SAMENVATTING. in het geding tussen: de medezeggenschapsraad van de Hogeschool A, verzoeker, hierna te noemen de MR



Vergelijkbare documenten
de Centrale medezeggenschapsraad van A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen de CMR gemachtigde: mr. J.L.J.E. Koster

Samenvatting uitspraak. Interpretatiegeschil VO artikel 10 onder b WMS (wijziging onderwijs- en examenregeling)

SAMENVATTING. de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van Onderwijsgroep A, verzoeker, hierna te noemen de GMR

Interpretatiegeschil bevoegdheid GV en SR m.b.t. toelatingseis aansluitende masteropleidingen in model-oer WO

UITSPRAAK. de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad vana te B, verzoeker, hierna te noemen de PMR

Interpretatiegeschil PO - artikel 13 onder b WMS (beleid grondslag van de school)

Interpretatiegeschil PO - artikel 13 onder k WMS (beleid t.a.v. uitwisseling van informatie tussen bevoegd gezag en ouders)

SAMENVATTING Geschil met betrekking tot het taakbelastingsbeleid van de opleiding; HBO

UITSPRAAK. het bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen het bevoegd gezag

SAMENVATTING Instemmingsgeschil PO - artikel 10 onder h WMS (overdracht van de school)

Sluiting dislocatie valt onder organisatiebeleid en op die grond heeft de MR adviesrecht; PO

SAMENVATTING. in het geding tussen: de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van A, verzoeker, hierna te noemen de GMR

SAMENVATTING. de medezeggenschapsraad van de Hogeschool A te C, verzoeker, hierna te noemen de MR gemachtigde: mr. L.C.J.

het College van bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

SAMENVATTING Adviesgeschil en interpretatiegeschil PO - artikel 11 onder h WMS (aanstelling of ontslag van de schoolleiding)

in het geschil tussen: de medezeggenschapsraad van het A College te B, verzoeker, hierna te noemen de MR gemachtigde: mr. E.J.M.

Samenvatting. Interpretatiegeschil VO artikel 12 lid 1 onder h WMS (wijziging taakbelasting binnen het personeel)

UITSPRAAK. de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad van A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen de PMR

de Personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad van C, te B, verweerder, hierna te noemen de PMR

UITSPRAAK. de deelraad van [school], gevestigd te [vestigingsplaats], verzoeker, hierna te noemen de DR gemachtigde: de heer mr. M.H.

Samenvatting. Interpretatiegeschil PO artikel 11 onder j WMS (beleid m.b.t. toelating van leerlingen)

UITSPRAAK. het bestuur van A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen het bevoegd gezag

Het medezeggenschapsreglement mag het aantal aaneengesloten zittingsperiodes in de MR niet beperken. UITSPRAAK

Interpretatiegeschil cao vo. Niet vastgesteld kan worden dat de werkgever artikel 8.1 lid 5 cao vo onjuist heeft toegepast.

SAMENVATTING UITSPRAAK. A, B, C, D, E, F, G, werknemers van ROC H, gevestigd te I, verzoekers, hierna te noemen de werknemers gemachtigde: de heer J

SAMENVATTING Klacht over onzorgvuldig handelen directie en MR bij invoering continue rooster; PO

UITSPRAAK. de Ondersteuningsplanraad van de Stichting A te F, verzoeker, hierna te noemen de OPR gemachtigde: de heer mr. W.H.

Nalevingsgeschil; als MR-leden weigeren af te treden, kan een bevoegd gezag niet de MR ontbinden en eigenmachtig MR-verkiezingen organiseren.

de Hogeschoolmedezeggenschapsraad van A, verweerder, hierna te noemen de HMR

SAMENVATTING. het bestuur van de Stichting A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen het bevoegd gezag gemachtigde: de heer mr.

SAMENVATTING. de medezeggenschapsraad van de regionale scholengemeenschap A te B, verzoeker, hierna te noemen de MR

UITSPRAAK. de medezeggenschapsraad van de A te B, verzoeker, hierna te noemen de MR

Inleiding Universiteiten Hogescholen Beroep bij de Ondernemingskamer

SAMENVATTING Adviesgeschil PO - artikel 11 onder f WMS ( vaststelling of wijziging beleid m.b.t. organisatie van de school)

SAMENVATTING Bezwaar tegen de waardering als Docent B, schaal 10; HBO

SAMENVATTING U I T S P R A AK

Jaarverslag 2011/2012 1

SAMENVATTING Instemmingsgeschil VO - artikel 12 lid 1 onder o WMS (regeling aanstellingsbeleid)

SAMENVATTING. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. Y.E.M.

SAMENVATTING. Instemmingsgeschil VO - artikel 12 onder b WMS (vaststelling of wijziging van de samenstelling van de formatie)

UITSPRAAK. de deelmedezeggenschapsraad van het A te B, verzoeker, hierna te noemen de DMR gemachtigde: mevrouw mr. J.M.M. Janssen

Instemmingsgeschil VO-artikel 12 lid 1 onder g WMS (toekenning generieke toelage teamleiders)

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. A.

Inleiding Samenstelling van de Commissie Aangesloten scholen en instellingen

De tijdelijke waarneming van de directiefunctie dient op verschillende gronden voor advies voorgelegd te worden aan de (P)MR.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van A gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen het bevoegd gezag

geschil over toelating leerling. Het conflictueuze verleden met de moeder is nu geen grond om de leerling niet toe te laten tot de school.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

SAMENVATTING Instemmingsgeschil PO - artikel 10 onder h WMS (fusie school) en artikel 13 onder b WMS (verandering grondslag school)

Samenvatting. Interpretatiegeschil VO artikel 12 WMS (beleid met betrekking tot invoering LC-functies)

UITSPRAAK. de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad van [de school], gevestigd te [plaatsnaam], verweerder, hierna te noemen de PMR.

UITSPRAAK. de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van A te B, verzoeker, hierna te noemen de GMR gemachtigde: mevrouw mr. M. van Leeuwen-Scheltema

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. A.L.W.G.

SAMENVATTING Instemmingsgeschil instellen centrale stafeenheid; HBO

UITSPRAAK. de medezeggenschapsraad van obs A, te G, verzoeker, hierna te noemen de MR gemachtigde: de heer mr. W.D. Berkhout

SAMENVATTING. de Personeelsgeleding van de Medezeggenschapsraad van het B, hierna te noemen de PMR

Adviesgeschil over het ontslag van een schoolleider, na mediation. UITSPRAAK

UITSPRAAK / uitspraak d.d. 26 februari 2018 pagina 1 van 6

SAMENVATTING Adviesgeschil PO - artikel 11 onder c WMS (beëindiging werkzaamheden belangrijk deel van de school)

UITSPRAAK. de medezeggenschapsraad van [de school], te [vestigingsplaats], verzoeker, hierna te noemen de MR

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. F.J.

het College van Bestuur van C, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. dr. J.H. van Gelderen

SAMENVATTING UITSPRAAK

De Landelijke geschillencommissie medezeggenschap onderwijs (mr. Ch. H. Stokman-Prins, mr. drs. F.H.J.G. Brekelmans, drs. Th.A.J.

108477/ Nalevingsgeschil over verstrekken van informatie en instemmingsgeschil over invoering van de functie van hoofdconciërge.

SAMENVATTING. de medezeggenschapsraad van het X College te B, verzoeker, hierna te noemen de MR

UITSPRAAK. het College van Bestuur van Stichting C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. J.A.

SAMENVATTING Geschil bevoegdheid A t.a.v. wijziging van het college-blok systeem; WO

Partijen: De medezeggenschapsraad van openbare basisschool Floris van Dalem te Dalem, nader aan te duiden als de medezeggenschapsraad (MR)

De aangeboden school voor so is voor de leerling voldoende nabij, waardoor op dit punt is voldaan aan de zorgplicht van de school.

Dit hoofdstuk heeft betrekking op de in de bijlage van deze wet opgenomen hogescholen.

SAMENVATTING UITSPRAAK

Adviesgeschil en instemmingsgeschillen PO - artikel 11 onder c WMS (beëindiging werkzaamheden belangrijk deel van de school)

SAMENVATTING Instemmingsgeschil VO - artikel 10 onder h WMS (overdracht van de school of een onderdeel daarvan)

U I T S P R A A K

de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van A, verder te noemen de GMR gemachtigde: de heer mr. A. Joosten

beschikking GERECHTSHOF AMSTERDAM ONDERNEMINGSKAMER zaaknummer: /01 0K beschikking van de Ondernemingskamer van 13juli 2015 inzake

School moet de ouder erop wijzen dat voor het vinden van een andere passende school haar medewerking nodig is. ADVIES

ADVIES. [verzoekster], wonende te [woonplaats], moeder van [de leerling], verzoekster, gemachtigde: [naam gemachtigde]

Samenvatting uitspraak

de coöperatie coöperatieve Rabobank Leiden, Leiderdorp en Oegstgeest, gevestigd te Leiden, hierna te noemen Aangeslotene.

SAMENVATTING / Beroepen (2) tegen rddf-plaatsingen; PO

UITSPRAAK. in het geding tussen: de heer A, wonende te B, bezwaarde, hierna te noemen A gemachtigde: mevrouw mr. J.G.T.M. Bekkers-Van Heumen

SAMENVATTING. het College van Bestuur van het E, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr.

De Commissie is niet bevoegd om een oordeel te geven over een besluit van het samenwerkingsverband over toelating tot een Talentklas.

UITSPRAAK. in het geschil tussen: het College van bestuur van het ROC A te B, hierna te noemen het bevoegd gezag

U I T S P R A A K

SAMENVATTING. het bestuur van de A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen de werkgever

SAMENVATTING. het College van bestuur van de C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever

Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en tegen ontslag wegens gewichtige reden; hbo

SAMENVATTING. het College van Bestuur van de Stichting D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr.

ADVIES. in het geding tussen: de heer A, wonende te B, verzoeker, C, gevestigd te B, het bevoegd gezag van basisschool D te B, verweerder

ADVIES. de heer B, bestuurder van schoolbestuur C, organisatie voor openbaar en algemeen toegankelijk onderwijs (verder: C) te D, verweerder,

U I T S P R A A K

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. drs. M.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

Interpretatiegeschil VO artikel 41 lid 1 en 2 WMS (vaststelling nieuw medezeggenschapsreglement)

College voor geschillen medezeggenschap defensie

Bij beslissing van 28 augustus 2013 heeft de examencommissie van de opleiding Informatica appellant een negatief bindend studieadvies gegeven.

U I T S P R A A K

Transcriptie:

SAMENVATTING 104234 - Interpretatiegeschil start duale opleiding; HBO Geschil over de vraag of de MR instemmingsrecht heeft ten aanzien van ene voorgenomen besluit te starten met enkele duale opleidingen in een ander deel van het land. Volgens de MR is dit een instemmingsaangelegenheid die rechtstreeks raakt aan drie instemmingsaangelegenheden uit het medezeggenschapsreglement: wijziging of vaststelling van het instellingsplan (artikel 22 onder a), regels op het gebied van de veiligheid, de gezondheid en het welzijn (artikel 22 onder g) en het beleid met betrekking tot de besteding van de middelen van de hogeschool (artikel 22 onder h). Het besluit enkele duale opleidingen te starten is in dit geval niet aan te merken als strijdig met het instellingsplan en evenmin als een wijziging daarvan. De Commissie is daarnaast niet gebleken dat de start van een duale opleiding tot wijziging van een regeling op het gebied van de arbeidsomstandigheden heeft geleid of zou moeten leiden. Vele besluiten van een College van Bestuur hebben financiële gevolgen. Dat betekent echter nog niet dat, indien er geen specifieke aangelegenheden zijn die betrekking hebben op de inhoud van het besluit, die besluiten dan dienen te worden aangemerkt als een wijziging van het financieel beleid waarvoor ingevolge het medezeggenschapsreglement instemmingsrecht geldt. Dat laatste zal slechts het geval zijn indien het besluit van zodanig fundamenteel belang is dat er sprake is van een wijziging van de visie op de besteding van de middelen. Daarvan is hier geen sprake gezien de geringe druk die het besluit op de begroting legt. Op grond van artikel 10.20 onder e WHW heeft de MR een instemmingsbevoegdheid ten aanzien van het vaststellen of wijzigen van de onderwijs- en examenregeling (OER). Artikel 7.13 tweede lid onder f WHW bepaalt dat in de OER "de voltijdse, deeltijdse of duale inrichting van de opleiding" moet zijn geregeld. In de OER dient dus de vormgeving van de duale opleiding beschreven te worden. Naar het oordeel van de Commissie is 'vaststelling en wijziging van de onderwijs- en examenregeling' de specifieke aangelegenheid waar het starten van de duale opleiding Verpleegkunde, die de aanleiding vormt voor dit geschil, onder valt. UITSPRAAK in het geding tussen: de medezeggenschapsraad van de Hogeschool A, verzoeker, hierna te noemen de MR en het College van bestuur van de Hogeschool A, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen het College van Bestuur 1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE Bij verzoekschrift met bijlagen van 24 juni 2009, ingekomen op 25 juni 2009 en aangevuld d.d. 8 juli 2009, heeft de MR een interpretatiegeschil aan de Commissie voorgelegd betreffende de bevoegdheid van de MR inzake het starten van duale opleidingen in E. Het College van Bestuur heeft een verweerschrift met bijlagen ingediend, ingekomen op 10 september 2009. Op 24 september 2009 heeft het College van Bestuur nadere informatie ingediend. De mondelinge behandeling vond plaats op 29 september 2009. De MR verscheen in de personen van F, secretaris, H, voorzitter, en I en J, leden. Pagina 1 van 6

Het College van Bestuur werd vertegenwoordigd door K, lid College van Bestuur a.i. en L, bestuurssecretaris. De MR heeft ter zitting een pleitnotitie overgelegd. De inhoud van voornoemde stukken geldt als hier herhaald en ingelast. 2. DE FEITEN Het College van Bestuur heeft na een onderzoek en in overleg met de gemeente E besloten met ingang van het cursusjaar 2009-2010 in Een duale opleiding Verpleegkunde aan te bieden. Dit besluit is door het College van bestuur niet vooraf ter instemming of advies voorgelegd aan de MR. Omdat de MR meent dat hij ter zake instemmingrecht heeft, heeft hij hierover een geschil aan de Commissie voorgelegd. 3. STANDPUNTEN VAN PARTIJEN De MR De MR stelt zich op het standpunt dat het starten van een duale opleiding rechtstreeks raakt aan drie instemmingsaangelegenheden uit het medezeggenschapsreglement: wijziging of vaststelling van het instellingsplan (artikel 22 onder a), regels op het gebied van de veiligheid, de gezondheid en het welzijn (artikel 22 onder g) en het beleid met betrekking tot de besteding van de middelen van de hogeschool (artikel 22 onder h). De MR wil graag geïnformeerd worden en meedenken over het beleid van de instelling. Deze rol heeft hij echter ook inzake de kwestie "Duaal in E" niet kunnen spelen. De MR is in deze kwestie structureel onvolledig en te laat geïnformeerd. Het beslisdocument van 15 december 2008 heeft de MR pas in maart 2009 ontvangen. Met het starten van een duale opleiding Verpleegkunde is sprake van een breuk met eerdere duale opleidingen buiten B. In andere gevallen bestaat het duaal onderwijs uit de begeleiding van individuele studenten. Bij de duale opleiding Verpleegkunde is er voor het eerst ook sprake van het tweewekelijks geven van college aan een groep studenten. Er is derhalve sprake van een belangrijke strategische koerswijziging. De start van de duale opleiding in E kan een eerste stap zijn in een proces naar een volledige nevenvestiging. In het instellingsplan, waar het strategisch beleid moet worden vastgelegd, wordt niet gesproken van nevenvestigingen. Er is dus sprake van een wijziging van het instellingsplan (artikel 22 onder a van het medezeggenschapsreglement). Er is ook sprake van een reorganisatie, nu een klein deel van de werkzaamheden van de instelling wordt verplaatst. Dit heeft personele gevolgen, over welke de MR nog niet volledig is geïnformeerd. Er is slechts informatie aangeleverd over dienstreizen. Onbekend is hoe de betreffende docenten in uren worden gehonoreerd. In dat kader beroept de MR zich op de instemmingsbevoegdheid op grond van artikel 22 onder g van het medezeggenschapsreglement (regels op het gebied van de veiligheid, de gezondheid en het welzijn ). Het starten van de duale opleiding kost ook geld. Het College heeft de MR daar slecht over geïnformeerd. Pas uit het verweerschrift bleek de MR dat de opleiding 160.000 euro kost, waar in het beslisdocument van de projectgroep nog sprake was van een hoger bedrag. Daarna heeft de MR slechts vernomen dat er een lening van 250.000 was afgesloten bij de gemeente Dordrecht. Ook dit is een illustratie van het feit dat de MR onvolledig wordt geïnformeerd over punten waarop hij instemmingsrecht heeft, namelijk de begroting (artikel 22 onder h van het medezeggenschapsreglement). De MR heeft wel ingestemd met de onderwijs- en examenregeling (OER) van de duale variant Verpleegkunde. De onderwijscommissie had hier eerder mee ingestemd en de MR acht die beter in staat over de onderwijsinhoud te oordelen. De MR ziet de OER ook los staan van de beslissing een duale opleiding te starten. Pagina 2 van 6

Het College van Bestuur doet er nu alles aan om de duale opleiding te marginaliseren. Publicitair besteedt de instelling er echter wel veel aandacht aan. Het College van Bestuur Het College van Bestuur geeft aan dat het zich geconfronteerd zag met een tegenvallende instroom van studenten en met het gegeven dat een toenemend aantal leerlingen uit de doelgroep niet langer kiest voor de Hogeschool A. Er waren signalen van de gezondheidszorg rond E dat studenten wel les wilden hebben vanuit gereformeerde grondslag, maar dat reizen naar B niet altijd mogelijk was. Daarnaast was er een verzoek van de gemeente E te onderzoeken of de hogeschool in E opleidingen aan kon bieden. Het College van Bestuur wenst af te tasten of er voor de toekomst mogelijkheden bestaan om een nevenvestiging in E op te richten. MB daarom is er gestart met een duale opleiding Verpleegkunde in Dordrecht. Dit heeft de status van een experiment, met een evaluatie. De opleiding valt binnen het huidige curriculum en heeft de goedkeuring van de onderwijscommissie. Het College van Bestuur stelt zich op het standpunt dat er geen sprake is van een wijziging van beleid, maar slechts van een uitbreiding van bestaande werkzaamheden. Er wordt op andere plekken buiten B al duaal onderwijs gegeven. De MR is in de vorige gevallen van het starten van een duale opleiding ook nooit om instemming of advies over het starten van een duale opleiding gevraagd. Pas als het College van Bestuur voornemens is een nevenvestiging te starten in Dordrecht, is er sprake van een strategische koerswijziging en dient het instellingsplan, dat thans niet rept over nevenvestigingen, aangepast te worden. Op dat moment zal de MR volop in de gelegenheid worden gesteld gebruik te maken van zijn medezeggenschapsrechten. Er is slechts sprake van een kleine activiteit, eens in de twee weken wordt er op een dag college gegeven in Dordrecht. Gezien de geringe omvang is er geen sprake van een reorganisatie. Voor de betreffende docenten, die zich overigens vrijwillig hebben aangemeld, verandert er ook niets. Voor hen zijn dezelfde regels op het gebied van de arbeidsomstandigheden van kracht als die nu voor de docenten gelden. Er is geen sprake van een wijziging van deze regels. Evenmin is er sprake van een besluit dat het te voeren beleid met betrekking tot de besteding van de middelen raakt. De veronderstelling dat wanneer een niet in de begroting genoemde activiteit in het leven wordt geroepen kennelijk het beleid ten aanzien van de besteding van de middelen verandert, is onjuist. Ten opzichte van de totale begroting is er slechts sprake van een zeer geringe activiteit. In dit geval is nog van belang dat de gemeente E voorziet in een gunstige voorfinanciering tegen een laag rentetarief, waardoor de kosten van E niet of nauwelijks consequenties hebben voor andere activiteiten. De werkelijke kosten komen uit op circa 160.000. Voor het cursusjaar 2009-2010 is er sprake van 0,0053% ten opzichte van de uitgavenbegroting. Reeds om dit laatste kan niet worden gesteld dat er sprake is van een veranderd en dus instemmingsplichtig beleid met betrekking tot de besteding van de middelen. 4. OORDEEL VAN DE COMMISSIE De bevoegdheid van de Commissie en de ontvankelijkheid van het verzoek De instelling is aangesloten bij deze Commissie. Partijen verschillen van mening over de bevoegdheid die de MR heeft ten aanzien van de besluitvorming van het College van Bestuur met betrekking tot het starten van een duale opleiding Verpleegkunde. Aangezien de bevoegdheden van de MR geregeld zijn in de bepalingen van titel 3 van Hoofdstuk 10 WHW en in het medezeggenschapsreglement, is er sprake van een verschil van mening over het bepaalde bij of krachtens titel 3 dan wel het bepaalde in het medezeggenschapsreglement. Dientengevolge is de Commissie op grond van artikel 10.27 lid 1 onder d WHW bevoegd van het geschil kennis te nemen en is de MR in zijn verzoek aan de Commissie ontvankelijk. Pagina 3 van 6

Het toetsingskader Op grond van artikel 10.31 WHW dient de Commissie bindend uitspraak te doen over de vraag welke interpretatie aan het bepaalde bij of krachtens de WHW dan wel het medezeggenschapsreglement dient te worden gegeven. Het geschil De kern van het geschil dat voorligt, is of het starten van een duale opleiding Verpleegkunde in E valt onder één van de in de wet of het reglement opgenomen medezeggenschapsaangelegenheden waarvoor de MR advies- dan wel instemmingsrecht heeft. Het oorspronkelijke beslisdocument sprak van meer opleidingen, maar de MR heeft ter zitting aangegeven dat zijn bezwaar zich richt op de duale opleiding Verpleegkunde. De Commissie zal zich in het vervolg van de uitspraak dan ook tot dit punt beperken. De WHW biedt een minimumregeling voor wat betreft de aan medezeggenschap onderhevige onderwerpen/aangelegenheden. Artikel 10.20 WHW regelt de instemmingsbevoegdheid van de MR. In dit artikel zijn de aangelegenheden genoemd waarvoor de MR in ieder geval een instemmingsbevoegdheid heeft. Op grond van artikel 10.22 onder a WHW kunnen in het medezeggenschapsreglement nog andere aangelegenheden worden opgenomen waarvoor de MR een instemmingsbevoegdheid heeft. Artikel 10.20 onder b WHW regelt de adviesbevoegdheid van de MR. In het medezeggenschapsreglement dient geregeld te zijn over welke aangelegenheden de MR een adviesrecht heeft, met dien verstande dat de MR in ieder geval adviesrecht heeft bij aangelegenheden die de doelstelling, het voortbestaan en de goed gang van zaken binnen de hogeschool betreffen, de begroting alsmede de keuze voor een commissie voor geschillen. Ten aanzien van de vraag of er sprake is van instemmingsrecht, zoals gesteld door de MR, overweegt de Commissie als volgt. Op grond van artikel 10.20 onder a WHW heeft de MR instemmingsrecht ten aanzien van de wijziging van het instellingsplan. De Commissie constateert dat op pagina 21 van het instellingsplan 2008-2012 staat: "Samen met de werkvelden worden in de kenniscentra de mogelijkheden voor werkplekleren en duaal onderwijs uitgebouwd." Derhalve is E niet aan te merken als strijdig met het instellingsplan en evenmin als een wijziging daarvan. E is juist een concrete uitwerking van hetgeen daarover in het instellingsplan is opgenomen. Een dergelijke uitwerking conform het instellingsplan dient volgens de Commissie niet op basis van de aangelegenheid wijziging van het instellingplan (opnieuw) aan de MR te worden voorgelegd. Dat sluit overigens niet uit dat op de uitwerking een andere medezeggenschapsaangelegenheid van toepassing kan zijn. Zo noemt de MR de instemmingsaangelegenheid wijziging van de regeling op het gebied van de arbeidsomstandigheden' (artikel 10.20 onder f WHW, in het reglement uitgewerkt als regels op het gebied van de veiligheid, de gezondheid en het welzijn, art. 22 onder g). De Commissie is echter niet gebleken dat de start van een duale opleiding in E tot wijziging van een regeling heeft geleid of zou moeten leiden. Gezien de beperkte omvang van E en het relatief kleine bedrag dat ermee is gemoeid, kan in alle redelijkheid ook niet stand worden gehouden dat er sprake is van een reorganisatie waarvoor een regeling van de personele gevolgen dient te worden vastgesteld. De laatste door de MR opgevoerde aangelegenheid betreft het beleid met betrekking tot de besteding van de middelen van de hogeschool, waarvoor in artikel 22 onder h van het medezeggenschapsreglement instemmingsrecht aan de MR is toegekend. Dienaangaande overweegt de Commissie dat vele besluiten van een College van Bestuur financiële gevolgen hebben of zullen hebben. Dat betekent echter nog niet dat, indien er geen specifieke aangelegenheden zijn die betrekking hebben op de inhoud van het besluit, die besluiten dan dienen te worden aangemerkt als een wijziging van het financieel beleid waarvoor ingevolge artikel 22 onder h van het Pagina 4 van 6

medezeggenschapsreglement instemmingsrecht geldt. Dat laatste zal slechts het geval zijn indien het besluit van zodanig fundamenteel belang is dat er sprake is van een wijziging van de visie op de besteding van de middelen. Daarvan is hier geen sprake gezien de geringe druk die het besluit op de begroting legt. De Commissie heeft gekeken of er mogelijk andere niet door de MR aangehaalde wettelijke en reglementaire instemmings- en adviesaangelegenheden van toepassing zijn op het starten van een duale opleiding (in Dordrecht). Op grond van artikel 10.20 onder e WHW heeft de MR een instemmingsbevoegdheid ten aanzien van het vaststellen of wijzigen van de onderwijs- en examenregeling (OER). Artikel 7.13 tweede lid onder f WHW bepaalt dat in de OER "de voltijdse, deeltijdse of duale inrichting van de opleiding" moet zijn geregeld. In de OER dient dus de vormgeving van de duale opleiding beschreven te worden. Naar het oordeel van de Commissie is 'vaststelling en wijziging van de onderwijs- en examenregeling de specifieke aangelegenheid waar het starten van de duale opleiding Verpleegkunde zoals in E wordt aangeboden, onder valt. De Commissie stelt vast dat de OER is voorgelegd aan de MR en dat de MR vanwege de goedkeuring van de onderwijscommissie besloten heeft daaraan instemming te verlenen. De MR heeft de onderwijsinhoudelijke toetsing van de OER willen scheiden van het besluit een duale opleiding te starten. Hoewel de Commissie begrip heeft voor dit standpunt oordeelt zij niettemin dat de MR in deze een eigen rol heeft ten aanzien van ook andere aspecten dan de onderwijskwaliteit. De instemming van de opleidingscommissie had derhalve niet hoeven verhinderen dat de MR zijn instemming aan de OER onthield. Naast het starten van een (nieuwe vorm van een) duale opleiding Verpleegkunde, maakt ook de bepaling van de leslocatie E deel uit van "E". De locatie als zodanig maakt geen deel uit van de OER. De Commissie heeft hierboven al geoordeeld dat er geen sprake is van een wijziging van het instellingsplan en dit geldt ook voor wat betreft de keuze van de locatie. Ook is haar niet gebleken dat het starten van een duale opleiding in E onder een andere wettelijke aangelegenheid valt. Dan resten de bovenwettelijke, in het medezeggenschapsreglement opgenomen aangelegenheden. In verband met de afspraken die het College van Bestuur heeft gemaakt met de gemeente E zou de aangelegenheid van artikel 24 onder c medezeggenschapsreglement in beginsel aan de orde kunnen zijn: "het aangaan, verbreken of belangrijk wijzigen van een duurzame samenwerking met een andere instelling". De Commissie is van oordeel dat het sluiten van een lening, of het nu bij een bank of bij een gemeente is, geen vorm van samenwerking is als bedoeld in het medezeggenschapsreglement. Voor het overige is de Commissie op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting niet gebleken of aannemelijk geworden dat er sprake is van activiteiten die als duurzame samenwerking kunnen worden gekwalificeerd. Er is sprake van een experiment op projectbasis. De gemeente is weliswaar bij de start van het project betrokken, maar niet aannemelijk is geworden dat de gemeente ook na de opstartfase nog een duurzame rol zal hebben in de ondersteuning van de duale opleiding. De Commissie kan begrijpen dat de MR van mening is dat hij niet alleen geïnformeerd moet worden over onderwerpen en besluiten die kunnen leiden tot een latere koerswijziging van de hogeschool, maar hierin ook medezeggenschapsrechten wil uitoefenen. De Commissie kan zich voorstellen dat ook het College van Bestuur gebaat is bij het zo vroeg mogelijk betrekken van de MR bij plannen die uiteindelijk kunnen uitmonden in een koerswijziging (lees nevenvestiging) van de hogeschool. Echter, indien de MR eigenstandig medezeggenschapsrechten claimt dienen daar aanknopingspunten voor in de wet of het medezeggenschapsreglement aanwezig te zijn. In dit geval acht de Commissie buiten de instemmingsbevoegdheid bij de onderwijs- en examenregeling, geen andere aangelegenheid van toepassing. Pagina 5 van 6

5. UITSPRAAK Op grond van bovenstaande overwegingen oordeelt de Commissie dat het starten van een duale opleiding Verpleegkunde zoals in E vorm heeft gekregen, valt onder de aangelegenheid vaststelling of wijziging van de onderwijs- en examenregeling zoals bedoeld in artikel 10.20 onder e WHW en artikel 22 onder a van het medezeggenschapsreglement. Aldus gedaan te Utrecht op 10 november 2009 door mr. Chr. H. Stokman-Prins, voorzitter, mr. W.P. van Lammeren en W.A. Vink, leden, in aanwezigheid van drs. J. van Velzen, secretaris. mr. Chr. H. Stokman-Prins voorzitter drs. J. van Velzen secretaris Pagina 6 van 6