveau), hebben ook een eigen opdracht staan bij het vak waar het om gaat. Ook voor de leerlingen die op een hoger niveau werken staat de opdracht bij het vak waaraan hij moet werken. Ook kan de leerkracht tijdens de week de taak verlichten door enige aanpassingen te doen (minder maken van de taak). In het omgaan met tempo- en niveauverschillen binnen een taak, schuilt het vakmanschap van de leerkracht. 20

4.4 Planning en notatie. Vanaf groep 5 gaan de leerlingen hun weektaak plannen. Ze bepalen vooraf wanneer ze bepaalde opdrachten gaan doen en op welke dag ze het werk willen afhebben. Dit geven ze met de kleur van de dag aan.. Ook wordt er overlegd met elkaar wanneer de opdrachten gedaan worden of waarbij er samengewerkt moet worden. Groep 1 geeft dit met een gekleurd smiletje aan op het planbord. En groep 2 geeft het aan met een naamkaartje. Ook worden de opdrachten uit de inloop afgekleurd in de kleur van de dag. Vrijheid/verantwoordelijkheid Zelfstandigheid Samenwerken Reflecteren Het kind is verantwoordelijk voor zijn/haar opdrachten. Daarbij heeft het kind de vrijheid om een opdracht naar eigen tempo en niveau in te delen over de dagen van de week mits hier geen vast instructiemoment voor gepland staat. De keuze wordt zelfstandig gemaakt. Het zelfstandig administreren wordt vanaf de kleutergroepen steeds meer zelfstandig gedaan. In verschillende groepen wordt er door de leerlingen zelf nagekeken. Dit wordt op de weektaak aangegeven met een pen. Er zijn afspraken gemaakt wanneer de leerlingen zich melden bij de leerkracht. ( bij teveel fouten bijvoorbeeld) De leerkracht zal het samenwerken steeds meer inplannen. De vaardigheden van samenwerken worden ook groter. De leerlingen leren om samen te werken met leerlingen die op een ander niveau en een ander werktempo leren (sociale vaardigheden). De leerling krijgt vrije ruimte om iemand te kiezen maar er zijn ook verplichte maatjes door de week gepland. De leerling maakt voor zichzelf een planning naar aanleiding van gemaakt werk. 4.5 Differentiatie. Binnen de weektaak biedt de leerkracht differentiatie in instructie en opdrachten. Bij rekenen bijvoorbeeld krijgen de leerlingen die meer aan kunnen Harp/v-bladen en werken in meer. De leerlingen die meer moeite hebben met rekenen kunnen werken in de I-lijn Ook zitten deze kinderen na de klassikale en verlengde instructie aan de instructietafel. De leerlingen die de opgegeven opdrachten niet aankunnen in tempo of anderszins, krijgen tijdens de week compensatie. ( stof wordt in overleg verminderd bijvoorbeeld) De leerlingen die op de toetsen van het LVS A scoren op de vakken rekenen en begrijpend lezen maken deel uit van de Plusklas en de Kangoeroe groep. Leerlingen van groep 8 die deze score gehaald hebben, gaan naar scholen voor VO in Doetinchem waar een aangepast (hoger) programma gevolgd wordt. De leerlingen van de groepen 5 tot en met 8 die ook deze score gehaald hebben, blijven op school en zitten in de Kangoeroe groep. In deze groep wordt meer aandacht besteed aan bijvoorbeeld techniek, computergebruik en samenwerken. De keuze van de vakken mag ook ingevuld worden door de leerlingen zelf. 21

4.6 Evaluatie en beoordeling. Elke week evalueren wij op twee niveaus. De leerlingen zelf. De leerkracht. De leerlingen evalueren elke week het gemaakte werk van de weektaak met een maatje. Op vrijdag evalueren zij met hun weekmaatje De leerlingen geven dan aan of zij het aandachtspunt gehaald hebben al dan niet. Ook geven de leerlingen aan hoe zij deze week gewerkt hebben. Gekeken wordt naar de planning en de hoeveelheid werk enz. Vanaf groep 6 noteren de leerlingen hun aandachtspunt met evaluatie in een schriftje. Deze gegevens gebruiken de leerlingen ook om het portfolio in te vullen. Bij het evalueren worden reflectiekaarten gebruikt. De leerkracht evalueert elke vrijdag met een vragenlijst in de groep. Elke week wordt er met een paar leerlingen een gesprekje gevoerd over de afgelopen week. Over de problemen die de leerlingen ervaren hebben, wordt met de leerkracht gesproken. Samen wordt nagegaan of dit verholpen kan worden of dat er een andere aanpak aan de orde is. De leerkracht evalueert/beoordeelt ook het schriftelijke werk van de leerling. Mocht de leerling bij een toets onvoldoende gescoord hebben dan wordt er in de klas uitleg gegeven aan de instructietafel of in een klein groepje. Bij grotere problemen wordt er een RT programma gestart. 4.7 Zelfcorrectie/reflecteren. De kern van leren is reflecteren. Wat wist ik eerst? Hoe dacht ik dat het in elkaar zat? Wat weet ik nu? Hoe weet ik nu hoe iets werkt? Hoe heb ik het geleerd? Wat wil en kan ik met die wetenschap doen? Wat zou ik nu wel eens willen weten? ( leervragen stellen) Daarom is met elkaar evalueren een essentieel onderdeel. Iedere dag leren we (leerling, leerkracht en team) hoe het morgen beter kan. Evalueren is een onderdeel van elke les. Zelf corrigeren is ook een vorm van evalueren/reflecteren. Het betreft opdrachten in verschillende vakgebieden. Niet al het werk wordt door de leerlingen nagekeken. Enkele taken en toetsen worden door de leerkracht nagekeken. Zelf nakijken heeft de volgende voordelen: De leerling krijgt meteen feedback op zijn werk. Er hoeft niet op de leerkracht gewacht te worden. De leerling ervaart op deze manier een eigen verantwoordelijkheid. Zelf nakijken heeft een duidelijk leereffect. Als de leerling zelf een fout ontdekt zal hij zich eerder afvragen hoe deze fout(en) kon(den) ontstaan. Zelf nakijken vergroot het inzicht van de leerling in wat hij zelf kan. Zelf nakijken vraagt een bepaalde houding van leerlingen. De leerlingen leren beseffen dat ze werk nakijken om er iets van te leren en niet om zoveel mogelijk krullen te zetten. Als leerkracht leren we de leerlingen deze houding aan. We leren hen ook dat ze hulp of uitleg moeten vragen zodra ze merken dat er fouten zijn gemaakt. Naarmate leerlingen ouder worden zullen ze steeds meer leren om zelf te reflecteren op hun werkwijze. Vanzelfsprekend stemmen we de ruimte bij het zelf nakijken door leerlingen af op wat leerlingen aankunnen. De groepsleerkracht schat dat voor de leerlingen van zijn/haar groep in. Sinds schooljaar 2013-2014 zijn de leerlingen van de groepen 6 tot en met 8 aanwezig bij de rapportgesprekken. Zij reflecteren op hun werk en werkhouding in samenspraak met ouders en leerkracht. Zo krijgt evalueren / reflecteren een steeds belangrijkere plek in ons onderwijs. 22

5. Toetsgegevens. ( borging) De toetsgegevens leveren informatie op over de feitelijke stand van zaken op een bepaald moment. Er worden methodegebonden en methodeonafhankelijke toetsen afgenomen (CITO). Na de uitslag van de methodegebonden toetsen wordt bepaald hoe het leerproces vervolgd zal worden. Er kan een (korte) periode van RT of van verrijking volgen. Dit zijn de weer- en meertaken voor rekenen, voor taal/spelling een RT programma van bijvoorbeeld spelwerk op de computer en spellingbladen. Bij de CITO toetsen die onvoldoende gescoord worden is overleg tussen de IBer en de groepsleerkracht. 5.1 Rapporten. De leerlingen krijgen 2x per jaar een rapport. Op dit rapport staan de cijfers vermeld van de methodegebonden toetsen maar ook de scores die gehaald zijn bij de CITO toetsen. 2x per jaar is er een gesprek met ouders over de resultaten van de kinderen. Het eerste rapportgesprek is met kind, ouder en leerkracht. De leerling reflecteert in samenspraak met ouder en leerkracht. De leerling staat centraal in dit gesprek. Hierbij wordt ook het portfolio van het kind bekeken en besproken. In de kleutergroepen krijgen de leerlingen van groep 1 aan het eind van het schooljaar het rapport. In het rapport zijn de principes van Dalton verwerkt. (zie bijlagen) 5.2 Portfolio/trotsmap. In alle groepen wordt een portfolio/trotsmap gehanteerd. Er worden toetsresultaten, eigen werk en opdrachten in verwerkt. Het portfolio gaat 3 keer per jaar mee naar huis zodat de ouders ook kunnen zien waar hun kind mee bezig is en waar het kind in gegroeid is. Voor het eerste portfolio vullen de leerlingen een vragenformulier in over hun eigen kunnen en functioneren op school- en thuisniveau. Ouders krijgen ook een vragenlijst toegestuurd. Deze formulieren, van ouder en kind, kunnen tijdens het eerste rapportgesprek gebruikt worden. Het portfolio komt ook tijdens het gesprek aan de orde. Vanaf groep 6 zijn de kinderen bij dit gesprek aanwezig. Binnen het portfolio en het rapport worden "ik - doelen" opgenomen om te registreren hoever de leerling in het proces van leren gevorderd is. Deze "ik - doelen" zijn geformuleerd in een doorgaande lijn nav de groepen en ontwikkeling binnen het Daltononderwijs. Het ligt in de bedoeling om dit, t.z.t., te integreren in het rapport. 6. Klassenmap. Elke leerkracht draagt er zorg voor dat er in de klassenmap een inhoudsopgave zodat te zien is wat er zoal in de klassenmap aanwezig moet zijn. De klassenmap bevindt zich in de klas en ligt op het bureau of op een zichtbare plek voor andere (inval - ) collega s. In de klassenmap bevinden zich de volgende documenten: Algemene zaken m.b.t. de groep: Leerlingenlijst met adressen en telefoonnummers Activiteitenrooster Rooster voor rapportenavond Ontruimingsplan Overzicht voor de invaller Plattegrond Pleinwacht rooster (bovenbouw) Rooster handenarbeid Toetsrooster LVS Punten voor boekbespreking ( 6 tot en met 8) Groep 7 route verkeersexamen. 23

Dagelijks werk in de groep: Formulier van dag/weektaak Formulier voor de inloop Eventuele niveaugroepen (lezen) Lijst van tutor-lezen Cijferlijsten Spreekbeurten Formulieren voor oudergesprekken Formulieren voor handelingsplan/groepshandelingsplan Huisbezoekformulier Overzicht thema s van biologie Informatie avond lijst van onderwerpen Individuele zaken rondom leerling: Medicijngebruik/bijzonderheden over de gezondheid Bijzonderheden m.b.t. gezin of contact met ouder/oppas Inhoudelijke zaken/gegevens bewaren we in een individueel dossier per kind. 7. Werkplekken. De kinderen mogen als de situatie en de taak het toelaten een eigen plek kiezen om te werken. Op deze manier brengen we de leerlingen verantwoordelijkheidsgevoel bij. Het biedt een goede gelegenheid om maatjesopdrachten uit te voeren zonder dat de overige kinderen gestoord worden. We willen de kinderen ook leren zonder direct toezicht te werken. Ook hier is sprake van vrijheid in gebondenheid. De kinderen kunnen werken op de gang, in de hal, in de computerruimte en aan de werkplekken in de gangen. Ze zitten op stoelen, krukken aan de tafels en werkplekken.. De groepsgrootte is variërend gelang de opdracht. We verwachten dat de kinderen rustig werken. De kinderen moeten met anderen rekening houden zodat iedereen goed kan werken aan zijn taak in de vrije ruimte. De kinderen laten de werkplek opgeruimd achter. De leerlingen kunnen in de groepen werken achter de computer. \\ Vrijheid/verantwoordelijkheid Zelfstandigheid Samenwerken Reflecteren De leerlingen kunnen omgaan met de vrijheid die geboden wordt in de ruimte die de leerling kiest. Hij/zij is verantwoordelijk voor eigen werk. Ook is hij verantwoordelijk voor de ander en de werkplek zelf. De leerling kan zelfstandig aan het werk omdat hij zonder de hulp en de toezicht kan van de leerkracht. Er kan samengewerkt worden met leerlingen naar keuze en of verplicht maatje in de ruimte naar keuze. De leerling kent de regels van samenwerken in een vrije ruimte. De leerling weet na reflectie welke ruimte hij kan innemen. 24

8. Georganiseerd overleg. Er is een regelmatig overleg over actiepunten vanuit ons Daltononderwijs. Tijdens de team- en bouwvergaderingen is Dalton regelmatig een agendapunt. De ouders worden regelmatig geïnformeerd in de nieuwsbrief over de activiteiten die gepland zijn rondom ons Daltononderwijs. Er is 1x per 2 jaar een Dalton ouderavond met daaraan gekoppeld open morgens. De school neemt deel aan regionaal en landelijk overleg. Op de Dalton dag is er jaarlijks een studiedag gepland. 8.1 De leerlingenraad. De leerlingenraad is de spreekbuis van de leerlingen. De leerlingenraad praat samen met de directie van de school over bijvoorbeeld het speelgedrag van leerlingen, de inrichting van het schoolplein, de boeken van de bibliotheek en de netheid binnen onze school. De leerlingen die in de leerlingenraad zitten, worden gekozen door de medeleerlingen. Er vindt hiervoor een verkiezing plaats. Tijdens de vergadering is er een voorzitter en een secretaris aanwezig. Deze leiden de vergadering. 8.2 Ontwikkelingsactiviteiten binnen het Daltononderwijs. Ontwikkelingslijnen binnen Dalton. Zelfverantwoordelijk leren staat bij Dalton in een pedagogische context. Als er meer verantwoordelijkheid gegeven wordt, krijgt de leerling meer mogelijkheden Zelfstandig leren. Hoe zelfstandiger de leerling, hoe meer verantwoordelijkheid hij kan leren dragen. Naar mate de leerling vordert in het leerproces kan de rol van de leraar steeds meer die van begeleider, coach worden. In het komende schooljaar zal ons thematisch, groepsdoorbrekend, werken m.b.t. de zaakvakken nog meer inhoud en vorm krijgen. Het afgelopen jaar was een proefjaar met name op het organisatorisch vlak. In het komende schooljaar zal ook gekeken worden naar de doelen die gesteld zijn. De thema s worden gekozen uit onze methode Alles in 1. De methode zal als bronnenboek gebruikt gaan worden. Door deze aanpak zullen voor de leerlingen hun eigen leervragen meer centraal staan. Daardoor zal het zelfstandig leren en het reflecteren een grotere impact krijgen. Voor de leerlingen maar ook zeker voor het team weer een nieuw ontwikkelingspunt. Zo blijft onderwijs in beweging. Ook de Dalton kernwaarden worden op deze manier weer herijkt. 25

8.3 Betrokkenheid bij het Daltononderwijs. Elke jaar houdt het team een studiedag over het Daltononderwijs op de Meene school. Wij evalueren ons onderwijs om zo weer te komen tot aanpassingen en verbeteringen. Daarbij wordt ook de Dalton reader weer zorgvuldig gelezen en zo nodig aangepast. Elk jaar zijn er twee open dagen voor ouders en belangstellenden gepland. Tijdens deze dagen kan iedereen binnenlopen die ons Daltononderwijs wil ervaren. Ook worden er thema-avonden gehouden met onderwerpen die te maken hebben met ons onderwijs. Te denken valt aan invoering van het portfolio, uitleg van toetsen en ons aanbod in Woordenschat. 26

9. Evaluatie, borging en Ontwikkeling. Evaluatie beleidsgebieden 2013-2014 Beleidsgebied. Doelstelling Gedelegeerde verantwoordelijkheid Daltonontwikkeling Leerlingen zijn medeverantwoordelijk voor hun eigen leerproces door hen meer vertrouwen te geven en ze te betrekken bij de inhoud van de taak en de wijze waarop ze hun leerdoelen bereiken. In de consultaties van de begeleider worden de tussen evaluaties gehouden. De Daltoncoördinator van school en de directie. Kosten nvt Opmerkingen Leerlingen meer zelfstandig hun werk laten corrigeren. Weektaakformulier aanpassen aan groepen De principes aanpassen in het rapport Kinderen leren reflecteren op hun werk. Leerkrachten en leerlingen Deze activiteiten blijven steeds onder de aandacht en zullen steeds worden aangepast. Dalton coördinator Evaluatie: Deze actiepunten zijn gerealiseerd. Team en Dalton coördinator. Portfolio / trotsmap met reflectiegesprekken In het kader van zelfsturend leren van de leerling. Evaluatie: Hier is een begin meegemaakt en door enthousiasme zelfs een doorstart. De Daltoncoördinator zal dit proces begeleiden. Met behulp van observaties en de reflectie gesprekken kan de ontwikkeling gevolgd worden van leerkracht en leerling. De coördinator zal klassenbezoeken afleggen. De leerkracht en de leerlingen voeren uit. Met de leerkracht wordt ook het observatie formulier besproken. Reflecteren is een kernwaarde geworden. Dit komende jaar gaan wij daar flink mee aan het werk. Reader Dalton Deze zal elk jaar worden aangepast. Leerkrachten evalueren jaarlijks. De leerkrachten en de coördinator zullen dit vorm gaan geven. Binnen het team tijdens studiedag geevalueerd. Evaluatie: Is gerealiseerd. De Dalton coördinator zal dit elk jaar evalueren en aanpassen 27

Leerlingenraad zal verder ingewijd worden. Evaluatie: Is goed opgestart! Dalton studiedagen Evaluatie: Eigen school wel studiedagen maar niet met andere scholen ivm ander onderwijsconcept ontwikkeling. Dalton coördinator vaststellen van taken Evaluatie: Is goed van de grond gekomen. 10 minutengesprekken met leerlingen ( 6, 7 en 8) Leerlingen mee laten denken met het beleid. Kennis delen met andere Daltonscholen. 1 aanspreekpunt voor het team. Houdt de vernieuwingen bij. Leerkracht en leerling laten reflecteren op handelen en leergedrag Dalton coördinator met directie Leerkrachten Directie en coördinator nvt coördinator nvt Dit is bij ons op school nieuw. Hier gaan wij als school inhoud aan geven. Er zal een formulier gebruikt worden dat ook in het rapport zal worden opgenomen. Evaluatie: Is gerealiseerd. Coachen van nieuwe collega s Evaluatie: Is gerealiseerd. Tevens stagiaires in meegenomen. Reader uptodate houden. Evaluatie: Is gerealiseerd. Deze reader moet bijgewerkt worden met het oog op nieuwe ouders enz. Directie en coördinator Coördinator 28

9.1 Beleids-ontwikkelplan. Beleidsgebied Doelstelling Verantwoordelijke Opmerkingen. Daltonreader Bijhouden van informatie en wijzigingen Owksl en de coördinator Dalton Wijzigingen worden gelijk genoteerd. Weektaak De doorgaande lijn beter bewaken. De weektaak is een groeimodel Owksl en coördinator Dalton Wijzigingen worden gelijk doorgevoerd in samenspraak met team en leerkracht. Collegiale consultatie Leren van elkaar Team Speerpunt zal reflecteren en instructie moment Reflecteren Portfolio Rapport aanpassen Een vast moment vaststellen op groepsniveau. En een goed model ontwikkelen Naar aanleiding van ervaringen het portfolio aanpassen De ik - doelen vaststellen. Owksl en coordinator Dalton team team Kennis delen Voorbereiden op visitatie Collegiale consultatie bij andere Daltonscholen. Daltondagen bezoeken. Documenten up to date maken. Indicatoren beschrijven. Team, owksl en coordinator Dalton 29

10. Hier staan we voor! Om een samenvatting te geven waarvoor wij staan, volgt hier een overzicht. De thema s vrijheid/verantwoordelijkheid, zelfstandigheid, samenwerken, reflecteren, effectiviteit en borging worden door al onze collega s onderschreven. Ook binnen alle Dalton basisscholen is dit natuurlijk het geval. Alleen de uitwerking kan verschillen. Dit geldt natuurlijk ook voor onze school. Op school leren we de kinderen om deze vaardigheden te ontwikkelen. Om deze vaardigheden onder de knie te krijgen moeten de leerlingen hier ook mee kunnen oefenen zodat ze goed voorbereid worden op hun eigen volwassen leven. We willen ook graag dat ze met deze vaardigheden goed kunnen functioneren in het voorgezet onderwijs. In dit handboek hebben wij een overzicht gegeven hoe wij proberen om hier gestalte aan te geven. In onderstaand schema staat beschreven welke accenten wij willen aanbrengen op onze school de Meene : 1. De basis van al ons handelen is gericht op het creëren van een pedagogisch klimaat waarin de sociale en emotionele veiligheid voor het kind gewaarborgd worden. 2. In de dagelijkse activiteiten loopt als een doorgaande lijn in de school het ontwikkelen van enkele waarden en normbesef; kortom de kinderen moeten leren om elkaar te respecteren. 3. Er wordt zeker rekening gehouden met verschillen tussen leerlingen. Het zijn niet alleen de verschillen in de cognitieve vaardigheden maar ook verschillen in belangstelling, werkhouding en creativiteit. 4. Vrijheid betekent voor ons dat de leerkracht een deel van de verantwoordelijkheid voor het leren bij het kind legt. Daarbij is het reflecteren met kinderen van groot belang. Dit vergroot bij het kind de eigenwaarde. 5. Kinderen leren allerlei informatiebronnen te hanteren en te beoordelen. 6. Er wordt een grote variatie in werkvormen en materialen aangeboden. Wat kenmerkt Daltonschool de Meene? Een zeer goed pedagogisch klimaat Een doorgaande lijn van groep 1 tot en met groep 8 Een weektaak De inloop Het gebruik van de dobbelsteen Coöperatief leren Goede werkplekken Oog voor differentiëren Respect Het samenwerken van het team Trotsmap/portfolio Ouder-, kind- en leerkrachtgesprekken De hierboven beschreven onderwerpen die aan de orde moeten komen in een goede Daltonschool zijn hier op een rij gezet. Een aantal zaken blijft in ontwikkeling en zal daarom ook steeds geëvalueerd moeten worden. Zo blijft ons onderwijs up to date. Als school zijn wij trots om u deze Reader te kunnen overhandigen. Het laat zien wat wij als team hebben neergezet! De motivatie, betrokkenheid, kennis en kunde van ons team maken het mogelijk om nog veel meer mooi daltononderwijs te ontwikkelen. Wij hopen dat u deze Reader met plezier leest. Ook hopen wij dat u door het lezen een goed beeld krijgt van Daltonschool de Meene. Wilt u hier met ons nog over van gedachten wisselen dan bent u van harte welkom bij ons op de Daltonschool! Juni 2014. Els Groot Roessink. Directeur/onderwijskundig schoolleider. 30

Bijlagen 31

Daltonschool De Meene Naam: Datum: 22 tm 26 april 2013 Aandachtspunt: Groep: Weekmaatje: X / W Taal Doel Plan Af Ma W Week 29 :Woorden + betekenis dicteewoorden 27/28 op tempo Woordenschat tempolezen Ma X Spelling : instructie les 30 op kopieerblad. 4 tal coach kopieerblad 24 ww spelling Di Project schrift :schrijf een brief aan de koningin of de koning Ond/pv Verleden tijd Brief schrijven. Spelling maken les 30 opdr 1 en 2 Ond/pv Verl tijd Woe X Dictee 27+28 / Week 29 blz 45 opdr 1,2,3 Woordenschat taalactiviteit:. 1 aciviteit taalactiviteit: Rekenen Ma X tafeltempotoets Tafel van 9,2,3,4 uitleg: Kraak de kluis blok 8 les 6 som 4+5, les 7 som 1 en 2 Di X Blok 8 hoofdrekenen les 1 en les 3 woe Blok 8 : les 8 don X Blok 8 les 5 som 3,4,5,6,7,8 X sommen schatten hoofdrekenen grafieken breuken vrij Koningsspelen Begrijpend lezen Di X Les 12 boek blz 80 t/m 82, Werkboek blz 24 Woe X Nabespreken LVS toets wereldoriëntatie Do X Nabespreken LVS toets wereldoriëntatie Schrijven Blz 20 tempo naar u en i Tempo u, i / Moederdag versje Computer Tafel van 2,3,4,5 Spelling afspraak 3 + 28 oefenen KIESWERK Troonswisseling kaart 1, 6, 9, 11 Webpad, Versjes, Slinger, Verhalen Troonswisseling kaart 4: Yurls Koningshuis Troonswisseling kaart 7: Koninklijk ganzenbord 32

Troonswisseling kaart 8: Werkboekje troonswisseling: Troonswisseling kaart 2 : woordzoeker online Troonswisseling kaart 3: Taalspel : woorden maken Troonswisseling kaart 5: Laat t Wilhelmus goed zingen Troonswisseling kaart 10: Behendigheidsspel Troonswisseling kaart 11: Vrije keuze kaart Rekenwerkboekje blok 8 : les 4 som 4 ( let op 1cm = 20punten, 1/2cm= 10 punten!), les 4 som 5 + 6 Project schrift :schrijf een brief aan de koningin of aan de nieuwe koning Computer : Rekenspel kraak de kluis Na de uitleg! EXTRA Tipkaart : spel : wat weet jij over ridders? Ligt op ons bureau Tipkaart: Een monstertje kleien Doosje + versje Moederdag afmaken 33

Gouden internetregels. Alleen dingen op internet zoeken die met school te maken hebben. Ik e-mail alleen over onderwerpen die met school te maken hebben. Ik weet dat er ook info op internet staat wat niet klopt. Ik geef nooit persoonlijke informatie op het internet (naam, adres en telefoonnummer) aan onbekende mensen. Ik maak nooit afspraken met onbekende mensen die ik ontmoet heb op internet. Ik geef nooit antwoord op het internet aan mensen die ik niet ken. Ik open nooit berichten van onbekende mensen. Als ik een e-mail schrijf, gebruik ik nette taal. Ik vraag eerst toestemming aan de leerkracht als de computer vraagt om iets te downloaden of te installeren. Ook als ik iets wil printen vraag ik het aan de juf of meester. Als ik per ongeluk op een slechte plek kom (bijv. geweld of seks) klik ik deze weg en meld ik het bij de leerkracht als ik dit met opzet doe. Ik krijg hiervoor dan straf. (de straf bepaalt de leerkracht) 34

Schooljaar: Leerkracht(en): rapport 1 2 Opmerkingen: Godsdienst Belangstelling: Nederlandse taal Taalverwerking: Rapport 1: Dictee: Inzet: LVS - Spellingvaardigheid: Rapport 2: Lezen Technisch lezen: Rapport 1: Begrijpend lezen: Inzet: LVS DMT: Rapport 2: LVS Begrijpend Lezen: AVI Rekenen Hoofdrekenen: Rapport 1: Rekenverwerking: Tafels: Inzicht: Rapport 2: Inzet: LVS Rekenen: Schrijven Methodisch: Werkverzorging: 35

Zaakvakken Alles-in-één. Toetsen: Toetsen: Inzet: Inzet: Moderne geschiedenis:. Toetsen: Toetsen: Inzet: Inzet: Amerika/Australië:. Toetsen: Inzet: Topo Inzet: Verkeer Inzet: Creatieve vakken Toetsen: Inzet: Handvaardigheid: Tekenen : Muziek : Bewegingsonderwijs Toestellen: Spel: Opmerkingen Rapport 1 Rapport 2 Handtekening Ouders / verzorgers Leerkracht Rapport 1 Rapport 2 36

onderbouw IK-DOELEN BIJ ONZE DALTON UITGANGSPUNTEN groep samenwerken zelfstandigheid verantwoordelijkheid reflectie Samen werken ( spelen) Zelfstandig werken Gedeelde sturing Samen beoordelen Hierbij is het samenwerken nog Het gaat hierbij om het creëren Het gaat hierbij om samen, Tijdens terugkijken denken vooral doel en nog geen middel. Er van situaties waarbij leerlingen leerkracht en leerling, met het leerlingen na over wat er is nog geen sprake leren omgaan met uitgestelde leerproces bezig te zijn. Leerkracht gedaan is tijdens het spelen en taakdifferentiatie. De taak ligt aandacht, het werken op begeleidt. De leerling kiest de werken. Er wordt samen over vooraf vast. Sociale doelstellingen werkplekken en in groepjes. volgorde van de taken.de gesproken en getoond wat ze staan hierbij centraal. Het begeleiding van de leerkracht gedaan hebben. samenwerken is verdwijnt langzamerhand naar de groepsdoorbrekend bij de achtergrond. zaakvakken. Ik: Ik: Ik: Ik: 0 0 geef de ander de kans om mee te doen 0 0 voer een opdracht alleen uit 0 0 houd mij, zonder controle, aan afspraken en regels 0 0 kan vertellen hoe ik een taak gedaan heb 0 0 blijf bij een groepje 0 0 weet welk materiaal ik nodig heb 0 0 maak de afgesproken taak af. 0 0 kan luisteren naar andere kinderen en leer ervan. 0 0 accepteer de inbreng van een ander 0 0 weet waar ik mag werken en spelen. 0 0 heb oog voor mijn maatje(s) 0 0 kan zeggen hoe ik in het groepje gewerkt heb 0 0 speel /werk in groepjes van verschillende grootte samen 0 0 kan zonder de juf/meester te vragen verder werken/spelen. 0 0 kan werken op een werkplek en ben verantwoordelijk voor het materiaal 0 0 kan een plannetje maken. 0 0 vraag hulp aan een ander 0 0 kan werken in een groepje