Case Zeeland. Inhoudsopgave. 1. Introductie...2. 2. Case Gebiedsontwikkeling Oost Zeeuws-Vlaanderen (OZV)...3. 3. Procesverloop...4. 4. Adviezen...



Vergelijkbare documenten
Open kaart spelen. Resultaten van het project Bodem4gebieden. Uitvoering: Henk Puylaert (H2Ruimte) en Willem van Deursen (Carthago)

Bodem4gebieden. Algemene adviezen Case Zeeland Case Rotterdam Presentatie. Henk Puylaert (H2Ruimte) Willem van Deursen (Carthago) Datum december 2009

Funderen op cultuurverschillen. Henk Puylaert Cursus Ondergrond en ruimtelijke ontwikkeling 25 januari 2011

Bodem onder gebiedsontwikkeling

INFOBLAD IMPULS LOKAAL BODEMBEHEER 2012

ONTWIKKEL EEN GEZAMENLIJKE VISIE OP HET DUURZAAM BODEMGEBRUIK. Bijeenkomst XXX dag-maand-jaar, Locatie

Verbeteren afstemming en samenwerking bodem, water en ruimte

Verbreed bodembeleid

Afstemming in de ondergrond

Een gedragen bodemvisie: belangen en kennis betrekken & doorwerking borgen

Case Rotterdam. Inhoudsopgave. 1. Context, start en mensen Case Kop van Feijenoord Procesverloop Inhoudelijke resultaten...

Opzet werksessies Energiebesparing in de Zorg

Informatievoorziening over de ondergrond in een proces van gebiedsontwikkeling

Provinciale Staten van Noord-Holland. Voordracht 64

De grensoverschrijdende regio Plannen zonder grenzen. Symposium Geo Promotion

COMMUNICEREN VANUIT JE KERN

360 feedback 3.1 M. Camp Opereren als lid van een team Omgaan met conflicten Omgaan met regels

Presentatie Provincie Zeelan. Presentatie Regierol Bodemsanering. Walter Jonkers Medewerker Regie Bodembeleid

Dag van de Praktijk. Meten aan een duurzaam gebruik van de ondergrond met DPL. Laura van der Noort, IVAM Jasper Lackin, W+B

MEDEZEGGENSCHAP EN SUCCESFACTOREN. Ruysdael onderzoek 2015

Namens het college van GS wens ik jullie een gelukkig en gezond 2011 toe! Ik vind het geweldig om jullie als provinciecollega s te ontmoeten.

Bodemenergie in de gemeente Arnhem

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART TERNEUZEN

Doel: In samenwerking met maatschappelijke partners organiseren van een proces dat leidt tot een herijkte visie op Borne in 2030

PROVINCIALE COMMISSIE LEEFOMGEVING (PCL) UTRECHT

Speerpunten Doel Actie/uitwerking Wanneer Wie Dekking kosten /financiering Vanuit zowel het provinciale (landelijke) als lokale bodembeleid

CORA 1.0 Bedrijfs- en ICT-referentiearchitectuur voor woningcorporaties

Doorwerking ladder voor duurzame verstedelijking

Ruimtelijke ordening. Ruimtelijke Ordening

Ecosysteemdiensten. Een baten gerichte aanpak. ILB congres, 14 februari Julian Starink, ministerie I&M Paul Oude Boerrigter, Grontmij

VIVO Provincies. Datum 21 juni 2016

een functioneringsgesprek verschilt naar aard en doel van een evaluatie of beoordelingsgesprek

Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut.

Taal en schaal van ruimtelijke kwaliteit

Agenda workshop De vrijetijdssector en gebiedsontwikkeling

Startnotitie Omgevingsvisie Nijmegen

Aanvullende informatie Nota van Uitgangspunten bestemmingsplan Buitengebied

Naar een kennisprogramma Bodem & Ondergrond

veel opgestoken! Programma voldeed niet aan mijn verwachting en half uur later beginnen stoorde mij.

Westluidense Poort. Het nieuwe cultuurcluster van Tiel

Video Interactie Begeleiding (VlB) bij de omgangsregeling van verstandelijk beperkte ouders en hun kind(eren) in pleegzorg.

Verslag vergadering Rekenkamercommissie AOGW concept-

Provinciaal Omgevingsplan Limburg

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 20 april 2018 Rapportage plancapaciteit

POSITIONERING & AMBITIE Burenraad Moerdijk. Uitwerking positionering & ambitie 27 november 2013 ir. A.F. (Guus) Govaart (vz) GG

Foto plaatsen. Omgevingswet en de rol van Human Resources

Presentatie evaluatie RAP

Structuurvisie Eiland van Schalkwijk + beoordelingskader en -protocol

Drs. J. van der Span Dr. Q. Elvira. Van M&O naar Bedrijfseconomie

?Hoe Zo! >> Werken bij de gemeente betekent je inzetten voor burgers en bedrijven. En daarbij geldt:

Verslag focusgroep ouders met jongeren in secundaire scholen

Statenmededeling aan Provinciale Staten

Een Positief. leer en leefklimaat. op uw school

Evaluatie PvKO Mastersessie 10 april 2014

Windenergie met beleid. Brief aan de raadsleden. Pl atform DUURZAME E N ERGIE W e st Br ab ant - 1 -

Aanpak Duurzaam GWW in de praktijk

Ketenintegratie veranderende rollen van de verschillende bouwpartners. Woonbedrijf en Ballast Nedam Zuid op zoek naar nieuwe samenwerkingsvormen

Blijvend geld en aandacht nodig voor Nationale landschappen, Provincies doen meer dan het Rijk

The Brand Check werken aan een sterk merk

Bloemen uit Brabant. Spreker: Gerd de Kruif Datum: 30 oktober 2014

Public Value Een introductie

Traject Tilburg. Aanvragers: Gemeente Tilburg. Adviseur: Monique Postma, Alleato, CMO-net

Grondwater in de omgevingsvisie

Bodembeheer: duurzaam in de breedte

HAAGSE AANPAK DUURZAME STEDENBOUW

De gemeenteraad buitenspel na de invoering van de Omgevingswet? Gemeenteraad Bergen op Zoom 10 april 2017

ons kenmerk uw kenmerk uw brief I registratienr

Van ondergronddata via informatie naar kennis

Bestuurlijke ambitie, veranderopgave en invoeringsstrategie Omgevingswet. Praktijkbijeenkomst Implementatie Omgevingswet 24 januari 2017

Statenvoorstel van de ondersteuningscommissie Omgevingsbeleid

We spreken af bij de waterkant. Winterswijk, 12 april 2017

Samen werken aan ruimtelijke kwaliteit. Assen 27 oktober Aanleiding. Ruimte-voor-ruimte regeling in Drenthe

Leerlingenraad en reglement

Binnenstedelijke gebiedsontwikkeling en transformatie: wonen

Coalitievorming en Participatie: Een praktische beschouwing

Thermometer leerkrachthandelen

Effectieve samenwerking: werken in driehoeken

Evaluatie Kennissessie Klantfeedback Management in de Customer Journey 13 mei 2014

INTERBESTUURLIJKE SAMENWERKING IN VLAANDEREN

Workshop. Bepalen informatiebehoeften

Plan van Aanpak Vrijwilligerswerk 2007 tot Aanpakken Maar!

Datum : 4 februari 2013 Onze referentie : G-004/EG Onderwerp : gedachte-experiment OVRO concessie Stadsregio AN 2013

Gebied, locatie of lijn!? Projectontwikkeling ViA15

Programma STRONG. landsdelige bijeenkomsten. Toets probleemstelling

SROI Quick Scan als basis voor contractinnovatie

Een nieuwe ladder voor duurzame verstedelijking!

Gebiedsontwikkeling. The Missing Link. Een gebied op de kaart zetten met identiteit

CULTUREEL ERFGOED EN DE VERTALING NAAR RUIMTELIJKE PLANNEN

AANPAK BINNENSTAD SCHIEDAM

Samenwerkingskracht in Zeeland #HOEDAN?

Omgevingsvisie provincie Noord-Brabant

NEDERLAND WORDT ANDERS LEARNING FROM LOWLANDS

TOEKOMSTPERSPECTIEF BUITENGEBIED VINKEL. Versterking van recreatie, landschap en natuur in en rondom Vinkel

Vertrek van de Plek. Integraal benaderen van duurzame gebiedsontwikkeling

Flexibel werken en teamontwikkeling

Workshop: Communicatieprocessen en de Nationale Omgevingsvisie (NOVI)

Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen Een notitie naar aanleiding van onderzoek van de Inspectie jeugdzorg oktober 2008

Agenda Bestuursplatform

Doorwerking ladder voor duurzame verstedelijking

Bijlage B Provincie Fryslân Toepassing Bro, art , onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist.

Transcriptie:

Case Zeeland Inhoudsopgave 1. Introductie...2 2. Case Gebiedsontwikkeling Oost Zeeuws-Vlaanderen (OZV)...3 3. Procesverloop...4 4. Adviezen...5 4.1. Inhoudelijk...5 4.2. Proces...7 H2Ruimte / Carthago 1

1. Introductie De case gebiedsontwikkeling Oost Zeeuws-Vlaanderen is in Zeeland gebruikt om vroeg in een proces te verkennen wat de betekenis kan zijn van samenwerking tussen de afdeling Milieuhygiëne (MHY) en de afdeling Gebiedsontwikkeling (GBO). De samenwerking spitst zich toe op de betekenis van informatie over bodem en ondergrond in het werk van gebiedsontwikkeling. Beide afdelingen maken onderdeel uit van de directie Ruimte, Water en Milieu. Ondanks hun organisatorische en fysieke nabijheid hebben ze relatief weinig ervaring in samenwerking binnen projecten. Deels komt dit doordat de afdeling GBO een jonge afdeling is. De afdeling komt voort uit een afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling. Het werk van deze afdeling is sterk gericht op projectontwikkeling en -uitvoering op gebiedsniveau. Het werk wordt verricht door praktisch en pragmatisch opererende mensen. Haalbaarheid en betaalbaarheid (kosten en baten) spelen een belangrijke rol in het werk van de afdeling. De case Bodem4Gebieden is voor de afdeling een kans om te verkennen wat de meerwaarde van een vroege inbreng vanuit bodem (ondergrond) voor het eigen werk kan betekenen. De afdeling MHY, in het bijzonder de mensen die werkzaam zijn binnen het werkveld bodem, is sterk gedreven door een verbreding van het (traditionele) bodembeleid. De ontwikkeling van een Zeeuws bodemvenster is daarin een belangrijk instrument. In dat kader zijn ze proactief op zoek naar samenwerking extern met partijen als de Zeeuwse waterschappen, de gemeenten, Dienst Landelijk Gebied, maatschappelijke organisaties en private partijen (bijv. op het gebied van warmtekoudeopslag WKO), maar ook intern binnen de provinciale organisatie. Het project Bodem4Gebieden is voor de afdeling MHY een handig middel om scherper op het netvlies te krijgen wat interne klanten wensen en met welke vragen zij bezig zijn. Hierbij gaat het om zowel het afstemmen van eigen aanbod hierop als het laten doorwerken van reeds beschikbare kennis en informatie. H2Ruimte / Carthago 2

2. Case Gebiedsontwikkeling Oost Zeeuws-Vlaanderen (OZV) In tegenstelling tot veel andere provincies kent Zeeland niet het fenomeen om (integrale) gebiedsvisies op te stellen. Er wordt vooral projectmatig gewerkt. In Oost Zeeuws-Vlaanderen speelt een aantal projecten waarbij het ontwikkelingsstadium verschilt. Soms helemaal aan het begin in de vorm van een eerste ideeën; een aantal al wat verder in de richting van creëren van een uitvoeringsorganisatie om het project te verwezenlijken. In de case is er voor gekozen om op het niveau van het gehele gebied de dialoog te hebben over de betekenis van de bodem voor gebiedsontwikkeling. Voordeel van een dergelijke aanpak is dat vele aspecten aan de orde komen en projecteigenaren vanuit GBO zo makkelijk kunnen beoordelen c.q. het gesprek kunnen aangaan wat voor hun specifieke projecten betekenis kan hebben. Verwijzingen naar vergelijkbare situaties/cases elders in Zeeland kunnen eveneens vrij eenvoudig worden ingebracht omdat de scoop van de verkenning breed is. De projecten die aan de orde zijn lopen uiteen van Groeve Nieuw Namen (aardkundige waarden), de grensoverschrijdende gebiedsverkenning Hulst Beveren (integraal), Gebiedsontwikkeling Perkpolder (is al vastgesteld bestemmingsplan voor wonen, recreatie en natuurontwikkeling), ecologische verbindingszones, ruimte voor waterberging in combinatie met natuurontwikkeling (De Putting Hengstdijk), infrastructuur (Tunnel Sluiskil), etc. De brede scoop heeft verder als voordeel dat inzichten makkelijk vertaald kunnen worden naar de dagelijkse praktijk van mensen met vragen als: welke bodemaspecten kunnen relevant zijn bij de aankoop van grond te gebruiken bij grondruil met landbouwbedrijven en welke ondergrondaspecten zijn relevant bij de bepaling van verstedelijkingsrichtingen? H2Ruimte / Carthago 3

3. Procesverloop Het proces is opgebouwd rond werksessies met MHY en GBO waarin de interactie tussen vraag naar en aanbod van ondergrondinformatie voor de case OZV centraal staat. Alvorens die werksessies uit te kunnen voeren heeft eerst een startbijeenkomst plaatsgevonden op 31 okt. 2008. In die bijeenkomst zijn eerdere ervaringen van samenwerking tussen beide afdelingen en in projecten waaraan beide afdelingen deelnemen aan de orde geweest, is de aanpak van het project besproken en is de een keuze gemaakt voor een geschikte case. Op 5 februari 2009 vond de 1 e werksessie plaats. Deze was gericht op de samenstelling van een bodemagenda en op het in beeld krijgen van de informatievraag en de informatiebehoefte. Bij deze sessie was ook de afdeling water vertegenwoordigd. De 2 e werksessie heeft op 17 april plaats gevonden, nadat deze een week van te voren was doorgesproken met de afdeling MHY. In deze sessie werd het beschikbare kaartmateriaal vanuit MHY gepresenteerd als invulling van de vraag naar informatie uit werksessie 1. Tevens werden verduidelijkende en aanvullende vragen vanuit GBO beantwoord en afspraken gemaakt voor de opstelling van eindkaarten. Om efficiënt te werken is er voor gekozen de ontwikkeling van de eindkaarten te koppelen aan het proces van het Zeeuws Bodemvenster. De capaciteit van de afdeling verantwoordelijk voor geo-informatie speelde hierbij eveneens een rol. De sfeer in de werksessie was open en collegiaal. Er is gewerkt vanuit de instelling we gaan dit verkennen en we maken er het beste van. Vanuit GBO was er vanaf het begin oog om voldoende mensen aanwezig te hebben, die een breed spectrum aan onderwerpen bestrijken. In de werksessie werd vanuit GBO ook duidelijk waardering en vertrouwen uitgesproken voor de deskundigheid vanuit MHY en het opgeleverde materiaal. Wel bestaat de neiging om de mensen van MHY vooral te laten vertellen wat voor materiaal er is en waarom dat relevant is. De afdeling MHY zag ook kans om het eigen verhaal te vertellen en beschikt over voldoende vaardigheid om dit overtuigend te doen en relaties te leggen naar het werk van GBO. Ook vanuit MHY is er oog voor verbreding door in 2 e werksessie andere collega s uit te nodigen. In het proces is wat weinig de bal teruggelegd bij GBO: wat willen jullie nu precies en wat moet je daarom (van de ondergrond) weten? Dit was lastig gezien stadium van de projecten in OZV en het ontbreken van een hoge urgentie (maatschappelijk en politiek) bij veel projecten. H2Ruimte / Carthago 4

4. Adviezen 4.1. Inhoudelijk a. Gezien de ruimtelijke ontwikkelingen in Zeeland is een selectief aantal agendapunten binnen de provincie relevant. Wat de bodem betreft is een gerichtheid gewenst op cultuurhistorie (incl. archeologie en aardkunde), bodemkwaliteit, waterbeheer, geschiktheid stedelijke uitbreiding en enkele onderwerpen waar kosten en baten snel zichtbaar te maken zijn. Daarbij gaat het vooral om WKO (ook vanuit marktpartijen een belangrijk item), grondverzet en aankoop van landbouwgrond. Een breed thema als Ruimtelijke Kwaliteit is eveneens een relevant agendapunt. Vanuit de bodem kan hieraan bijgedragen worden door informatie die zich richt op de ecologische en cultuurhistorische hoofdstructuren. Dit geldt zeker voor het landelijk gebied. In stedelijke gebieden zal informatie relevant voor ondergronds ruimtegebruik een rol spelen. b. Voer vroeg in verkenningsfase van projecten een Quick Scan uit van bodemaspecten die informatie verschaft over aspecten geschiktheid en risico s. Afhankelijk van het type project kan de invulling van geschiktheid en risico s verschillen. Bij geschiktheid is vooral te denken aan geschiktheid voor verstedelijking, geschiktheid voor WKO en geschiktheid voor mariene teelten. Bij het in beeld brengen van de grootste/potentiële risico s verbonden aan de ondergrond gaat het o.a. om verontreiniging en niet gesprongen explosieven. Het indicatieve karakter van een Quick Scan dient benadrukt te worden in dit stadium van het proces. c. Lever kaartmateriaal met legenda-eenheden in termen van de klant. Voor levering aan GBO betekent dit dat een vertaling in termen van kosten en baten (euro s) heeft plaatsgevonden dan wel relatief makkelijk kan. Dit kan ook in termen van meer of minder kosten/baten. Presenteer de kaarten (face tot face). d. Combinatiekaarten Er bestaat vroeg in het proces behoefte aan een beperkt aantal geschiktheidskaarten (zie b.) Andere relevante combinatiekaarten zijn een cultuurhistorische waarderingskaart en een kaart die relevante informatie bevat voor aankoop van landbouwgrond. e. Kaarten De levering van definitieve kaarten combineert de provincie Zeeland met de ontwikkeling van het Zeeuws Bodemvenster waarin deze kaarten een plaats krijgen. Efficiënte omgaan met tijd en mensen is hierin een belangrijke overweging. Gevolg hiervan is dat tot de verschijning van dit rapport slechts een beperkt aantal kaarten beschikbaar is gekomen. We volstaan hier met enkele voorbeelden. Als voorbeeld van de levering van kaarten wordt hierbij de geschiktheid uitbreidingen stedelijk gebied gepresenteerd. Deze kaart komt ook voor op het Geoloket van de provincie Zeeland, en is uitgebreid aan de orde geweest in de workshop. H2Ruimte / Carthago 5

In eerste instantie lijkt deze kaart goed bruikbaar, maar gedurende de workshop blijkt toch dat er behoefte aan context voor deze kaart is. De discussie spitst zich toe op de context waarbinnen deze kaart gelezen moet worden: Na uitleg van deze kaart (beperkte evaluatie, slechts op grond van fysische/bodemfysische kenmerken) is een kansenkaart voor stedelijke uitbreiding gemaakt. De interpretatie van deze kaart is, gegeven de toelichting, duidelijk. Zonder de toelichting zou de kaart aanleiding kunnen geven tot verkeerde/te ver reikende conclusies. Een volgend voorbeeld is de kaart Teeltvoorkeuren. Uit de discussies rondom deze kaart komt naar voren dat het kaartbeeld onduidelijk is: gaat het om actuele teelten of om gewenste/mogelijke teelten? Als het gaat om gewenste teeltvoorkeuren, waarop zijn deze voorkeuren dan gebaseerd? Wat wil het zeggen als er een verschil bestaat tussen de teeltvoorkeur zoals weergegeven op deze kaart en de actuele teelt? Zou de boer moeten overschakelen op de teeltvoorkeur? Zou er beleid gevoerd moeten worden om meer richting de teeltvoorkeuren te gaan? In de discussie is duidelijk dat het om een gecombineerde kansenkaart gaat: voor een aantal teelten is de teeltpotentie bepaald op basis van fysische en bodemkundige kenmerken. Vervolgens is aan elke locatie die teelt als teeltvoorkeur toegekend waarvan de potentie het hoogste is. De onderliggende werkwijze en de interpretatie van een dergelijke kaart zijn niet erg eenduidig. H2Ruimte / Carthago 6

Enkele van de teeltvoorkeuren zijn beleidsmatig erg relevant: de teeltvoorkeur voor zilte teelten geeft onderbouwing bij een aantal beleidsvragen. Zou het voor deze discussies helderder zijn om een (enkelvoudige) kansenkaart voor die specifieke teelt te maken? Op basis van deze discussies wordt in Zeeland ook een nieuwe versie van deze kaarten gemaakt. Deze nieuwe versies zijn ten tijde van de rapportage nog niet beschikbaar. 4.2. Proces Bij onderstaande adviezen is tussen haakjes de meest aangesproken partij vermeld. Spelers en procesvoortgang - Ga na waar in het proces je zit omdat dit sterk de speelruimte bepaalt evenals de aard en kwaliteit van de aan te leveren informatie. (MHY en GBO) - Hou het proces gericht op inhoud. Dat geldt zeker vroeg in het proces waar de mogelijkheid bestaat om alle onderwerpen die betekenis kunnen hebben bespreekbaar te maken. In de inhoud zit je onderscheidend vermogen en op grond daarvan moet je interessant zijn voor een ander. Zorg ervoor dat je aantrekkelijk bent/blijft (MHY) - Onderwerpen als water en natuur zitten dicht bij bodem. Aansluiting met die thema s is relatief makkelijk. Dit is ook een middel om te verbreden voor bodem en bij andere afdelingen aansluiting te vinden (bijv. bij Ruimte en GBO waar de afdeling Water en Natuur intensiever contact mee heeft) (MHY). - Ga met de afdeling Ruimte eenzelfde traject in als met GBO in dit project. Zij zitten in wat grotere gebiedstrajecten en visietrajecten vaak eerder in het proces dan GBO. Bodem kan daardoor eerder verankerd worden (MHY). Wie heeft het initiatief - Neem voldoende tijd om GBO meer te verleiden tot uitspraken over wat ze willen en daarvoor nodig hebben: ze moeten met de billen bloot. Als er nog geen helder beeld over inhoudelijke ambities is, zal de vraag naar informatie breder zijn en is het samenwerkingsproces aan te grijpen om stappen te zetten naar inhoudelijke focus. Dit biedt ook ruimte aan MHY om eigen agendapunten in te brengen. (MHY) - Bedenk als vrager naar informatie dat de aanbiedende partij beter werk kan leveren als de vraag en de context duidelijker is. Een investering hierin levert in het samenwerkingproces op termijn flink winst op. Sta daarbij ook open voor c.q. daag de aanbiedende partij ook uit om aan te geven wat zij relevant vinden en waarom (GBO) - Pas op dat de bewijslast waarom iets relevant is niet alleen bij MHY komt. Zoek naar gemeenschappelijk doelen, die veelal in de politieke en maatschappelijke urgenties te vinden zijn. Die gemeenschappelijke agenda maakt het ook mogelijk om pro actief bodemonderwerpen te agenderen in andere velden (GBO en MHY). Kaarten en verhalen - Met kaarten alleen kom je er niet. Er hoort een verhaal bij. Bedenk dat RO ers al snel alleen met de kaart aan de slag gaan omdat ze zichzelf voldoende vaardig vinden om die te interpreteren/gebruiken (MHY). - Voorkom dat MHY alleen kaartenleverancier wordt voor GBO en er verder geen gesprek plaats vindt. Stimuleer feedback bij levering van informatie. Dit leidt tot betere inhoudelijke resultaten en tot een beter onderling contact. Het kan daarbij helpen om te werken met tussenproducten (GBO) H2Ruimte / Carthago 7

- GBO wil graag veel kaarten. Prima, maar zorg voor verleiding om tot dialoog te komen. Bijvoorbeeld door tussenproducten, reclame voor kaarten in ontwikkeling, kaarten voor andere gebieden met vergelijkbare vraagstelling, tot essentie/hoofdpunten teruggebrachte kaarten (indicatief),.. (MHY) - Geef kaartenmakers (afd. Geo-Informatie) een plek in deze trajecten. Zij vormen vaak het kritieke (tijds)pad en krijgen door participatie beter inzicht in wensen van klanten (MHY). H2Ruimte / Carthago 8