VOORTGANGSNOTA HONDENBELEID 8 december 2010

VOORTGANGSNOTA HONDENBELEID 8 december 2010 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING...2 2. HONDENBELEID...2 3. HANDHAVEN...2 4. BEVINDINGEN EN METINGEN...3 5. RUIMTE VOOR HONDEN...5 6. SCHOON...7 7. INTEGRALE AANPAK...8 8. CONCLUSIE...9 Bijlage 1 Algemene Plaatselijke Verordening 1

1. INLEIDING Dit is de voortgangsnota over het Haagse hondenbeleid. Deze voortgangsnota is bedoeld om te informeren over de stand van zaken van en het resultaat van het hondenbeleid. Afgelopen jaren zijn er verschillende onderdelen rond het Haagse hondenbeleid aan raad en commissie voorgelegd. Belangrijkste besluiten van de afgelopen vijf jaar waren: 2006 Invoering van het huidige hondenbeleid: overal opruimen van de RIS 134490 hondenpoep en het verplicht dragen van een opruimmiddel Raadsbesluit inzake instellen bestemmingsreserve exploitatie RIS 141873 hondenpoepzuigers 2007 Evaluatie opruimplicht RIS 144078 2008 Geactualiseerd aanwijzingsbesluit voor gebieden t.b.v. honden RIS 154657 2. HONDENBELEID Het doel van het Haagse hondenbeleid is om ruimte te bieden aan honden en hun eigenaren en om een bijdrage te leveren aan een schone en veilige stad. Om deze doelstellingen te waarborgen zijn er voorzieningen getroffen en zijn onderstaande regels opgenomen in de APV (Algemene plaatselijke verordening, zie bijlage 1). Hieronder een korte weergave: Honden moeten overal aangelijnd zijn, behalve in de uitrengebieden en uitlaatplekken. Deze gebieden zijn door het college aangewezen in een uitvoeringsbesluit horende bij de APV. Gebieden waar honden niet mogen komen zijn vastgelegd. Deze zijn door het college aangewezen in een uitvoeringsbesluit horende bij de APV. Hondenpoep moet overal opgeruimd worden. Dit betekent dat een hondenbezitter de uitwerpselen van zijn hond ook op uitlaatplekken en uitrenplekken moet opruimen. Hondenbezitters zijn verplicht bij het uitlaten van hun hond een opruimmiddel bij zich te dragen. Een plastic of papieren zakje of schepje voldoet als opruimmiddel. De regels voor iedere hondenbezitter worden bekend gemaakt op internet www.denhaag.nl/honden, via de gedrukte hondenkaart en het plaatsen van borden. Iedereen die een hond heeft, moet hondenbelasting betalen. De hondenbelasting is primair bedoeld om (algemene) inkomsten te verwerven. Vanuit de algemene middelen worden voorzieningen betaald om de overlast door honden terug te dringen, zoals het plaatsen en legen van hondenafvalbakken en het plaatsen van borden. 3. HANDHAVEN Hoewel de regels duidelijk kenbaar zijn gemaakt aan de hondeneigenaren, houdt niet iedereen zich aan deze regels. Daarom is in 2005 (RIS 132324) het handhaven van alle regels van het hondenbeleid opgenomen in het takenpakket van de handhavingsteams. Handhaving op overtreden van de regels van het hondenbeleid heeft prioriteit. Handhaving is een manier om het gedrag van hondenbezitters te beïnvloeden. Ook moet hier een preventieve werking vanuit gaan richting mogelijke overtreders. Handhavingteams schrijven bekeuringen op de volgende verboden en geboden: Niet aanlijnen van de hond 60, Hond uitlaten in verbodsgebied 90, Geen opruimmiddel kunnen tonen 60, Niet opruimen van hondenpoep 90, De pakkans van het niet opruimen van hondenpoep is niet groot, omdat alleen op heterdaad een bekeuring uitgeschreven mag worden. Het Centraal Justitieel Incasso Bureau in Leeuwarden verzorgt de inning van de bekeuringen. Uit hun managementrapportages komen de volgende aantallen bonnen naar voren, zie schema op volgende pagina: 2

Aantal 2009 2010 (geëxtrapoleerd) bekeuringen aanlijnplicht 1144 1088 verbodsgebied 250 289 opruimmiddel 379 522 opruimplicht 347 489 Het aantal bekeuringen is al een aantal jaren constant. Handhaving alleen zorgt echter niet voor een schonere stad. Om doeltreffend op te treden tegen de overlast van honden en het gewenste resultaat te bereiken, is een integrale aanpak vereist. In hoofdstuk 7 wordt deze integrale aanpak verder beschreven. 4. BEVINDINGEN EN METINGEN Stadsenquête Hieronder een aantal resultaten van de stadsenquête van 2010 ten aanzien van het hondenbeleid. Haagse respondenten hebben allerlei vragen beantwoord, hier kort een aantal van de bevindingen: Van de respondenten heeft 8% een hond. Allochtonen hebben beduidend minder vaak een hond (4%). In Loosduinen (13%) en in Leidschenveen Ypenburg (12%) hebben relatief de meeste huishoudens een hond. Het hondenbeleid van de gemeente Den Haag is bij 26% van de respondenten bekend. Hondenbezitters weten dit veel vaker (72%). 39% van respondenten vindt dat er voldoende mogelijkheden zijn om op te ruimen. Bijna 69% van de respondenten vindt dat er niet voldoende wordt opgetreden tegen hondenbezitters die zich niet aan de regels houden. De schoonheid in de eigen straat krijgt gemiddeld een 7,0 als rapportcijfer van de respondenten. Alleen over hondenpoep laten bewoners zich iets negatiever uit, maar dit aspect krijgt een voldoende (6,5). Op de vraag waarom Hagenaars hun straat minder schoon vinden, staat hondenpoep al 3 jaar op de eerste plaats. Hieronder de vergelijking van de stadsenquête 2009 en 2010: Onderwerp 2009 2010 Percentage hondenbezitters ( van alle respondenten) 7% 8% Bekend met het hondenbeleid ( van alle respondenten) 28% 26% Bekend met het hondenbeleid (respondenten met hond) 77 % 72 % Voldoende mogelijkheden om op te ruimen 38 % 39 % Onvoldoende optreden tegen honden bezitters 77% 69 % Klacht Management Systeem (nu Mijn Haagse Meldingen) Een ander instrument om hondenoverlast inzichtelijk te maken is het Klacht Management Systeem (KMS). Dit registratiesysteem wordt door het Gemeentelijk Contact Centrum, handhavingsteams en beheerders gebruikt om meldingen 1 inzichtelijk te maken en af te handelen. In KMS worden alle meldingen verzameld. Meldingen met betrekking tot honden is hier één van. Hieronder het aantal meldingen over honden in de openbare ruimte ten opzichte van het totaal aantal meldingen in de openbare ruimte. In 2007 is een daling te zien. Waarschijnlijk door de introductie van de algehele opruimplicht en aanschaf van de poepzuigers in 2007. Na 2008 is een stijging te zien in de klachten. 1 meldingen zijn wat burgers melden over dingen die niet in orde zijn in de openbare ruimte, en klachten wat burgers klagen over een onterechte behandeling die ze menen te hebben gekregen door de gemeente 3

De meldingen over honden is naar verhouding een klein percentage van het totaal aan meldingen in de openbare ruimte circa 1%. Meldingen in KMS 2006 2007 2008 2009 2010 (geëxtrapoleerd) Hondenoverlast 695 551 637 676 690 Totaal 82.163 65.671 66.754 59.454 64.046 Beeldkwaliteit catalogus De stadsenquête en de meldingen geven een overzicht van de beleving maar meet niet daadwerkelijk de vervuiling. Het instrument wat daadwerkelijk de vervuiling meet is de beeldkwaliteitcatalogus. Aan de hand van een beeldkwaliteitcatalogus van het CROW (nationale kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte) meet de gemeente Den Haag hoe schoon de openbare ruimte is. Dit gebeurt voor verschillende aspecten van schoon. Zo ook ten aanzien van hondenpoep. Dit gebeurt door tellingen van items (afhankelijk van het te meten onderwerp) per 100 m2 in een vak van 10 meter bij 10 meter. A+ zijn er geen uitwerpselen en D zijn er meer dan 3 stuks. Zie onder: A+ A B C D Er zijn geen uitwerpselen. uitwerpselen 0 stuks per 100 m2 Er zijn weinig uitwerpselen. uitwerpselen 1 stuks per 100 m2 Er zijn hier en daar uitwerpselen. Er zijn redelijk veel uitwerpselen. Er zijn veel uitwerpselen. uitwerpselen 2 stuks per 100 m2 uitwerpselen 3 stuks per 100 m2 uitwerpselen > 3 stuks per 100 m2 Elk stadsdeel verricht maandelijks 30 metingen over vervuiling, waarbij de beheerder via een zakcomputer, ad random naar meetpunten door het stadsdeel wordt geleid. Doordat de metingen ad random zijn, is het resultaat een beeld van het gehele stadsdeel. Het is dus geen meetinstrument om schone of juist extra vervuilde plekken te traceren. De metingen van de vervuiling van hondenuitwerpselen laten tot nu toe een redelijk positief beeld zien. Er zijn naar verhouding haast geen plekken waar meer dan twee uitwerpselen worden geteld. Dit betekent dat een groot deel van de hondeneigenaren zich aan de regels houdt. De integrale aanpak van communiceren, extra handhaven en schoonmaken zijn effectief. Deze metingen worden dit jaar voor het eerst gedaan. Zie tabellen hieronder voor het resultaat stadbreed. Gegevens 2010 A+ A B C D Eindtotaal Metingen 612 2030 1908 33 6 4589 metingen stad CROW 2500 2000 metingen 1500 1000 500 metingen 0 A+ A B C D catogorie 4

5. RUIMTE VOOR HONDEN Losloopgebieden en verbodsgebieden Honden moeten overal aangelijnd zijn in Den Haag, behalve in losloopgebieden. Daarom zijn de losloopgebieden belangrijke voorzieningen voor honden. Het strand, delen van de Scheveningse Bosjes en Madestein zijn losloopgebieden. Overigens geldt ook in de losloopgebieden de opruimplicht. Daarnaast zijn er gebieden die voor honden verboden zijn, zoals de speelplekken en speelweiden. Zowel de losloopgebieden als de verbodsgebieden zijn opgenomen in de APV. Alle gebieden zijn met borden aangegeven. Er zijn drie soorten borden: - Uitlaatplek betekent een losloopgebied met verkeer in de buurt - Uitrengebied betekent een losloopgebied zonder veel verkeer in de buurt - Verboden voor honden Regelmatig worden borden weggehaald en beklad. Daarom lijken de gebieden soms niet overeen te komen met gebieden uit de APV en die op de hondenkaart staan aangegeven. De gemeente controleert dit en plaatst borden terug. Mutaties in losloopgebieden vanaf 2008 De stad is continu in ontwikkeling. Daarom wijzigen ook de losloopgebieden. Dit komt door allerlei factoren, zoals de aanleg van speelplekken, infrastructuur, kustversterking, ecologische verbindingszones en natuurwetgeving. Sinds de invoering van de eerste losloopgebieden (1990) tot de gebiedsaanwijzing in de APV in 2006 was er dalende trend in het areaal voor de losloopgebieden. Hoeveel hectare dat is, is niet aan te geven, omdat tot 2006 de oppervlakte van de losloopgebieden nooit gemeten is. Na 2008 is er een stijging van het areaal voor het losloopgebied. Losloopgebieden circa in hectare (ha): Vanaf 2006 Vanaf 2008 Vanaf 2010 Losloopgebied permanent 492 ha 510 ha 522 ha waarvan permanent op het strand 21 ha 21 ha 25 ha Strand extra: Losloopgebied van 21.00 tot 07.00 in zomer 49 ha 55 ha Losloopgebied winter 76 ha 76 ha 91 ha Losloopgebied met minimale en maximale marges 492 568 ha 510 586 ha 522 613 ha Strand Door de uitvoering van de kustversterkingsprojecten met de bijbehorende zandsuppleties (opspuiten van zand) op het Noorder en Zuiderstrand wordt een groot deel van het strand breder. Tussen de pier en het havenhoofd in Scheveningen is al circa 9 hectare meer losloopgebied en in Kijkduin 10 hectare. Deze meters kunnen nog wel veranderen, omdat dit gebied aan natuurlijke veranderingen onderhevig is. In de winter mogen honden overal los op het strand. Tijdens het badseizoen (15 mei tot 1 oktober) zijn er verschillende mogelijkheden voor de honden op het strand: Tussen 21.00 en 7.00 uur op het hele Zuiderstrand mogen de honden los. Alle dagen, dag en nacht mogen de honden los lopen: o Bij strandopgang 2 (Zuiderstrand): tot aan de grens het Westland. o Bij strandopgang 9 (Zuiderstrand): tot aan strandopgang 10 bij de Duivelandsestraat. o De strandopgang aan het einde van het Zwarte Pad tot aan de grens met Wassenaar Het overige deel van het strand is verboden voor honden 5

Haagse Bos Het losloopgebied is in het Haagse Bos begin 2010 fors uitgebreid. Van het totaal oppervlak (circa 80 hectare) is meer dan de helft losloopgebied. Het losloopgebied is met 13,5 hectare uitgebreid naar 44,8 hectare. Ockenburgh, Bosjes van Poot Op grond van de Natuurbeschermingswet (Nbw) 1998 en Flora en Faunawet worden de natuurgebieden beschermd, zoals Ockenburgh en de Bosjes van Poot. Gebieden die onder de Natuurwetgeving vallen zijn soms lastig te combineren met loslopende honden, omdat honden (broedende) vogels en zoogdieren verstoren en honden de vegetatie vertrappen. Wettelijke instandshoudingsdoelen worden opgelegd door de Natuurbeschermingswet (Nbw) 1998 en de Floraen Faunawet. Per situatie wordt bekeken of door zonering de verstoring te beperken is. Voor de Bosjes van Poot gaat er 1,2 hectare losloopgebied voor honden af, zoals gemeld in de commissiebrief (RIS 172980) van 26 mei 2010 en besproken in de raad van 23 september 2010. In Ockenburgh wordt het losloopgebied circa 1.9 hectare verkleind. Dit in kader van het renovatie van het landgoed Ockenburgh. Het losloopgebied rond het crematorium bevindt zich in een Natura 2000 gebied. Dit losloopgebied zal opgeheven worden. De koeweide komt hiervoor in de plaats. Dit betekent dat er netto 1, 9 hectare minder losloopgebied is. Deze veranderingen zijn besproken met Provincie Zuid Holland als bevoegd gezag, de groenorganisaties en de Commissie Loosduinen, als belanghebbende. Stuk van de Erasmuszone De Erasmuszone ligt in de ecologische hoofdstructuur. Deze ecologische verbindingszone is dit jaar heringericht. De ecologische functie is lastig te combineren met loslopende honden. Honden verstoren hier ook (broedende) vogels en zoogdieren. Ze vertrappen de vegetatie en de uitwerpselen zorgen voor bemesting en verzuring van de grond. Daardoor zal de biodiversiteit aangetast worden en zullen ongewenste plantensoorten, zoals brandnetels en distels verschijnen. Daarom wordt aan de noordkant van de Erasmuszone het losloopgebied opgeheven. Dit is met de buurt besproken. Omdat compensatie in het gebied echter moeilijk te vinden is, wordt het geen verbodsgebied voor honden. De gemeente gaat in deze zone grasstroken maken, zodat de hondeneigenaren hier met een aangelijnde hond kunnen wandelen. Er gaat circa 2,2 hectare losloopgebied verloren. Overzicht mutaties 2010 ten opzichte van het losloopareaal in 2008. Specificatie Losloopgebied Losloopgebied Losloopgebied Opmerkingen gebied erbij circa eraf circa netto circa Ockenburg 1,7 ha 3,6 ha 1,9 ha Natuurbeschermingswet Erasmuszone 0,0 ha 2,2 ha 2,2 ha Ecologische Zone Bosjes van Poot 0,0 ha 1,2 ha 1,2 ha Natuurbeschermingswet Haagsche Bos 13,5 ha 13,5 ha Staatsbosbeheer Strand Scheveningen 9,0 ha 9,0 ha losloopgebied in winter Strand Kijkduin 4+ 6 ha 10,0 ha losloopgebied zomer/winter Totaal circa 34,2 ha 7 ha 27,2 ha 6

Veiligheid losloopgebieden Soms zijn er losloopgebieden dicht bij een fietspad of rijbaan die op gezette tijden druk zijn. Dit kan tot onveilige situatie leiden. Elke hondeneigenaar is dan natuurlijk vrij om de hond dan aan te lijnen. Hondeneigenaren hebben net als alle andere weggebruikers een eigen verantwoordelijkheid voor de veiligheid. Het plaatsen van hekwerken of hagen bij rijbaan, fietspad of een barbecueplek, vergroot de veiligheid niet bij losloopgebieden. Deze afscheidingen creëren een schijnveiligheid omdat honden er eventueel over heen kunnen springen of onder de afscheiding door kunnen kruipen. Ook geven afscheidingen een gesloten uitstraling, waardoor er sociale onveiligheid kan ontstaan. Veiligheid strand Er zijn incidenten op het strand met honden en auto s geweest. In principe is het verboden om met een auto op het strand te rijden. Slechts aan gemeentelijke diensten, die voor hun werk op het strand moeten komen, hulpdiensten en strandexploitanten, die hun zaak slechts via het strand kunnen bevoorraden, wordt een ontheffing verleend. Zij zijn verplicht stapvoets te rijden. Na aanleiding van de incidenten is iedereen met een ontheffing op zijn verantwoordelijkheid gewezen ten aanzien van stapvoets rijden en het rekening houden met andere gebruikers op het strand. Handhavers controleren op snelheid en het bezit van een ontheffing. Hondeneigenaren hebben net als alle andere strandgebruikers hun eigen verantwoordelijkheid ten behoeve van de veiligheid. Gebruik braakliggende terreinen Het vorige college heeft toegezegd de mogelijkheden te onderzoeken om braakliggende terreinen (tijdelijk) aan te wijzen als losloopgebied. Braakliggende terreinen zijn van de gemeente, ontwikkelaars of corporaties. De gemeentelijke terreinen die braak liggen, omdat de ontwikkelingen zijn stilgelegd of getemporiseerd, zullen worden ingezaaid. Voor de inrichting van braakliggende terreinen bestaan momenteel verschillende ideeën, bijvoorbeeld inrichten als hondenlosloopgebied, kinderspeelplek of parkeervoorziening. Soms gebruiken hondeneigenaren deze braakliggende terreinen al informeel als losloopgebied. Het formeel aanwijzen als losloopgebied in de APV is op grond van de tijdelijkheid niet aan de orde. Omdat deze tijdelijkheid geen echte compensatie vormt voor losloopgebieden. Bovendien zijn de kosten om een braakliggende terrein veilig en schoon te maken voor een tijdelijke situatie niet wenselijk. 6. SCHOON Poepbakken De gemeente Den Haag heeft aparte poepbakken. Deze lijken veel op de huidige afvalbak. Het verschil is dat de poepbak afgesloten wordt door een klep en voorzien is van een hondensticker. In beide bakken mag zowel vuil als hondenpoep. Op dit moment staan er 1410 hondenpoepbakken in Den Haag en 5965 gewone afvalbakken. Poepbakken kunnen door de inwoners van Den Haag aangevraagd worden bij het gemeentelijk Contact Centrum. De aanvrager moet samen met buurtbewoners en andere hondeneigenaren een geschikte locatie kiezen voor de poepbak. Indien de locatie inderdaad geschikt is bevonden door de beheerder van het stadsdeel (bereikbaar en geen stankoverlast voor anderen veroorzaakt), plaatst de gemeente een hondenpoepbak. Poepzakjes Bij de introductie van de opruimplicht heeft de gemeente Den Haag als promotie hondenpoepzakjes aangeschaft om per geregistreerde hond een aantal zakjes mee te kunnen geven aan de eigenaren. Deze zakjes kunnen opgehaald worden bij de balies van de stadsdeelkantoren. In de evaluatie van 2007 was het voornemen om deze actie stop te zetten, omdat er te weinig animo voor was. Door een motie is deze actie weer hervat in het kader van de campagne Den Haag Schoon! Nog steeds maakt een klein deel van de hondeneigenaren gebruik van deze poepzakjes. De meeste hondeneigenaren gebruiken eigen poepzakjes. De voorraad zal eind 2010 op zijn. Er zal dan definitief 7

gestopt worden met deze actie. De opruimplicht is ruim bekend en eigenaren van honden hebben daarin een eigen verantwoordelijkheid. Poepzuigers Opruimen met hondenpoepzuigers zou eigenlijk niet nodig moeten zijn gezien de opruimplicht. De realiteit is anders. Daarom heeft de gemeente Den Haag een aantal poepzuigers ingezet voor vaste routes langs plekken waar veel mensen komen, zoals winkelcentra, scholen, toeristische attracties. Verder wordt de poepzuiger ingezet bij de integrale aanpak van ernstig vervuilde plekken. De raad heeft bij de begroting 2006 in verband met de introductie van de algehele opruimplicht, een eenmalig budget van 600.000, beschikbaar gesteld voor het opruimen van hondenpoep met poepzuigers. Uit dit budget zijn de aanschaf, het onderhoud, benzine en bemanning van de vijf poepzuigers voor een periode van vijf jaar gefinancierd. Momenteel zijn er van deze vijf nog drie poepzuigers in bedrijf. Deze zijn aan vervanging toe. Er is één nieuwe poepzuiger aangeschaft. Ook de andere poepzuigers zullen worden vervangen. Omdat de opruimplicht nog steeds niet door elke hondeneigenaar toegepast wordt, blijft de inzet van hondenpoepzuigers nodig voor het schoonhouden van de stad. 7. INTEGRALE AANPAK Om overlast van hondenpoep te verminderen is er in een aantal stadsdelen een integrale aanpak van overlastlocaties in wijken uitgevoerd samen met verschillende afdelingen binnen de gemeente (milieubeheerders, handhavingteams en het Veeg en Straatbedrijf). Integraal betekent dat de gemeente bij de hondenpoepoverlast op meerdere vlakken acteert: communiceren, voorzieningen op niveau, handhaven, schoonmaken en monitoren: Bewoners (niet alleen de hondeneigenaren) worden door brieven en/of folders op de hoogte gesteld over de regels van het hondenbeleid. Plaatsen van voldoende hondenpoepbakken en borden waar honden los of niet mogen komen. Monitoren van de hondenpoep bij start en eind van het project om het resultaat te zien. Na de eerste telling, een schoonmaakactie met de hondenpoepzuiger. Ten eerste omdat bewoners eerder geneigd zijn zich aan de regels houden als het al schoon is en ten tweede is het makkelijker handhaven met een schone lei. Extra toezicht in uren door het handhavingsteam. Zij schrijven processen verbaal uit en spreken mensen aan. Ook moet er inzet zijn van extra handhaving op onregelmatige tijden (buiten kantooruren). Met deze integrale vorm van de aanpak van de hondenproblematiek zijn goede resultaten bereikt in bijvoorbeeld Duindorp en Biesland. De hotspots waren bij de tussen en eindmeting aanzienlijk schoner. Wel is het zo dat een paar maanden na de integrale aanpak sommige plekken weer vervuilen. Dit is meestal dan maar één specifieke straat in een wijk. Aangezien de integrale aanpak werkt, zal de gemeente de komende tijd deze aanpak stadsbreed uitrollen op hotspots waar veel hondenuitwerpselen zijn. 8

8. CONCLUSIE De bevindingen uit deze voortgangsnota hondenbeleid Het areaal waar honden los mogen lopen is uitgebreid. Gelet daarop acht de gemeente het niet nodig om meer losloopgebieden aan te wijzen. In de Haagse stadsenquête staat hondenpoep al drie jaar op nummer één waarom respondenten Den Haag als minder schoon ervaren. Het aantal meldingen, dat door bewoners wordt gedaan en de metingen van de feitelijke situatie op straat leveren een positiever beeld op. Dit levert een discrepantie tussen de beleving en de feitelijke situatie op. Het lijkt erop dat een integrale aanpak (communicatie, schoonmaken en handhaven) effectief is. Wat gaat de gemeente komende tijd doen: De bebording van de losloopgebieden en verbodsgebieden worden gecontroleerd. Borden die verdwenen zijn worden geplaatst. De gemeente zorgt dat er voldoende poepbakken en afvalbakken zijn. Omdat de opruimplicht nog niet door elke hondeneigenaar toegepast wordt, blijft de inzet van hondenpoepzuigers nodig voor het schoonhouden van de stad. De gemeente zal de poepzuigers vervangen. Aangezien de integrale aanpak werkt, zal de gemeente de komende tijd deze aanpak stadsbreed uitrollen op hotspots waar veel hondenuitwerpselen zijn. De resultaten hiervan zullen worden gemonitord. 9

Bijlage 1 A.P.V. Algemene plaatselijke verordening voor de gemeente Den Haag Artikel 2:57 Loslopende honden 1. Het is de eigenaar of houder van een hond verboden die hond te laten verblijven of te laten lopen: a. binnen de bebouwde kom op de weg zonder dat die hond aangelijnd is; b. op een voor het publiek toegankelijke en kennelijk als zodanig ingerichte kinderspeelplaats, zandbak of speelweide of op een andere door het college aangewezen plaats; 2. Het college kan bij besluit plaatsen aanwijzen, waar het in het eerste lid gestelde verbod gedurende het gehele jaar of een gedeelte daarvan niet geldt. Artikel 2:58 Verontreiniging door honden 1. De eigenaar of houder van een hond, is verplicht ervoor te zorgen dat die hond zich niet van uitwerpselen ontdoet op de weg. 2. Het in het eerste lid neergelegde gebod is niet van toepassing op visueel gehandicapten, die geleid worden door een geleidehond of de houder van een hond welke is opgeleid door de Stichting Sociale Honden voor Gehandicapten Nederland of door de Stichting Servicehonden voor Auditief of Motorisch Gehandicapten en aan de houder ter beschikking is gesteld in verband met een motorisch gebrek. 3. De strafbaarheid wegens overtreding van het in het eerste lid gestelde gebod wordt opgeheven indien de eigenaar of houder van de hond of degene die de hond onder zijn hoede heeft er zorg voor draagt dat de uitwerpselen onmiddellijk worden verwijderd. 4. De houder of verzorger van de hond en ook degene die een hond onder zijn hoede heeft is verplicht, indien hij zich op de weg bevindt, een doeltreffend hulpmiddel bij zich te hebben dat geschikt is voor verwijdering van de uitwerpselen. Het college stelt hiervoor geschikt hulpmiddelen vast, wil het doeltreffend zijn. 5. De houder of verzorger van de hond en ook degene die een hond onder zijn hoede heeft, die zich met die hond op of aan de weg bevindt, is verplicht dit hulpmiddel op eerste vordering van een toezichthoudend ambtenaar te laten zien. Uitvoeringsbesluit Artikel 2:57 Algemene plaatselijke verordening voor de gemeente Den Haag : zie RIS 161577 10