Inspectie naar naleving Arbowet en aandacht arbeidsomstandigheden in de Bijzondere Zorg



Vergelijkbare documenten
Projectverslag Inspectieproject Intramurale Zorg 2003 A575 Looptijd van: van 1 maart 2003 tot en met 31 augustus 2003

EUROPEAN CONSTRUCTION CAMPAIGN 2004

Gezond & veilig werken in kleinschalige zorgvoorzieningen dát maakt zorg beter

ARBEIDSINSPECTIE MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Vrijwilligers en Arbeidsomstandigheden

Aansluitend is er op 27 januari 2014 een afrondend gesprek gevoerd met,,, d en.

Projectverslag. Vakkenvullen jeugdigen supermarkten 2004

Basisinspectiemodule Agressie & Geweld

LANDELIJK PROJECTVERSLAG HOUT EN MEUBEL 1999

PROJECTVERSLAG INSPECTIEPROJECT VERPLEGING EN VERZORGING A 795. Onderwerpen:. fysieke belasting.. biologische agentia..

VERSLAG INSPECTIEPROJECT WASGOEDKETEN ZORG A 754. Onderwerpen: Biologische agentia, Cytostatica, Fysieke belasting

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID ARBEIDSINSPECTIE EINDVERSLAG INSPECTIEPROJECT GROENTE, FRUIT, ZUIVEL EN DRANKEN (A430)

De Nationale Politie Arbeidstijden en Agressie en Geweld geïnspecteerd

Arbeidsomstandighedenbeleid

Basisinspectiemodule Arbozorg: VOeT (Voorlichting, Onderricht en Toezicht)

Basisinspectiemodule Arbozorg: VOeT (Voorlichting, Onderricht en Toezicht)

In het project zijn verder de volgende inspectiepunten meegenomen: -verdrinkingsgevaar, -instructie, -persoonlijke beschermingsmiddelen en -werkdruk

PROJECT Legionella Binnenvaart 2000 A412

Hollen & stilstaan bij werkdruk

Bijeenkomst Platform voor ondernemingsraden in de Zorg

Eindverslag Opslag Ammoniumnitraat

PROJECTNUMMER: A439 EINDVERSLAG INSPECTIEPROJECT BROODBAKKERIJEN

Inspectie SZW Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid TITELPAGI NA. Hollen. Stilstaan bij Werkdruk. dát maakt zorg beter.

VERSLAG INSPECTIEPROJECT TECHNISCHE GROOTHANDEL (A501) ARBEIDSINSPECTIE. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Colofon. Arbeidsinspectie, Den Haag, mei Afdeling Persvoorlichting, Looptijd project januari 2005 januari 2006.

Toolbox-meeting Arbeidsinspectie en handhaving

Aansluitend is er op 27 januari 2014 een afrondend gesprek gevoerd met,,, en.

VERSLAG INSPECTIEPROJECT DE FYSIEKE BELASTING BIJ METSELAARS

Discriminatie en ander ongewenst gedrag. Presentatie team Arbeidsdiscriminatie

projectverslag Textiel 2002 A523

Projectrapportage Inspectieproject Gehandicaptenzorg

Addendum op naslagwerk Werken met kwaliteit Aanpassingen en aanvullingen ISBN Januari 2012

Informatieblad Diensten Arbo- & Veiligheidsinspecties

Helger Siegert. Agenda

Voorlichting, onderricht & Toezicht

PROJECTVERSLAG ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN IN HET

VERSLAG INSPECTIEPROJECT THUISZORG A 694. Onderwerpen: fysieke belasting. agressie & geweld. Inspectieperiode 1 mei 2005 tot en met 31 maart 2006

Agressie op de werkvloer. Themadag LOMOZ 26 maart 2014 Agnes Vissers

Wat doet de Arbeidsinspectie? Alles over de taken en werkwijze van de Arbeidsinspectie

Risico-inventarisatie & evaluatie en Preventiemedewerker

Meta(al)morfose Inspecties op het gebied van machineveiligheid, geluid en arbobeleid in de metaalindustrie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Arbeidsinspectie EINDVERSLAG INSPECTIEPROJECT AUDIOVISUELE SECTOR

Eindverslag project aardolie, chemie, kunststof en rubber (ACKR) 2001 Projectnummer A465

Interne instructie Arbeidsinspectie. Beeldschermwerk. 2. AANPAK 2.1 Wettelijke grondslag 2.2 Indicatie beeldschermwerk 2.3 Inspectie 2.

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Arbeidsinspectie

Workshop: Training preventiemedewerker. Door: Mark Smakman Arbeids- & Organisatieadviseur/Veiligheidskundige

Basisinspectiemodule Ongewenste Omgangsvormen

Risico-inventarisatie & evaluatie

Gezond. veilig werken. Sectoraanpak Zorg en Welzijn dát maakt zorg beter

VERSLAG INSPECTIEPROJECT ASBEST OP STORTPLAATSEN

Eindverslag inspectieproject OPS 2001 A491

Bureau KAM/Arbo Waternet Deel RI&E Bodem- en Milieu Technologie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Artikel 3 van Beleidsregel arbocatalogi 2010 wordt als volgt gewijzigd:

Veel gestelde vragen 1

Projectverslag. Vakantiewerk Arbeidsinspectie Den Haag

Hollen & stilstaan bij werkdruk dát maakt zorg beter

DE OPDRACHTGEVER IN HET BOUWPROCES

DESKUNDIGE BIJSTAND OP HET GEBIED VAN BEDRIJFSHULPVERLENING

De ri&e en het plan van aanpak

Bedrijfshulpverlening. MKB-inforeeks Arbo in de praktijk. Zekerheid en veiligheid bij calamiteiten

PROJECTPLAN INSPECTIEPROJECT. Ambulancezorg A 895. Onderwerpen:. Fysieke belasting.. Agressie & geweld (PSA). Biologische agentia

Uw brief Ons kenmerk telefoonnummer /

Vakantiewerk Colofon:

arboregelgeving Informatiebron Arbo-aspecten bij het gebruiken van biomassa voor energie-opwekking arbowet

Projectverslag. Agressie en Geweld Detailhandel 2003

Werkdruk, Agressie en Geweld in Zorg & Welzijn Inspecties in ziekenhuizen, opvanghuizen en asielzoekerscentra

Diensten informatieblad: Optimalisatie KAM & Arbo- & Veiligheidsinspecties. Coöperatie Baronije UA

PROJECTVERSLAG INSPECTIEPROJECT PRAKTIJKLOKALEN METAALTECHNIEK

Kinder- en Jeugdarbeid 2006 Vakantiewerk & bijbaantjes. (tussenrapportage)

Voorkomen is nog altijd beter dan. Risico- inventarisatie en -evaluatie

In dit document zijn de letterlijke teksten van relevante wetsartikelen opgenomen.

Projectverslag Leerindustrie

Arbowet, beleid & arbeidsomstandigheden

Toelichting Arbochecklist Algemeen

Projectverslag. Garagebedrijven Project A660

Geachte., Deze overtredingen worden hieronder nader toegelicht: Psychosociale arbeidsbelasting: Werkdruk:

1.1 Hoe vrijblijvend is de Arbowet?

ARBOCATALOGUS PKGV- INDUSTRIE De arbocatalogus PKGV- industrie is een in fasen ontwikkelde catalogus die beheerd wordt door het Verbond Papier- en

Pesten. Wie heeft welke rol

Projectverslag. Agressie en Geweld Benzinestations Project A605

Eindverslag. Project Onderhoudsstops Projectnummer: A448

Aan de slag met RI&E RI& onderdeel Preventiebeleid. Waar ik kort over kan zijn

PROJECTPLAN INSPECTIEPROJECT FACILITAIRE DIENSTEN. in de ZORG A 904

EVALUATIERAPPORTAGE STOFKAMACTIE BOUW

Arbobeleidskader Lucas

Arbo jaarverslag 2012 & Arbo jaarplanning 2013

PRAKTISCHE INSTRUMENTEN VOOR ARBORISICO S IN DE GRAFIMEDIA. RI&E Risico-inventarisatie en -evaluatie is wettelijk verplicht

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid BESLUIT:

Beleidskader Bedrijfshulpverlening beleidskader BHV 1

Agressie en geweld in de publieke sector

Directie Arbo Datum Basisteam Alkmaar Onze referentie > > > >

ARBO BELEID. Krammer HE Brielle /

Projectrapportage Beveiligingsbedrijven A869

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Arbeidsinspectie

Veelgestelde vragen over de preventiemedewerker. 02/05/2017 Versie 2.1

Toetsing Risico-Inventarisatie en Evaluatie (RIE) BS De Klimop

Projectverslag. Vakantiewerk 2002

Op donderdag 18 september 2014 hebben wij, de heer 10.2.E. Er is tijdens dat bezoek gesproken met de heer 10.2.E

Vakantiewerk (en bijbaantjes) 2005 van 1 juli 2005 t/m 28 februari 2006 A715

Transcriptie:

Inspectie naar naleving Arbowet en aandacht arbeidsomstandigheden in de Bijzondere Zorg Arbeidsinspectie te Den Haag

COLOFON: Inspectieproject: Bijzondere Zorg 2003 (A621) Directie: Publieke Dienstverlening Afdeling Strategie Informatie en projectleiding: Jacques van der Pols Landelijk Projectleider jvdpols@minszw.nl Fred van de Kamp Landelijk Projectsecretaris fvdkamp@minszw.nl Tel: 026-3557132/103 Correspondentieadres: Arbeidsinspectie Kantoor Arnhem Postbus 9018 6800 DX Arnhem 1

Inhoud Samenvatting 3 1. Aanleiding en doel van het inspectieproject 4 1.1 Aanleiding 4 1.2 Doelstellingen van het project 5 2. Omvang van het project 5 2.1 Werkterrein/BIK s 5 2.2 Looptijd en aantallen inspectie 5 3. Opzet van het project 5 3.1 Globale opzet 5 3.2 Inspectiepunten 6 3.3 Monitor 6 3.4 Publiciteit rondom het project 7 4. Inspectie- en monitorresultaten 7 4.1 Totaal cijfermatige overzicht resultaten 7 4.2 Resultaten Monitor 10 4.2.1 Inspectiepunt 1 Bedrijfshulpverlening 10 4.2.2 Inspectiepunt 2 RIE en PvA 11 4.2.3 Inspectiepunt 3 Beleid A&G en SI 12 4.2.4 Inspectiepunt 4 Biologische Agentia 13 4.2.5 Inspectiepunt 5 Fysieke Belasting 13 4.3 Opvallende punten 14 5 Conclusie 14 5.1 Hoofdconclusies 14 5.2 Conclusies per onderwerp 15 5.2.1 Inspectiepunt 1 Bedrijfshulpverlening 15 5.2.2. Inspectiepunt 2 RIE en PvA 15 5.2.3 Inspectiepunt 3 Beleid A&G en SI 15 5.2.4 Inspectiepunt 4 Biologische Agentia 15 5.2.5 Inspectiepunt 5 Fysieke Belasting 15 5.3 Conclusies uit de monitor 15 6 Follow-up 16 2

Samenvatting De meeste inspectieprojecten die door de Arbeidsinspectie in de gezondheidszorg worden uitgevoerd, richten zich op (groepen) organisaties waar grotere aantallen mensen werken. De gezondheidszorg is echter een sector met een grote diversiteit aan organisatievormen. Niet alle organisaties zijn aangesloten bij grote brancheorganisaties of passen door de aard van de werkzaamheden bij een groep die groot genoeg is om er een speciaal inspectieproject voor op te zetten. Om als Arbeidsinspectie toch ook aandacht te besteden aan deze inhoudelijke en/of organisatorische buitenbeentjes is het inspectieproject Bijzondere Zorg opgezet.. De doelstellingen van het inspectieproject Bijzondere Zorg zijn, handhaving van de Arbowetgeving, het in kaart brengen van specifieke knelpunten en het vergroten van de aandacht voor arbeidsomstandigheden in deze sector. In totaal werden 144 instellingen geïnspecteerd in de periode van 15 september 2003 tot en met 31 januari 2004. Van de volgende, voor dit inspectieproject geselecteerde, inspectiepunten werd verwacht dat in deze sector overtredingen zouden worden aangetroffen : aanwezigheid RIE + toetsing aanwezigheid PvA aansluiting bij de Arbodienst Biologische Agentia ongewenste omgangsvormen bedrijfshulpverlening en narcosegassen. Met betrekking tot Fysieke Belasting werden alleen enige inventariserende vragen gesteld. In totaal werden 321 overtredingen geconstateerd in 117 instellingen, wat neerkomt op gemiddeld 2 ½ overtreding per instelling. Ernstige situaties zijn niet aangetroffen. De Bijzondere Zorg is geen sector die op korte termijn om hernieuwde aandacht van de Arbeidsinspectie vraagt. De instellingen en organisaties hebben hun arbozaken vaak beter voor elkaar dan in de sector Verpleging en Verzorging, waar gemiddeld ruim 5 overtredingen in een eerder inspectieproject zijn geconstateerd. Gesteld kan worden dat met betrekking tot de geïnspecteerde inspectiepunten geen bijzonderheden zijn te vermelden. Enkele specifieke aandachtspunten, zoals het gevaar voor A&G voor laboranten die thuisprikken, het vervoer van delinquenten in de Verslavingszorg en de beschikbaarheid van voldoende hulpverleners in de nacht en in het weekend, zullen nog nader met de branches besproken gaan worden. 3

1. Aanleiding en doel van het inspectieproject 1.1 Aanleiding Ruim 800.000 mensen in Nederland werken in de zorg. Het grootste gedeelte van deze mensen is werkzaam bij grote instellingen die zijn aangesloten bij grote brancheorganisaties. Bij deze instellingen werken vaak duizenden mensen. De meeste inspectieprojecten die door de Arbeidsinspectie in de gezondheidszorg worden uitgevoerd, richten zich op (groepen) organisaties waar grotere aantallen mensen werken. De gezondheidszorg is echter een sector met een grote diversiteit aan organisatievormen. Niet alle organisaties zijn aangesloten bij grote brancheorganisaties of passen door de aard van de werkzaamheden bij een groep die groot genoeg is om er een speciaal inspectieproject voor op te zetten. Om als Arbeidsinspectie toch ook aandacht te besteden aan deze inhoudelijke en/of organisatorische buitenbeentjes is het inspectieproject Bijzondere Zorg opgezet.. Organisaties die binnen dit terrein vallen zijn o.a.: particuliere klinieken, artsenlaboratoria en trombosediensten etc. Bijzondere Zorg is gebruikt als verzamelbegrip. De volgende categorieën zijn specifiek benoemd: Particuliere klinieken: Aanwezig Circa 110 Trombosediensten: Aanwezig circa 63 (Internet) Artsenlaboratoria (soms overlap met trombosediensten) leden van de vereniging Samenwerkende Artsenlaboratoria Nederland, vaak ook trombosedienst (NIET altijd) Aanwezig circa 23 Verslavingsklinieken (VWS) Aanwezig 32 Bloedbanken (Sanquin) Aanwezig 4 Divisies, 500 Afnamepunten inclusief mobiele Deze lijst was niet compleet, maar kon gedurende de looptijd van het project worden aangepast. Verbindende factor was dat verwacht werd dat in deze organisaties blootstelling aan biologische agentia aan de orde zou zijn (Bloed: Hepatitis B). 4

1.2 Doelstellingen van het project De doelstellingen van het inspectieproject waren: Handhaving van de Arbowetgeving bij direct en indirect aan de gezondheidszorg gerelateerde organisaties. Opsporen en in kaart brengen van de specifieke arboproblematiek van instellingen in kleine zorgorganisaties Vergroten van de aandacht voor arbeidsomstandigheden in organisaties in de Bijzondere Zorg. Op basis van de inspectieresultaten moesten de volgende aspecten naar voren komen: Overzicht van de stand van zaken op het gebied van arbeidsomstandigheden binnen de (zoals in dit project gedefinieerde) Bijzondere Zorg, op basis waarvan beslissingen kunnen worden genomen over eventueel in te zetten vervolgtrajecten. Identificatie van arbo-onderwerpen die binnen de verschillende branches speciale aandacht behoeven. 2. Omvang van het project 2.1 Werkterrein/BIK s Bij de selectie van de te bezoeken instellingen is gebruik gemaakt van gegevens van de brancheorganisaties en van openbare gegevensbestanden (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport). 2.2 Looptijd en aantallen bezoeken Het inspectieproject is uitgevoerd tussen 15 september 2003 en 31 januari 2004. Er zijn in totaal 144 instellingen bezocht. 3. Opzet van het project 3.1 Globale opzet De inspecties zijn zo opgezet dat eerst een rondgang gemaakt werd door de organisatie waarbij de inspecteur van de Arbeidsinspectie, indien van toepassing, samen met iemand van het medezeggenschapsorgaan (ondernemingsraad/personeelsvertegenwoordiging), de arbeidsomstandigheden in praktische zin beoordeelde. Hierbij ging de eerste aandacht uit naar het signaleren van misstanden. 5

Als er overtredingen van de Arbowet- en regelgeving werden geconstateerd, dan werd er een handhavingtraject ingezet, gebaseerd op het landelijk vastgestelde handhavingsbeleid en/of de interne instructies van de Arbeidsinspectie. Dezelfde werkwijze werd toegepast voor ernstige overtredingen van de Arbeidstijdenwet en voor overtredingen op het terrein van werkdruk (bijvoorbeeld aangereikt door de ondernemingsraad of de personeelsvertegenwoordiging). Als de de inspecteur in de praktijk risico s constateerde werd nagegaan of de beschikbare Risico Iventarisatie & Evaluatie (RI&E) op het betreffende punt voldoende was ingevuld. De inspecties zijn overwegend zonder aankondiging uitgevoerd. In bijzondere gevallen, als bijvoorbeeld de aanwezigheid van een specifiek persoon (zoals een directeur) nodig was, werd voorafgaand aan de inspectie een afspraak gemaakt met de betreffende instelling/organisatie. 3.2 Inspectiepunten Alle bezochte instellingen zijn geïnspecteerd op enkele vaste inspectiepunten gebaseerd op algemene bepalingen uit de arbeidsomstandighedenwet. Daarnaast is geïnspecteerd op punten waarvan verwacht werd dat bij de geselecteerde instellingen en organisaties overtredingen zouden worden aangetroffen. Aanwezigheid van de RI&E en toetsing. Aanwezigheid van een bij de RI&E horend plan van aanpak Aansluiting bij een Arbo-dienst Overtreding op gebied van Biologische agentia (Hepatitis B/prikaccidenten/besmettingen) Ongewenste omgangsvormen (agressie en geweld, seksuele intimidatie, etc.) Aanwezigheid bedrijfshulpverlening (BHV) Toepassing van Narcosegassen (Beleidsregel) bij operaties Het voorkomen van Fysieke belasting, door gerichte vragen te stellen Geinspecteerd werd door een concrete rondgang te maken, te praten met directie en personeelsvertegenwoordiging en door het direct aanspreken van medewerkers. 3.3 Monitor Een aantal monitorvragen is opgesteld om inzicht te krijgen in de activiteiten die in de bezochte instelling werden uitgevoerd. 6

3.4 Publiciteit rondom het project Voorafgaand aan het project is met verschillende branche-organisaties contact geweest. Zij hebben de aangesloten leden geïnformeerd over het inspectieproject. Ook is vooraf een persbericht uitgegaan. 4. Inspectie- en monitorresultaten 4.1 Totaal cijfermatig overzicht van de resultaten Er zijn in totaal 144 instellingen/organisaties geïnspecteerd. Bij 26 instellingen/organisties zijn geen overtredingen geconstateerd (18%). Bij 117 instellingen/organisties zijn wél overtredingen geconstateerd. In dit inspectieproject zijn voor de geconstateerde overtredingen van de Arbowet, 108 brieven verzonden met een waarschuwing en 14 brieven met een eis. Daarnaast zijn 21 boeterapporten opgemaakt. Gemiddeld zijn ruim 2 ½ overtredingen aangetroffen. In totaal zijn 321 handhavinginstrumenten ingezet. Tijdens een bezoek kon een inspecteur meer dan één instrument inzetten, bijvoorbeeld een boete voor het ontbreken van een RI&E en daarnaast ook nog een waarschuwing voor een overtreding voor het niet hebben van het voorgeschreven aantal bedrijfshulpverleners en het niet hebben van een beoordeling van de blootstelling aan biologische agentia. De verdeling van het aantal handhavinginstrumenten ziet er als volgt uit: Figuur 1 Totaal aantal gehanteerde handhavinginstrumenten 21 28 272 boeterapporten eisen waarschuwingen arbo 0 50 100 150 200 250 300 7

Hierna volgt, in figuur 2, een overzicht van de vijf meest voorkomende arbo-overtredingen, die zijn aangetroffen. Figuur 2. Vijf meest voorkomende Arbo overtredingen: 50 40 30 20 39 33 32 23 21 Niet adequaat aantal BHV'ers Plan van aanpak afwezig Geen blootstellingsbeoordeling Biol. Agentia 10 Beperken gevaren blootstelling Biol. Agentia 0 Onvolledige RIE Specificatie overtredingen In het Inspectieproject Bijzondere Zorg is gekozen voor inspecties op de onderwerpen Risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E), Biologische Agentia, Bedrijfshulpverlening, Fysieke Belasting en Agressie & Geweld en Seksuele Intimidatie. Een verdeling naar Onderwerp Arbowet van deze vooraf geselecteerde inspectiepunten geeft het volgende beeld: Onderwerp Arbowet Aantal overtredingen In % t.o.v. totaal aantal overtredingen RI&E 102 31,8 Biologische 84 26,2 Agentia Fysieke 13 4 Belasting Bedrijfshulpverl 88 27,4 ening Agressie en 32 10 Geweld + Seksuele Intimidatie Diversen 2 0,6 totaal 321 100 % 8

Geconstateerde overtredingen in hoofdgroepen. In de onderstaande tabel zijn de geconstateerde overtredingen verdeeld in die hoofdgroepen. Omschrijving Aantal insp.punten Aantal overtredingen hoofdgroep Arbowet Arbowet totaal 10 135 Arbobesluit Arbozorg en organisatie 5 65 van de arbeid Inrichting arbeidsplaatsen 4 22 Gevaarlijke stoffen en 9 86 biologische agentia Fysieke belasting 6 12 Arbeidsmiddelen en 1 1 specifieke werkzaamheden totaal 35 321 Overtredingen In totaal zijn er 321 overtredingen geconstateerd. De ernst en mate van overtredingen loopt daarbij uiteen van incidenteel aangetroffen overtredingen tot meer stelselmatig aangetroffen situaties. 9

4.2 Monitorresultaten Voor de monitor zijn 135 ingevulde formulieren ontvangen, waarvan de informatie is gebruikt voor onderstaand overzicht. aantal aantal werknemers bedrijven soort organisatie particuliere kliniek 617 37 trombosedienst 455 13 artsenlaboratorium 2.943 19 verslavingskliniek 2.707 22 anders 1.103 17 bloedbanken 1.862 16 trombosedienst en 1.046 6 artsenlab zelfstandig 189 5 behandelcentrum Totaal 10.922 135 Van deze 135 organisaties zijn 88 organisaties zelfstandig terwijl er 45 deel uitmaken van een grotere organisatie (van 2 is het niet bekend). Van de 135 organisaties zijn er 63 lid van een koepelorganisatie en 64 organisaties bechikken over een Ondernemingsraad. 4.2.1 Bedrijfshulpverlening (BHV) Als basis voor BHV wordt verwezen naar de door de gemeente verstrekte Gebruiksvergunning, de Brandbeveiligingsconcepten van de Brandweer en de RIE. In 70% (94) van de instellingen beschikte men over een Gebruiksvergunning van de Gemeente. BHV is bij veel instellingen nog niet voldoende geregeld, bij bijna 35% (43) van de instellingen zijn niet voldoende BHV ers gerekruteerd, op basis van de norm 1:50. (1 BHV er op 50 werknemers). Bij bijna 66% (89)van de instellingen is geantwoord dat de BHV-taken geoefend werden, niet duidelijk is geworden in hoeverre er daadwerkelijk ontruimingsoefeningen plaatsvinden. 10

Vanuit de bevindingen van de inspecteurs kan worden geconcludeerd dat, vooralsnog, slechts zelden ontruimingsoefeningen plaatsvinden. Vanuit de ingevulde monitorlijsten is het volgende overzicht opgesteld met betrekking tot de aangereikte aantallen aanwezige BHV ers in dagdienst en in de nachtdienst: Hoeveel Hoeveel bhv-ers in bhv-ers in dagdienst nachtdienst soort organisatie totaal totaal totaal (+aantal) particuliere kliniek 41 1 42 (20) trombosedienst (11) 105 2 107 artsenlaboratorium 140 9 149 (17) verslavingskliniek 167 20 187 (18) bloedbanken 30 0 30 (13) trombosedienst en artsenlab 38 0 38 (6) zelfstandig behandelcentrum 10 0 10 (2) anders 26 4 30 (12) Totaal 557 36 593 (99) 4.2.2 RIE en PvA Bij bij 87% (118) van de instellingen beschikken over een RI&E. Van de 118 organisaties met een RIE hebben 105 organisaties een getoetste RIE. Bij de overige instellingen is de RIE niet aanwezig. Dit heeft geresulteerd in het opmaken van 21 boeterapporten. Bij instellingen met een RIE, ontbreekt bij 39% (46) een Plan van Aanpak. Slechts in 1 bedrijf is een Arbo-dienst 11

4.2.3. Beleid A&G en SI Agressie & geweld (A&G) Het onderwerp A&G is in 78% (92) van de instellingen met een RIE opgenomen in de RIE. Bij 57% (52) van deze instellingen was het onderdeel van het Plan van Aanpak (PvA). Bij 76% (103) van de instellingen is er beleid ten aanzien van A&G 1. Dat beleid kan uit één of meer onderstaande elementen bestaan: algemene voorlichting en onderricht over A&G op de werkplek (57) protocollen om agressieve bewoners/patiënten te behandelen/corrigeren (37) protocollen om agressieve bezoekers te kunnen corrigeren/weren (37) technisch en/of bouwkundige voorzieningen (32) meldingsprocedure bij A&G incidenten (72) opvang en nazorg van A&G incidenten (60) onderwerp van RIE (92) anders (18) Door inspecteurs is nog een specifiek aspect onder de aandacht gebracht. In het bijzonder in Amsterdam is geconstateerd dat er veel problemen zijn met Agressie & Geweld bij laboranten die in de thuissituatie patiënten prikken. Ook is opgemerkt, dat agressie & geweld voorkomt bij vervoer van delinquenten in verslavingszorginstellingen. Regelmatig moeten deze zonder verder toezicht vervoerd worden, met alle risico s van dien. 1 Er is in dit onderzoek sprake van beleid als er op de één of andere wijze in de organisatie iets (al of niet schriftelijk) geregeld is ten aanzien van A&G (c.q. SI). Ook als er ten aanzien van dit onderwerp verder niets geregeld is, maar er wel iets over opgenomen is in de RIE, wordt dit gezien als een vorm van beleid. 12

Seksuele Intimidatie (SI) Het onderwerp SI is eveneens in 78% (92) van de instellingen met een RIE opgenomen in de RIE. Bij 58% (53) van deze instellingen is het onderdeel van het PvA. Bij 74% (100) van de instellingen is er beleid ten aanzien van SI. Dat beleid kan uit één of meer onderstaande elementen bestaan: Algemene voorlichting en onderricht over SI op de werkplek (58) Protocollen SI (48) Meldingsprocedure SI (71) Opvang en nazorg van slachtoffers SI (68) onderwerp van RIE (92) anders (13) Vertaling naar Protocollen en Procedures heeft slechts in 40% (37) van die instellingen plaatsgevonden. 4.2.4. Biologische Agentia Bij 90% (121)van de instellingen is het onderwerp Biologische Agentia actueel. Bij 50% (60) van deze instellingen is daarover iets in de RIE opgenomen. Over het algemeen werd de vaccinatie tegen Hepatitis B aangeboden. Slechts in 6% (7) van de instellingen waar biologische agentia actueel werd dit niet aangeboden. In 74% (89) van de instellingen waar biologische agentia van toepassing zijn, beschikt men over een Post-Expositie protocol. Dat is een protocol waarin de werkwijze beschreven wordt, nadat iemand mogelijk besmet werd. 4.2.5. Fysieke Belasting (inventariserend) Bij 62% (83) van de instellingen is sprake van een vorm van fysieke belasting. In 17% (14) van deze instellingen wordt meer meer dan 15 kg getild en slechts in 2% (2) is er sprake van duwen/trekken. In 46% (38) van de instellingen waar fysieke belasting aan de orde is, is sprake van baliewerkzaamheden en in 78% (65) wordt computerwerk verricht. 13

4.3 Opvallende punten Het in dit inspectieproject meegenomen onderwerp narcosegassen, vormt in deze sector geen probleem, omdat verdoving veelal intraveneus (via een ader) geschiedt. Geïnspecteerd werd op de beleidsregel met betrekking tot de toepassing van narcosegassen tijdens operaties. Het doen van onaangekondigde inspecties blijkt nogal eens lastig te zijn, mede vanwege de kleinschaligheid van veel organisaties. In de geïnspecteerde sectoren zijn verhoudingsgewijs meer instellingen aangetroffen, waar inenting tegen Hepatitis B wordt aangeboden dan in de Verpleging en Verzorging. Hoewel aanvankelijk aangenomen is dat in bussen (bloed)afnamewerkzaamheden worden verricht, blijkt dat in de praktijk niet het geval te zijn. Wat wel duidelijk speelt, is de fysieke belasting bij werkzaamheden op locale afnamepunten. Vanuit de bussen moeten de benodigde materialen namelijk naar de locale afnamepunten worden gebracht (getild en gesjouwd). In de Verslavingszorg zijn vooralsnog weinig overtredingen geconstateerd, wel blijkt het vervoer van verslaafden een probleem te zijn. Particuliere klinieken hebben de arbo-zaken over het algemeen behoorlijk op orde. Soms is er echter geen RIE aanwezig. 5. Conclusies 5.1 Hoofdconclusies Ondanks het feit dat er gemiddeld 2 1/2 overtredingen per instelling/organisatie in de Bijzonder Zorg zijn geconstateerd, is de hoofdconclusie van dit inspectieproject dat er geen sprake is van ernstige situaties (misstanden). Integendeel, deze instellingen hebben de arbo-zaken, door hun over het algemeen kleinschalige opzet, vaak beter voor elkaar, dan de grotere zorginstellingen, zoals blijkt uit de resultaten van het Inspectieproject Verpleging en Verzorging, waar gemiddeld meer dan 5 overtredingen werden geconstateerd. De inspectiersultaten van dit project geven vooralsnog geen aanleiding voor een vervolgproject in deze sectoren op korte termijn. 14

5.2 Conclusies per onderwerp 5.2.1 Bedrijfshulpverlening Specifiek punt van aandacht blijft de aanwezigheid van voldoende en adequaat opgeleide bedrijfshulpverleners. Vooral de aanwezigheid op specifieke momenten (nacht en weekend). 5.2.2 RIE en PvA De RIE s zijn in behoorlijke mate aanwezig. Aanpassen aan de actuele situatie blijft echter een punt van aandacht, naast het actualiseren en uitvoeren van het PvA. 5.2.3. Beleid A&G en SI Het aspect Agressie en Geweld en Seksuele Intimidatie is in de geïnspecteerde sectoren een minder groot probleem dan in de Verpleging en de Verzorging. Vertaling naar concrete Protocollen en Procedures heeft (nog) slechts in 40% van die instellingen plaatsgevonden. Een punt van aandacht in het kader van Agressie en Geweld, is het thuisprikken door laboranten. Verder blijkt het vervoer van verslaafden (delinquenten), in de Verslavingszorg, voor medewerkers risicovolle situaties met zich mee te brengen. 5.2.4. Biologische Agentia Voor wat betreft Biologische Agentia is de situatie in deze sectoren rooskleuriger dan in de sector Verpleging en Verzorging. Het aanbieden van vaccinaties Hepatitis B vindt consequenter plaats. 5.2.5. Fysieke Belasting (inventariserend) Fysieke belasting als gevolg van balie- en computerwerkzaamheden speelt in deze sectoren een grotere rol dan de fysieke belasting in de directe zorg. Punt van aandacht blijft de fysieke belasting bij de locale bloedafnamepunten, waar veel gesjouwd moet worden van de bus naar de locatie waar de bloedafname plaatsvindt. 5.3 Conclusies uit de monitor Vanuit de gegevens van de135 ingevulde monitorlijsten is een goed beeld verkregen van de aard van de bezochte instellingen (zie 4.2) en, voor zover van toepassing, de branches waarvan men lid is. 15

6. Follow-up Voor zover mogelijk zullen terugkoppelingsgesprekken plaatsvinden met brancheorganisaties en andere werkgevers- en werknemersorganisaties. Ook wordt de Inspectie gezondheidszorg (IGZ) geïnformeerd over de resultaten van dit inspectieproject. De resultaten van dit inspectieproject in ogenschouw nemend, is dit geen sector die op kortere termijn om hernieuwde aandacht van de Arbeidsinspectie vraagt. Gezien de kleinschaligheid heeft men de arbeidsomstandigheden redelijk op orde. De genoemde aandachtspunten, thuisprikken door laboranten. en het vervoer van verslaafden (delinquenten), worden met de betrokken branches besproken. 16