Niveau 1. Duur van de les. 45 minuten

Transcriptie

1 Niveau 1 1 Springen Diverse voetwaartse sprongen: voorwaarts/achterwaarts/met draai en aansluitend geheel onder water gaan. In diep water met Easyswim 2 Onder water zijn en blijven Geheel onder water zijn gedurende minimaal 3 sec. Onder water kijken. Door te bewegen met armen en benen boven water komen/verticaal voortbewegen. In diep water met Easyswim. 3 Survival De onderdelen springen;klimmen;onder water zijn en blijven en ademhaling in dieper water zonder Easyswim 4 Drijven Komen tot rugligging gedurende 20 sec. zonder/met beginsnelheid. Komen tot buikligging met gezicht in het water gedurende 3sec. zonder/met beginsnelheid In diep water met Easyswim. 5 Draaien Draaien om lengte- en breedte-as combineren met andere elementen. In diep water met 6 Ademhaling Uitademen onder water gedurende 3 sec. In diep water met Easyswim. 7 Watertrappen Diverse 'loopvormen' met armstuwing voor totale stuw- en weerstandservaring. In diep water vanuit onder water zijn boven water komen In diep water met 8 Voortbewegen, rugcrawl Diverse 'loopvormen' achterwaarts met armstuwing voor totale stuw- en weerstandservaring. Vanuit rugligging voortbewegen met arm- en beenbewegingen In diep water met 9 Voortbewegen,borstcrawl Diverse 'loopvormen' voorwaarts met armstuwing voor totale stuw- en weerstandservaring. Vanuit buikligging voortbewegen met arm- en beenbewegingen In diep water met 10 Voortbewegen, rugslag Diverse 'loopvormen' achterwaarts met armstuwing voor totale stuw- en weerstandservaring. Vanuit rugligging voortbewegen met arm- en beenbewegingen In diep water met

2 11 Voortbewegen,schoolslag Diverse 'loopvormen' voorwaarts met armstuwing voor totale stuw- en weerstandservaring. Vanuit buikligging voortbewegen met arm- en beenbewegingen In diep water met 12 Klimmen Via de laagste kant op de kant klimmen. In diep water met Easyswim. Niveau 2 1 Springen Kopwaarts te water gaan en aansluitend geheel onder water gaan. In diep water met Easyswim 2 Onder water zijn en blijven Geheel onder water zijn gedurende minimaal 5 sec. Door watertrappen met armen en benen boven water komen/verticaal en horizontaal voortbewegen. Onder water kijken. In diep water met Easyswim. 3 Survival Alle onderdelen uit niveau 1 in diep water zonder Easyswim 4 Drijven Komen tot rugligging gedurende 40 sec. zonder/met beginsnelheid. Komen tot buikligging met gezicht in het water gedurende 5sec. zonder/met beginsnelheid In diep water met Easyswim. 5 Draaien Draaien om lengte- en breedte-as combineren met andere elementen. In diep water met 6 Ademhaling Uitademen onder water gedurende 5 sec. Regelmatige ademhaling bij voortbewegingvormen. Regelmatige ademhaling bij watertrappen. In diep water met Easyswim. 7 Watertrappen Op dezelfde plaats in verticale houding bewegen met armen en benen gedurende 20 sec. In diep water met 8 Rugcrawl Rugcrawl beenslag(trappel uitvoering) over een afstand van minimaal 5 meter. In diep water met 9 Voortbewegen,borstcrawl Vanuit buikligging 5 meter met gezicht in en 5 meter met gezicht boven water voortbewegen met arm- en beenbewegingen. In diep water met

3 10 Voortbewegen,rugslag Vanuit rugligging voortbewegen met arm- en beenbewegingen over een afstand van minimaal 5 meter. In diep water met 11 Voortbewegen,schooslag Vanuit buikligging 5 meter met gezicht in het water en 5 meter met gezicht boven water voortbewegen met arm- en beenbewegingen. In diep water met Easyswim. 12 Klimmen Vervolgens op de laagste kant klimmen via een horizontaal gelegen mat( bewegend vlak). In diep water met Niveau 3 1 Springen Vanuit een rol voorover te water gaan en aansluitend geheel onder water gaan. In diep water met Easyswim 2 Onder water zijn en blijven Geheel onder water zijn gedurende 7 sec. Door watertrappen met armen en benen boven water komen/verticaal en horizontaal voortbewegen. In diep water met 3 Survival Alle onderdelen uit niveau 2 in diep water zonder Easyswim. 4 Drijven Komen tot rugligging gedurende 60 sec. zonder/met beginsnelheid. Komen tot buikligging met gezicht in het water gedurende 7 sec. zonder/met beginsnelheid In diep water met 5 Draaien Draaien om lengte- en breedte-as combineren met andere elementen. In diep water met 6 Ademhaling Uitademen onder water gedurende 7 sec. Regelmatige ademhaling bij voortbewegingvormen. Regelmatige ademhaling bij watertrappen. In diep water met Easyswim. 7 Watertrappen Watertrappen met armen en benen gedurende 30 sec. Watertrappen met benen gedurende 10 sec. Watertrappen met armen gedurende 5 sec. In diep water met

4 8 Rugcrawl Verbeteren rugcrawl beenslag over een afstand van minimaal 7 meter. Aanleren rugcrawl totaalslag over een afstand van minimaal 10 meter In diep water met 9 Voortbewegen, borstcrawl Vanuit buikligging 7 meter met gezicht in en 7 meter met gezicht boven water voortbewegen met arm- en beenbewegingen. In diep water met 10 Rugslag, op weg naar A Aanleren rugslag;twee,drie slagen globaal( goede stuwvlakken,twee-takt). In diep water met 11 Voortbewegen,schoolslag Vanuit buikligging 7 meter met gezicht in en 7 meter met gezicht boven water voortbewegen met arm- en beenbewegingen. In diep water met 12 klimmen Op de hoogste kant klimmen met/zonder horizontaal gelegen mat In diep water met Niveau 4 1 Springen Vanuit een kopsprong te water gaan aansluitend doorglijden naar de bodem van diep water. In diep water met Easyswim 2 Onder water zijn en blijven Geheel onder water zijn gedurende 10 sec. Onder water kijken. Door watertrappen met armen en benen boven water komen/verticaal en horizontaal voortbewegen. Vanaf de bodem van diep water naar boven komen In diep water met 3 Survival Alle onderdelen uit niveau 3 in diep water zonder Easy swim 4 Drijven Komen tot rugligging gedurende 80 sec. zonder/met beginsnelheid. Komen tot buikligging met gezicht in het water gedurende 10 sec. zonder/met beginsnelheid In diep water met 5 Draaien Draaien om lengte- en breedte-as combineren met andere elementen. In diep water met

5 6 Ademhaling Uitademen onder water gedurende 10 sec. Regelmatige ademhaling bij onder water zwemmen. Regelmatige ademhaling tijdens diverse zwemslagen. Regelmatige ademhaling bij watertrappen. In diep water met Easyswim. 7 Watertrappen Watertrappen met armen en benen gedurende 40 sec. Watertrappen met benen gedurende 15 sec. Watertrappen met armen gedurende 10 sec. In diep water met 8 Rugcrawl Verbeteren rugcrawl als totaalslag over een afstand van 10 meter. In diep water met 9 Borstcrawl Aanleren borstcrawl als totaalslag met gezicht in het water over een afstand van 5 meter. In dieper water met 10 Rugslag Verbeteren rugslag; twee,drie slagen goed. In dieper water met 11 Voortbewegen,schoolslag Vanuit buikligging 10 meter met gezicht in en 10 meter met gezicht boven water voortbewegen met arm- en beenbewegingen. In diep water met 12 Klimmen Via een schuinvlak op de laagste kant klimmen In diep water met Niveau 5 1 Springen Kopsprong te water gaan van het hoogste afzetvlak aansluitend doorglijden naar het diepste punt van het bad. Vanuit een rol voorover van het hoogste afzetvlak te water gaan een aansluitend geheel onder water gaan. 2 Onder water zijn en blijven Geheel onder water zijn gedurende 12 sec. Door watertrappen met armen en benen boven water komen/verticaal en horizontaal voortbewegen. Vanaf de bodem van het diepste punt naar boven komen Minimaal 3 meter horizontaal voortbewegen Onder water kijken. 3 Survival Alle onderdelen uit niveau 4 gekleed ( korte broek, T-shirt )

6 4 Drijven Komen tot rugligging gedurende 100 sec. zonder/met beginsnelheid. Komen tot buikligging met gezicht in het water gedurende 12 sec. zonder/met beginsnelheid 5 Draaien Draaien om lengte- en breedte-as combineren met andere elementen. 6 Ademhaling Uitademen onder water gedurende 12 sec. Regelmatige ademhaling bij onder water zwemmen. Regelmatige ademhaling tijdens diverse zwemslagen. Regelmatige ademhaling bij watertrappen. 7 Watertrappen Watertrappen met armen en benen gedurende 60 sec. Watertrappen met benen gedurende 25 sec. Watertrappen met armen gedurende 15 sec. 8 Rugcrawl Verbeteren rugcrawl over een afstand van 15 meter. 9 Borstcrawl Verbeteren borstcrawl over een afstand van 7 meter. 10 Rugslag Rugslag,8-10 slagen goed. 11 Schoolslag Aanleren schoolslag als totaalslag. Twee/drie slagen goed 12 Klimmen Via een schuin vlak op de hoogste kant klimmen Niveau 6 1 Springen Vanaf de hoogste kant met een kopsprong doorglijden naar het diepste punt van het bad 2 Onder water zijn en blijven Geheel onder water zijn gedurende 15 sec. Door watertrappen met armen en benen boven water komen/verticaal en horizontaal voortbewegen. Vanaf de bodem van het diepste punt naar boven komen Minimaal 5 meter horizontaal voortbewegen onder /door hindernissen. Onder water kijken. 3 Survival Alle onderdelen uit niveau 5 gekleed (korte broek, T-shirt en gymschoenen) 4 Drijven Komen tot rugligging gedurende 120 sec.

7 zonder/met beginsnelheid. Komen tot buikligging met gezicht in het water gedurende 15 sec. zonder/met beginsnelheid 5 Draaien Draaien om lengte- en breedte-as combineren met andere elementen. 6 Ademhaling Uitademen onder water gedurende 15 sec. Regelmatige ademhaling bij onder water zwemmen. Regelmatige ademhaling tijdens diverse zwemslagen. Regelmatige ademhaling bij watertrappen. 7 Watertrappen Watertrappen met armen en benen gedurende 90 sec. Watertrappen met benen gedurende 40 sec. Watertrappen met armen gedurende 25 sec. 8 Rugcrawl Rugcrawl over een afstand van 15 meter. 9 Borstcrawl Borstcrawl over een afstand van 10 meter. 10 Rugslag Rugslag over een afstand van 25 meter. 11 Schoolslag Verbeteren schoolslag; 8-10 slagen goed 12 Klimmen In een boot klimmen en via de boot op de kant klimmen Diploma A 1 Schoolslag Op het examen moet je 50 meter kunnen zwemmen met de schoolslag. De afstand moet ononderbroken worden gezwommen. Wij kijken naar een technische uitvoering van de zwemslag. Ben je vertrouwd met de situatie en lig je zo horizontaal mogelijk in het water en beheers je de combinatie van de armen en benen, met andere woorden: Het bovenstaande betekent dat je moet kunnen laten zien dat je steeds op dezelfde manier zwemt, dat je rustig blijft ademen, dat je wel vooruit komt en dat je nog eventjes kunt uitdrijven. Zodra wij dit allemaal kunnen zien dan lacht het gezichtje van onderdeel 1. 2 Enkelvoudige rugslag Op het examen moet je 50 meter kunnen zwemmen met de enkelvoudige rugslag. De afstand moet ononderbroken worden

8 gezwommen. Wij kijken naar een technische uitvoering van de zwemslag. Ben je vertrouwd met de situatie en heb je een goede ligging? Zwem je zonder gebruik te maken van je armen en kun je goed uitdrijven? Zodra wij dit allemaal kunnen zien dan lacht het gezichtje van onderdeel 2 3 Borstcrawl Tijdens het examen laat je een zogenaamde "beginners borstcrawl" zien. Je zwemt ononderbroken 5 meter waarbij de op- en neerwaartse beenbeweging herkenbaar moet zijn. De armslag maken wij meestal met de armen over het water, maar je mag ze ook volledig onder water bewegen. Zodra wij dit allemaal kunnen zien dan lacht het gezichtje van onderdeel 3. 4 Rugcrawl Tijdens het examen laat je een zogenaamde "beginners rugcrawl" zien. Je zwemt ononderbroken 5 meter waarbij de op- en neerwaartse beenbeweging herkenbaar moet zijn. De armslag maken wij meestal met de armen over het water, maar je mag ze ook volledig onder water bewegen. Zodra wij dit allemaal kunnen zien dan lacht het gezichtje van onderdeel 4 5 Drijven op de Buik Tijdens het examen laat je zien dat je kunt drijven op de buik. Je doet dit door van de kant af te zetten en vervolgens 5 tellen te gaan stil liggen. Na de 1e 5 tellen ga je een klein stukje zwemmen en vervolgens ga je nog 5 tellen stil liggen. Zodra wij dit allemaal kunnen zien, dan lacht het gezichtje van onderdeel 5. 6 Drijven op de Rug Tijdens het examen laat je zien dat je kunt drijven op je rug. Je doet dit door van de kant af te zetten en vervolgens 5 tellen te gaan stil liggen. Na de 1e 10 tellen ga je een klein stukje zwemmen en vervolgens ga je nog eens 10 tellen stil liggen. Zodra wij dit allemaal kunnen zien, dan lacht het gezichtje van onderdeel 6 7 Onder water door het zeil zwem Vanaf de kant het water in springen of duiken, en vervolgens onder water door het zeil zwemmen. De afstand vanaf de kant tot het zeil is 3 meter. Hoe je duikt of springt is niet belangrijk. Je moet wel in 1 keer door het gat kunnen zwemmen zonder dat je boven komt. 8 Gekleed zwemmen Het op de juiste wijze uitvoeren van een goede

9 schoolslag en rugslag met kleding. Je moet ook bij het in het water springen volledig onder water gaan en vervolgens 15 sec. kunnen watertrappen. 9 Proefzwemmen Tijdens het proefzwemmen worden alle onderdelen die noodzakelijk zijn voor het te behalen diploma achter elkaar gezwommen en beoordeeld. De kinderen die tijdens het proefzwemmen de verschillende onderdelen met goed resultaat hebben laten zien ontvangen daarna een uitnodiging voor het diplomazwemmen. Diploma B 1 Schoolslag 75 meter schoolslag zwemmen met een zo horizontaal mogelijke ligging, een juiste combinatie van de arm- en beenslag, een juiste ademhalingtechniek, een behoorlijk voortstuwingsrendement en een kort, maar zichtbaar uitdrijfmoment. 2 Enkelvoudige rugslag 75 meter enkelvoudige rugslag zwemmen met een goede horizontale ligging, een goed ritmisch bewegingsverloop, een juiste ademhalingstechniek, een behoorlijk voortstuwingsrendement, een duidelijk uitdrijfmoment en het uitvoeren van de slag waarbij de armen passief blijven. 3 Borstcrawl 10 meter borstcrawl zwemmen met een dubbele overarmslag, waarbij de wisseld op- en neerwaartse beenbeweging herkenbaar moet zijn, de hoofdhouding vrij is (bij voorkeur in het water) en de afstand overbrugd moet worden met een doorgaande beweging. 4 Rugcrawl 10 meter rugcrawl zwemmen met een dubbele overarmslag, waarbij de wisselend op- en neerwaartse beenbeweging herkenbaar moet zijn en de afstand overbrugd moet worden met een doorgaande beweging, waarbij bij voorkeur de armen elkaar niet inhalen. 5 Drijven op de borst Afzetten vanaf de kant en vervolgens 5 tellen uitdrijven op de borst, een klein stukje gaan

10 zwemmen en vervolgens 7 tellen drijven op de borst. Het op de borst uitdrijven is in horizontale ligging, armen en benen gestrekt, met het gezicht in het water. 6 Drijven op de rug Afzetten vanaf de kant en vervolgens 5 tellen uitdrijven op de rug, een klein stukje gaan zwemmen en vervolgens 15 tellen drijven op de rug. Het op de rug uitdrijven is in horizontale ligging, armen en benen gestrekt, met de oren in het water. 7 Onder water zwemmen Met een kopsprong te water gaan en een afstand van 6 meter (gerekend vanaf de startkant) onder water zwemmen. 8 Draai om de lengte - as Zwemmend uitvoeren van een hele draai om de lengte-as. 9 Kopsprong Het kunnen uitvoeren van een redelijke kopsprong, d.w.z. "duiken" vanaf de kant op een "nette" manier 10 Gekleed zwemmen Vanaf de kant een sprong en vervolgens onderwater een halve draai maken. Aansluitend 30 sec. watertrappen, onder een vlot door en hele draai lengte-as. 25 meter schoolslag en 25 meter rugslag. Zelfstandig uit het water op de kant klimmen. 11 Proefzwemmen Tijdens het proefzwemmen worden alle onderdelen die noodzakelijk zijn voor het te behalen diploma achter elkaar gezwommen en beoordeeld. De kinderen die tijdens het proefzwemmen de verschillende onderdelen met goed resultaat hebben laten zien ontvangen daarna een uitnodiging voor het diplomazwemmen. Diploma C 1 Schoolslag Het ononderbroken afleggen van de afstand (100 meter) met een technisch goede uitvoering. 2 Enkelvoudige rugslag Het ononderbroken afleggen van de afstand (100 meter) met een technisch goede uitvoering.

11 3 Borstcrawl Het tonen van de borstcrawl (15 meter) met een dubbele overarmslag. 4 Rugcrawl Het tonen van de rugcrawl (15 meter) met een dubbele overarmslag. 5 Drijven op de borst Van de kant te water gaan met kopsprong, 5 seconden uitdrijven, enkele slagen zwemmen en vervolgens nog eens 10 seconden drijven. 6 Drijven op de rug Afzetten vanaf de kant, 5 seconden uitdrijven, enkele slagen zwemmen en vervolgens 20 seconden drijven. 7 Onderwater zwemmen Na de kopsprong te water voor het onder water zwemmen. Essenties zijn "het onder water kunnen gaan, het onder water zijn, het onder water oriënteren, het onder water doelbewust, en technisch goed een afstand (9 meter) kunnen afleggen". 8 Gekleed zwemmen Kledingeisen: badkleding, T shirt, blouse of hemd met lange mouwen. Lange broek, regen- of windjack. Schoenen met echte zool. Onderdelen: Koprol vanaf de kant, watertrappen (30 seconden), drijven m.b.v. een bal (30 seconden HELP houding). Over en onder een vlot kruipen/zwemmen. 50 meter schoolslag, 50 meter rugslag. zelfstandig uit water op de kant klimmen. 9 Steken STEKEN: Het (twee keer) hoofdwaarts recht naar beneden richting bodem duiken, met de benen gestrekt naar boven, tot de benen helemaal onder water zijn. 10 Kopsprong Het tonen van een kopsprong waarin de intenties van een startsprong (o.a. weinig diepte) zijn te herkennen. 11 Koprol vanaf de kant Het met een draai te water raken vanaf enige hoogte en het zich kunnen heroriënteren. 12 Hurksprong Te water gaan met een sprong en het hoofd boven water houden. 13 Wrikken 5 meter wrikken, op de rug, in de richting van het hoofd. Wrikken is drijven op de rug, met voortbeweging met behulp van armen/handen. 14 Koprol Het zwemmend uitvoeren van een koprol voorover in het water 15 Proefzwemmen Tijdens het proefzwemmen worden alle

12 onderdelen die noodzakelijk zijn voor het te behalen diploma achter elkaar gezwommen en beoordeeld. De kinderen die tijdens het proefzwemmen de verschillende onderdelen met goed resultaat hebben laten zien ontvangen daarna een uitnodiging voor het diplomazwemmen.