Een school voor toppers!

Vergelijkbare documenten
KINDEREN DIE MEER KUNNEN

3 Hoogbegaafdheid op school

Compacten bij rekenen

Beleid (hoog)begaafdheid. Hoe gaan we om met begaafde en hoogbegaafde kinderen op De Krommen Hoek

Een kijkje in de groepen.

Visie en beleid ten aanzien van beter presterende leerlingen

Mariaschool Reutum tevredenheidsmeting medewerkers

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE PCBS DE DUIF. BRIN-nummer : 08WB Onderzoeksnummer : 94572

Toezeggingen. en Pork) en de gemeente Vlagtwedde/O2SV (De Clockeslach, De Klimop, De Vlinder, Op d Esch, Plaggenborg en Willem Lodewijck).

Samenvatting tevredenheidsmeting ouders

TEVREDENHEIDSONDERZOEK

Doorstromen, vertragen en versnellen.

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE DE RANK. BRIN-nummer : 11LX Onderzoeksnummer : 94542

Auditrapport: Benedictusschool Heiloo

2. Waar staat de school voor?

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL DEN DIJK

4?^ ' \/ Lr- Ö RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL BERG EN BOS. Basisschool Berg en Bos Apeldoorn 17NG 94718

Plan van aanpak voor kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong of (hoog)begaafde kinderen

Stroomdiagram zorg. Versie september 2008

Opbrengstgericht werken in het Voortgezet onderwijs

Protocol doubleren en versnellen (def. versie 5/1/2015)

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE PC BASISSCHOOL DE REGENBOOG

Met ingang van het schooljaar hanteert de Vosseschans structureel beleid rond het omgaan met hoogbegaafdheid.

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL DE HAREN. : basisschool de Haren : 's-hertogenbosch BRIN-nummer : 12TH Onderzoeksnummer : 95042

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL 'PATER VAN DER GELD'

Uitwerking Dalton visitatie 2018

CHECKLIST PASSEND ONDERWIJS EN OMGAAN MET VERSCHILLEN IN DE OVERGANG VAN PO NAAR VO

OBS De Hobbitstee Leerdam

INSPECTIE. hetonderwus RAPPORT VAN BEVINDINGEN

RAPPORT PERIODIEK KWALITEITSONDERZOEK RKBS 'VAN DOORN'

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ

Wat doet een kind op school? Leren! Verleggen van je grenzen en fouten maken.ook voor leerlingen die makkelijk leren!

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL ALBERT SCHWEITZER

VERSLAG AUDIT SOP 1 INLEIDING

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE O.B.S. DE KAMELEON

Jaarplan - jaarverslag

RAPPORT VAN BEVINDINGEN

Hoe volgt en begeleidt Montessori-Zuid de leerlingen?

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. De Aquarel

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG 2007/2008

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL DE BAKELGEERT

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE DE CHRISTELIJKE BASISSCHOOL DE ONTMOETING

(Hoog)begaafde protocol OBS Prins Claus

SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL SCHOOLJAAR Basisschool De Arnhorst. Velp

RAPPORT ONAANGEKONDIGD KWALITEITSONDERZOEK BASISSCHOOL MISTE/CORLE

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Kwaliteitsonderzoek bij. R.K. basisschool De Talenten

o.a. Carnaval, cito groep 1 en 2, protocol (meer)begaafdheid

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

Als de weektaak heel snel af is, krijgt een leerling meer uitdagende leerstof, en zijn er extra hoeken te kiezen.

POP Martin van der Kevie

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL 'DE TOUWLADDER'

Protocol begaafdheid op de Curtevenne

RAPPORT PERIODIEK KWALITEITSONDERZOEK O.B.S. DE BORGH

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL ST. CHRISTOFFEL

KMPO 2016/2017. Plan van aanpak

Inleiding. Start met proefabonnement. acadin 1

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Tussentijds kwaliteitsonderzoek bij. Geref.b.s. Dr. K. Schilder

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE OBS DE ZOEKER

Kwadraatonderwijs. Kwadraat, passend onderwijs voor begaafde leerlingen

PROTOCOLLEN. Stappenplan t.a.v. doubleren Bij de besluitvorming over een doublure worden de volgende stappen genomen:

Verbeterplan OBS De Winde

Planmatig werken in groep 1&2 Werken met groepsplannen. Lunteren, maart 2011 Yvonne Leenders & Mariët Förrer

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. Stephanus Basisschool

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. basisschool De Eendracht

Richtlijnen voor de overgang naar de volgende groep. Doubleren of Versnellen; te nemen stappen

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE OPENBARE BASISSCHOOL NOORDHOVE

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. o.b.s. Westerschool

de bentetop Kwaliteitszorg Evaluatie jaarplannen op hoofdlijnen

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL 'T LOO

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. De Berkenhorst

Verbeterplan n.a.v. uitslagen enquête onder ouders van obs de Dubbele Punt april 2013

obs Willem Eggert Herstelonderzoek

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK BIJ SBO DE SATELLIET

Protocol Doubleren 1

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING. Prins Willem Alexander

Behandeld met HB specialist in de periode september november Besproken in pedagogisch team d.d Kwaliteitszorg Notitie Nobel

ZORGGids CBS TOERMALIJN FRANEKER

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL DUBBELDEKKER


Vrijeschool RotterdamWest

Inhoud. Veenendaal, Onderwerp: verantwoording van ons onderwijs. Beste ouder(s)/verzorger(s),

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL HERVORMDE SCHOOL

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL KONINGIN EMMA

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK SAMSAM

TEVREDENHEIDSONDERZOEK

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK OP OBS OETKOMST IN KOLHAM

Overgangsprotocol OPO Ameland Groep 1 tot en met 4

Onderzoeksresultaten en interpretatie klanttevredenheidsonderzoek 2009

Verantwoording van ons onderwijs

Meerbegaafden protocol

Bijlage 8: Definitie basisondersteuning meer- en hoogbegaafdheid

Schoolondersteuningsprofiel versie 2.0

Maart Leerlingen 57 Ouders Personeel 15/ 16 Aantal respondenten Aantal respondenten Aantal respondenten

Kindcentrum De Boeg Parallelweg BS Alblasserdam T E info@boeg-alblasserdam.nl I

SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL SCHOOLJAAR

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Kwaliteitsonderzoek bij. De Sprong, dep. Molkenkelder

Werken met instructieblokken

RAPPORT VAN BEVINDINGEN STELSELONDERZOEK Basisschool Jan Ligthart

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK BASISSCHOOL DE VLIER

Transcriptie:

ZELFEVALUATIERAPPORT 2010 ZORG VOOR EN ONDERWIJS AAN KINDEREN DIE MEER OF HOOGBEGAAFD ZIJN. Een school voor toppers! Lage weide 2 1906XC Limmen Telefoonnummer: 072 5057570 Website: www.sintmaartenschool.nl E mail: info@sintmaartenschool.nl Brinnummer: 08NP 1

INHOUD Zelfevaluatierapport 2010... 1 Zorg voor en onderwijs aan kinderen die meer- of hoogbegaafd zijn.... 1 1. Procesrapportage:... 4 Waar richt onze zelfevaluatie op?... 4 Wat zijn onze precieze/concrete vragen?... 4 Voor wie voeren we deze evaluatie uit?... 5 Welke functie heeft de evaluatie?... 5 Welke normen stellen we?... 5 2. Organisatie... 7 Hoe organiseren we de zelfevaluatie?... 7 Wat willen we bereiken?... 8 3. Referentiekader en instrumenten... 9 a. Inspectierapport... 9 b. Uitkomst algemene ouderenquête ( alle ouders)... 9 c. Enquête sociale veiligheid leerkrachten (2010)... 11 d. Uitkomst leerkracht enquête hoog- en meerbegaafdheid... 12 e. Uitkomst screening LVS CITO groep 4, 5 en 6 tot en met 8 begrijpend lezen, spelling, en rekenen en wiskunde algemeen.... 13 f. Signalering door kinderen/ klasgenoten... 13 g. Uitslag ouderenquête hoog- en meerbegaafdheid ( speciaal geselecteerde groep ouders)*... 14 h. Uitslag leerling-interviews ( speciaal geselecteerde groep leerlingen)*... 15 i. Uitslag open vragen... 16 3. Analyse... 17 Inspectierapport (2007)... 17 Algemene ouderenquête... 17 Leerkracht enquête sociale veiligheid... 17 Leerkracht enquête meer- en hoogbegaafdheid... 17 Ouderenquête meer- en hoogbegaafdheid... 17 2

Leerling enquête meer- en hoogbegaafdheid... 18 Conclusies... 19 4. Aanbevelingen... 21 5. Verbeterplan... 22 6. Vragen aan visitatiecommissie... 22 3

1. PROCESRAPPORTAGE: WAAR RICHT ONZE ZELFEVALUATIE OP? De Sint Maartenschool is een grote dorpsschool met 18 groepen, gevestigd op een mooie locatie centraal in het dorp van Limmen. We vinden het belangrijk dat kinderen hun tijd op Sint Maartenschool afsluiten als evenwichtige mensen, die goed in staat zijn om voor hen en de omgeving belangrijke keuzes te maken. Daarbij hoort een positief zelfbeeld, zelfstandigheid, verantwoordelijkheidsgevoel, sociale vaardigheden en natuurlijk een hoeveelheid kennis en vaardigheden die nodig zijn voor goed vervolgonderwijs. Goed onderwijs betekent voor ons, dat wij een veilige en inspirerende leeromgeving creëren, waarin ieder kind kan groeien, leren en op onderzoek uit kan gaan. We kijken daarbij naar verschillende ontwikkelingsgebieden en stimuleren kinderen hun talenten verder te ontwikkelen. We bewaken gezamenlijk een ononderbroken ontwikkeling door gericht te observeren en ons aanbod hierop aan te passen. We passen aspecten van ontwikkelingsgericht onderwijs in de groepen toe. We willen dat elk kind zich optimaal kan ontwikkelen. Hiervoor differentiëren we in de groepen en ontwikkelen we ons in het werken met groepsplannen. We werken met het GIP-model, dag- en weektaken en een instructietafel. We hebben een goed werkend zorgsysteem. We signaleren kinderen die meer nodig hebben om zich de leerstof eigen te maken. Door middel van dit onderzoek willen juist zicht krijgen op kinderen meer- of hoogbegaafd zijn. Hoe signaleren we dat? Wat is ons aanbod voor deze kinderen en is er ook voor hun een ononderbroken ontwikkeling mogelijk? Wat zien we in de praktijk? Zien anderen dat ook? En wat vinden anderen daarvan? WAT ZIJN ONZE PRECIEZE/CONCRETE VRAGEN? Volgens het beleid van Stichting Flore is vastgesteld dat elke leerkracht kinderen met hoogbegaafdheid kan signaleren. Hoe is die situatie bij ons? Een gedeelte van ons team heeft in het verleden deel genomen aan een groepscursus over dit onderwerp. Is die kennis nog aanwezig? En is die kennis nog passend bij de visie op dit onderwerp op dit moment. Klopt het aantal gesignaleerde kinderen ook bij wat je qua normaalverdeling zou verwachten op onze school? Daarom onze vraag: Welke kennis en kunde heeft de leerkracht als het gaat om signaleren? Welke aanpassingen worden gedaan in de groepen? Uit de algemene ouderenquête 2009-2010 blijkt dat ons onderwijs op de gemiddelde leerling gericht is en gaat onze extra aandacht uit naar kinderen die onder niveau scoren. Klopt die indruk? Welke initiatieven zijn er? Daarom onze vraag: Hoe is de aanpak in de groep? Hoe ervaren de kinderen het aanbod? Heeft het kind het naar zijn/ haar zin? Presteert het kind naar zijn/haar kunnen? Signaleren de kinderen, leerkrachten en ouders hier hetzelfde of zijn er opvallende verschillen? Het medeverantwoordelijk zijn voor het 4

onderwijsleerproces, die passend is bij het niveau van de kinderen, is een aandachtspunt. ( 8.3 PKO) Hoe is de schoolbeleving van de kinderen? We streven naar een ononderbroken ontwikkeling. Dat betekent dat een aanpak doorlopend is in alle groepen. Er is inhoudelijk een overdracht bij groepsovergang. Hoe is de situatie nu? Hoe worden de effecten van de aanpak nagegaan? ( 11.4 PKO) Is er een doorgaande lijn zichtbaar? Wat is voor een leerkracht het meest ideale aanbod voor deze kinderen? Hoe zien ouders dat? En wat vinden de kinderen zelf? Zijn er verschillen in hun ideeën of is er een rode draad zichtbaar? De aansluiting van leerinhouden bij overgang naar een volgend leerjaar is een aandachtspunt. ( punt 3.5 PKO ) Welke tips en ideeën hebben de diverse partijen? Wat is het ideaal? VOOR WIE VOEREN WE DEZE EVALUATIE UIT? Deze evaluatie voeren we uit voor ons zelf. We willen weten hoe het aanbod en ons handelen voor meer- en hoogbegaafden nu is. We willen weten hoe we ons aanbod kunnen optimaliseren. Hierbij speelt verantwoording een rol. WELKE FUNCTIE HEEFT DE EVALUATIE? Het onderzoek meet de huidige stand van zaken en heeft als doel om te komen tot verbeteracties. Wat willen we uiteindelijk bereiken: We stellen een doorgaande lijn vast In ons instructiemodel wordt het aanbod aan deze kinderen vastgelegd en geregistreerd. Er is in een kwaliteitskaart vastgesteld, wat we op het gebied van hoog- en meerbegaafdheid kunnen verwachten qua leerkrachtgedrag. WELKE NORMEN STELLEN WE? Als de normaalverdeling intelligentie van Wechsler leidend is voor het aantal hoog- en meerbegaafde kinderen op onze school, ontstaat de volgende verdeling: 2,3 % van de leerlingen is hoogbegaafd en 13,6 % is meerbegaafd. Voor onze school komt dat neer op 11 leerlingen hoogbegaafd en 65 kinderen meerbegaafd. Op dit moment is slechts van 1 leerling, middels onderzoek, meerbegaafdheid vastgesteld. 5

Alle leerkrachten kunnen hoogbegaafdheid signaleren. Deze norm is vastgesteld in het Flore beleid naar aanleiding van dit onderwerp. We verwachten dat leerkrachten: kennis hebben van dit onderwerp de leerling-signalen herkennen de leerlingsignalen bespreken met de IB-er tijdens leerlingbesprekingen. Binnen Flore wordt de 80% norm gehanteerd. In ons onderzoek is dit ook de norm waar wij vanuit gaan. 6

2. ORGANISATIE HOE ORGANISEREN WE DE ZELFEVALUATIE? Het hele team is bij de zelfevaluatie betrokken, maar wordt uitgevoerd door de directie Jeannet van der Krol (directeur), Annemarie Trouw (directeur) en Miriam Niezen (leerkracht groep 1-2). Zij hebben een tijdpad en een taakverdeling gemaakt. In diverse teambijeenkomsten wordt het team geïnformeerd. Het uiteindelijke rapport wordt uiteraard met hun besproken. Het onderwerp past bij onze schoolontwikkelingen op dit moment: opbrengstgericht werken en werken met groepsplannen. 4 oktober 2010: We hebben gezamenlijk de opbrengsten van de verschillende groepen bekeken door middel van de CITO zelfevaluatie. 11 oktober 2010: In een teambijeenkomst van 11 oktober hebben we een mindmap gemaakt over het onderwerp Zorg en passend onderwijs. Daarbij hebben we teruggekeken naar de AVS studiedag Kind op de Gang. Daaruit is duidelijk naar voren gekomen dat wij ons verder willen ontwikkelen over dit onderwerp. Ook hebben we de stand van zaken over dit onderwerp binnen Stichting Flore besproken. 29 oktober: We hebben in een teambijeenkomst gesproken dat we hoog- en meerbegaafdheid willen gaan onderzoeken. Het onderwerp staat centraal binnen Flore en past bij de ontwikkelingen van passend onderwijs. Bovendien sluit het aan bij het meer bewust werken met leeropbrengsten. We willen graag dat ook deze groep een passend aanbod krijgt als we gaan werken met groepsplannen. Die schoolontwikkeling start dit jaar en zal volgend jaar verder uitgewerkt worden. 24 januari In de teambijeenkomst gaat het verzamelen van de gegevens beginnen. Het onderzoeksteam geeft een toelichting over inhoud, de selectie en de manier van bevragen. 7

WAT WILLEN WE BEREIKEN? Dit onderwerp wordt opgenomen in ons schoolplan 2011-2015. We willen bereiken dat alle kinderen, ook kinderen die meer- en hoogbegaafd zijn, een aanbod krijgen dat past bij hun niveau. Er is een doorgaande lijn. Het aanbod en de resultaten worden geregistreerd. Er wordt geëvalueerd en zo nodig aangepast. Aan het einde van het traject in ons schoolplan: Zijn leerkrachten op school allemaal in staat om kinderen die meer- of hoogbegaafd zijn een passend aanbod te doen. Is er een duidelijke doorgaande lijn tussen de groepen. Zijn de kinderen medeverantwoordelijk voor hun onderwijsleerproces en worden zij betrokken bij het evalueren van de plannen en het maken van een nieuwe opzet. Krijgen de kinderen op niveau instructie Is er beleid vastgelegd door middel van een kwaliteitskaart 8

3. REFERENTIEKADER EN INSTRUMENTEN a. Inspectierapport In de beschouwing bij het laatste PKO, d.d. 20-02-2007, staat vermeld dat het concreet doelen stellen voor onze school een actiepunt is en dan met name, als het gaat om meerbegaafde kinderen en kinderen, die een eigen leerlijn volgen. Het doelen stellen komt tijdens de studiemomenten opbrengstgericht werken uitgebreid aan de orde. Opvallend in het kwaliteitsprofiel waren de volgende punten: Het jaarlijks systematisch evalueren van de kwaliteit van onze opbrengsten vraagt aandacht. Daarmee hangt samen om ons onderwijzen en het leren te evalueren. Ook wordt het borgen van kwaliteit als onvoldoende beoordeeld. De leerstofinhouden van de verschillende groepen sluiten niet goed op elkaar aan. Leerlingen kunnen een grotere verantwoordelijkheid dragen voor de organisatie van hun onderwijsleerproces, passend bij hun ontwikkelingsniveau. De effecten van onze extra zorg moeten duidelijker worden vastgelegd. Of kinderen met specifieke onderwijsbehoefte zich naar hun mogelijkheden ontwikkelen, kon ten tijde van het PKO niet gescoord worden. b. Uitkomst algemene ouderenquête ( alle ouders) In juni 2010 hebben 310 gezinnen van onze school een algemene digitale ouderenquête ontvangen. Uiteindelijk hebben 151 mensen de vragen ingevuld. Het gemiddelde rapportcijfer van de school is een 7,5. In de bijlage kunt u de gehele uitslag bekijken. Hieronder een overzicht van vragen passend bij ons onderzoek. 9

Vraag Aantal antwoorden Weet Niet Geheel eens Eens Oneens Geheel oneens Basisschool Sint Maarten bevordert de verstandelijke ontwikkeling van mijn kind(eren) 151 2 9,40% 88,59% 2,01% 0,00% Basisschool Sint Maarten biedt een ononderbroken ontwikkelingsproces voor mijn kind(eren) 151 23 5,47% 78,91% 15,63% 0,00% Als mijn kind/kinderen extra zorg nodig heeft/hebben, krijgt/krijgen ze van basisschool Sint Maarten begeleiding die is afgestemd op de behoefte van mijn kind/kinderen 151 47 9,62% 66,35% 20,19% 3,85% In de aanvullende opmerkingen van ouders komt dit onderwerp regelmatig aanbod: Sterke punten: De zorgplannen die voor de kinderen worden gemaakt, de Topklassers in de bovenbouw ( hoewel daar wel meer begeleiding bij mag) en goede differentiatie voor leerlingen. De Sint Maartenschool is een ambitieuze en vooruitstrevende school (geeft wel prestatiedruk). Zwakke punten: De school blijft mijns inziens achter op het gebied van aanbod aan kinderen die vóór lopen. Deze kinderen zouden meer uitdaging moeten krijgen i.p.v. meer van hetzelfde werk, dit werkt niet motiverend. Er is geen eensluidend lesbeleid, de communicatie en evaluatie van een behandelplan is wisselend. Het niet durven loslaten van de lesstof voor kinderen die meer aankunnen. Ze moeten dan eerst de basisstof doen en daarna de extra stof. Maar waarom oefenen wat je al beheerst? Mijn indruk is dat de school en het onderwijs vooral is ingericht voor de gemiddelde leerling. Uitschieters naar boven en beneden lijken minder goed terecht te kunnen. De overdracht tussen leerkrachten is onvoldoende. Onderwijs is strak vorm gegeven, weinig extra uitdaging voor kinderen die zich de leerstof al eigen gemaakt hebben of snel eigen maken. Teveel kinderen die veel zorg/aandacht nodig hebben in de groepen. Gemiddelde tot goede kinderen krijgen te weinig aandacht. 10

c. Enquête sociale veiligheid leerkrachten (2010) Vraag Aantal antwoorden Weet Niet Geheel eens Eens Oneens Geheel oneens Ik ben voldoende capabel/ opgeleid om kinderen met niveauverschillen 33 0 12,12% 69,70% 18,18% 0,00% te begeleiden. Ik vind dat ons onderwijs voldoende rekening houdt met niveauverschillen 33 0 3,03% 63,64% 33,33% 0,00% tussen kinderen. 11

D. UITKOMST LEERKRACHT ENQUÊTE HOOG- EN MEERBEGAAFDHEID Welke kennis en kunde hebben de leerkrachten? Uit ons onderzoek is gebleken dat 26% van onze leerkrachten vindt dat ze voldoende kennis hebben van het onderwerp hoog- en meerbegaafdheid. 65% denkt dat hij/zij het kan signaleren bij kinderen. Bijna alle leerkrachten geven aan dat zij toetsuitslagen gebruiken als signaleringsinstrument (91%); 95% gebruikt zijn/haar observaties om te signaleren. Welke aanpak wordt in de groep gehanteerd? 40% van de leerkrachten geeft aan deze kinderen een aangepast dag- of weektaak te geven. Door 78% van de leerkrachten wordt meer van de kinderen verwacht bij de verwerking van het normale aanbod van de groep. 86% van de leerkrachten geeft aan de les- en of leerstof aan te passen voor deze kinderen. Dit gebeurt zowel door het verbreden van het onderwijsaanbod (74%) als door het verrijken van de leerstof (69%). Hoe is de schoolbeleving van de kinderen? De leerkrachten geven aan goed op de hoogte te zijn van de schoolbeleving van de kinderen (90%). 87% praat met de kinderen over zijn/haar schoolprestaties. 90% probeert het maximale uit de kinderen te halen. 78% van de leerkrachten geeft aan onderpresteren te kunnen signaleren. 44% van de leerkrachten vindt dat de kinderen voldoende worden uitgedaagd. Is er een doorgaande lijn? 69% van de leerkrachten geeft aan bij het overdrachtsgesprek ook de meer- en hoogbegaafde leerlingen te bespreken. 9% geeft aan dat er een doorgaande lijn is in het aanbod voor deze kinderen. Geen enkele leerkracht (0%) vindt dat er in elke groep evenveel aandacht, ruimte en tijd is voor kinderen die hoog- en meerbegaafd zijn. Wat zou ideaal zijn? Bijna 73% van de leerkrachten heeft als ideaal dat we uiteindelijk werken met groepsplannen op drie niveaus. 70% vindt ook dat het goed zou zijn om de lesstof voor meer- en hoogbegaafde leerlingen versneld aan te bieden. 65 % vindt dat deze kinderen een aparte leerlijn zouden moeten hebben. 86% van het team is voor een extra vak voor meer- en hoogbegaafden, zoals bijvoorbeeld techniek of Spaans. 12

E. Uitkomst screening LVS CITO groep 4, 5 en 6 tot en met 8 begrijpend lezen, spelling, en rekenen en wiskunde algemeen. Groep 4 en 5 zonder begrijpend lezen. Alles op basis van toetsen eind 2009-2010. jaargroep Aantal kinderen A op 2 toetsen 4 3 5 10 jaargroep Aantal kinderen A op 3 toetsen 6 7 7 4 8 9 f. Signalering door kinderen/ klasgenoten Naar aanleiding van de uitslag van deze instrumenten stellen we lijst samen van namen van kinderen die meedoen in het vervolg traject. Deze lijst wordt pas definitief na een bespreking met de leerkrachten. 13

G. Uitslag ouderenquête hoog- en meerbegaafdheid ( speciaal geselecteerde groep ouders)* Op drie niveaus hebben we gekeken naar kinderen die hoog scoren. Kinderen die drie keer een A-score hebben op de CITO-toetsen (spelling, rekenen en begrijpend lezen), kinderen die door klasgenoten aangemerkt worden op de vraag wie weet in jouw klas vaak snel het goede antwoord te geven? en kinderen die door de leerkracht aangegeven worden als snelle leerling. De kinderen, die twee of drie keer naar voren komen bij de bovengenoemde niveaus, hebben we geselecteerd. In totaal kwamen we uit op 32 leerlingen. Voor de ouderenquête hebben we de ouders benaderd van deze 32 leerlingen. Van 21 ouders hebben we een reactie ontvangen. Hieronder een samenvatting van de uitslag: De kinderen, waarvan de ouders de enquête hebben ingevuld, zijn geen van allen getest op hun intelligentie. Signaleren 50% van de ouders vindt de leerkrachten kundig als het gaat om het signaleren van meer- en hoogbegaafdheid; 50% vindt van niet. 37%% van de ouders geeft aan dat de signalen besproken worden tijdens de 10-minutengesprekken. 75% van de ouders geeft aan dat hun signalen serieus genomen worden door de leerkracht. Aanpak in de groep Bijna 70% van de ouders zegt dat het onderwijsaanbod aangepast wordt aan het niveau van hun kind en daarvan geeft ruim de helft aan dat hun kind extra instructie krijgt. 10% van de ouders zegt geïnformeerd te worden door de leerkrachten als het gaat om het speciale aanbod. 20% van de ouders zegt te weten of te denken dat er andere eisen aan hun kind gesteld wordt t.a.v. het reguliere onderwijsaanbod. Schoolbeleving Bijna 90% van de ouders geeft aan dat hun kind het naar zijn zin heeft op school. 10% van de ouders geeft aan dat het maximale uit zijn/haar kind gehaald wordt en 30% vindt ook dat zijn/haar kind voldoende wordt uitgedaagd. 81% van de ouders vindt dat zijn/haar kind op school laat zien wat hij/zij kan. En bijna 95% van de ouders vindt dat hun kind op school veel leert. Doorgaande lijn 0% van ouders denken dat er overleg is tussen leerkrachten bij de groepsovergang m.b.t. het extra aanbod voor de kinderen en ook denken alle ouders dat er niet in elke groep evenveel aandacht, ruimte en tijd gegeven wordt aan kinderen die meer- of hoogbegaafd zijn. 11% denkt dat er een duidelijk jaaroverstijgende leerlijn voor hun kind is. 14

Wat zou ideaal zijn? Alle ouders zien als ideaal het verbreed/verdiept aanbieden van de lesstof (22% is het daar geheel mee eens, 78% is het ermee eens). In iets mindere mate (83%) zien de ouders als ideaal het verrijkt aanbieden van de lesstof. De helft van de ouders is het eens dat hun kind meedoet met het aanbod van de groep; de andere helft van de ouders niet. 41%% van de ouders ziet het compact aanbieden van de lesstof ook als een goed alternatief. H. Uitslag leerling-interviews ( speciaal geselecteerde groep leerlingen)* * Op basis van stap c, d en e en het gesprek met de leerkrachten. Beleving 74% van de kinderen vindt de lessen soms leuk, 26% vindt de lessen altijd leuk. Bijna alle kinderen vinden dat ze hun best doen op school. Ruim de helft denkt soms sneller te leren dan de rest van de groep; 32% van de kinderen vindt dat altijd. 26% van de kinderen zegt dat ze zich niet vervelen; Lesinhoud 35% van de kinderen zegt dat de leerstof soms wordt aangepast; 6% zegt dat dit altijd gebeurt. Bijna 10% geeft aan dat er altijd andere eisen gesteld worden voor de uitvoering van een taak, 35% zegt dat dit soms gebeurt. 42% geeft aan dat ze extra leerwerk krijgen; 35% zegt dat ze dit soms krijgen. 23% van de kinderen zegt dat ze ander leerwerk krijgen (wat de rest van de groep niet krijgt). 39% krijgt dit soms. 13% van de kinderen zeggen dat ze altijd aan het werk mogen als ze de opdracht begrepen hebben (tijdens de uitleg). 45% zegt dat dat soms mag. 6% van de kinderen geeft aan een aparte instructie te krijgen die past bij hun manier van werken. 19% zegt dat dit soms gebeurt. 15

I. UITSLAG OPEN VRAGEN Wat zou je willen leren op school? 31 kinderen hebben deze vraag beantwoord. * 7 kinderen zeggen het antwoord niet te weten. * 4 kinderen maakt het niet uit of vinden het goed zoals het nu is. * 15 kinderen willen graag extra vakken, zoals Spaans, sterrenkunde enz. * 5 kinderen willen meer verdieping (moeilijkere sommen, moeilijkere woorden, diepgang met Engels, leren klokkijken) Dus: 48% van de kinderen wil extra vakken 16% van de kinderen wil meer verdieping 36% weet het niet of het maakt ze niet uit. Wat zouden wij op school anders kunnen doen voor jou? 30 kinderen hebben deze vraag beantwoord. * 7 kinderen zeggen het niet te weten. * 6 kinderen vinden het goed zoals het nu is * 3 kinderen vinden dat er niets hoeft te veranderen; ze hebben genoeg extra werk/uitdaging * 3 kinderen willen graag tijdens de uitleg beginnen met werken als ze de opdracht begrepen hebben. * 11 kinderen willen minder makkelijk werk en meer moeilijkere opdrachten/uitdagingen Dus: 37% van de kinderen wil moeilijkere opdrachten en/of uitdagingen. 10% van de kinderen heeft als wens om tijdens de instructie al te kunnen starten met hun werk 10% van de kinderen hebben al genoeg extra werk of uitdagingen 43% van de kinderen vinden het goed zoals het nu is of zeggen het niet te weten 16

3. ANALYSE INSPECTIERAPPORT (2007) Actiepunt is het concreet doelen stellen voor meerbegaafde kinderen. Het jaarlijks systematisch evalueren van de kwaliteit van onze opbrengsten vraagt aandacht. Leerlingen kunnen een grotere verantwoordelijkheid dragen voor de organisatie van hun onderwijsleerproces, passend bij hun ontwikkelingsniveau. ALGEMENE OUDERENQUÊTE In onze analyse is de uitslag van de algemene ouderenquête te algemeen. Er staat wel in dat 89% van de ouders vindt dat we de verstandelijke ontwikkeling van kinderen bevorderen en dat 80% vindt dat onze school een ononderbroken ontwikkelingsproces biedt. Als het gaat om de extra zorg die school biedt, zegt 24% dat het beter kan, maar uit de enquête is dan niet af te lezen of dat gaat om zorg naar boven of naar beneden. LEERKRACHT ENQUÊTE SOCIALE VEILIGHEID 69% van de leerkrachten voelt zich capabel in het omgaan met niveauverschillen tussen kinderen. Drie leerkrachten geven aan zich niet capabel te voelen. 33% van ons team vindt dat ons onderwijs onvoldoende rekening houdt met niveauverschillen tussen de kinderen. LEERKRACHT ENQUÊTE MEER- EN HOOGBEGAAFDHEID 75% van de leerkrachten bij ons op school vindt dat ze niet voldoende kennis hebben van het onderwerp hoog- en meerbegaafdheid en geven aan dat er geen doorgaande lijn is in het aanbod voor deze kinderen (91%) 73% wil uiteindelijk werken met groepsplannen op drie niveaus. Ze vinden dat er een extra vak zou moeten komen voor meer- en hoogbegaafde kinderen (86%) OUDERENQUÊTE MEER- EN HOOGBEGAAFDHEID 90% van de ouders zeggen niet geïnformeerd te worden door de leerkracht als het gaat om het speciale aanbod. De ouders vinden niet dat het maximale uit hun kind gehaald wordt en dat hun kind niet voldoende wordt uitgedaagd. Alle ouders denken dat er geen overleg is tussen leerkrachten bij de groepsovergang m.b.t. het extra aanbod en ze denken niet dat er een overstijgende leerlijn is. Alle ouders zien het als ideaal dat de lesstof verbreed/verdiept/verrijkt aangeboden wordt. 17

LEERLING ENQUÊTE MEER- EN HOOGBEGAAFDHEID 74% van de leerlingen vindt de lessen op school altijd leuk/leerzaam 26% vindt dit soms. Een groot deel van deze kinderen zegt zich soms (54%) of altijd te vervelen (20%). We halen uit deze enquête dat de kinderen allemaal meedoen met de basisstof, dus niet aangepast. 42% van de kinderen krijgt wel extra leerwerk als de basisstof klaar is, 35% geeft aan dat ze dit soms krijgen De kinderen krijgen bijna geen aangepaste instructie die past bij hun manier van werken (75%) 42 % van de kinderen mogen bijna nooit eerder beginnen met werken tijdens de instructie, 45% mag dat soms. 18

CONCLUSIES Welke kennis en kunde heeft de leerkracht als het gaat om signaleren? Leerkrachten hebben niet voldoende kennis van meer- en hoogbegaafdheid. Leerkrachten erkennen dat er niet voldoende aandacht is voor de verschillen in niveau. Vanuit de ouders: Ouders worden meestal niet geïnformeerd over het extra aanbod dat hun kind krijgt. Nagenoeg alle ouders vinden dat hun kind op school veel leert. Hoe is de aanpak in de groep? Leerkrachten bieden over het algemeen kinderen extra werk na het aanbieden van de basisstof. De dag- en weektaken worden bij ruim de helft niet aangepast. Ouders vinden dat school niet het maximale uit zijn/haar kind haalt, terwijl bijna alle leerkrachten aangeven dit wel te proberen. Alle ouders denken dat er geen overleg is tussen leerkrachten bij de groepsovergang m.b.t. het extra aanbod voor kinderen. Een groot deel van de leerkrachten geeft aan meer- en hoogbegaafden wel door te spreken bij de overdracht. Veel ouders vinden dat hun kind niet voldoende wordt uitgedaagd. Ruim de helft van de leerkrachten denkt daar ook zo over. Kinderen krijgen niet de instructie die past bij hun manier van werken Kinderen die de opdracht snappen, moeten meestal toch naar de instructie luisteren. Hoe is de schoolbeleving van de kinderen? Kinderen vinden de lessen bij ons op school leuk/leerzaam. 74% van de kinderen verveelt zich wel eens, 54% soms en 20% altijd. 19

Is er een doorgaande lijn zichtbaar? Er is geen doorgaande lijn in het aanbod voor meer- en hoogbegaafde kinderen. Wat is het ideaal? De leerkrachten en de leerlingen geven aan dat er behoefte is aan extra vakken voor meer- en hoogbegaafde kinderen. Leerkrachten staan open voor het werken met groepsplannen Het zou ideaal zijn als er een doorgaande lijn in de school is voor de aanpak van meer- en hoogbegaafde leerlingen. 20

4. AANBEVELINGEN Uit dit onderzoek is naar voren gekomen, dat er op het terrein van meer- en hoogbegaafdheid voor onze school nog veel winst behaald kan worden. Op basis van dit onderzoek doen wij daarom de volgende aanbevelingen. Deze aanbevelingen kunnen gebruikt worden voor het opstellen van het schoolplan 2011-2015 omtrent dit onderwerp. Aanbevelingen Het differentiëren in niveaus begint al bij de instructie. Onze aanbeveling zou zijn om het team extra te scholen in het geven van goede instructie. Welke instructie geef je aan je hele groep, wanneer ga je op instructieniveau differentiëren? De kinderen geven in het onderzoek ook aan hier mee te worstelen. De instructie duurt voor sommige kinderen te lang; zij willen graag aan de slag. Ook krijgen ze lang niet altijd de instructie die past bij hun manier van werken. Het team zal extra geschoold moeten worden in het signaleren en de kennis van meer- en hoogbegaafdheid. Er is een doorgaande lijn vastgesteld m.b.t. het werken met dag- en weektaken. Dit is alweer een paar jaar geleden gedaan. Ons advies is om de invulling van de dag- en weektaken op de agenda te zetten van de teamvergadering, zodat iedereen op dezelfde wijze omgaat met de eerder vastgestelde doorgaande lijn. De weg, die met het team is ingeslagen van opbrengstgericht werken richting groepsplannen, moet een goed vervolg krijgen. Uit de teamenquête blijkt dat driekwart van het team groepsplannen ziet zitten. Het betekent ook dat een kwart nog niet enthousiast is of nog met vragen zit. De directie zal in het schoolplan de doelen helder moeten vaststellen. Beter kleine stapjes die goed zijn, dan te grote stappen en mensen afhaken. Er moet een doorgaande lijn vastgesteld worden met betrekking tot het werken met meer- en hoogbegaafde leerlingen. Met het team zal gekeken moeten worden of er ruimte is voor een of meer extra vakken voor de meer- en hoogbegaafde kinderen. Ons inziens is het van groot belang, dat ook dit vastgelegd wordt binnen de doorgaande lijn. Onze aanbeveling is om ouders beter te informeren over de aanpak in de groep. Ouders zijn niet altijd op de hoogte als een kind extra of ander werk krijgt. Onze aanbeveling is ook om met het team inhoudelijk te praten over de overdracht van de ene naar de andere groep. Welke informatie wissel je uit? Wat doet de volgende leerkracht met die informatie? Hoe zorgen we daarin voor een doorgaande lijn? En welke informatie is voor ouders van belang? Om de gemaakte afspraken te borgen adviseren wij om samen met het team een kwaliteitskaart meer- en hoogbegaafdheid vast te stellen. 21

5. VERBETERPLAN Het verbeterplan zal na de aanbevelingen van de visitatiecommissie gemaakt worden. Dit verbeterplan wordt opgenomen in ons schoolplan 2011-2015. 6. VRAGEN AAN VISITATIECOMMISSIE Uit ons rapport komt duidelijk naar voren, dat er een doorgaande lijn ontbreekt voor de aanpak van meer- en hoogbegaafde leerlingen. Op basis daarvan hebben wij, als onderzoekscommissie, een aantal aanbevelingen gedaan. Sommigen daarvan berusten wellicht op een aanname van ons. Wij willen de visitatiecommissie daarom vragen om te checken of deze aanbevelingen ook in hun ogen de juiste zijn. Het gaat om de volgende aanbevelingen: Het differentiëren in niveaus begint al bij de instructie. Onze aanbeveling zou zijn om het team extra te scholen in het geven van goede instructie. Welke instructie geef je aan je hele groep, wanneer ga je op instructieniveau differentiëren? De kinderen geven in het onderzoek ook aan hier mee te worstelen. De instructie duurt voor sommige kinderen te lang; zij willen graag aan de slag. Ook krijgen ze lang niet altijd de instructie die past bij hun manier van werken. Onze aanbeveling is ook om met het team inhoudelijk te praten over de overdracht van de ene naar de andere groep. Welke informatie wissel je uit? Wat doet de volgende leerkracht met die informatie? Hoe zorgen we daarin voor een doorgaande lijn? En welke informatie is voor ouders van belang? 22

Als je het echt moeilijk wilt hebben, moet je díe aanklikken Bevindingen visitatie Sint Maartenschool 7 april 2011. Inleiding: Op de Sint Maarten heeft de directie een onderzoek gedaan naar wat er dit moment in de school gebeurt op gebied van meer- en hoogbegaafdheid. Hierbij komen zij tot een negental aanbevelingen, waarbij de directie zich beraadt op wat, in welke volgorde, zou moeten gebeuren op dit gebied in de school. Men kwam tot een voorlopige keuze voor twee van deze negen aanbevelingen om in het team mee te starten. Dit zijn de aspecten organisatie en kwaliteit van de instructie en overdracht aan het einde van het jaar van informatie over meer- en hoogbegaafden naar de volgende leerkracht. De directie heeft aan de visitatiecommissie van de Sint Barbaraschool, gevraagd te onderzoeken in hoeverre het team dit ook als prioriteit ziet. De visitatie omvatte de volgende onderdelen: Een vragenlijst voor al het personeel 6 klassenbezoeken 4 gesprekjes met leerkrachten Algemene indrukken: Los van de onderzoeksopdracht zie en proef je als visitatiecommissie natuurlijk van alles in een school, en krijg je een eerste, meestal belangrijke indruk. Na een eerste uur van kennismaken, de school zien opstarten en enkele klassenbezoeken kwam bij ons de gedachte naar boven: Hier kun je je kind met een gerust hart naar toe sturen. Wat nader gespecificeerd doelen we dan op: Er is veel aandacht voor sfeer, veiligheid, het algemene klimaat. Men is actief gericht op het gezamenlijk bewaken van dit klimaat Men zet zich enorm in voor het goed dagelijks vormgeven van de primaire processen, taal, rekenen, spelling, lezen enz. Het gebouw is met smaak ingericht en goed opgeruimd Hoewel er in korte tijd zo n 4 á 500 kinderen binnenkomen, valt op hoe snel de hele school in een rustige, aandachtige werkhouding gezet wordt. Efficient omgaan met de tijd. 23