Hogeschool Zuyd, Heerlen



Vergelijkbare documenten
Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

Teamscan op accreditatiewaardigheid

Besluit. College van bestuur. Hanzehogeschool Groningen. Postbus RM GRONINGEN

HBO Bedrijfskunde Bachelor of Business Administration (BBA)

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie

Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland

De NVAO beoordeelt het onderwerp doelstellingen opleiding derhalve voldoende.

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool Zuyd, Sittard

Hanzehogeschool, Groningen

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM

Besluit. College van Bestuur Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Postbus EJ ARNHEM

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: Financial Services Management HBO bachelor, locatie Arnhem Croho: Varianten: voltijd & deeltijd

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool Zuyd, Heerlen

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Besluit. College van Bestuur van de Christelijke Hogeschool Windesheim Postbus GB ZWOLLE

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden Opleiding: Commerciële Economie, hbo bachelor Croho: Varianten: voltijd, deeltijd

Concept. Algemene toelichting bij de Accreditatiekaders NOVA

Hogeschool Arnhem en Nijmegen

Informatie werkplekleren

Fontys Hogescholen, Eindhoven

Besluit. Raad van bestuur. Saxion Hogescholen. Postbus KB ENSCHEDE

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Bouwkunde van de Haagse Hogeschool

Besluit. Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus CA LEIDERDORP

AVANS Hogeschool, Tilburg

Fontys Hogescholen. Opleiding: Financial Services Management hbo bachelor Varianten: voltijd, deeltijd, duaal Croho: Locatie: Eindhoven

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 4 Opleidingsdeel hbo-pedagogiek

Hogeschool Zuyd, Sittard. Opleiding: Commerciële Economie Niveau: hbo bachelor Croho: Varianten: voltijd

Besluit. College van Bestuur van de Hanzehogeschool Groningen Postbus RM GRONINGEN

Bijlage A Competenties van de opleiding

OPSTELLEN EINDKWALIFICATIES OPLEIDING

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte

Hogeschool van Utrecht

Avans Hogeschool, Breda

Christelijke Hogeschool Windesheim

Besluit. College van bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool

Ontwerpkaders: Leeruitkomsten. Versie 1.0/ november Ontwerpkaders: Leeruitkomsten/versie 1.0/november

Hogeschool INHOLLAND, School of Agriculture and Technology

Jaarlijkse Studenten Enquete (JSE) Behaalde resultaten en samenvatting. Studiejaar

Hogeschool van Utrecht

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Fontys Hogescholen, locatie Eindhoven Opleiding: Fiscale Economie, hbo bachelor Croho: Varianten: voltijd/deeltijd

Hogeschool Utrecht, locatie Utrecht

Bijlage 2. Protocol toetsing Associatedegreeprogramma. 15 december 2009

Naam/Datum/Versie document advies/verbeterpunten. Avans documenten

Hogeschool Zuyd. Bedrijfskundige Informatica. Visitatiedata: 21 en 22 oktober 2004

Hanzehogeschool Groningen, Groningen

2. Bevindingen met betrekking tot het VBI-rapport

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bestuurskunde/Overheidsmanagement van de NHL Hogeschool

Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg

AVANS Hogeschool, s-hertogenbosch

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bijlage, Bachelor Opleiding Docent Muziek

Christelijke Hogeschool Windesheim

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Fontys Hogescholen, Tilburg en Sittard

Protocol TNO Educatieve Master

Uitvoeringsregeling bij de Onderwijs- en examenregeling (OER) HBO-bacheloropleiding Informatica

Hogeschool INHOLLAND, Rotterdam

Fontys Hogeschool, Venlo

Fontys Hogescholen Opleiding: Hogere Kaderopleiding Pedagogiek (HKP) RAPPORTAGE

Toetsingskader nieuwe opleidingen hoger onderwijs

Hogeschool voor de Kunsten Utrecht

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuw Associatedegreeprogramma

Christelijke Hogeschool Nederland

Bachelor of Business Administration (MER opleiding)

Toetsing en examinering bij accreditaties. door Inge de Jong

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences

Besluit. College van bestuur. Hogeschool Leiden. Postbus AJ LEIDEN

Competentie 1 Ondernemerschap Initiëren en/of creëren van producten en/of diensten, zelfstandig en ondernemend.

Hogeschool Rotterdam. Opleiding: Vrijetijdsmanagement, hbo bachelor Croho: Varianten: voltijd. Visitatiedatum: 4 juni 2007

Avans Hogeschool s-hertogenbosch

Hogeschool Utrecht. Huidtherapie, hbo-bachelor. Farmakunde, hbo-bachelor. Visitatiedatum: 16 maart 2006

Fontys Hogeschool, Tilburg

Hogeschool Zuyd, Sittard

Avans Hogeschool, s Hertogenbosch

2. Bevindingen met betrekking tot het VBI-rapport

Hogeschool INHOLLAND, Rotterdam

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

{nvao. Uit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Technische Informatica van de Hogeschool Dirksen B.V.

Avans Hogeschool, s-hertogenbosch

Hogeschool Zuyd, Heerlen Faculteit Bouw

Management & Organisatie

Competentieprofiel. Instituut voor Interactieve Media. Competentieprofiel studenten Instituut voor Interactieve Media vastgesteld juni 2006

Hogeschool Zuyd, Heerlen

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bedrijfskundige Informatica van de Stichting LOI Hoger Onderwijs

Technische Bedrijfskunde

Ontwerpkaders: Onderwijs. Versie 1.0/november 2016

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Toetsingskader nieuwe opleidingen hoger onderwijs

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Toets Nieuwe Opleiding Opleiding: Embedded Systems Engineering Variant: HBO-bachelor voltijd

ten behoeve van het beoordelingsportfolio Startbekwaamheid Hoofdfase 3, ALO

Hogeschool INHOLLAND Opleiding: Sociaal Juridische Dienstverlening, hbo bachelor; Varianten: voltijd/deeltijd/duaal Locaties: Rotterdam/Den Haag

Hogeschool INHOLLAND, Alkmaar

Transcriptie:

Hogeschool Zuyd, Heerlen Opleiding: Technische Informatica, HBO Bachelor Croho: 34475 Varianten: voltijd Visitatiedatum: 21 juni 2007 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, oktober 2007

2/51 NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Technische Informatica hbo bachelor (vt)

Inhoud Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen 5 1.1 Voorwoord 7 1.2 Inleiding 7 1.3 Werkwijze 8 1.4 Oordeelsvorming 10 1.5 Oordelen per facet en onderwerp 10 1.6 Totaaloverzicht van oordelen op facet- en onderwerpniveau 11 1.7 Totaaloordeel 12 Deel B: Facetten 13 Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding 15 Onderwerp 2 Programma 18 Onderwerp 3 Inzet van personeel 27 Onderwerp 4 Voorzieningen 30 Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg 32 Onderwerp 6 Resultaten 35 Deel C: Bijlagen 39 Bijlage 1: Onafhankelijkheidsverklaring panelleden 40 Bijlage 2: Deskundigheden panelleden 45 Bijlage 3: Bezoekprogramma 48 Bijlage 4: Overzichtslijst van door de opleiding ter inzage gelegd materiaal 51 NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Technische Informatica hbo bachelor (vt) 3/51

4/51 NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Technische Informatica hbo bachelor (vt)

Deel A: Onderwerpen NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Technische Informatica hbo bachelor (vt) 5/51

6/51 NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Technische Informatica hbo bachelor (vt)

1.1 Voorwoord Dit rapport is het verslag van het panel dat in opdracht van NQA de opleiding Technische Informatica van de Hogeschool Zuyd heeft onderzocht. Het beschrijft de werkwijze, de bevindingen en de conclusies. Het onderzoek heeft plaatsgevonden in het kader van de accreditatie van hogere beroepsopleidingen. Het onderzoek is begonnen in april 2007, toen het zelfevaluatierapport bij NQA is aangeleverd. Als onderdeel van het onderzoek heeft het panel de opleiding gevisiteerd op 21 juni 2007 te Heerlen. Het panel bestond uit: De heer ir. L. Nederlof (voorzitter, domeindeskundige); De heer ir. G. Steenvoorden (domeindeskundige ); De heer D. Arntzenius (studentpanellid); De heer W.A.J. van Uden (NQA-auditor). Dit panel voldoet aan de eisen zoals gesteld in het document Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties van de NVAO (22 augustus 2005). Het panel beschikt over relevante werkvelddeskundigheid en over vakdeskundigheid. Onder vakdeskundigheid wordt verstaan het vertrouwd zijn met de meest recente ontwikkelingen en vertrouwd met lesgeven en beoordeling en toetsing minstens op het niveau/oriëntatie van de te beoordelen opleiding. Daarnaast beschikt het panel over onderwijsdeskundigheid, studentgebonden deskundigheid en visitatiedeskundigheid (zie bijlage 2). Het rapport bestaat uit drie delen: Deel A: een hoofdrapport, het Onderwerprapport, waarin de oordelen van het panel over de basiskwaliteit van de opleiding op onderwerpniveau worden uitgesproken met daarbij de overwegingen waarop die oordelen zijn gebaseerd. Het gaat hier om oordelen in de gradatie positief/negatief. Tevens wordt hier het eindoordeel geformuleerd. Deel B: een Facetrapport waarin op facetniveau door het panel oordelen en argumenten ter onderbouwing van dat oordeel worden gegeven. De oordelen gaan uit van de vierpuntsschaal (onvoldoende, voldoende, goed en excellent) conform het voorschrift van de NVAO. Uitzondering hierop is facet 2.6, als gevolg van aanvullende instructies van de NVAO wordt hier het oordeel voldaan of niet voldaan gegeven. Dit Facetrapport vormt de basis van het Onderwerprapport. Deel C: hierin zijn alle relevante bijlagen opgenomen. 1.2 Inleiding De Hogeschool Zuyd verzorgt de opleiding Technische Informatica (TI) op de locatie van de hogeschool te Heerlen. De opleiding is deel van de Faculteit ICT waarvan ook de opleidingen Informatica, Netwerk Infrastructuur Design, Information Management en Communication & MultimediaDesign deel uitmaken. Aan de faculteit studeren zo n 1075 studenten en werken 80 medewerkers. De opleiding TI wordt alleen in een voltijdse variant verzorgd. De opleiding is niet eerder als zelfstandige opleiding gevisiteerd. De instroom van nieuwe studenten groeit en is de afgelopen jaren toegenomen van 6 naar ongeveer 25. NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Technische Informatica hbo bachelor (vt) 7/51

Aan de opleiding werken acht docenten die ook aan andere opleidingen van de faculteit onderwijs verzorgen. Tevens worden docenten van andere opleidingen ingezet bij TI. De totaal beschikbare fte-ruimte voor TI en I samen is 13,5 fte. De faculteit hanteert een DS-ratio van 1:23, die in de praktijk van de opleidingen TI en I uitmondt in een ratio van 1:16,9. De opleiding TI komt voort uit de specialisatie Technische Informatiesystemen van de Hogere Informatica Opleiding (HIO) die in 1980 door de toenmalige HTS in Heerlen gestart is. In 1997 is de HIO gevisiteerd volgens de toen gangbare methode. De opleiding Informatica, die ook is voortgekomen uit de HIO, is in 2005 door de NVAO geaccrediteerd. De opleiding TI bestaat sinds 2004 als zelfstandige opleiding. Kenmerkend vindt men de externe gerichtheid, kwaliteitsdenken, en competentieontwikkeling van studenten. De externe gerichtheid komt sterk tot uitdrukking in de Proeftuin ICT, waarin de studenten en docenten van de opleiding in opdracht van bedrijven samen werken aan echte projecten. De ontwikkeling naar competentiegericht onderwijs is nog niet afgerond. Aan de hogeschool Zuyd als geheel studeren per 1 januari 2007 13.681 studenten. Jaarlijks starten ongeveer 4.700 studenten een studie aan een van de opleidingen van de hogeschool. De hogeschool is een brede hogeschool en biedt ruim 50 opleidingen aan in technische, economische en maatschappelijke domeinen. Het aantal medewerkers bedraagt 1533 met een omvang van 1146 fte. Van de medewerkers hebben er 941 de functie van docent; hun totale omvang bedraagt 675 fte docenten. Dat betekent dat de gemiddelde D/Sratio op hogeschoolniveau 1:20 bedraagt. De hogeschool heeft haar ambities beschreven in het Innovatieplan 2005-2008. Het plan beschrijft zes Programma s waarop ze zich in de genoemde periode wil richten: 1. Programma Euregionale Kennispoort 2. Programma Grensverleggend onderwijs 3. Programma Zuydgebieden 4. Programma Corporate Governance 5. Programma ICT van de hogeschool 6. Programma Medewerkers van de hogeschool. De programma s komen voort uit ontwikkelingen in de omgeving die de hogeschool benoemd als een groeiende kenniseconomie, globalisering en de toenemende rol van Europa, en meer behoefte aan transparantie en verantwoording. De zes programma s hebben invloed op het beleid en de uitvoering daarvan op faculteits- en opleidingsniveau. 1.3 Werkwijze De beoordeling van de opleiding door het panel verliep volgens de werkwijze zoals die is neergelegd in het Beoordelingsprotocol van NQA. Deze werkwijze wordt hieronder beschreven. Het onderzoek vond plaats op basis van het domeinspecifieke referentiekader dat voor de opleiding geldt (zie facet 1.1). NQA onderscheidt drie fasen in het visiteren: de voorbereidingsfase, het eigenlijke bezoek door het panel en de rapportagefase. Hieronder volgt een korte toelichting per fase. 8/51 NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Technische Informatica hbo bachelor (vt)

De voorbereidingsfase Allereerst heeft een NQA-auditor het zelfevaluatierapport gecontroleerd op kwaliteit en compleetheid (de validatie) en daarmee op bruikbaarheid voor de visitatie. Vervolgens bereiden de panelleden zich in de periode mei en juni 2007 inhoudelijk voor op het bezoek van 21 juni 2007. Zij bestudeerden het zelfevaluatierapport (en bijlagen), formuleerden in een beoordelingsformat hun voorlopige oordelen op basis van argumenten en zij formuleerden vraagpunten. Zij gaven hun bevindingen door aan de NQA-auditor. Op basis van een overzicht van voorlopige oordelen inventariseerde de NQA-auditor tenslotte kernpunten en prioriteiten voor materialenonderzoek en gesprekken. Tijdens een voorbereidende vergadering is het bezoek door het panel voorbereid. De opleiding heeft in haar zelfevaluatierapport kenbaar gemaakt voor welk domeinspecifiek referentiekader zij kiest. De NQA-auditor heeft met de domeindeskundigen in het panel bekeken of sprake is van adequate domeinspecifieke doelstellingen, of dat nadere aanvulling dan wel nadere specificatie nodig is. In het facetrapport is aangegeven op welke landelijke beroeps- en opleidingsprofielen het domeinspecifieke kader (en het opleidingsprogramma) is gebaseerd. Het bezoek door het panel NQA heeft een bezoekprogramma ontwikkeld voor de (dag-)indeling van het bezoek door het panel dat is aangepast aan de specifieke situatie van de opleiding (bijlage 3). Er vonden gesprekken plaats met het opleidingsmanagement, docenten, studenten, afgestudeerden en met werkveldvertegenwoordigers. Aan het begin en tijdens het bezoek heeft het panel ter inzage gevraagd materiaal bestudeerd. Tussen de gesprekken door heeft het panel ruimte ingelast om de bevindingen uit te wisselen en te komen tot gezamenlijke en meer definitieve (tussen-)oordelen. De bevindingen zijn door de panelleden beargumenteerd. Aan het einde van het bezoek heeft de voorzitter een mondelinge terugkoppeling gegeven van enkele indrukken en ervaringen van het panel, zonder expliciete oordelen uit te spreken. De fase van rapporteren Door NQA is, op basis van de bevindingen van het panel, een tweeledige rapportage opgesteld, bestaande uit een facetrapport en een onderwerprapport, waarin de kwaliteit van de opleiding is beoordeeld. Met dit rapport kan de opleiding accreditatie aanvragen bij de NVAO. De opleiding heeft in september 2007 een concept van het Facetrapport (deel B) voor een controle op feitelijke onjuistheden ontvangen. Naar aanleiding daarvan zijn enkele wijzigingen aangebracht. In het Onderwerprapport (deel A) wordt door NQA een oordeel op de onderwerpen en op de opleiding als geheel gegeven. Dit rapport is in oktober 2007 voor een controle op feitelijke onjuistheden aan de opleiding voorgelegd. Het definitieve rapport is door het panel vastgesteld in oktober 2007. Het visitatierapport is uiteindelijk in november 2007 ter beschikking gesteld aan de opleiding, die het samen met de accreditatieaanvraag kan indienen bij de NVAO. NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Technische Informatica hbo bachelor (vt) 9/51

1.4 Oordeelsvorming In dit hoofdstuk wordt per onderwerp een oordeel uitgesproken op basis van weging van de facetten die van dat onderwerp deel uitmaken. Bij deze weging spelen de beslisregels zoals die door de NQA in het Beoordelingsprotocol zijn geformuleerd en nader uitgewerkt in de notitie Handreiking voor oordeelsvorming een belangrijke rol. Tevens is bij de beoordeling rekening gehouden met accenten die de opleiding eventueel legt, het domeinspecifieke kader en een vergelijking met andere relevante opleidingen op een aantal aspecten. Het eindoordeel is voorzien van een aanvullende tekst als sprake is van: weging van de oordelen op facetniveau; benchmarking; generieke bevindingen die het facetniveau overschrijden; bepaalde accenten respectievelijk best practices. In de oordelen per onderwerp wordt steeds een herhaling gegeven van de oordelen op de facetten gevolgd door een weging die leidt tot het eindoordeel. De (uitgebreide) argumentatie is te vinden in het facetrapport. 1.5 Oordelen per facet en onderwerp Doelstellingen opleiding De drie facetten van dit onderwerp zijn met goed beoordeeld.het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. Programma De drie facetten Eisen HBO, Relatie doelstellingen en inhoud programma, en Samenhang in het opleidingsprogramma zijn beoordeeld met goed. Het facet Duur is beoordeeld met voldaan. De overige facetten, te weten Studielast, Instroom, Afstemming tussen vormgeving en inhoud, en Beoordeling en toetsing zijn beoordeeld met voldoende. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. Inzet van personeel De facetten Eisen HBO en Kwantiteit personeel van dit onderwerp zijn beoordeeld met goed. Het facet Kwaliteit personeel is beoordeeld met voldoende. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. Voorzieningen Het facet Materiële voorzieningen van dit onderwerp is beoordeeld met goed; het facet Studiebegeleiding met voldoende. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. Interne kwaliteitszorg De drie facetten van dit onderwerp zijn beoordeeld met voldoende. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. 10/51 NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Technische Informatica hbo bachelor (vt)

Resultaten Het facet Gerealiseerd niveau is beoordeeld met goed. Het facet Rendementen is beoordeeld met onvoldoende. Het panel is van oordeel dat het eerste facet zwaarder weegt dan het tweede. Bovendien is de opleiding nog jong, waardoor het opleidingsrendement nog niet bekend is en trendmatige gegevens nog niet voorhanden zijn. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. 1.6 Totaaloverzicht van oordelen op facet- en onderwerpniveau Onderwerp/Facet Opleiding Technische Informatica voltijd Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding 1.1 Domeinspecifieke eisen Goed 1.2 Niveau bachelor Goed 1.3 Oriëntatie HBO bachelor Goed Totaaloordeel Positief Onderwerp 2 Programma 2.1 Eisen HBO Goed 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma Goed 2.3 Samenhang in opleidingsprogramma Goed 2.4 Studielast Voldoende 2.5 Instroom Voldoende 2.6 Duur Voldaan 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud Voldoende 2.8 Beoordeling en toetsing Voldoende Totaaloordeel Positief Onderwerp 3 Inzet van personeel 3.1 Eisen HBO Goed 3.2 Kwantiteit personeel Goed 3.3 Kwaliteit personeel Voldoende Totaaloordeel Positief Onderwerp 4 Voorzieningen 4.1 Materiële voorzieningen Goed 4.2 Studiebegeleiding Voldoende Totaaloordeel Positief Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg 5.1 Evaluatie resultaten Voldoende 5.2 Maatregelen tot verbetering Voldoende 5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld Voldoende Totaaloordeel Positief Onderwerp 6 Resultaten 6.1 Gerealiseerde niveau Goed 6.2 Onderwijsrendement Onvoldoende Totaaloordeel Positief NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Technische Informatica hbo bachelor (vt) 11/51

1.7 Totaaloordeel Op grond van voorgaand schema en de inhoudelijke onderbouwing daarvan blijkt dat de opleiding op de zes de onderwerpen Positief scoort. De conclusie is daarom dat het totaaloordeel over de opleiding Positief is. 12/51 NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Technische Informatica hbo bachelor (vt)

Deel B: Facetten NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Technische Informatica hbo bachelor (vt) 13/51

14/51 NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Technische Informatica hbo bachelor (vt)

Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding Facet 1.1 Domeinspecifieke eisen Goed Criteria - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleidingskwalificaties zijn afgeleid uit het landelijk door HBO-I Platform opgestelde document Bachelor of ICT, een competentiegerichte profielbeschrijving (2004). Dit kwalificatieprofiel is goedgekeurd door de HBO-raad. Aan de totstandkoming van het profiel heeft het werkveld op landelijk niveau een bijdrage geleverd. Bijlage 1 van het document bevat een overzicht van bedrijven en instellingen die een bijdrage geleverd hebben. Hieronder zijn ook multinationals. Het panel vindt dat hiermee overtuigend wordt aangetoond dat de eindkwalificaties aansluiten bij de (internationale) beroepspraktijk. Het profiel en de kwalificaties in Bachelor of ICT, een competentiegerichte profielbeschrijving zijn vergeleken met educatieve standaarden elders in Europa en in Australië, de Verenigde Staten en Canada. Tot deze profielen behoren APO, SFIA, EUCIP en ACM/IEE. Het panel vindt dit voldoende bewijs voor de aansluiting bij de eisen die vakgenoten nationaal en internationaal aan de kwalificaties stellen. In het profiel zijn verschillende specialisaties binnen het informaticadomein beschreven. Het domein voor Technische Informatica wordt als volgt beschreven: De Bachelor of ICT die haar of zijn competenties vooral inzet voor het ontwerpen, bouwen en implementeren van ict-systemenen ten behoeve van product- en productieautomatisering. In gesprekken met docenten en studenten is gebleken dat zij deze omschrijving hanteren om de opleiding te onderscheiden van de opleiding Informatica. Een aantal studenten dat het panel gesproken heeft vindt juist de toepassing van ict in productieprocessen het belangrijkste argument om voor Technische Informatica (TI) te kiezen. In algemene zin zijn de competenties Bachelor of ICT, een competentiegerichte profielbeschrijving beschreven in termen van analyseren, adviseren, ontwerpen, realiseren en beheren. Voor de alle opleidingen TI zijn illustraties toegevoegd die houvast bieden bij het ontwerp van het eigen opleidingsprogramma. De Limburgse opleiding TI heeft de competentienamen overgenomen. De beschrijvingen heeft ze echter verder uitgewerkt met het oogmerk de competenties meer geschikt te maken voor een onderwijsprogramma. NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Technische Informatica hbo bachelor (vt) 15/51

Facet 1.2 Niveau bachelor Goed Criteria - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een Bachelor. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding heeft de competentiegebieden uit Bachelor of ICT, een competentiegerichte profielbeschrijving gekoppeld aan de Dublin descriptoren, die de opleiding op een eigen wijze vertaald heeft (brede, multidisciplinaire basis, probleemgericht werken, methodisch en reflectief denken en handelen, sociaal communicatieve bekwaamheid, professionalisering). Tevens zijn met behulp van de Dublin Descriptor drie niveaus beschreven: o niveau 1 - propedeuse: algemene kennis en basale technieken in een sterk vereenvoudigde omgeving; o niveau 2 - associatie (AD): de junior die onder begeleiding zijn werk kan plannen, ontwikkelen, samenwerken, en versiebeheer kan toepassen; o niveau 3 - bachelorniveau: in realistische projecten past de student kennis, vaardigheden en houding toe op het beoogde eindniveau van de opleiding. Voor elk van de niveaus zijn indicatoren beschreven die het beoogde niveau duiden. Enkele voorbeelden daarvan zijn: de groepsgrootte, de mate van regie die studenten hebben, de gegeven requirements, het realiteitsgehalte van de context, de gerealiseerde kwaliteit, de toepassing van architectuur, het gebruik van programmeertalen of ontwikkelomgeving. Deze beschrijvingen bieden docenten houvast bij het ontwerpen van onderwijsmateriaal. Op elk van de gebieden analyseren, adviseren, ontwerpen, realiseren en beheren zijn competenties op drie niveaus geformuleerd. Ter illustratie volgt hier voor het gebied analyseren de AN1-competentie voor de drie niveaus: o Niveau 1: het uitvoeren van een systeem/procesanalyse en een besturingsanalyse rond specifieke (ontwerp)vraagstukken en technische issues. o Niveau 2: het uitvoeren van een systeem/procesanalyse en een besturingsanalyse t.b.v. een systeemontwerp o Niveau 3: het uitvoeren van een systeem/procesanalyse en een besturingsanalyse in een multidisciplinair team welke resulteert in een systeemafbakening, in een keuze uit verschillende oplossingen en requirements voor een softwaresysteem, systeemarchitectuur in een technisch toepassingsdomein. Om te controleren of studenten de niveaus ook daadwerkelijk realiseren op de geëigende momenten zijn tweeëntwintig prestatie-indicatoren geformuleerd die voor alle drie de niveaus gelden. Deze prestatie-indicatoren zijn van toepassing op individuen of op groepen en zijn geformuleerd in termen van aan te tonen gedrag of prestaties. 16/51 NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Technische Informatica hbo bachelor (vt)

Enkele voorbeelden: een student/groep toont aan: 1. in de praktijk het instrumentarium effectief te hebben ingezet 2. een zakelijk goed onderbouwd advies te hebben verstrekt 3. in de praktijk een ontwerp integer te kunnen realiseren 4. in de praktijk een resultaat op planmatige wijze te kunnen implementeren. In een tabel opgenomen in Competenties van de opleiding Technische Informatica (maart 2007) maakt de opleiding inzichtelijk welke Dublin descriptoren aan welke competenties zijn gerelateerd en op welke manier ze in praktijk gebracht dienen te worden. Een voorbeeld van de competentie Analyseren op het eerste niveau staat hieronder. Het panel vindt dit een inzichtelijk overzicht. Analyseren Het uitvoeren van een systeem/procesanalyse en een besturingsanalyse in een multidisciplinair team welke resulteren in een systeemafbakening, in een keuze uit verschillende oplossingen en requirements voor een softwaresysteem en systeemarchitectuur in een brede multidisciplinaire basis Een breed basispakket van kennis en vaardigheden is vereist om alle aspecten, de samenhang en omgeving van een systeem te doorgronden. probleemgericht werken methodisch en reflectief denken en handelen sociaalcommunicatieve bekwaamheid professionalisering 7 3 1 5, 8, 11, 12 13, 17, 22 Het duiden, afbakenen van een systeem, het in kaart brengen van de requirements vereist een brede analyse van de situatie, de opdracht, de verwachte oplossing, de randvoorwaarde en beoordeling van haalbaarheid. De analyse van een complex systeem resulterend in een systeemspecificatie vereist een systematische projectmatige aanpak waarin handelen en reflectie elkaar opvolgen. Het uitvoeren van een systeemanalyse resulterend in een systeemspecificatie vereist.sociaal, communicatieve vaardigheden; teamwork in een multidisciplinaire internationale context Iedere beroepssituatie is anders. De professional heeft het lerend vermogen ontwikkeld om via bewuste reflectie van iedere ervaring te leren. Transfer vaardigheden ontwikkelen zich via abstractie. Facet 1.3 Oriëntatie HBO bachelor Goed Criteria - De eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. - De eindkwalificaties weerspiegelen het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een HBO-opleiding vereist is of dienstig is. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Onder facet 1.1 is reeds vermeld dat op landelijk niveau het beroepenveld betrokken is geweest bij de totstandkoming van het competentieprofiel en de illustraties. Op regionaal niveau heeft de opleiding de competenties besproken met de eigen beroepenveldcommissie, die geen aanleiding heeft gezien wijzigingen aan te brengen. Wel heeft de opleiding na overleg met het beroepenveld en in aansluiting op het beleid van de hogeschool een sterker accent gelegd op ondernemerschap dan volgens de landelijke afspraken nodig is. NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Technische Informatica hbo bachelor (vt) 17/51

In het landelijk vastgestelde document Bachelor of ICT, een competentiegerichte profielbeschrijving zijn rolbeschrijvingen met taken en activiteiten opgenomen waarin ook aandacht is voor de afgestudeerden in TI. In een voorbeeld hiervan uit het gebied adviseren wordt de TI er voorgesteld als projectteamlid met als opdracht het opstellen van functionele eisen voor nieuw te ontwikkelen software voor een robotarm in een productiestraat voor kopieermachines. Ook voor andere taken worden illustraties gegeven. In de studiegids heeft de opleiding zelf een aantal beroepsprofielen en functies beschreven. Het beroepsprofiel wordt naar analogie van de beschrijving door het NGI (Platform voor ICT-professionals) beschreven als software engineer (SE) met functies als embedded software engineer, technisch applicatie engineer en junior systeemarchitect. Als concrete beroepen worden genoemd: programmeur, ontwerper en technisch software engineer. Doorgroeifuncties zijn projectleider, consultant en software architect. Onderwerp 2 Programma Facet 2.1 Eisen HBO Goed Criteria - Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. - Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline. - Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding schrijft actuele literatuur voor. In de eerste plaats worden boeken voorgeschreven op het gebied van informatica; deze dekken naar het oordeel van het panel het domein. De boekenlijst bevat titels over programmeren, architectuur, algoritmes, IT service management en dergelijke. Daarnaast wordt literatuur voorgeschreven die de ontwikkeling van kennis op aanpalende gebieden bevordert, zoals bedrijfskunde, communicatieve vaardigheden, managementvaardigheden en Engels. Ten slotte worden boeken voorgeschreven die voorwaardelijke kennis en vaardigheden voor de TI er bevatten zoals wiskunde. De opdrachten die in de eerste twee jaar van het opleidingsprogramma gekoppeld zijn aan de theorie, zijn vaak bewerkingen van stage- en afstudeeropdrachten en van opdrachten die in het kader van de Proeftuin ICT zijn uitgevoerd. Deze opdrachten worden bewerkt om ze geschikt te maken voor niveau 1 of niveau 2, die minder complexiteit of zelfstandigheid vereisen dan het bachelorniveau (niveau 3). 18/51 NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Technische Informatica hbo bachelor (vt)

De studenten nemen in het 6 e en 7 e semester van hun opleiding deel aan projecten die in het leerbedrijf Proeftuin ICT worden uitgevoerd. Bedrijven en organisaties brengen opdrachten op het gebied van TI in bij de opleiding. Onder begeleiding van docenten werken studenten de opdrachten uit. Waar nodig verzorgen bedrijven een introductie en bijna altijd zijn ze betrokken bij de beoordeling, omdat ze gebruik gaan maken van de door studenten ontwikkelde oplossing. Voorbeelden van proeftuin-projecten zijn: software-ontwikkeling voor het continu monitoren van voertuigen, het upgraden van een analoge hardheidsmeter voor materialen naar een digitale meter, een ophangprogramma voor galvaniseer- en coatingstraten, de ontwikkeling van een verflaagdiktemeter, de ontwikkeling van software voor data-acquisitie en analyse ten behoeve van medischanalytische toepassingen. Het leerbedrijf Proeftuin ICT is ondergebracht in een bedrijvengebouw vlak bij de hogeschool. Dat is gedaan om de Proeftuin ICT de status van een bedrijf te geven dat min of meer los staat van de hogeschool. In de proeftuinprojecten en tijdens de afstudeerstage leren studenten hoe ze op systematisch en op een methodologisch verantwoorde manier vraagstukken op het vakgebied moeten oplossen. De samenwerking met de lectoraten Life Sciences en Techniek in de Zorg is in ontwikkeling. Met name het als tweede genoemde lectoraat biedt reeds interessante aanknopingspunten met TI zoals in de ontwikkeling van PDAapplicaties voor mensen met een handicap. Stage, afstuderen en Proeftuin ICT zijn drie belangrijke manieren om de inhoudelijke verbanden met de actuele beroepspraktijk te garanderen. Het panel heeft vastgesteld dat dit inderdaad het geval is. De opleiding stelt in haar informatiedossier Footprints in the Sand of Time (april 2007) dat drie belangrijke ontwikkelingen in het vakgebied van belang zijn voor het studieprogramma van de opleiding: 1. een toenemende behoefte bij het bedrijfsleven aan beheersbare kwaliteit van software; 2. toenemend belang van Microsoft.NET ontwikkelomgeving 3. groeiend maatschappelijk belang van (embedded) software in de zorg. Deze onderwerpen worden in het curriculum ingebracht door gastlessen, proeftuinprojecten en praktijkopdrachten voor jongerejaars studenten. De opleiding definieert het werken met ontwikkelplatforms, compilers, protocollen, projectmanagement, document-/versiebeheer, planningstechnieken en rapportagevormen als belangrijke beroepsvaardigheden. Het panel heeft vastgesteld dat aan deze beroepsvaardigheden voldoende aandacht wordt besteed in het curriculum. De vaardigheden komen in verschillende leerjaren aan bod en worden op drie niveaus beoordeeld. In gesprekken met alumni, studenten die stage lopen of afstuderen en werkveldvertegenwoordigers heeft het panel gehoord dat de inhoud van het programma voldoende actueel is en aansluit bij de realiteit in de beroepspraktijk. Studenten leren in hun opleiding voldoende van technieken en methoden om zich snel andere programma s en programmeertalen eigen te maken als die afwijken van wat ze op school geleerd hebben. Allen zijn van oordeel dat studenten een gedegen basis hebben gekregen om in de diverse beroepscontexten aan de slag te kunnen. NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Technische Informatica hbo bachelor (vt) 19/51

Facet 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma Goed Criteria - Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. - De eindkwalificaties van de doelstellingen zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. - De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheden om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding heeft in drie tabellen opgenomen in Competenties van de opleiding Technische Informatica (maart 2007) de relatie tussen de drie niveaus van competenties en de modules beschreven. Van iedere competentie op ieder niveau is zo inzichtelijk gemaakt in welke modules de student er aan werkt. Een voorbeeld: aan de competentie Be1 (het op basis van een analyse formuleren en in kaart brengen van belangrijke issues op het gebied van beheer) werkt de student op niveau 2 in onder andere de modules beheer, software engineering (proces gericht), schriftelijk rapporteren, microcontrollers voortgezet, webtechnologie en stage. Het panel is van mening dat het overzicht van competenties en modules en de modulebeschrijvingen aantonen dat de opleidingskwalificaties qua niveau, domein en oriëntatie adequaat vertaald zijn in het programma. In iedere modulebeschrijving is vermeld aan welke competenties de student op welk niveau werkt door middel van een opsomming. In de module webtechnologie voortgezet (WTVGZ) werkt de student op niveau 2 aan de competenties An1, An2, Ad1, Ad2, Ad3, On2, Re1, Be1 en op niveau 2/3 aan de competentie Re1. Deze module stelt negen competenties aan de orde, gemiddeld zijn het er vijf waaraan de student werkt. De kwalificaties zijn in de modules niet vertaald in leerdoelen (in de zin dat beschreven is wat de student aan kennis, inzichten of vaardigheden geleerd moet hebben), maar in beroepsproducten of beroepstaken, en onderwerpen. Om de beroepsproducten en taken te kunnen maken, zijn adequate kennis, inzicht en vaardigheden nodig. In de module Software Engineering Object Based Systems toont een student aan de volgende producten of taken te kunnen leveren: specificatie requirements, ontwerpdocument, architectuurmodel, implementatiemodel, testplan en systeemspecificatie. Tevens is een lijst met onderwerpen opgenomen die aan de orde dienen te komen in het onderwijs en de producten en taken. Het panel is van mening dat de kwalificaties goed vertaald zijn naar programmainhouden. Alle kwalificaties analyseren, adviseren, ontwerpen, realiseren en beheren komen meerdere malen op de drie niveaus in de modules van het programma aan bod. Zowel aan theorie als aan praktijk wordt aandacht besteed; vaak in combinatie met elkaar. Naast een theoretisch aanbod in de vorm van lessen waarmee de student zijn kennis vermeerdert, werkt hij aan casussen en opdrachten om zijn vaardigheden te verbeteren. De keuze voor beroepsproducten versterkt het realiteitsgehalte van de opdrachten. 20/51 NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Technische Informatica hbo bachelor (vt)

Facet 2.3 Samenhang in opleidingsprogramma Goed Criteria - Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding kiest voor een modulair opgezet programma dat enerzijds een logische opbouw heeft en anderzijds de mogelijkheid aan studenten biedt om individuele studiepaden te kiezen. De omvang van de modules varieert van 3 tot 9 credits. Iedere module is een onderwijseenheid die door toetsing wordt afgesloten. Stage- en afstudeerperiode zijn opgebouwd uit twee onderwijseenheden van 15 credits. De programmastructuur bestaat uit een propedeutische fase (1 e jaar) en een hoofdfase (2 e t/m 4 e jaar). Het programma bestaat uit verplichte vakken en keuzevakken. De komende jaren zal een major-minorsysteem ontwikkeld worden. De samenhang in het programma wordt bevorderd door de bewust gekozen concentrische opbouw. Het programma leidt de studenten van niveau 1 (propedeuse), via niveau 2 (associatie, 2 e /3 e studiejaar) naar niveau 3 (het bachelorniveau). Alle kwalificaties komen op elk van de drie niveaus aan de orde. De prestaties die de studenten moeten leveren worden echter telkens moeilijker doordat de context waarbinnen ze moeten werken complexer wordt en meer vrijheidsgraden kent. De opleiding formuleert in haar didactisch concept de drie niveaus (zie ook facet 1.2). Op het propedeuseniveau werkt de student aan atomaire solitaire problemen in een praktijkgerichte context met als doel fundamentele inzichten, kennis en vaardigheden te verwerven. In de associatiefase draait het naast nieuwe inzichten, kennis en vaardigheden ook om samenhang en interferentie. De stage is de afsluiting van deze fase. In de professionaliseringsfase (niveau 3) moet een student leren om in een project taken en verantwoordelijkheden te plannen, uit te voeren en te managen. De afstudeeropdracht sluit deze fase af. Reflectie door studenten is volgens de opleiding een essentieel onderdeel in een concentrisch opgebouwd curriculum, omdat het studenten bewust maakt van wat ze al weten en kunnen, en wat nog niet. Het reflecteren heeft in elke fase van het programma een specifieke functie: bewustwording (niveau 1), zelfsturing (niveau 2), professionele houding (niveau 3). De onderlinge samenhang tussen modules die gelijktijdig worden geprogrammeerd is gering of ontbreekt geheel, omdat een student in de gelegenheid moet zijn keuzes te maken. Binnen modules werken docenten vanuit verschillende disciplines samen om studenten in de gelegenheid te stellen opdrachten interdisciplinair aan te pakken. Het werken met authentieke beroepsproducten en beroepstaken bevordert de samenhang in het programma. Een belangrijke taak van een docent bij aanvang van een nieuwe module is duidelijk maken hoe deze producten gekoppeld zijn aan de competenties en de beroepspraktijk van later. In de stage- en afstudeerperiode zijn de studenten het meest in de gelegenheid om authentieke taken uit te voeren en authentieke beroepsproducten te leveren. NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Technische Informatica hbo bachelor (vt) 21/51

De opleiding heeft het competentiegerichte curriculum de afgelopen jaren stapsgewijs ingevoerd. Alle studiejaren zijn nu competentiegericht. Het accent is gelegd op het ontwikkelen van beroepsgerichte producten en het uitvoeren van taken. De komende jaren neemt de opleiding de ontwikkeling van vraagsturing ter hand (zie ook facet 2.7). Facet 2.4 Studielast Voldoende Criteria - Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De studielast is evenwichtig over de studiejaren en de semesters verdeeld: per jaar 60 en per semester 30 credits. Het aantal modulen per periode kan verschillen omdat de omvang van modulen varieert. Studenten zijn tevreden over de spreiding van de studielast. In het algemeen vinden ze de studie te doen in de tijd die er voor staat, vertelden ze het panel. Uit resultaten van blokevaluaties blijkt echter dat respondenten de studielast gemiddeld beoordelen met een 6,58 op een tienpuntsschaal in de periode 2004-2006. Uit de vraagstelling blijkt niet of ze de studie te zwaar of te licht vinden. Wel heeft de opleiding in haar informatiedossier gemeld dat ze de afstemming tussen geplande en werkelijke studielast wil verbeteren. Uit de studentenmonitor 2006 blijkt dat de respondenten van TI (N=6) gemiddeld 31,5 klokuren aan hun studie besteed hebben. In het gesprek dat het panel met studenten had, bleek dat wiskunde, statistiek, beheer en modelbouw als struikelvakken worden ervaren. Vooral de eerste twee hebben lage scores bij tentamens aldus studenten. Ze constateren dat het verschil tussen voorkennis en het niveau dat ze moeten bereiken erg groot is. Een goede maatregel van de opleiding in dit kader is geweest extra lessen wiskunde aan te bieden. Voor de drie andere vakken is dit type maatregelen nog niet aan de orde. De opleiding hanteert een studieadvies dat bindend is indien het negatief is. De drempel voor een negatief advies ligt bij 40 credits in het eerste jaar van inschrijving. Daarnaast is een student verplicht minimaal in het tweede jaar van inschrijving de propedeuse af te sluiten. Persoonlijke omstandigheden kunnen aanleiding geven van de norm af te wijken. De regeling over studieadviezen in de propedeuse is opgenomen in de studiegids en de Opleidingsregeling. Ook om toegelaten te kunnen worden tot de stage- en de afstudeerperiode hanteert de opleiding drempels. Deze zijn beschreven door de examencommissie en worden ook door haar toegepast. Om toegelaten te worden tot de stage dient de student de propedeuse te hebben behaald, een viertal specifieke modules te hebben afgesloten en minimaal 54 credits uit het 3 e en 4 e semester te hebben behaald. Om toegelaten te worden tot de afstudeerfase dient de student minimaal 204 studiepunten te hebben behaald. Het panel vindt het inbouwen van drempels zoals de opleiding dat doet nuttig om de studievoortgang van studenten te bevorderen en voldoende niveau te kunnen garanderen als een student aan de stage- of afstudeerperiode begint. 22/51 NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Technische Informatica hbo bachelor (vt)

De snelheid waarmee toetsresultaten bekend zijn kan van invloed zijn op de studeerbaarheid van het programma. De norm is dat resultaten binnen drie weken na het afnemen van de toets beschikbaar zijn. In de studentmonitor waarderen studenten de beschikbaarheid van toetsresultaten in de jaren 2004-2006 gemiddeld met een 5,1. De bereikbaarheid van docenten wordt door studenten TI in de periode 2004-2006 gemiddeld gewaardeerd met een 6,13. De respondenten waarderen de mate waarin docenten zich aan afspraken houden met een 6,38 in dezelfde periode. De beschikbaarheid en de kwaliteit van de les- en tentamenroosters wordt in dezelfde periode gewaardeerd met een 6,42. over de opvang rondom lesuitval ligt het oordeel van studenten net beneden de 6: namelijk op 5,89. Het panel beoordeelt het facet met voldoende, omdat geplande en gerealiseerde studielast beter afgestemd moeten worden, nog niet voor alle struikelvakken maatregelen zijn genomen, en gewenste organisatorische verbeteringen rondom toetsresultaten en lesuitval nog niet zijn gerealiseerd. De afwijkingen van de door de opleiding gewenste normen zijn niet erg groot. Facet 2.5 Instroom Voldoende Criteria - Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Aankomende studenten kunnen zich op diverse manieren informeren over de inhoud en vorm van de opleiding TI. Naast een voorlichtingsbrochure beschikt de opleiding over een website, en organiseert ze open dagen en meeloopdagen. Ook is de opleiding aanwezig op diverse regionale voorlichtingsmanifestaties. In de Opleidingsregeling Technische Informatica en Informatica Hogeschool Zuyd, 2006-2007 is vermeld aan welke wettelijke eisen studenten die toegelaten willen worden, dienen te voldoen. Voor studenten onder en boven de 21 jaar en voor buitenlandse studenten worden de regelingen vermeld. Voor MBO-studenten is een verkort programma in ontwikkeling. De verwachting is dat er aanvullende programma s voor wiskunde en programmeren nodig zijn om tot een verkorte studieduur voor MBO ers te kunnen komen. Met drietal regionale ROC s zijn afspraken gemaakt over een aantal standaard vrijstellingen. Hiervan hebben in 2005 en 2006 tezamen 8 studenten gebruik gemaakt. Deze vrijstellingen zijn echter (nog) niet beschreven in de Opleidingsregeling. Voor VWO ers is (nog) geen verkort en/of versneld programma ontwikkeld. Zij volgen het reguliere programma. De opleiding heeft geen beleid opgesteld waaruit blijkt of ze de ontwikkeling van een dergelijk programma wenselijk en uitvoerbaar acht. NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Technische Informatica hbo bachelor (vt) 23/51

Voor instromende studenten met werkervaring heeft de opleiding een EVC-programma ontwikkeld. Op basis van de resultaten van een EVC-toetsprocedure krijgen deze studenten een aangepaste studieroute. De afgelopen jaren hebben 4 studenten van deze mogelijkheid gebruik gemaakt. Uit de studentmonitor blijkt dat studenten in het algemeen tevreden zijn over de inhoudelijke aansluiting tussen hun vooropleiding en de TI-opleiding. Ze waarderen de aansluiting in de periode 2004-2006 gemiddeld met een 6,25. In het gesprek met het panel gaven de studenten aan dat ze de aansluiting positief waarderen. De opleiding vermeldt in haar informatiedossier dat ze de kwaliteit van meeloopdagen voor aspirant-studenten wil verbeteren. Tevens wil ze de kwaliteit van de website en voorlichtingsmateriaal voor het nieuwe studiejaar verbeteren. Het panel is van mening dat een betere afstemming tussen tekst en beeld nieuwe doelgroepen, waaronder wellicht meisjes, aanspreekt. Aandacht voor de context van TI is daarbij waarschijnlijk belangrijk. Ten tijde van het visitatiebezoek is nog niet zichtbaar of deze verbeterslag daadwerkelijk gemaakt is. Uit de documentatie die de opleiding ter beschikking heeft gesteld blijkt niet dat ze evalueert of de werkvormen (met name in het eerste jaar) aansluiten bij werkvormen die instromende studenten vanuit hun vooropleiding gewend zijn. Studenten hebben tegenover het panel niet geklaagd over grote discrepanties. Het panel beoordeelt het facet met voldoende omdat de opleiding nog geen beleid heeft ontwikkeld betreffende de aansluiting tussen vwo en hbo. Facet 2.6 Duur Voldaan Criteria - De opleiding voldoet aan formele eisen m.b.t. de omvang van het curriculum: hbo-bachelor: 240 studiepunten. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De structuur van het curriculum is in diverse documenten, waaronder de Opleidingsregeling Technische Informatica en Informatica Hogeschool Zuyd (juni 2006) beschreven. De propedeuse heeft een omvang van 60 credits, de hoofdfase heeft een omvang van 180 credits. De binnenschoolse onderwijseenheden hebben een omvang van 3, 6 of 9 credits; de stage en de afstudeerperiode zijn elk verdeeld in twee onderwijseenheden van 15 credits. Het panel heeft de opleidingsregeling ingezien en stelt vast dat de formele studieduur van de opleiding voldoet. Facet 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud Voldoende Criteria - Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen. - De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept. 24/51 NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Technische Informatica hbo bachelor (vt)

Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding heeft - in lijn met de opvattingen op faculteitsniveau - gekozen voor competentiegericht onderwijs. Het onderwijsconcept is beschreven in diverse documenten waarover het panel de beschikking heeft gekregen, zoals: Programma van de opleiding Technische Informatica 2006-2007, en Studiegids Informatica en Technische Informatica 2007-2008 (juni 2007). De keuze voor competentiegericht onderwijs past bij de kwalificaties, die immers als competenties zijn beschreven (zie facet 1.1). Centraal in het concept staan action learning en learning by doing. In de onderwijspraktijk van de opleiding komen deze begrippen tot uitdrukking in de veelvuldige keuze voor opdrachten in de onderwijseenheden (= modules) gecombineerd met theorielessen. Een belangrijk uitgangspunt bij de inrichting van onderwijseenheden is de beroepstaak of het op te leveren beroepsproduct. De beroepstaak is - volgens de tekst in de studiegids - de kapstok waaraan de ontwikkeling van kennis en kunde wordt opgehangen. Dit uitgangspunt sluit naar het oordeel van het panel goed aan bij competentiegericht onderwijs. In de opzet van modules blijkt de beroepstaak inderdaad een belangrijke factor te zijn. Studenten herkennen het belang van de beroepstaken in het onderwijs, zo meldden zij het panel. Het werken met drie niveaus - propedeuse, associatie en bachelor - waarin de contextrijkheid complexer wordt en toeneemt naarmate de student vordert, past bij competentiegericht onderwijs. In het onderwijsprogramma wordt dit principe in de praktijk gebracht. In de propedeuse werken studenten bijvoorbeeld aan vereenvoudigde proeftuinprojecten. In het vijfde en zesde semester werken alle studenten aan een proeftuinproject dat al veel facetten van de beroepspraktijk bevat, maar die beroepspraktijk wordt deels door de docenten beïnvloed. In de stage en de afstudeerperiode werken studenten in de echte beroepspraktijk, die past bij het eindniveau van de opleiding. De opleiding heeft een aantal werkvormen gedefinieerd die naar haar oordeel passen bij competentiegericht onderwijs. De gekozen werkvormen zijn: hoorcollege, instructiecollege, discussiecollege, zelfstudie, werkcollege, practicum, voortgangsgesprek en integrerende opdracht. De laatstgenoemde werkvorm is de beroepstaak. Van elke werkvorm wordt een korte beschrijving gegeven. De beschrijving van de modules bevat ook een onderdeel waarin de gekozen werkvormen worden toegelicht. Door de combinatie waarin werkvormen in modules worden toegepast, passen ze naar het oordeel van het panel bij competentiegericht onderwijs. In het gesprek met docenten is gebleken dat zij deze werkvormen in de lessen doelgericht toepassen. Ook studenten herkennen de werkvormen. Het panel is van mening dat het onderwijsconcept doordacht is. Met de opleiding is het verder van mening dat de ontwikkeling ervan nog niet afgerond is. De centrale plaats van de beroepstaak is gerealiseerd, maar de beoogde toenemende rol van zelfsturing door de student is nog niet gerealiseerd. Het programma is nog hoofdzakelijk docentgestuurd, wat onder andere blijkt uit de modulebeschrijvingen. Er is een begin gemaakt met de introductie van een portfolio voor studenten. Enkele studenten hebben een portfolio gemaakt, maar dit wordt in het opleidingsprogramma nog niet gebruikt. Management en docenten bevestigen dit: het gebruik van het portfolio moet de komende jaren verder NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Technische Informatica hbo bachelor (vt) 25/51

ontwikkeld worden. Omdat het onderwijsconcept nog niet volledig uitontwikkeld is, beoordeelt het panel dit facet met voldoende. Facet 2.8 Beoordeling en toetsing Voldoende Criteria - Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Het systeem van toetsing is beschreven in hoofdstuk 7 en bijlage 6 van de Opleidingsregeling Technische Informatica en Informatica Hogeschool Zuyd (juni 2006). Deze beschrijving informeert hoofdzakelijk over de organisatie van de examinering zoals de rol van examinatoren, onregelmatigheden en fraude, voorzieningen en vrijstellingen, bewaartermijnen en inzage. De toetspraktijk van de opleiding ontwikkelt zich in een richting die past bij competentiegericht leren. Er is een lijst van prestatie-indicatoren opgenomen in de Opleidingsregeling en in het Programma van de opleiding Technische Informatica 2006-2007. Deze indicatoren worden gebruikt om de opdrachten te beoordelen. De prestatieindicatoren zijn geformuleerd in gedrag van studenten (ze moeten iets aantonen) en hebben betrekking op bijvoorbeeld besluitvorming, advisering, analyse, ontwerp, beheer en leereffecten. Het is studenten vooraf bekend op welke indicatoren zij in een bepaalde module beoordeeld worden, omdat deze in de modulebeschrijving zijn opgenomen. Het panel heeft een groot aantal projectverslagen ingezien en stelt op basis van deze waarnemingen vast dat de docenten van de opleiding de indicatoren consequent toepassen. Studenten melden het panel dat de indicatoren hen bekend zijn en de beoordeling in het algemeen als rechtvaardig beschouwen. Als er onduidelijkheden zijn, is er gelegenheid de docent een toelichting op de beoordeling te vragen. Omdat veel opdrachten in groepen gemaakt worden, vindt het panel het noodzakelijk dat er aandacht is voor meeliftgedrag van studenten. Tijdens het visitatiebezoek is gebleken dat het initiatief voor het tegengaan van meeliftgedrag in eerste instantie bij studenten ligt en dat zij begeleidende docenten om maatregelen vragen indien ze zelf niet tot een oplossing komen. Uiteindelijk vallen meelifters af bij de bespreking van groepsopdrachten (in het assessment). Het panel heeft eveneens de schriftelijke toetsen van een aantal modules ingezien. Het panel vindt deze toetsen passen bij de inhoud en het niveau van de modules. Tevens is het van oordeel dat de beoordelingen consequent zijn. De opleiding heeft geen methode om de kwaliteit van toetsen (en opdrachten) te bewaken. De kwaliteit is docentafhankelijk en er is geen borging. Het panel vindt dat de opleiding hier meer aandacht aan zou moeten besteden. Ook stage en afstuderen worden beoordeeld. De stage wordt beschouwd als een leermoment, het afstuderen als een toetsmoment (bron: Informatie over stage en afstuderen faculteit IC, opleiding Software Engineering, maart 2006). 26/51 NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, Technische Informatica hbo bachelor (vt)