Documentnr.: 00.030.659 Augustus 2004. De positionering van de huisarts in de samenwerking met de bedrijfsarts. 1. Inleiding en achtergrond



Vergelijkbare documenten
Betere zorg voor werkenden Wat wordt uw bijdrage? Bedrijfsgeneeskundige dagen Papendal 18 juni 2015 L.J. Gunning

KNMG-visie Zorg die werkt. René Héman 8 juni 2017

Deel 1 Afstemmen van behandeling en werkhervatting

Professioneel Statuut PROFESSIONEEL STATUUT VAN DE BEDRIJFSARTS

WELKOM. Kring Zuid West Nederland 25 september 2012

Bedrijfsarts en Beoordelen: een contradictie? Voordracht Muntendamsymposium 6 december 2018

De rol van de verzekeringsarts (nu en) in de toekomst

Reactie NVAB op voorstel tot aanpassing van de Arbeidsomstandighedenwet

Bedrijfsarts. Quo Pervene? Quo Vadis?

Hartelijk welkom. Nieuwegein, 11 maart 2015

Concept KNMG-visie. Zorg die werkt. Mei Prof.dr. Gerrit van der Wal

Kwaliteit op Maat - Nieuwsbrief. Vertrouwen in onafhankelijke beroepsuitoefening kunnen we zelf verdienen ZET KABINET LIJN UIT NAAR NIEUWE ZEKERHEDEN?

Kansen met beperkingen

Het werk van de verzekeringsarts

De SER en chronisch zieke werkenden

A CLIENTSYSTEEM. 1 Intake

Taakdelegatie door de bedrijfsarts bij verzuimbegeleiding en reintegratie

NVAB ADDENDUM BIJ HET CONTRACT TUSSEN OPDRACHTGEVER EN ZELFSTANDIG BEDRIJFSARTS

de wetenschappelijke beroepsvereniging van bedrijfsartsen

Toekomst(bestendige) Arbeidsgerelateerde Zorg (TAZ) Dr. Anne van Putten, SZW Directie Gezond en Veilig Werken

Bedrijfsarts en Huisarts: Samen werken aan optimale zorg. Paulien Brunings De Bedrijfsgeneeskundige Dagen 26 & 27 mei 2016

Anderhalvelijns zorg Hoe maak je het succesvol?

Nederlandse Vereniging voor Manuele Therapie. Zicht op de toekomst. 22 september 2014

DE POSITIE VAN DE BEDRIJFSARTS IN DE MAATSCHAPPIJ DE BEDRIJFSARTS: ZORGVERLENER EN ADVISEUR!

Privacy. Organisatie voor Vitaliteit, Activering en Loopbaan Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde

Kernwaarden van de bedrijfsarts specialist voor arbeid en gezondheid

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Een persoonlijke visie Gertjan Beens Bedrijfsarts Health Manager. Leergang Strategisch Gezondheidsmanagement , Module 5

Onderwerp basiscontract

VERSLAGLEGGING LAGER HUISDEBAT. Wat niet ziek is, kan ziek worden.

Kernwaarden van de bedrijfsarts specialist voor arbeid en gezondheid

RESULTATEN NATIONALE PIJNMETING: PIJNPATIENTEN SIGNALEREN ERNSTIG GEBREK AAN ERKENNING EN GOEDE ZORG

COMMUNICATIEFORMULIER VAN DE ZIEKE WERKNEMER voor verbetering van communicatie tussen behandelaars

Positioneringsvraagstukken rond Arbeid en gezondheid

Update van de richtlijnen voor de bereikbaarheid en beschikbaarheid van de voorziening huisartsenzorg

Preventief Medisch Onderzoek, wat moet je er mee als arbeidshygiënist

GGZ in de huisartsenzorg

NHG-Standpunt. Huisartsenzorg en jeugd. Kom, we gaan naar de dokter... standpunt

Vitaal Verzuimmanagement De arbodienst van VGZ

Arbeidsgerelateerde problemen Wat kunt u betekenen?

NVAB-richtlijn blijkt effectief

Veranderingen in de Arbowetgeving

Elementen voor een toekomstgericht stelsel van arbeidsgerelateerde zorg

Ons kenmerk SV/AL/06/ Datum 30 maart 2006

Investeren in Sterk naar Werk. Ziek en mondig in de 1 e lijn

Toekomst(bestendige) Arbeidsgerelateerde Zorg (TAZ) Henri Géron, Min. v. SZW Directie Gezond en Veilig Werken

NHG/LHV-Standpunt. Het elektronisch huisartsendossier (H-EPD) Gelukkig staat alles in mijn dossier, dokter. standpunt

Een andere kijk op werken kanker en re-integratie

Second. Opinion. 28 juni

Vragen en antwoorden over gegevensuitwisseling verzekeraars, werkgevers, werknemers en arbodiensten

PROFESSIONEEL STATUUT VOOR EEN HUISARTS IN DIENST BIJ EEN HUISARTS

Werkwijzer Handelen van de bedrijfsarts op verzoek van eigenrisicodragers WGA

Arbowetswijzing Versterking betrokkenheid van de werkgevers en werknemers bij de arbodienstverlening. Ton van Oostrum

NHG-Standpunt. Huisartsgeneeskunde voor ouderen. Er komt steeds meer bij... standpunt

De voorgenomen wetswijzigingen hebben de volgende zes doelstellingen:

Marktconsultatie 13 november Overlegtafel Zorgproduct Behandeling Psychosociaal

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Een situatie kan lastig worden indien. - voor de bedrijfsarts als arts sommige waarden zwaarder wegen dan voor de bedrijfsarts als adviseur

MANIFEST INTEGRALE AANPAK BEROEPSLONGZIEKTEN NEDERLAND WERELDKAMPIOEN GEZOND WERKEN

Verpleegkundig Specialist binnen de arbeidsgerelateerde zorg. Marijke Roseboom- Coenen, MSc Petra Jonker-Jorna, MSc Mathilde Melis, Drs

Abonnement Verrichtingen van WorkingStyle

Ledenconferentie 7 oktober. Leusden

NHG-Standpunt. GGZ in de huisartsenzorg. Ik zie het even niet meer zitten. standpunt

Oktober Verantwoordelijkheidsverdeling in de zorg

Chronisch zieken en werk

Bij de MSF (verwijzers) is het verplicht minimaal 3 verwijzers een vragenlijst te sturen, voor de

Eerste ervaringen met de WIA in 2006 en 2007

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA 's Gravenhage

DE BEDRIJFSARTS: DOKTER EN ADVISEUR

Arbeidshygiënisten een belangrijke schakel in het voorkomen van beroepsziekten

Wijziging Arbowet: wat verandert er in 2015?

NHG-Standpunt. Huisarts en palliatieve zorg. Fijn dat u er bent, dokter. standpunt

Wat hebben wij nodig??

COMMUNICATIE-EN IMPLEMEMENTATIEPLAN

Home MUTSAERS & SLOOT. Zelfstandige bedrijfs- en verzekeringsartsen. Langvennen Oost DR Oisterwijk Tel:

NVAB ADDENDUM BIJ HET CONTRACT TUSSEN OPDRACHTGEVER EN BEDRIJFSARTS IN LOONDIENST Augustus 2007

Re-integratieverplichting zieke ex-werknemers

Verslag van Mandema Update Zorg & Verzuim

Richtlijnen aanpak verzuim om psychische redenen

Uitwerking NHG-Standpunt. Zorg voor patiënten met diabetes mellitus type 2

Werknemers weten te weinig over hun rechten en handelingsmogelijkheden in relatie tot de bedrijfsarts

Ziek, verzuim, reïntegratie

ADVIES AAN HET BESTUUR VAN DE NVAB OVER DE ROL VAN DE BEDRIJFSARTS IN HET KADER VAN DE SOCIAAL-MEDISCHE BEGELEIDING

NHG-Standpunt. Farmacotherapiebeleid in de huisartsenzorg. Dokter, mag ik een recept voor...? standpunt

Congres ziekenhuispsychiatrie

Leidraad samenwerking huisartsen en gemeenten rond jeugd

Bijscholing re-integratie Visie vanuit de bedrijfsarts

Rem op verzuim. Integrale aanpak van preventie en verzuim

Inzetbaarheid verbeteren door het reduceren van de lasten van verzuim en arbeidsongeschiktheid

Ongeval en Beroepsziekte

Meer of minder opinions?

Verslag Tweede Invitational Conference Sociale zekerheid en zorg Groenekan, 15 december 2003

COACHTECHNIEKEN IN DE SPREEKKAMER

Huisartsbeurs. Peter Lijster Zorg van de Zaak

NHG-Standpunt. Farmacotherapiebeleid in de huisartsenzorg. Dokter, mag ik een recept voor...? standpunt

NVAB Standpunt Taakdelegatie

Rijkstoezicht op beroepsziekten

Stappenplan en checklist inkoop deskundige bijstand in de meubelindustrie

Transcriptie:

Documentnr.: 00.030.659 Augustus 2004 De positionering van de huisarts in de samenwerking met de bedrijfsarts 1. Inleiding en achtergrond 2. Historie van de arbocuratieve samenwerking (ACS) 3. De samenwerkingsproblematiek 4. Doel en vraagstellingen 5. Analyse van de positie van de huisarts in relatie tot ACS a. Ontwikkelingen in de bedrijfsgeneeskunde m.b.t. de huisarts b. Krachtenveldanalyse (patiënt, verzekeraars, overheid) c. Krachtenveldanalyse in de beroepsgroep 6. Positiebepaling van de huisarts in de ACS a. Welke collega wil de huisarts zijn voor de bedrijfsarts b. Welke collega bedrijfsarts wil de huisarts c. Wensen t.a.v. de samenwerking 7. Conclusie voor de positie van de huisarts in relatie tot de bedrijfsarts 1

1. Inleiding en achtergrond Deze notitie komt op een moment van snelle ontwikkelingen rond de aanpak van arbeidsverzuim en arbeidsongeschiktheid. Het is van belang om daarbij opnieuw positie te bepalen alsook de verantwoordelijkheden van de betrokken professionals en hun onderlinge relatie. Bepalend zijn daarin factoren als de economische recessie, het huisartsentekort, de voorgestelde oplossingen voor de WAO-problematiek, de toekenning van de verwijsfunctie aan de bedrijfsarts, de aangekondigde stelselwijziging in 2006, de activiteiten en maatregelen uit het project Sociale zekerheid en zorg van VWS en SZW, de gestopte subsidiëring van de beroepsorganisaties en de ontvlechting van de LHV inclusief het verdwijnen van de DHV-structuur van de LHV. Dit alles vraagt om een hernieuwde positiebepaling van de huisarts. Hier volgt de uitwerking van die positiebepaling binnen de arbocuratieve samenwerking met de bedrijfsarts. Historie van de arbocuratieve samenwerking (ACS) Vanaf de jaren 70 zijn er toenemend aanwijzingen dat gebrekkige arbocuratieve samenwerking leidt tot onnodig verzuim, medicalisering en arbeidsongeschiktheid. Het is de keerzijde van de scheiding van behandeling en controle. In 1990 constateerde Lubbers dat Nederland ziek was. De dreiging van één miljoen WAO ers bleek een keerpunt. De noodzaak tot verbetering van de ACS kent een uitgebreid wetenschappelijk onderbouwde argumentatie. De vele publicaties laten zien dat gebrekkige ACS de patiënt stuurloos maakt en demotiveert. Zo n 15% van de invaliditeit zou iatrogeen zijn als gevolg van slechte samenwerking. Het duurde tot midden jaren 90 voor de betrokken partijen en de beroepsorganisaties daar hun verantwoordelijkheid in namen. 1 Vanuit de optiek van de huisarts noemen we: 1994 Verplichte bedrijfsgezondheidszorg voor iedereen, werkgever heeft verantwoordelijkheid in arbeidsverzuim en moet zich laten ondersteunen door een arbodienst. Behandelende sector is partner bij SMB (Sociaal Medisch Begeleiding). 1997 TNO: 83% van huisartsen wil betere samenwerking met bedrijfsarts Convenant LHV/NVAB. 1998 NVAB Professioneel statuut, geen controletaken en claimbeoordeling door de bedrijfsarts meer, maar preventie, begeleiding en advies. Dit was belangrijke barrière bij samenwerking. 2000 Start van 14 regionale samenwerkingsprojecten (6 LHV-NVAB- en 8 ZonMw-projecten) die in 2003 werden afgesloten. Dit was in het kader van het programma Samenwerking bij SMB en Klachten aan het bewegingsapparaat. 2001 Presentatie van de Leidraad 2 door LHV en NVAB. 2002 SMB-onderwijsmodule (NHG) een handvat bij DKB. 2003 Toekenning verwijsfunctie aan de bedrijfsarts m.i.v. 1 januari 2004. 2004 De TNO-evaluatie 3 van 10 projecten laat een verbetering zien van de voorwaarden en uitgangspunten van de samenwerking en het oordeel hierover van huisarts en bedrijfsarts. De grote bereidheid tot samenwerken bij de koepels en enthousiaste voorlopers in de regio s hebben nog lang niet die impact, die tot meetbare veranderingen op patiëntniveau leidt, zo bleek uit de TNOevaluatie. 1 Buijs PC, ANH Weel. Omzien in verwondering,vooruitzien in verwachting. TBV; 9 253-4 2 Anema JR, Buijs PC, Van Putten DJ. Samenwerking huisarts, bedrijfsarts en patiënt: wanneer en hoe? Een leidraad voor de praktijk. Medisch Contact.2001; 56: 790-3. 3 Een stap vooruit op een lange weg. TNO-rapport 2003 2

2. De samenwerkingsproblematiek De centrale rol van de huisarts en het grotere vertrouwen bij de patiënt heeft als keerzijde, dat dit als arrogant kan worden ervaren door collegae. Zaken als competentiestrijd, verschil in status en respect bedreigen een goed contact en nemen in combinatie met enige contactstrubbelingen de motivatie weg om als eerste contact te leggen. De huisarts heeft met vele zorgverleners en betrokkenen te maken die ieder voor het patiëntenbelang op hun gebied opkomen. De huisarts heeft moeite om aan zoveel wensen van derden tegemoet te komen, zelfs bij een goede invulling van zijn rol als spil en regievoerder. Dit is een knelpunt, maar in feite is de rol van huisarts en bedrijfsarts zeer complementair, dus samenwerking lijkt vanzelfsprekend. 4 Het gezamenlijk belang van de gezondheid van de patiënt is groot en de bereidheid om tot goede afstemming te komen is aanwezig, maar de problematiek is complex. Huisartsen bellen makkelijker een specialist dan een bedrijfsarts. Een belangrijke steen des aanstoots is bijvoorbeeld de zwarte piet over de wachttijden. 5 Dat er een groot probleem is blijkt uit de zeer lage tevredenheid van huisartsen over de samenwerking met de bedrijfsarts (11%) (vergelijk fysiotherapeuten (70%) en orthopedisch chirurgen (28%)). De kluwe aan knelpunten is in kaart gebracht in de gezamenlijke projecten en blijkt goed oplosbaar en die oplossingen komen de patiënt ten goede. Het is dus merkwaardig, dat de probleemeigenaren (verzekeraars, werkgevers) zo weinig bereid zijn te investeren in een traject van kennisbevordering en begrip van ACS. Zo n traject is waarschijnlijk (kosten)effectiever dan bijvoorbeeld de dure en weinig evidence based reïntegratietrajecten. 3. Doel en vraagstellingen a) Doel Standpuntbepaling LHV ten behoeve van continuering ACS b) Vraagstellingen 1. Wat zijn voor de positie van de huisarts, de consequenties van de veranderingen in de arbocuratieve zorg en de veranderende positie van de bedrijfsarts? 2. Met welke bedrijfsarts zou de huisarts het liefst samenwerken? 3. Welke positie en standpunt neemt de huisarts in bij continuering van de ACS? 4. Wat zijn de consequenties van de loskoppeling van bedrijven van arbodiensten voor de verzuimbegeleiding en de actoren. 4. Analyse van de positie van de huisarts in relatie tot ACS a) Ontwikkelingen in de bedrijfsgeneeskunde m.b.t. de huisarts De bedrijfsgeneeskunde ontwikkelt zich sterk en met veel elan. Hun kwaliteitssysteem (richtlijnen, DKB etc.) ontwikkelt zich analoog aan het kwaliteitssysteem van huisartsen en verpleeghuisartsen. In het beroep van bedrijfsarts is er een ontwikkeling weg van de controletaken en claimbeoordeling naar de kerntaken: preventie, begeleiding en advies in de arbocuratieve zorg. De preventie van arbeidsverzuim heeft daarbij te lijden van de toenemende nadruk op het routinematig beoordelen en het legitimeren van arbeidsverzuim. 6 In die verzuimbegeleiding stelt de bedrijfsarts zich in toenemende mate als (mede)behandelaar op. Het verschil tussen begeleiding en behandeling is ook zeer klein. De bedrijfsarts ambieert in die rol ook een onafhankelijke positie (vergelijkbaar met de curatief werkzame artsen en vastgelegd in het Professioneel Statuut en het Beroepsprofiel) en wil dichter bij de patiënt staan, gericht op de kwaliteit van zorg. Het eerste resultaat van die wens om de behandelfunctie uit te breiden is de verwijsfunctie. Overigens is een deel van de bedrijfsartsen nog steeds niet blij met de verwijsfunctie en prefereerde de rol van adviseur. Een nog groter deel van de bedrijfsartsen wil eveneens de voorschrijfbevoegdheid niet. 4 LHV/NVAB Samenwerking van bedrijfsarts en huisarts bij SMB van werknemers. Utrecht, april 1998. 5 Een voorbeeld van een belangrijke gevoeligheid is wie de zwarte piet krijgt toegespeeld voor de vertragingen in de zorg. De overheid suggereert bijvoorbeeld bij haar argumentatie voor de verwijsfunctie van de bedrijfsarts dat de huisarts vertragend werkt. Chirurgen vonden het nodig om te publiceren hoe snelle mobilisatie na een liesbreuk werd gefrustreerd door adviezen van de bedrijfsarts om werk nog even uit te stellen. 6 Bruins Slot JHW. Bedrijfsarts weer meer dokter. Medisch Contact.2002; 57: 1234. 3

Tijdens het debat over eerstelijnszorg op 29 januari 2004 zei minister Hoogervorst: als verwijzing door bedrijfsartsen goed functioneert, kan worden bekeken of de bedrijfsarts ook mag voorschrijven en verder : het voorschrijven door de bedrijfsarts is geopperd als mogelijkheid, maar wordt nog niet ingevoerd. De politiek en ziektekostenverzekeraars geloven echter dat dit de nodige slagvaardigheid zou kunnen opleveren en stimuleren deze ontwikkeling. De NVAB is nog bezig om haar mening over de voorschrijfbevoegdheid te bepalen. Opleiding, FTO, en andere consequenties worden daarin meegewogen. De bedrijfsarts heeft een functie op het grensvlak van adviseren, begeleiden, interveniëren en behandelen. Het zwaartepunt daarin lijkt op te schuiven naar verdere uitbreiding van de behandelfunctie dan alleen verwijzen. (zie tabel 1) Er is verder grote variatie tussen bedrijfsartsen over de wenselijkheid van een dienstverband bij een arbodienst. Over een optimale rol van de bedrijfsarts in het zorgbestel bestaat nog geen uitgekristalliseerde visie. Dit bemoeilijkt een gezamenlijke zorgvisie met huisartsen. Die gezamenlijke visie was de belangrijkste doelstelling in het convenant. Het is die gezamenlijke visie uit het convenant, die bedreigd wordt door de ontwikkelingen. De LHV zou zich kunnen uitspreken over de wenselijkheid van bijvoorbeeld samenwerking met bedrijfsartsen die zich buiten de arbodiensten vestigen en/of meer in eerstelijns structuren of in klinische setting werkzaam zijn. Past dat beter in een gezamenlijke zorgvisie? Ook als arbodiensten het belang van ACS onderschrijven en daarin hun bedrijfsartsen faciliteren (zoals ArboNed) liggen daar kansen om goede ontwikkelingen te stimuleren. b) Krachtenveldanalyse (patiënt, verzekeraars, overheid) De patiënt heeft in de eerste plaats last van slechte ACS. Gebrek aan communicatie was de oorzaak van iatrogene invaliditeit bij een retrospectief onderzoek van 301 neurologische keuringsrapporten. Buijs haalt in zijn proefschrift 18 onderzoeken aan die de grote invloed van ACS op het verzuim aantonen. 7 De patiënt heeft weinig interesse in de territorium- en relatieproblemen van huisartsen en bedrijfsartsen. De verzekeraar wenst effectieve en efficiënte zorg zonder dubbeling van zorg, diagnostiek en behandeling/ begeleiding bij diverse actoren en zeker niet in de wachttijden die hiervan het gevolg zijn. De schade van arbeidsongeschiktheid dient zo beperkt mogelijk te worden gehouden en de zorg zo adequaat mogelijk. Het belang van verzekeraars bij snelle, gecombineerde zorg/verzuimreductie (integraal en in één hand) is evident. Contracten met arbodiensten hierover spelen nu reeds. De mogelijkheid voor de zorgverzekeraar om te sturen op de zorgketen via de Arbo-dienst lijkt groter dan de sturing op de zorg geboden door de huisarts. De werkgevers vinden dat ze nu dubbel betalen met als resultaat slechte afstemming. Overleg tussen werkgevers en werknemers (Werkend perspectief) richt zich sterk op het demedicaliseren van arbeidsverzuim. Schattingen van het door ziekte te verklaren arbeidsverzuim bedragen circa 3% en de resterende 4-8% zou medische legitimatie hebben gekregen. Combinaties van bijvoorbeeld inkomensverzekering en verzuimbeheersing worden interessant (MKB) (koppelverkoop) en ook grote brancheorganisaties verwachten winst van eigen regie in gecombineerd inkopen van verzekeringen, verzuimbegeleiding en reïntegratie (mantelcontracten). De overheid trekt zich terug en beperkt haar rol tot wet en regelgeving en toezicht. De huisarts heeft grote moeite de snel veranderende arbeidswetgeving (gemiddeld een wet per jaar) te volgen. De huisarts heeft belang bij transparantie van haar zorg (prestatie-indicatoren zoals: wachttijden, service, effectiviteit behandeling) naar alle partijen om haar ambities te blijven waarmaken. De kansen liggen nu in samen optrekken, zowel naar de overheid als de verzekeraars. Vanuit de gezamenlijke zorgvisie kan gewerkt worden aan de kwaliteit van zorg voor mensen met een arbeidsrelevante aandoening, aan arbeidsmogelijkheden/-geschiktheid in plaats van legitimering en medicalisering van arbeidsongeschiktheid, en aan arbeidsparticipatie van chronisch zieken en gehandicapten. Medwerk. Dit is mogelijk de belangrijkste motor achter de samenwerking in de toekomst. Zij zullen vooral regionaal de ACS proberen te faciliteren. Huisartsen zouden actiever met Medwerk moeten samenwerken. c) Krachtenveldanalyse in de beroepsgroep (relatie bedrijfsarts / huisarts en knelpunten ACS) De gezamenlijke zorgvisie uit het convenant zou alle problemen hebben moeten oplossen. Doel van de afspraken was het voorkomen van tweedeling in de zorg. Ook de daarin geformuleerde randvoorwaarden voor de ACS zijn nog actueel. 8 De resultaten uit het evaluatierapport van TNO over 7 Buijs PC. Curatieve gezondheidszorg, ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid. Proefschrift; UVA, 1984. 8 Gezamenlijke randvoorwaarden LHV/NVAB: verantwoorde beroepsuitoefening door de bedrijfsarts en vertrouwensrelatie met werknemers, afspraken over informatie-uitwisseling, huisarts betrekt arbeid bij medisch handelen, huisarts is de centrale verwijzer, maar verwijzing ook op bedrijfsartsinitiatief, gezamenlijke richtlijnen. 4

de impact van de 18 ACS-projecten, die een concretisering van het convenant waren, zijn bemoedigend. Echter de projecten laten ook zien dat te weinig en te kort is geïnvesteerd in de benodigde gedragsverandering. De leidraad en het CTG-tarief voor overleg bleken onvoldoende om de gewenste ACS te realiseren. De lijst met knelpunten 9 is nog even lang en de voorwaarden voor een betere samenwerking nog even actueel. Was de verwijsfunctie nog volledig in de geest van het convenant, waarbij al gesproken werd over verwijzing op instigatie van de bedrijfsarts, de verdere uitbreiding van de behandelfunctie is mogelijk wel een bedreiging voor de ACS, omdat er sprake zal zijn van concurrentie op het vage domein van arbeidsrelevante aandoeningen. Mw. A-Tjak, voorzitter van de NVAB heeft de ambitie uitgesproken om samen met de huisarts te behandelen door de arts die daar het meest toe geëquipeerd is. 10 Het nieuwe beroepsprofiel zegt hierover het volgende: Curatieve taken: hier vallen de interventies bij en verwijzen voor arbeidsrelevante klachten onder en het opstellen van een behandelplan voor beroepsziekten. Dit is onlosmakelijk verbonden met de begeleiding. Een specifieke taak is het verlenen van eerste hulp (bedrijfsongevallen bijvoorbeeld) en behandelingen van lichte aandoeningen, met name bij grote interne arbodiensten en voor grote arbeidsorganisaties. In het door de NVAB uitgevoerde positioneringonderzoek 11 spreken bedrijfsartsen zich vooral uit voor uitbreiding preventietaak (99%) verder wordt genoemd signaleren, adviseren, deelnemen aan beleid, overleg, begeleiden en beoordelen beperkingen. Claimcontrole en verzuimbegeleiding scoren < 10%. Behandelen wordt niet vermeld. Een belangrijk knelpunt is verder de 24-uurs zorgplicht. Een grotere rol in de behandeling tussen 9.00 en 17.00 uur zal in een goede samenwerkingsrelatie geen probleem zijn, maar frictie is te verwachten wanneer de problematiek buiten en binnen kantooruren weer bij de huisarts komt. Dat voelt niet goed, zo formuleerde een huisarts dat tijdens de discussie over de verwijsfunctie. d) De huisarts als bedrijfsarts voor MKB In 2006 vervalt voor bedrijven de verplichte aansluiting met arbodiensten. Huisartsen zouden hun praktijk kunnen combineren met bedrijfsgeneeskundige werk voor het MKB. De combinatie huisarts / bedrijfsarts is bij Nederlandse bedrijven in het buitenland (Shell, etc.) en in het leger heel gewoon. Echter gezien de specifieke kennis nodig voor verzuimbegeleiding, de ingewikkelde wetgeving en het tekort aan huisartsen lijkt dit een theoretische mogelijkheid. De vraag is ook hoe wenselijk dit is. Huisartsen vinden het niet professioneel als bedrijfsartsen depressies gaan begeleiden en voor bedrijfsartsen is het een ontkenning van hun professie als de huisarts verzuimbegeleiding gaat doen. Goede samenwerking is dan ook het respecteren en erkennen van elkaars deskundigheid in het belang van de patiënt. 5. Positiebepaling van de huisarts in de ACS a) Welke collega wil de huisarts zijn voor de bedrijfsarts De huisarts zal zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid moeten nemen in de ACS en deelt met de bedrijfsarts de plicht tot optimale zorg voor de gezondheid van de werknemer. Concreet betekent dat, dat hij/zij informeert naar de rol van arbeid bij de klacht en die vraag integreert in zijn werkwijze. De huisarts dient kennis te hebben van dit terrein, de wetgeving en de inzichten op het gebied van verzuimbegeleiding en arbeidsongeschiktheid. De huisarts overlegt en stemt af met de bedrijfsarts. Hij zet zich in om de benodigde deskundigheid te verwerven en respecteert de specifieke deskundigheid van de bedrijfsarts. De huisarts heeft begrip voor de moeilijke rol van de bedrijfsarts en de ondankbare c.q. uitdagende taak om te schipperen tussen wensen van werkgever, opdrachtgever, uitvoeringsinstelling en cliënt. 12 Hij vertrouwt de bedrijfsarts en laat dat blijken door twijfel over de juiste zorg openlijk te bespreken. 13 Hij informeert de bedrijfsarts bij vragen, verandert beleid en nieuwe ontwikkelingen, liefst schriftelijk via het communicatieformulier, waarbij de leidraad ACS wordt gevolgd. b) Welke collega bedrijfsarts wil de huisarts 9 Knelpunten bij de huisarts: Ze hebben te weinig kennis van BGZ en verzuimbegeleiding, denken dat bedrijfsarts niet onafhankelijk is, denken dat informatie ook gebruikt wordt voor controle, weinig contact, slecht telefonisch bereikbaar, context zoals eigen baas, zorgplicht etc. (Buijs, 2001) 10 Toekomstvisie in Bruggenbouwers gezocht. ZonMw 2002 pag. 79. 11 Noordam & DeVries. Contouren worden zichtbaar. NVAB 2002. 12 Crommentuyn R. Moreel beraad. Arbeid en gezondheid. Medisch Contact.2002; 57: 812-3. 13 LHV/ NVAB Gedragsregels voor de verwijsfunctie van de bedrijfsarts. LHV; Utrecht, 2003. 5

De huisarts wil een collega bedrijfsarts die onafhankelijk werkt en die de werkwijze van de huisarts respecteert en begrip heeft voor de moeite, die de huisarts heeft om de regie te behouden in een veld met veel actoren. Dit om de patiënt iatrogene schade te besparen. Hij wenst een collega die evidente arbeidsrelevante morbiditeit proactief overneemt. Hij wenst een collega die onderkent dat de context van de klacht complexer is dan de arbeidssituatie en dat de huisarts het systeem van de patiënt vaak kent en getraind is om integrale zorg te bieden, die tot een verschillend inzicht aanleiding kan geven. Hij wil een collega bij wie hij zich veilig voelt en die snel en direct toegankelijk is voor dat deel van de zorg dat zijn terrein is. De huisarts snapt dat begeleiding ook een vorm van behandeling is, maar verwacht van de bedrijfsarts dat deze respecteert dat medicamenteuze of curatieve behandeling andere kennis en bekwaamheid vraagt. Een voorbeeld: De huisarts ziet maandagochtend een huilende patiënt, die een conflict heeft met haar baas. Patiënt heeft zich ziek gemeld en dit is een herhaling van de situatie, die leidde tot een moeizaam einde van de vorige baan. De huisarts kent de patiënt, weet uit een aantal gevoerde gesprekken, dat haar perfectionistische karakter een rol speelt, maar denkt dat een snelle interventie en begeleiding van patiënt door zijn collega bedrijfsarts in ieders belang is. Snelle overname van de begeleiding van het verzuim is gewenst, en hij hoopt dat het ingevulde communicatieformulier en een telefoontje volstaat voor adequate begeleiding. De huisarts moet zich veilig weten en wil niet dat zonder zijn medeweten patiënt verwezen c.q. medicamenteus of anderszins behandeld wordt. Wanneer de patiënt toch zelf kiest voor de bedrijfsarts als behandelaar, geeft deze zijn beperkingen en consequenties aan. Hij wijst op het gevaar van splitting en het belang van de vertrouwensrelatie met de huisarts. 6. Conclusie voor de positie die de huisarts wil innemen Het in 1999 afgesloten convenant is in die zin achterhaald, dat het effect op de wachttijden in de zorg niet is aangetoond, maar de wachttijden door andere investeringen wel zijn teruggelopen. Het onderschrijven van dit convenant dat in zijn algemeenheid een nauwere samenwerking tussen bedrijfsartsen en huisartsen bepleit en effectueert is nauwelijks van toegevoegde waarde. Een nieuw convenant zou tegemoet moeten komen aan de door de huisarts gewenste verschuiving in de ACS. Die verschuiving is pregnant geschetst in een citaat van de bedrijfsarts Bruins Slot: De huidige positie van de arbozorg, die vrijwel buiten de gezondheidszorg staat bemoeilijkt de behandeling van arbeidsrelevante aandoeningen. Een model waarbij de arbozorg zeker die gericht op de individuele werknemer - organisatorisch gekoppeld is aan de geïnstitutionaliseerde huisartsenzorg, de GGZ en de (poliklinische) ziekenhuiszorg zou nog wel eens de voorkeur kunnen verdienen. Dit geldt met name voor de groep van 80% bedrijfsartsen die ongelukkig zijn met de commercialisering van de arbozorg. Die keuze houdt rekening met het bezwaar dat interventies in de arbeidsorganisatie dan lastiger te realiseren zullen zijn. 14 De LHV moet de volgende standpunten overwegen: 1. het oude convenant kan gegeven de inhoud (samenwerking in de sociaal medische begeleiding bevorderen en het bevorderen van experimenten op het gebied van samenwerking) nog steeds onderschreven worden; 2. huisartsenzorg wil haar regiefunctie in de behandeling van patiënten behouden. De bedrijfsarts is deskundig op het gebied van arbeidsrelevante klachten. Samenwerking dient zich af te spelen met inachtneming van de daarbij horende taakverdeling t.a.v. begeleiding, advisering en zorgplan. 3. de huisarts werkt samen bij de behandeling en begeleiding en staat open voor advies over diagnostiek en medicatie, maar acht een voorschrijffunctie van de bedrijfsarts niet in het belang van de patiënt. De verantwoordelijkheid die de huisarts heeft tav de 24 uurs beschikbaarheid impliceert naast de regiefunctie ook een eindverantwoordelijkheid als het gaat om de behandeling. 4. een hernieuw convenant moet ingaan op het verder uitwerken van de samenwerking bij sociaal medische begeleiding. Van belang wordt ondermeer de afperking van elkaars domeinen, de onafhankelijkheid van beiden, de wijze van communicatie bij het uitvoeren van een handeling, de samenwerking met andere partijen in de 1 e lijn, de rol van de bedrijfsarts in de behandeling na verwijzing en de 24 uurs beschikbaarheid van de huisarts. 5. overleg met werkgevers- en werknemersorganisaties over een efficiente verdeling van de zorg zonder dubbelingen in die zorg of in de betaling van die zorg. 14 Bruins Slot JHW. Bedrijfsarts weer meer dokter. Medisch Contact.2002; 57: 1234. 6

6. actief deelname in de discussie over de stelselherziening (KNMG, werkend Perspectief) en de publicatie van een Handreiking voor de organisatorische randvoorwaarden rond ACS in samenwerking met NHG en NVAB. 7. tot slot zijn de randvoorwaarden voor goede samenwerking een collega bedrijfsarts: 1. die onafhankelijk opereert, 2. waarmee hij altijd schriftelijk en eventueel ook mondeling contact heeft bij gezamenlijke patiënten, 3. die direct toegankelijk is voor verwijzing en consultatie, 4. die direct de mogelijkheid biedt tot overname van de begeleiding van arbeidsgerelateerde problemen, 5. die gezamenlijk DKB en kwaliteitsbeleid (richtlijnen, toetsing) nastreeft. 6. die kennis heeft van zijn eigen vakgebied en de grenzen van de eigen deskundigheid kent. De LHV ambieert de publicatie van een Handreiking voor de organisatorische randvoorwaarden rond ACS in samenwerking met NHG en NVAB. 7

Tabel 1. SWOT-analyse van de behandelfunctie bedrijfsarts gezien vanuit de huisarts SWOT Aspect Sterk / Kans Zwak / Bedreiging Status Meer aanzien bij patiënt/collegae. Relatie huisarts, ACS Belasting omhoog Onafhankelijkheid groeit Duale loyaliteit Patiënt / verzuim Meer keuze voor behandeling. Directe toegang tot arts op het werk; alles in één hand. Verwarring, versnippering, splitting met andere zorgbieders; presentatie patiënt niet integraal, rol van zieke werknemer. Verzekeraar Meer keuze van zorgaanbieders Breken centrale rol huisarts Werkgever Service naar werknemer, geen Te sterk belang backfires dubbele kosten. Consumptie - Meer shopping, dubbeling diagnostiek en behandeling, patiënt bepaalt behandeling Huisarts Geen oneigenlijke hulpvraag t.g.v. gemedicaliseerd arbeidsverzuim. Eenzijdiger populatie / minder werknemers. Verlies positie als gezinsarts. Zorgplicht - Huisarts verliest / weigert verdere behandeling na interventie bedrijfsarts. Bedrijfsarts heeft geen zorgplicht. 24 uurs zorg - Bedrijfsarts kan zorg niet waarmaken buiten kantooruren. Relatie 2 e lijn - Lage acceptatie door specialist van behandelfunctie. Competentievragen Overheid/IGZ Opleiding Beroepsgeheim Tijd voor patiënt Verkorting doorlooptijd (in de keten) Grote kennis verzuimbegeleiding en bedrijfsgeneeskunde. Meer tijd dan huisarts, goede randvoorwaarden. Inspectie kritisch over behandelfunctie: Huisartsenzorg moet door huisartsen worden gegeven. Minder opleiding in gesprekstechniek en huisartsgeneeskundige vaardigheden Perceptie patiënt Tabel 2: Verschillen tussen bedrijfsarts en huisarts van belang voor de samenwerking Aspect Bedrijfsarts Huisarts 24 uurs zorgplicht - + Dienstverband meestal (arbodienst) zelden Voorzieningen Werkgever/maatschap/zelfstandig/freelance Maatschap / coöperatie Context Geprivatiseerde sector Non profit-sector Verwijsfunctie Alleen arbeidsrelevante klacht + 8