Laten wij eens kijken uit welke hoofdonderdelen de zwemtecniek van een race bestaat. (Zie de weergave op bladzijde..)

Vergelijkbare documenten
Voorbereiding Zwem4daagse. Training 1: schoolslag. Doel Verbeteren ligging bij de schoolslag

Borstcrawl keerpunt: - De benadering - De rol - Voeten plaatsen / afzet - Handbeweging

Naam: Naam: Vereniging: Vereniging: Na start- en/of keerpunt meer dan één arm-doortrekbeweging onder water gemaakt.

basis leergang startduik

Trainingsschema s Gert-Jan Schep

Stroomschema doorstroomcriteria Jeugdopleiding A jeugdopleiding B jeugdopleiding C

7UDLQLQJYRRU*HUW-DQ. Datum : maandag 19 juli 2004 Doel : aëroob 0-1, techniek, snelheid. Vooraf : drinken (minimaal 1 glas!!!

Techniek Pieter v/d Hoogenband Stap voor Stap.

Naam: Naam: Vereniging: Vereniging:

Screenshots. RW, maart 18. Zwemanalyse van. Datum Maart 2018

ZPC Woerden. Selectiecriteria wedstrijdzwemmen

Groep ca zwemmers

Initiator Zwemmen Basisvaardigheden

Masterszwemmen Basis leergang

Zwemmen Martijn Carol TCT 2008

Watervrij/buikdrijven Van niets naar geel. De kinderen moeten de volgende dingen kunnen om naar het volgende groepje te gaan.

Inhoud. Zwemtrainingen Wedstrijd Periode 2 (WP2) Week

Onderdeel 5: 10 cm of minder 3 punten; 11 t/m 20 cm = 2 punten; 21 cm of meer = 1 punt.

SWIMMING TEAM TIENEN VZW

Hoera, kleurtje blauw

COMPETITIE AFDELING JEUGD 8 12 jaar GROEP 1 COMPETITIE. B GROEP (richtleeftijd 9 11 jaar) BASIS TRAINING UITHOUDING TECHNIEK

G.S.Z.V. DE GOLFBREKER. Techniekoefeningen. Oefeningen per slag. Trainers G.S.Z.V. De Golfbreker 24/09/2013

DOELSTELLING: DUUR: 6 lessen: - 1-3: aanleren + inoefenen beenbeweging - 4: aanleren armbeweging - 5-6: inoefenen volledige slag

Zuidlede Zwemmers vzw. SW 4.1 Na het bevel van de starter op uw plaatsen een verkeerde starthouding aangenomen of aangehouden

1. Beenbeweging. Doel: Beschrijving van de test: Uitleg voor de sporter: Aandachtspunten testleider: Scorebepaling: Materiaal:


schoolslag voor beginners

Naam: Naam: Vereniging: Vereniging: Te vroeg overgenomen. Te vroeg overgenomen. Code vermelden bij de zwemmer die de fout heeft gemaakt.

Onderdeel 5: 25 cm of minder 3 punten; 26 t/m 30 cm = 2 punten; 31 cm of meer = 1 punt

Zwemmen. 6 Weeks cyclus. Beginnende zwemmer. 1 x per week zwemmen. Zwemtraining. 1 Danny Piet

Werkstuk LO Wedstrijdzwemmen

JAARPLANNING TRAININGEN Wedstrijd en Masterszwemmen

Handleiding afnemen van SwimKick techniekwedstrijden

KNZB Infokaart. Naam: Naam: Vereniging: onder water te zwemmen. Bij de rugslag mag zwemmen. en erg veel

Open water zwemmen. Tips en trainingssuggesties

Reglement D Zwemmen onderdeel wedstrijden voor gehandicapten

TRAININGSSCHEMA SPIERATHLON

Van een startblok of 1-meter springplank te water gaan met een voetsprong voorwaarts (helemaal onder water gaan); na het bovenkomen aansluitend

Niveau 1. Duur van de les. 45 minuten

Zwemschema voor gevorderde zwemmers

Masterszwemmen techniekoefeningen

Stageverslag Instructeur B Future Team West-Vlaanderen (Oostende)

Synchroonzwemmen BREVET 2

Handleiding wedstrijdzwemmen ZV De Watervogels

ZWEMEISEN PER NIVEAU,STICKERVERDELING EN DIPLOMA EISEN

synchroonzwemmen BREVET 3

Lesplan zwemlessen sportcentrum de Trits.

Synchroonzwemmen BREVET 2

schoolslag enkelvoudige rugslag borstcrawl rugcrawl samengestelde rugslag 25

1 Teenstand vanaf vlakke ondergrond. 2 Band training achillespees. 3 Teenstand op traptrede (gestrekte knie)

synchroonzwemmen BREVET 3

Core stability training

synchroonzwemmen BREVET 3

ZWEMTIPS EN SCHEMA S 11STEDENZWEMTOCHT

EISEN ZWEMVAARDIGHEIDSDIPLOMA I. Gekleed zwemmen: zwembad DE JOFFER Voerendaal

BEOORDELING BREVET 3

vwo: Het maken van een natuurkunde-verslag vs

Techniek van de zwemslagen; wanneer is het goed?

TRAINING DESLY HILL : VOORBEREIDING OP HET NIEUWE SEIZOEN

synchroonzwemmen BREVET 1

Zwemanalyse. Hellas Borstcrawl groepen. Zwemtechniek. made with

Train met de tempo trainer

synchroonzwemmen BREVET 1

Informatie- boekje. Jeugdopleiding Speedo Wedstrijdzwemmen

Leerlijn zwemmen: van watergewenning tot zwemmen. Nathalie Hens

ZWEMMEN CURSUS TAK update 02/2015

Informatie fysiek programma

Lenig worden. Inhoud: Inleiding Warming up Stretchen Cooling-down Poses. M.koning

zwemmen Filip Roelandt schoolzwemmen 5 februari 2010

deel de actie, voel de passie

Copyright 2016 In Gezondheid BVBA Rapid Fatloss onderdeel van Bioprofile

PRACTICUM SPRINGEN, KRACHT EN VERSNELLING

You can't put a limit on anything, the more you dream, the farther you get. (Michael Phelps)

Startduik. Hieronder staat in stappen aangegeven hoe je een kind de startduik kan aanleren. Afzet: Afzetten van de muur in stroomlijn en uitdrijven

2012 Editie v1.0 EquestrianMassage.nl F.S.A. Tuinhof. Oefeningen voor een gezond lichaam en geest

Infovergadering Sint-Truidense Zwemclub STZC

ZWEMMEN CURSUS TAK update 09/2014

5.3. Opdracht door Iris 2624 woorden 28 januari keer beoordeeld. Inleiding

De zwemslagen. van onze competitie met hun start en keerpunten. Filip Roelandt 26 april 2009 In ontwerp

Trainings- en coördinatie-oefeningen

ZWEMMEN OPLEIDING TAK LEERSTOF

A diploma Zwemsurvival

Doelstellingen Activiteit Organisatie Materiaal/opmerkingen Opwarming: cardio-vasculaire prikkeling

Fysiotherapie. Adviezen en oefeningen na een hernia operatie

Oefeningen voor de knie

AL20 toegevoegd; tekst kp vlinder- en schoolslag aangepast (SC3) SC1 aangepast over vlinderbeenslagen

Werkstuk Biologie Zwemmen

Geraardsbergsestraat 31, 9660 Brakel

Core training. Door: Roeland Smits. Roeland Smits Core training voor zwemmers 1

Lesplan elementair Zwemmen / Zwem ABC

Examenreglement Reddingsbrigade Nederland ZWEMMEND REDDER 1 GEKLEED UIT TE VOEREN

Trainersrichtlijn Der Utrechtse Studenten Schaats Vereniging Softijs

Bekkenkanteling: maak afwisselend een bolle- en holle rug, waarbij romp en hoofd stil blijven liggen op de onderlaag.

Reddingsbrigade Nederland IJmuiden, september Examenprotocol Zwemmend Redder

Voer de oefeningen voor het bovenlichaam (pagina 3) uit, gevolgd door de oefeningen voor de buikspieren en zet er een motiverend muziekje bij op.

kijkwijzers. De voortgezet onderwijs leefstijl cursus voor in de gymles!

Hoe krijgen we voldoende schaatstechniek om deze kracht de juiste richting n.l. naar het ijs te sturen?

Het berekenen van de componenten: Gebruik maken van sinus, cosinus, tangens en/of de stelling van Pythagoras. Zie: Rekenen met vectoren.

Transcriptie:

De perfecte Race. Wieger Mensonides. De Race, of het nu 100 meter is of 50 meter of een andere afstand, deze bestaat uit een groot aantal onderdelen die stuk voor stuk uiterst belangrijk zijn voor de eindtijd. Dát wordt nog wel eens vergeten! 1000 dingen om aan te denken, 1000 oefeningen om de perfectie te beoefenen, 1000 herhalingen voor elke onderdeel, 1000 seconden, minuten, uren, dagen... duurt het voor dit bereikt is, 1000 zweetdruppels en bloed en tranen. Ieder onderdeel dient uitputtend getraind te worden voor een optimaal eindresultaat. Niet alleen een uitputtende training op de conditie maar vooral de techniek op ieder onderdeel is van het uiterste belang voor het eindresultaat. En, de kennis hebben, wat de optimale techniek per onderdeel is in een gegeven omstandigheid. De race wordt in vele gevallen met de juiste techniek beslist en dat zijn bij elkaar opgeteld niet alleen maar hondersten van een seconde maar tienden van een seconde tot seconden. Laten wij eens kijken uit welke hoofdonderdelen de zwemtecniek van een race bestaat. (Zie de weergave op bladzijde..) - De Start. - Het induiken. - De onderwater fase. - Het boven water komen en beginnen met zwemmen van de wedstrijd zwemslag. - De wedstrijd zwemslag over een baanlengte. - Het keerpunt. - De onder water fase na het keerpunt. - Terug met de wedstrijd zwemslag tot het keerpunt. - Het keerpunt, eventueel herhalingen, afhankelijk van de afstand. - De laatste baan en - Het finishen en aantikken. Ieder bovenstaand onderdeel bestaat weer uit een groot aantal subonderdelen. Wel 1000 volgens bovenstaande figuur. Veel onderdelen zijn al aan de orde gekomen en staan op de website van de NVVZT. In het kort laten wij nog eens twee onderdelen de revue passeren en de voornaamste punten aantippen. De start en het finishen.

De Start. Met de nieuwe startblokken met het afzetplankje is het nu wel duidelijk dat de Schrede Start de starthouding is. Helaas heeft niet ieder zwembad en iedere zwemvereniging de beschikking over een dergelijk startblok. Deze zouden beschikbaar moeten zijn. Naar mijn mening crusiaal, want jong geleerd is oud gedaan. Een verkeerd aangeleerde techniek leer je niet zomaar af. Bieden Regionale trainingscentra een oplossing? Hoe belangrijk een goede start is leren de wedstrijden en niet alleen de kleine clubwedstrijden maar ook de wereldkampioenschappen. Na de 15 meter, het einde van de startfase, liggen de zwemmers al ver uit elkaar. Vaak meer dan een meter. Bij een zwemsnelheid van 1.98 m/s is dit al een verlies van 0,5 seconde per meter en vaak zelfs meer!!! Dat vraagt heel veel extra inspanning om dat goed te maken als dat al lukt. Waar ligt dat aan? De starthoek. Theoretische berekeningen tonen het volgende aan. (Zie onderstaande tabel.) Uitgegaan is van een bepaalde afzetkracht en berekend bij welke afzethoek je het snelste bij de 15 meter bent. Een andere afzetkracht geeft andere resultaten. Hier is de afzetkracht bij een spronghoogte van 0,48 meter. Bij 20 graden kom je verste in het water, 3,62 meter, 0,65 seconde en met een snelheid van 6,24 m/s kom je in het water. Bij 10 of 15 graden ben je het snelste bij de 15 meter. Je komt in het water met 6,24 m/s. - Na het gestroomlijnd, zonder te zwemmen, doorschieten in het water bereik je, al afremmend in het water, de zwemsnelheid V0 van, afgerond, 1,97 m/s bij een afstand van 8,35 meter. Dan volgt de

- onderwaterfase tot 15 meter en dan blijkt dat je daar het snelste bent bij een tijd van 5,17 seconde en een starthoek van 10 of 15 graden. - Gelukkig is er een vrij breed gebied van deze ideale starthoek, want hoe vertel je een zwemmer dat hij precies onder 16 of precies 17 graden moet afzetten? Dat kan niet!! - Een afzethoek tussen de 10 tot 25 graden is ideaal. - - Belangrijker is het om aandacht te geven aan de stroomlijn, het in One Hole in het water komen en de onder water fase. - - Uiterste aandacht dient hieraan gegeven te worden. Bij het in het water komen dient de ideale stroomlijnbaan (zie grafiek) gevolgd te worden. - Span de rug aan bij het in het water komen om in retroflexie onder water te komen. - Houdt de benen hoog in de ideale baan en laat ze niet omlaag flapperen door te vroeg te gaan zwemmen. Startgegevens Ideaal-MODEL(exclusief bloktijd) Zwemsnelheid 1.98 m/s bij 100 meter WR in 47.84 sec. Tabel: De tijden zijn exclusief de reactie tijd die 0,6 tot 0,7 sec. kan zijn en moet daar nog bij worden opgeteld. Dit is zeer persoonlijk en daarom niet in de tabel opgenomen. De berekening, van de gegevens in de tabel, is puur mechanica en een natuurkundige wetmatigheid waar geen discussie over kan zijn. Wel zijn de uitgangspunten de persoonlijke sprongkracht en een ideale stroomlijn van een zwemmer.

Bij de ideale afzethoek van 10 of 15 graden kom je met een hoek van 41 of 44 graden in het water en een snelheid van 6,24 m/s. Het is dan bijzonder belangrijk dat het lichaam gestroomlijnd in het water afbuigt en niet dieper dan ongeveer 1,25 meter komt.(tel de tegeltjes voor de diepte) Zie de grafiek voor deze diepte. Hoe dieper, hoe langer de weg onder water is en hoe langer je er dan over doet en je vooral veel overbodige waterweerstand opwekt. Te vroeg, beginnen met zwemmen, remt je af. Te laat, beginnen kost veel kracht om weer op de zwemsnelheid te komen en kost tijd. De afstand is 8,35 of 8,45 meter om met zwemmen te beginnen. Beginnen met iets boven de zwemsnelheid is van voordeel. De boven zwemsnelheid kan je makkelijker iets langer volhouden en geeft tijdwinst.

De onder water fase. Met dolfijn beenslag, bij de borstcrawl, de rugcrawl en de vlinderslag tot 15 meter onder water. Fig. a. Neerwaartse slag geeft een stuwing. Fig. b. Middenstand, geen stuwing. Fig. c. Neerwaartse beweging onder de middenstand veroorzaakt weerstand. Ad a. Gedurende de gehele slag is er een normaal kracht Fab van constante grootte en staat steeds loodrecht op het been. De stuwkracht Fan heeft een maximale grootte als het been zo hoog mogelijk is. Naar de middenstand neemt deze stuwkracht af tot nul in de middenstand. Alleen in de neerwaartse slag heeft de voet een gunstige stand om te stuwen. De grootste stuwing komt dan ook uit de voet in de neerwaartse beweging. Ad b. Middenstand. Hier is alleen de normaal kracht Fab en geen stuwing. Dus veel kracht uitoefenen en energie leveren en geen stuwing. Ad c. Bij het naar beneden bewegen ontstaat weerstand. Bij het naar boven bewegen is er stuwing maar deze is even groot als de daarvoor opgewekte weerstand dus het netto resultaat van de beweging onder de middenstand is nul ten koste van veel kracht en daarbij behorende energie. Erger nog is de verstoring van de stroomlijn van het lichaam die daarbij optreedt en meer weerstand aan het lichaam geeft. Dus, het netto resultaat van stuwing van een beenbeweging onder de middenstand is negatief en kost ook nog eens veel energie.

Conclusie. Efficiënte stuwing treedt alleen op in de neerwaartse beweging van zowel het been als wel hoofdzakelijk de voeten. Vanuit een zo hoog mogelijke stand wordt neerwaarts bewogen waarbij de voeten tot aan de middenstand bewegen. De voeten hebben dan, in plantair flexie, een gunstige stand om te stuwen. De voeten kunnen even voorbij de middenstand nog wel stuwen en daarom is het aan te bevelen tot een heel klein stukje onder de middenstand te bewegen. (Zie figuren hieronder.) Fig. A. In de neerwaartse beweging kan de voet stuwen. Fig. b. De voet is dan in plantair flexie. In de opwaartse slag gaat de voet over in dorsaal flexie, staat dan haaks op het been, en stuwt dan niet meer. Phelps geldt, gold, als de meester van de onderwater fase. Zie hieronder. Phelps.

a. Alleen de onderbenen flink omhoog om optimaal te kunnen stuwen. b. b. In de laagste stand stuwen de voeten nog en komen de benen niet onder het lichaam. c. De overgang naar het zwemmen. Bij de eerste armbeweging oefenen de benen nog een laatste dolfijn beenslag uit voor extra stuwing. Onder water fase bij de schoolslag. Ook hier pas beginnen met zwemmen als de zwemsnelheid is bereikt, dus na ± 8 meter. De armen maken dan een lange doorhaal, liefst zoals bij de vlinderslag waar de handen halverwege elkaar raken. De snelheid is dan hoog. Dus weer even wachten tot de zwemsnelheid bereikt is, of iets hoger want hierna krijg je twee contrabewegingen tegelijk. De armen gaan naar voren, langs het lichaam, voor weinig weerstand. Tegelijk trekken de benen in met het lichaam in retroflexie en benen hoog voor weinig weerstand om vervolgens te gaan stuwen. De armen mogen al beginnen terwijl het hoofd nog net onder water is, als, tijdens de armbeweging het hoofd maar boven water komt. Het lichaam blijft dan zo lang mogelijk in de ideale stroomlijn vorm. FINISHEN. Zie het artikel hieromtrent op blz. 29 en volgende van Motivatie 4/2013.