werkboek groep 4 blok 7 en 8 naam



Vergelijkbare documenten
blok 7 les 6 In elke zak 10 poffertjes In 1 zak 10. Lekker! Vul de open plaatsen in. borden glazen zakken dozen

opdrachtenboek groep 5

Blok 1 Herhalingstoets

rekenboek 6a taken

blok 11 groep 4 Malmberg s-hertogenbosch

a a Leg 3 getallen van 2 cijfers en tel ze op. b d Bedenk sommen waar 180 uitkomt. Meer antwoorden. b Uit welke som komt 103?

w e r k b o e k a n t w o o r d e n blok De Klimboom Een nieuw schoolplein. Hoeveel tegels samen? Eerst schatten, dan precies.

1 Werken met getallen. a Neem het schema over en vul in: b Schrijf het getal in woorden: D H T E driehonderdzes. 687 vierduizend acht

2 Reken uit. 3 Maak er rekentaal van. Probeer het in één sprong. Denk aan de getallenlijn = = = = = =

oefenbundel voor het tweede leerjaar bij de Help Wibbel-wedstrijd

blok 8 Het konijnenhok

Zwijsen. jaargroep 4. naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs. rekentrainer. jij. Bezoek alle leuke dingen. Teken de weg.

Routeboekje. bij Pluspunt. Groep 4 Blok 1. Van...

Auteur: Mirjam Wind, docent en coördinator NT2, Educatie Video s: Gabe Dijkstra en Rick Biemolt, studenten Alfa-college, MultiMedia en Design

Er is 3 deel van de punten. gehaald. Dat zijn 60 punten. Hoeveel punten kun je in totaal verdienen? 400 cm. som: 200 cm. som:

Routeboekje. bij Alles telt. Groep 4 Blok 2. Van...

groep 8 blok 7 antwoorden Malmberg s-hertogenbosch

De wereld in getallen Lessuggestie groep 6 handleiding

Kijk na! Buiten spelen

a n t w o o r d e n reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs blok w e r k b o e k Help jij Matz een mooi patroon te maken?

blok 7 les 6 Prijs ( ) Materiaal Werkboek bladzijde 88 en 89 (oefenen) Lesboek bladzijde 80 en 81 Extra materiaal Actuele kalender

w e r k b o e k a n t w o o r d e n blok Hoeveel knikkers heeft Li? Teken op de getallenlijn en reken uit.

kalenderrekenen Jaap Top

Routeboekje. bij Alles telt. Groep 3 Blok 1. Van...

Uitgeverij Schoolsupport

SMART-finale Ronde 1: 5-keuzevragen

antwoorden jaargroep 4 reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs blok werkboek Bedenk zelf maar sommen met poffertjes!

Blok 1 Herhalingstoets

K 1 Symmetrische figuren

antwoorden werkboek blok jaargroep 6 In welke maanden worden de minste auto s vervoerd? Reken ongeveer.

les 21 blok 3 1 liter is 1000 milliliter. Waar gaat evenveel in? En waarin het meeste? Samen bespreken.

Thema Op het werk. Lesbrief 15. Vrij vragen

Kangoeroe. Koala de wereldwijde reken-, denk- en puzzelwedstrijd

w e r k b o e k a n t w o o r d e n blok Hoeveel keer moet ik 15 gooien? 60 punten Matz wil 60 punten halen met blikgooien. Maak sommen.

Er is 3 deel van de punten. gehaald. Dat zijn 60 punten. Hoeveel punten kun je in totaal verdienen? 400 cm. som: 200 cm. som:

Kraters slaan. Rekenoefening groep 5&6. Doel. Materiaal. Voorbereiding. Beschrijving. groep 5&6 - Kraters slaan

rekentrainer jaargroep 5 Timo loopt steeds verder weg. Teken Timo bij de kruisjes op de weg en maak de tekening af. Zwijsen naam:

rekentrainer jaargroep 5 Timo loopt steeds verder weg. Teken Timo bij de kruisjes op de weg en maak de tekening af. Zwijsen naam:

Lesopbouw: instructie. 2 Instructie. 1 Start. Blok 4 Week 2 Les 1

Aan de tafel! Ga je mee om de wonderlijke wereld van de tafels te ontdekken? Bedacht en ontwikkeld door Linda van de Weerd.

ROL, SCHUIF EN BEDEK. MEER DOBBELSTEENWERKBLADEN? Kijk op heutinkvoorthuis.nl AANTAL SPELERS: 2-4

De agenda Leren kun je leren. 1. Waarom heb je een agenda nodig? 2. De CitrusPers-agenda. 3. Waarom is de CitrusPers-agenda gemaakt?

Beginsituatie Dit is een herhalingsles. De leerkracht heeft een korte toets afgenomen om de beginsituatie vast te leggen.


rekenboek 5a lessen

Blok 1 Herhalingstoets

Overstapprogramma 6-7

rekentrainer jaargroep 8 Hoeveel kilometer na 10 minuten? Kleur. Zwijsen naam: na 1 minuut: 0,200 km na 1 minuut: 0,040 km na 1 minuut: 0,008 km

Hoeveel kinderen zitten er in elke groep van de Kameleonschool? Kleur het goede aantal hokjes. b 28 =

Sorteer netjes! 1. Knip de kaartjes van bijlage 1 uit. Sorteer

wizsmart Veel succes en vooral veel plezier.!! je hebt 50 minuten de tijd rekenmachine is niet toegestaan

Leerroutes Passende Perspectieven Alles telt groep 5 blok 1

Kijk na! Zomerkriebels

antwoorden oefenboek blok jaargroep 4 ma 23 graden di 25 graden wo 28 graden do 18 graden vr za zo 23 graden 27 graden 21 graden Zwijsen

BLAD 11: CD-ROMMEN EN SOEPKOMMEN

LESBRIEF. Samenvatting: Bij dit boek horen diverse bijlagen: thema s: Ben jij ooit naar een neuzenfeest geweest?

Uitleg bij de spellingskaartjes.

TAFELTASJE. Tafeltasje is een rugzak met daarin allemaal leuke spelletjes om de maal- en deeltafels in te oefenen. juf Tessa

Oefenen met breuken. Circuitles voor groep 6

Stefanie Rohner + Christian Wolf. Spelregels

Van je juf of meester krijg je een plaatje. Er zijn vier verschillende plaatjes.

Leerlijnen groep 5 Wereld in Getallen

Veilig leren lezen Aftelkalender Sinterklaas: hoeveel nachtjes slapen nog? - Versie 2013

SMART-finale Ronde 1: 5-keuzevragen (versie 1)

optellen 1 Doel: plaats bepalen op de getallenlijn 2 Doel: optellen met de rekentekens + en 3 Doel: optellen van concreet naar abstract Herhalen

opdrachten voor een vrijetijdsticker

Thema Kinderen en school. Demet TV. Lesbrief 9. De kinderopvang

SMART-finale Ronde 1: 5-keuzevragen

Rekentijger - Groep 5 Tips bij werkboekje A

Zwijsen. jaargroep 3. naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs. rekentrainer. wisse loopt in de zon. wat past bij elkaar?

STEENSOEP OMA VERTELT EEN VERHAAL

5 a. naam Hulp. blad 1. Hoeveel euro? Vul in. Rekenrijk 5a Noordhoff Uitgevers bv

Strategiekaarten. Deze strategiekaarten horen bij de ThiemeMeulenhoff-uitgave (ISBN ): Rekenen: een hele opgave, deel 2

OPLOSSINGEN. Koala Vlaamse Wiskunde Olympiade vzw

onderwijs O Nation. Feestdag Opening Academisch Jaar Toetsing T Feestdag UvA+VU Herkansing VU Herkansing H UvA Geen onderwijs of toetsing V

Werkboekje meetkundelessen van het RekenWeb. Dit werkboekje is van.

Examen Rekenen/ Wiskunde

a n t w o o r d e n reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs blok w e r k b o e k Hoeveel pakken koeken zijn er nodig voor jouw klas? Reken uit.

Routeboekje. bij Rekenrijk. Groep 4 Blok 1. Van...

Nieuwsbrief mei 2015

Voorspellen en tekst lezen

Leerlijnen groep 4 Wereld in Getallen

Opgaven Kangoeroe vrijdag 17 maart 2000

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

rekentrainer jaargroep 6 Vul de maatbekers. Kleur. Zwijsen naam:

Kern 6: geit-pauw-duif-ei

Werkblad 1 / Maskers

Nieuwsbrief 3 november 2014

Wat staat er in dit boekje?

Vragenkaartjes voor kinderen van 4 t/m 6 jaar

antwoorden jaargroep 5 reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs blok D H T E werkboek samen beschuiten Hoeveel beschuiten samen?

Getallen. 1 Doel: getallen plaatsen op de getallenlijn. 2 Doel: getallen invullen op het 60-veld. 3 Doel: 5-structuur aangeven.

Thema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten

Les 35. Een nieuw paspoort

Ruitjes vertellen de waarheid

rekentrainer jaargroep 6 Vul de maatbekers. Kleur. Zwijsen naam:

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen

1.1 Wat zijn negatieve getallen? Een negatief getal is een getal dat kleiner is dan 0. Een negatief getal is kleiner dan 0.

Zuivel is belangrijk. Melk is goed voor... ELK!

Transcriptie:

1 2 3 4 5 6 werkboek groep 4 7 8 9 11 12 naam 10 blok 7 en 8

blok 8 x les xx 8 1 Hoeveel schroeven liggen hier? Vul in.... 2 34 Het konijnenhok x 4 schroeven is... schroeven. Reken uit. 2 groepjes van 4 is... 4 + 4 =... 3 x 4 =... 4 groepjes van 4 is... 4 + 4 + 4 + 4 =... 6 x 4 =... 8 groepjes van 4 is... 4 + 4 + 4 + 4 + 4 + 4 =... 7 x 4 =...

les 1 blok 8 3 Hoeveel samen? Reken uit. 35 35 + 27 + 20 + 5 + 2 55 60 62 + 20 + 5 + 2 35 55 60 62 Alle timmerspullen kosten 35 euro. En het hout kost 27 euro. 43 + 6 =... 29 + 16 =... 27 + 21 =... 48 + 46 =... 8 + 43 =... 55 + 37 =... 4 Reken uit. 34 + 5 =... 52 + 36 =... 46 + 46 =... 39 + 52 =... 36 + 33 =... 75 + 15 =... 68 + 24 =... 23 + 68 =... 9 + 41 =... 57 + 37 =... 71 + 18 =... 66 + 26 =... 5 Bedenk zelf. Reken uit. Neem steeds uit elke groep een getal. 55 45... +... =... 26 51... +... =... 19 39... +... =... 38 28... +... =... 47 35... +... =... 35

blok 8 les 2 1 Reken uit. 36 + 6 =... 28 + 13 =... 58 + 24 =... 23 + 18 =... 49 + 3 =... 37 + 15 =... 39 + 32 =... 34 + 28 =... 57 + 4 =... 46 + 16 =... 47 + 24 =... 44 + 39 =... 87 + 5 =... 68 + 14 =... 45 + 27 =... 62 + 29 =... 55 + 7 =... 35 + 19 =... 36 + 28 =... 55 + 39 =... 2 Wat staat onder de vlek? Vul in. Samen hebben wij 35 cm. Deze lat is 25 cm. 25 +... = 35 61 +... = 91 27 +... = 40... + 26 = 40 29 +... = 39 14 +... = 20 19 +... = 70... + 17 = 30 54 +... = 84 15 +... = 50... + 15 = 20... + 21 = 50 3 Hoeveel samen? Vul in. 26 40 31 26 34 14 27 39 38 45 36

les 2 blok 8 4 Vul in en reken uit. 4 + 4 + 4 + 4 + 4 + 4 =...... groepjes van 4 schroeven is... schroeven.... x... =...... x... =...... x... =...... x... =... 5 Vul in. Reken handig. 2 x 4 =... 5 x 4 =... 8 x 4 =... 1 x 4 =... 1 x 4 =... 4 x 4 =... 7 x 4 =... 0 x 4 =... 3 x 4 =... 6 x 4 =... 9 x 4 =... 10 x 4 =... 6 Kleur de antwoorden uit de tafel van 4. Kleur de antwoorden uit de tafel van 3. Welke antwoorden zitten in de tafel van 3 én 4?... -... -... -... 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 7 Vul in. Kies uit: 21 28 36 56 33 37 42 24 38 58 79 57 52 92 74 63 61 94 37

blok x8 les xx 3 1 Hoeveel? Reken uit. Ik zie 5 x 3 vakjes. En ik 3 x 5!... x... vakjes =... vakjes. of... x... vakjes =... vakjes.... x... schroeven =... schroeven.... x... schroeven =... schroeven.... x... schroeven =... schroeven. of... x... schroeven =... schroeven. Reken uit. 5 x 2 =... 3 x 5 =... 3 x 7 = 21 dus 2 x 7 =... 4 x 2 =... 5 x 4 =... 9 x 8 = 72 dus 8 x 8 =... 6 x 2 =... 5 x 5 =... 7 x 6 = 42 dus 8 x 6 =... 7 x 2 =... 10 x 5 =... 3 x 9 = 27 dus 2 x 9 =... 2 x 7 =... 9 x 5 =... 10 x 4 = 40 dus 9 x 4 =... 2 Kleur net zo. Steeds 2 keersommen en het antwoord. 3 x 9 4 x 5 42 35 9 x 3 20 7 x 5 4 x 6 5 x 7 27 6 x 7 6 x 4 5 x 4 24 7 x 6 38

les 3 blok 8 3 Hoeveel? Reken uit. Ik heb 16 schroeven gebruikt. 43 16 27 30 33 43 Ik had er 43. 3 3 10 10 3 3 43 33 30 27 29 18 =... 53 36 =... 35... = 31 76 29 =... 50... = 17 61 59 =... 4 Reken uit. 56 19 =... 82 42 =... 32 29 =... 75 38 =... 60... = 25 91 89 =... 52... = 9 65 48 =... 43 26 =... 70 52 =... 5 Bedenk zelf en reken uit. Neem steeds uit elke rij een getal. 65 47 19 83 92 35 28 53 45 17...... = 20...... = 30...... = 12...... = 2...... = 64 39

blok 8 les 4 1 Reken uit. 36 7 =... 54 15 =... 32 23 =... 43 27 =... 57 9 =... 72 14 =... 45 26 =... 52 49 =... 22 4 =... 93 15 =... 96 28 =... 94 36 =... 81 5 =... 75 17 =... 83 25 =... 61 59 =... 45 8 =... 86 18 =... 62 27 =... 75 38 =... 2 Hoe groot is de sprong terug? Teken de sprongen en vul in. 30 4 14 24 34 9 40 10 10 10 29 39 49 59 35 52 66 84 22 51 3 Bedenk zelf. Kies steeds uit elk hok een ander getal. 33 94 60 75 52 24 46 58 15 36...... = 18...... = 14...... = 17...... = 28...... = 37...... = 29...... = 58...... = 39 40

les 4 blok 8 4 Reken uit. 4 + 4 + 4 =... 3 + 3 + 3 + 3 + 3 =...... x... =...... x... =... en ook en ook 3 + 3 + 3 + 3 =... 5 + 5 + 5 =...... x... =...... x... =... 5 Kleur net zo. Reken uit. 2 x 4 =... 4 x 8 =... 3 x 4 =... 5 x 4 =... 10 x 4 =... 4 x 9 =... 8 x 4 =... 4 x 10 =... 4 x 1 =... 4 x 3 =... 1 x 4 =... 9 x 4 =... 4 x 5 =... 4 x 2 =... 6 Vul in en reken uit. + 6 +6 +6 +6 + 6 +6 + 7 + 7 +7 +7 +7 +7 0 30 0 35 5 x 6 =... 5 x 7 =... 4 x 6 =... 4 x 7 =... 6 x 6 =... 6 x 7 =... 7 Steeds 15 minder. Kleur en. 77 62 57 2 42 17 72 27 32 12 47 87 41

blok 8 les 5 1 Maak steeds 4 sommen. Gebruik de 3 getallen. 20 16 4 4 16... +... = 20... +... = 20 58 56 2... +... =...... +... =... 46 23 69... +... =...... +... =... 20... =......... =......... =... 20... =......... =......... =... 2 Vul in. 72 26 49 58 62 23 27 74 53 3 Reken uit en vul in. Kleur het antwoord. 26 46 36 37 27 19 + 17 =... 19 + 8 =... 63 17 =... 13 +... = 59 72 26 =... 100 74 =... 19 + 18 =... 81 55 =... 71 35 =... 53... = 26 90 64 =... 73 37 =... 42 15 =... 7 +... = 43 23 +... = 59 46... = 20 1 +... = 37 50... = 24 41 4 =... 50 13 =... 3 +... = 40 71... = 35 14 +... = 40 24 +... = 60 12 +... = 49 100 54 =... 12 + 14 =... 42

les 5 blok 8 4 Reken handig uit. 6 x 4 =... dus 4 x 6 =... dus 5 x 6 =... 3 x 8 =... dus 4 x 8 =... 9 x 4 =... dus 4 x 9 =... dus 3 x 9 =... 5 x 9 =... dus 4 x 9 =... 10 x 4 =... dus 4 x 10 =... dus 3 x 10 =... 2 x 9 =... dus 3 x 9 =... 5 Reken handig uit. 2 x 4 =... 2 x 5 =... 2 x 3 =... 2 x 2 =... 4 x 4 =... 4 x 5 =... 4 x 3 =... 4 x 2 =... 8 x 4 =... 8 x 5 =... 8 x 3 =... 8 x 2 =... 4 x 8 =... 5 x 8 =... 3 x 8 =... 2 x 8 =... 6 x 4 =... 10 x 5 =... 6 x 3 =... 10 x 2 =... 3 x 4 =... 5 x 5 =... 3 x 3 =... 5 x 2 =... 4 x 3 =... 20 x 5 =... 7 x 3 =... 20 x 2 =... 8 x 2 =... 11 x 5 =... 3 x 7 =... 11 x 2 =... 6 Reken uit. Vul in. 82... + 18 50 + 10 24 13 10 43

blok x8 les xx 6 1 Hoeveel minuten later of vroeger dan 10 uur? Vul in. Hoe laat is het opa? Het is... minuten...... minuten...... minuten...... minuten...... minuten... Welke klokken hebben dezelfde tijd? Vul het goede getal in. a b c a b c d e d 2:00 7:30 9:00 11:30 6:30 e 1 2 3 4 5 2 Welke klokken hebben dezelfde tijd? Vul het goede getal in. a b c d a 12:30 b 2:30 c 9:30 d 1:30 e 6:00 e 1 2 3 4 5 44

les 6 blok 8 3 Vul de open plaatsen in. voer 1 2 4 5 10 9 euro 5............... hokken 1...... 5...... konijnen 2 4 6... 20 12 moeder 1 3 6 9 10... jongen 10 30... 90... 50 4 Vul de open plaatsen in. voerbakje 1 2 4 8 konijnen 2......... voerbakje 1......... konijnen 2... 6 8 euro 5......... euro 5 10...... waterbakje 1 4...... konijnen 2... 10 16 euro 10......... waterbakje 1 5 7... konijnen 2......... euro 10...... 100 5 Bedenk zelf. Vul de open plaatsen in. dozen 1......... pakken stro 1......... euro 5......... euro 3......... 45

blok 8 les 7 1 Vul de open plaatsen in. konijnen 1 2 3 5 konijnen 1 2 3 5 euro 2......... euro 5......... hokken 1......... euro 10 20 50 100 hokken 1... 8... euro 5 20... 50 hokken 1 2...... koijnen 2... 6 8 hokken 1... 5... konijnen 5 10... 40 2 Vul de open plaatsen in. hokken 1 2 3 4 hokken 1 2 3 4 konijnen 2......... konijnen 5......... euro 5......... euro 10......... hokken 1 5 6... konijnen 2...... 20 euro 5......... hokken 1 5 6... konijnen 5......... euro 10...... 100 46

les 7 blok 8 3 Welke klokken hebben dezelfde tijd? Vul het goede getal in. a b c a b c d e d 12:00 5:00 8:00 11:00 2:00 e 1 2 3 4 5 4 Welke klokken geven dezelfde tijd aan? Vul het goede getal in. a b c a b c d e d 8:30 3:30 2:30 9:30 4:30 e 1 2 3 4 5 5 Welke tijd hoort erbij? Kleur. 7:30 8:30 6:30 12:10 10:00 11:00 3:30 2:30 6:15 6 Vul de open plaatsen in. hokken 2 3 5... latten 10...... 40 schroeven 20......... hokken 2 4 3... latten 6......... schroeven 8...... 40 47

blok x8 les xx 8 1 Hoeveel krijg je terug? Je koopt: Je betaalt: Je krijgt terug: 19 12... 7 9...... 5 4 Bedenk de som bij het verhaal. Reken uit. Opa koopt spullen voor 35. Hij betaalt 50. Hij krijgt... terug. Laura koopt hout voor 57. Ze heeft 2 briefjes van 50 euro. Ze houdt... over. Som:... Som:... 2 Bedenk de som bij het verhaal. Reken uit. Opa en Laura kopen voer en konijnen voor 31. Opa heeft 65. Hij houdt... over. Laura koopt verf voor 16. Ze heeft 45. Ze houdt... over. Som:... Som:... Opa koopt een boor voor 79. Hij geeft 2 briefjes van 50 euro. Hij krijgt... terug. Laura koopt een speeltent voor 39. Ze heeft 42. Ze houdt... over. Som:... Som:... 48

les 8 blok 8 3 Vul in. ma di wo do vr za zo 1 2 3 4 5 6 april 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 Voer kopen. Laura jarig. Oma oppas. Oma oppas. zo ma di wo do vr za 2 1 Opa jarig. 9 8 7 6 5 3 4 15 16 10 11 12 13 14 23 22 mei 17 18 19 20 21 30 29 28 24 25 26 27 2 minuten stil. 31 Tandarts. Laura s middags vrij. Elke zaterdag in april maakt Laura het hok schoon. Dat is op... april. Laura is soms op vrijdagmiddag vrij. Dat is op... april en op... mei. Op welke dag haalt Laura voer? Op... Op welke dagen past oma op? Op... 4 Vul in. Kijk bij opgave 3. Op welke dag is iedereen 2 minuten stil? Op... Wanneer moet Laura naar de tandarts? Op... Op welke dag valt 13 april? Op... Op welke dag valt 13 mei? Op... Opa is op 8 mei jarig. Welke datum was het een week eerder? Het was... Op welke dag valt 1 juni? Op een... 5 April of mei? Kijk bij opgave 3. Vul in. De tweede woensdag is op 14...... heeft drie hele weken.... heeft 5 vrijdagen.... heeft 31 dagen. 49

blok 8 les 9 1 Vul in. januari ma 4 11 18 25 di 5 12 19 26 wo 6 13 20 27 do 7 14 21 28 vr 1 8 15 22 29 za 2 9 16 23 30 zo 3 10 17 24 31 februari ma 1 8 15 22 di 2 9 16 23 wo 3 10 17 24 do 4 11 18 25 vr 5 12 19 26 za 6 13 20 27 zo 7 14 21 28 maart ma 1 8 15 22 29 di 2 9 16 23 30 wo 3 10 17 24 31 do 4 11 18 25 vr 5 12 19 26 za 6 13 20 27 zo 7 14 21 28 april ma 5 12 19 26 di 6 13 20 27 wo 7 14 21 28 do 1 8 15 22 29 vr 2 9 16 23 30 za 3 10 17 24 zo 4 11 18 25 Hoeveel dagen heeft januari?... dagen. Welke maand heeft het minst aantal dagen?... Hoeveel donderdagen heeft januari?... donderdagen. Hoeveel donderdagen heeft april?... donderdagen. Het is zaterdag 30 januari. Overmorgen is het...dag... Het is dinsdag 2 februari. Eergisteren was het...dag... Het is vrijdag 29 januari. Over precies een week is het...dag... Op welke dag viel oudjaar?...dag. Het is 30 januari. Over 2 weken is Ila jarig. Dat is op...dag... 2 Maak de kalenders af. 3 mei juni 14 wo zo 50

les 9 blok 8 3 Zoek bij ieder verhaal de goede som. Trek een lijn. Ik koop hout voor 21. Ik betaal met 30. Hoeveel krijg ik terug? Ik heb 42. Ik koop een boor voor 40. Hoeveel houd ik over? Ik heb 51. Ik koop 2 hokken voor 20. Hoeveel houd ik over? 51 20 20 15 30 21 30 + 21 20 + 15 42 40 Ik koop een zaag voor 30. Ik koop een hamer voor 21. Hoeveel betaal ik? Ik koop een hok voor 15. Ik betaal met 20. Hoeveel krijg ik terug? Ik koop witte konijnen voor 15. Ik koop zwarte konijnen voor 20. Hoeveel betaal ik? 4 Bedenk de som bij het verhaal. Reken uit. Lars koopt hout voor 14. Hij betaalt met 20. Hoeveel krijgt hij terug? Rixt heeft 45. Zij koopt een konijn voor 18. Hoeveel geld houdt ze over? Timur heeft 92. Hij koopt een boor voor 79. Hoeveel geld houdt hij over?......... Som:... Som:... Som:... 5 Wanneer zijn ze jarig? Kijk bij opgave 1. Maria is jarig in een maand met 30 dagen. Ze is jarig op de dag vóór de dag met de meeste letters. Het getal zit niet in de tafel van 3. De datum is een getal uit de tafel van 4. Maria is jarig op... Kick is jarig in de 3e maand van het jaar. Hij is jarig in een weekend. De datum is een getal uit de tafel van 4. Het getal zit ook in de tafel van 5. Kick is jarig op... 51

blok 8 les 10 1 Vul de open plaatsen in. weken 1 3 2 4 hokken schoon 5......... weken 1 2...... hokken schoon 2...... 18 verdiend 10......... verdiend 5... 20... Damian Per week maak ik 5 hokken schoon. Ik verdien iedere week 10 euro. Hoeveel hokken maakt Damian in februari schoon? Per week maak ik 2 hokken schoon. Ik verdien iedere week 5 euro. Lieke Hoeveel hokken maakt Lieke in februari schoon?... hokken.... hokken. Hoeveel verdient hij in februari? Hoeveel verdient ze in februari?...... 2 Vul de open plaatsen in. Per maand krijg ik 4 euro zakgeld. Ik spaar iedere maand 2 euro. Een konijn kost 16. Hoeveel weken moet ik sparen? Per dag gebruik ik 2 latten en 5 schroeven. In een pot zitten 40 schroeven. Hoeveel latten kan ik vastschroeven? Ruben Noa maand 1 2 3 4 8 dagen 1 2 4 5 8 zakgeld............... latten............... sparen............... schroeven............... Ruben moet... weken sparen. Noa kan... latten schroeven. 52

les 10 blok 8 3 Zoek bij ieder verhaal 2 bonnen. Kleur net zo. Ik koop een zaag voor 25. En hout voor 17. Hoeveel is het samen? Bon 2:30 te betalen 62 Ik heb 60. Ik koop schroeven voor 8. Hoeveel krijg ik terug? BON 3:30 terug 32 Ik koop een trap voor 68. Ik betaal met 100 euro. Hoeveel krijg ik terug? Bon 3:00 Te betalen 42 Ik koop een boor voor 28. En een zaag voor 34. Hoeveel is het samen? Bon 1:30 terug 52 4 Hoeveel spaart Thomas in 6 dagen? Gebruik de tabel. Thomas spaart in 6 dagen... euro. In 4 dagen maak ik 2 hokken schoon. Ik verdien dan 6 euro. Ik spaar daarvan 2 euro. Hoeveel spaar ik in 6 dagen? dagen 4... 6 hokken......... verdiend......... sparen......... Thomas 53

blok x8 les xx 11 1 Van welke uitslag kun je het dichte doosje maken? Van uitslag.... a b c d e f 2 Wordt het een kubus? Gebruik het kopieerblad. Knip alle uitslagen uit. Uitslag Heeft het 6 vlakken? Heeft het even lange zijden? Is het een dicht doosje? Is het een kubus? a ja ja nee nee b c d e f Was je antwoord bij opgave 1 goed?... 54

les 11 blok 8 3 Gebruik het kopieerblad. Teken de bouwplaat van de kubus. Teken de plakstroken 1 cm breed. 4 Maak de kubus. Knip de bouwplaat van opgave 3 uit. Vouw precies. Plak hem in elkaar. Had je goed gemeten en getekend?... 55

blok x8 les xx 13 1 Reken uit. Kleur de som die je moeilijk vindt. 6 + 59 =... 26 + 26 =... 31 + 37 =... 26 + 45 =... 9 + 44 =... 37 + 37 =... 24 + 63 =... 33 + 28 =... 8 + 78 =... 49 + 49 =... 16 + 72 =... 49 + 36 =... 5 + 29 =... 18 + 18 =... 56 + 41 =... 24 + 59 =... 2 Reken uit. Kleur de som die je moeilijk vindt. 80 26 =... 68 34 =... 54 39 =... 90 49 =... 76 38 =... 66 27 =... 70 63 =... 26 13 =... 34 19 =... 79 72 =... 68 59 =... 46 44 =... 72 68 =... 63 61 =... 43 39 =... 56

les 13 blok 8 3 Vul de open plaatsen in. schilderijen 1 3 10 11 schroeven 2 14 18 10 bladzijden 1 2 4 8 7 regels 2 12 foto s 5 stickers 10 50 4 Streep de foute antwoorden door. De laatste dag van mei is donderdag / vrijdag. De eerste vakantiedag is een maandag / dinsdag. Oma is op dinsdag / woensdag jarig. 6 mei valt op een zondag / zaterdag. Loek is op dinsdag 8 / woensdag 8 mei jarig. De dag vóór spelletjesdag is op 22 / 20 mei. Mei heeft 30 / 31 dagen. De laatste vakantiedag is zaterdag 6 mei / zondag 6 mei. mei ma 7 14 21 28 di 1 8 15 22 29 wo 2 9 16 23 30 do 3 10 17 24 31 vr 4 11 18 25 za 5 12 19 26 zo 6 13 20 27 Kijk hierboven. Trek een lijn naar de goede dag. 7 mei 30 mei 1 mei 27 mei 19 mei 10 mei 11 mei zondag maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag 57

puntblad les x, x en1 x blok 8 bij les 1 en 2 1 Hoeveel samen? Reken uit. 52 + 7 =... 39 + 26 =... Ik ben 52. Ik ben 7. 38 + 11 =... 38 + 35 =... 16 + 22 =... 78 + 15 =... 45 + 35 =... 56 + 38 =... 2 Maak zelf optelsommen en reken uit. Gebruik elk getal maar 1 keer. 57 48 19 62 13 33 56 30 18 35 3 Optelspel. 23 + 14 49 + 5 77 + 6 Speler a Start Speler b 34 + 13 57 + 7 14 + 19 29 + 3 35 + 17 66 + 18 16 + 19 41 + 29 73 + 18 65 + 27 44 + 3548 + 25 71 + 19 62 + 29 46 + 28 Kies een startplaats: a of b. Zet je pion op start. Gooi om de beurt de steen. Speler a loopt alleen bij 1 of 4 stippen. Speler b alleen bij 2 of 3 stippen. Bijvoorbeeld: gooit speler a 1 stip, dan gaat hij 1 vakje vooruit. Gooit speler a 2, 3, 5 of 6 stippen? Dan wisselt de beurt. Kom je op een som, reken deze dan uit. Vinden jullie dit antwoord samen goed? Ga dan 1 vakje vooruit en gooi opnieuw. Is het antwoord fout? Blijf dan staan. De ander is aan de beurt. Wie is het eerst bij het einde? 32 + 18 66 + 15 65 + 34 54 + 27 68 + 15 81 + 19 52 + 29 63 + 8 43 + 9 32 + 48 33 + 47 einde einde 56 + 38 Speel het spel nog eens. Wissel van startplaats. 58

plusblad 1 bij les 1 en 2 blok 8 1 Reken uit. 61 + 25 =... 68 + 19 =... 26 + 65 =... 43 + 28 =... 14 + 42 =... 43 + 27 =... 37 + 24 =... 49 + 48 =... 27 + 31 =... 78 + 12 =... 12 + 68 =... 55 + 0 =... 73 + 26 =... 59 + 34 =... 26 + 66 =... 33 + 33 =... 2 Zoek de woorden. Van links naar rechts. Dit weet je: 62 = b 41 = e 56 = k 51 = l 65 = n 95 = o 72 = p 89 = r 74 = s 45 = t 97 = u 85 = w 39 + 56 59 + 13 23 + 22 17 + 24 26 + 25 32 + 19 28 + 13 37 + 28 36 + 36 29 + 22 51 + 46 28 + 46 51 + 21 49 + 48 39 + 26 19 + 26 63 + 22 33 + 8 56 + 33 27 + 29 28 + 34 77 + 18 27 + 14 17 + 39 Antwoord:... 3 Maak 5 sommen. Gooi met de steen. Gooi je bijvoorbeeld 3? Maak een groepje van 3 getallen die samen 50 zijn. Gooi je 6? Doe het dan met 6 getallen. Op de steen doet 1 niet mee. Ben je klaar? Maak dan 5 sommen met getallen die samen 100 zijn. 4 5 10 40 35 25 5 20 100 3 23 15 43 45 7 30 27 28 32 45 12 18 34 17 28 2 8 52 50 12 26 59

puntblad les x, x en2 x blok 8 bij les 3 en 4 1 Reken uit. 39 26 =... 64 25 =... 93 52 =... 95 25 =... 96 21 =... 53 18 =... 87 29 =... 63 36 =... 70 17 =... 81 19 =... 58 29 =... 49 28 =... 2 Aftrekspel. 46 28 63 8 48 32 Speler a Start Speler b 47 33 43 9 62 29 56 38 71 19 81 19 52 29 48 2544 35 65 27 73 18 41 29 35 17 19 14 49 5 Kies een startplaats: a of b. Zet je pion op start. Gooi om de beurt de steen. Speler a loopt alleen bij 1 of 4 stippen. Speler b alleen bij 2 of 3 stippen. Bijvoorbeeld: gooit speler a 1 stip, dan gaat hij 1 vakje vooruit. Gooit speler a 2, 3, 5 of 6 stippen? Dan wisselt de beurt. Kom je op een som, reken deze dan uit. Vinden jullie dit antwoord samen goed? Ga dan 1 vakje vooruit en gooi opnieuw. Is het antwoord fout? Blijf dan staan. De ander is aan de beurt. Wie is eerst bij het einde? 68 15 54 27 65 34 66 15 32 13 66 18 19 16 76 7 77 6 23 14 24 13 einde einde 29 3 Speel het spel nog eens. Wissel van startplaats. 60

plusblad 2 bij les 3 en 4 blok 8 1 Reken uit. in 55 uit in 48 uit in 37 uit 95 73 84 76 56 75 68 68 53 89 92 48 2 Reken eerst uit. Vul dan in. 1 2 3 4 1 72 18 =... 3 65 18 =... 2 82 37 =... 4 91 19 =... 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 5 80 29 =... 7 52 29 =... 10 99 24 =... 13 86 38 =... 15 79 51 =... 17 58 43 =... 6 43 26 =... 8 71 36 =... 9 75 11 =... 11 86 34 =... 14 100 19 =... 16 91 8 =... 19 71 34 =... 18 76 20 =... 21 90 27 =... 20 93 17 =... 3 Reken uit. Vul in. 62 + 19 25 29 + 33 + 39... Bedenk zelf. 57 +...... 28 +... +... 100 61

puntblad les x, x en3 x blok 8 bij les 6 en 7 1 Vul de open plaatsen in. zakken voer 1 2 3 5 voerbakjes 1... 5 10 euro 3......... euro 2 4...... pakken stro 1...... 5 waterflessen 2 4 1 5 euro 4 8 16... euro 2......... 2 Vul de open plaatsen in. hamers 1 2 3 5 zagen 1... 5... pakken 1......... euro 11......... pakken 2 4...... euro 20...... 60 knijptangen 1 3...... schroevendraaiers 3... 12... euro 12...... 72 3 Reken uit. Vul zelf de tabel in. Opa drinkt per dag 3 koppen koffie en 2 koppen thee. dagen 1......... koffie............ thee............ In 1 week drinkt opa in totaal In 15 dagen drinkt hij In een maand van 30 dagen... koppen.... koppen. drinkt hij... koppen. 62

plusblad 3 bij les 6 en 7 blok 8 1 Kijk naar de plaatjes. Vul de open plaatsen in. Mmm! schaaltjes 1 2... 4 5... ijsbolletjes...... 12...... 40 wafels.................. stokjes 1......... 9... kaas......... 20... 44 ui... 6 20......... 2 Reken uit. Vul zelf de tabel in. Laura viert haar verjaardag. Opa zet 5 tafels klaar. Op elke tafel komen 5 borden en 8 glazen. In totaal zet opa... borden en... glazen neer. Op elke tafel staan 4 schaaltjes met nootjes. En ook 3 schaaltjes chips en 4 schaaltjes popcorn. En ook nog 12 pakjes fris. Hoeveel heeft hij van alles nodig?... schaaltjes nootjes... schaaltjes chips... schaaltjes popcorn... pakjes fris tafels............... borden............... glazen............... 3 Bedenk zelf zo n verhaaltje. Teken er een lege tabel bij. Laat een ander kind die tabel invullen. tafels............... schaaltjes nootjes............... schaaltjes chips............... schaaltjes popcorn............... pakjes fris............... 63

puntblad les x, x en4 x blok 8 bij les 8 en 9 1 Kijk op de kalender bij opgave 2. Vul in. Er zijn... zaterdagen in januari. Februari duurt precies... weken. 1 februari is op een... dag, 28 februari is op een... dag. 11 maart is op een... dag. De eerste vrijdag in juni is... juni. De laatste dag van het jaar is... dag 31 december. 7 november is op een... dag. De eerste woensdag in augustus is op... augustus. De zondagen in juli zijn op...,...,...,... juli. De tweede week in november begint op maandag... november. 2 Wat is waar? Kleur groen. Van 20 januari tot 10 februari is 4 weken. januari ma 5 12 19 26 di 6 13 20 27 wo 7 14 21 28 do 1 8 15 22 29 vr 2 9 16 23 30 za 3 10 17 24 31 zo 4 11 18 25 Februari duurt precies 4 hele weken. februari ma 2 9 16 23 di 3 10 17 24 wo 4 11 18 25 do 5 12 19 26 vr 6 13 20 27 za 7 14 21 28 zo 1 8 15 22 Een week na 28 februari is het 5 maart. maart ma 2 9 16 23 30 di 3 10 17 24 31 wo 4 11 18 25 do 5 12 19 26 vr 6 13 20 27 za 7 14 21 28 zo 1 8 15 22 29 april ma 6 13 20 27 di 7 14 21 28 wo 1 8 15 22 29 do 2 9 16 23 30 vr 3 10 17 24 za 4 11 18 25 zo 5 12 19 26 1 april is de eerste woensdag in april. 12 april valt op zaterdag. Mei heeft precies 5 hele weken. mei ma 4 11 18 25 di 5 12 19 26 wo 6 13 20 27 do 7 14 21 28 vr 1 8 15 22 29 za 2 9 16 23 30 zo 3 10 17 24 31 september ma 7 14 21 28 di 1 8 15 22 29 wo 2 9 16 23 30 do 3 10 17 24 vr 4 11 18 25 za 5 12 19 26 zo 6 13 20 27 juni ma 1 8 15 22 29 di 2 9 16 23 30 wo 3 10 17 24 do 4 11 18 25 vr 5 12 19 26 za 6 13 20 27 zo 7 14 21 28 oktober ma 5 12 19 26 di 6 13 20 27 wo 7 14 21 28 do 1 8 15 22 29 vr 2 9 16 23 30 za 3 10 17 24 31 zo 4 11 18 25 juli ma 6 13 20 27 di 7 14 21 28 wo 1 8 15 22 29 do 2 9 16 23 30 vr 3 10 17 24 31 za 4 11 18 25 zo 5 12 19 26 november ma 2 9 16 23 30 di 3 10 17 24 wo 4 11 18 25 do 5 12 19 26 vr 6 13 20 27 za 7 14 21 28 zo 1 8 15 22 29 augustus ma 3 10 17 24 31 di 4 11 18 25 wo 5 12 19 26 do 6 13 20 27 vr 7 14 21 28 za 1 8 15 22 29 zo 2 9 16 23 30 december ma 7 14 21 28 di 1 8 15 22 29 wo 2 9 16 23 30 do 3 10 17 24 31 vr 4 11 18 25 za 5 12 19 26 zo 6 13 20 27 21 mei valt op een zondag. Juni heeft 5 zaterdagen. 26 september is een zondag. Van 20 november tot 25 december is 5 weken. 64

plusblad 4 bij les 8 en 9 blok 8 1 Welke maand is het? Zoek het uit met de zinnen hieronder. Vul in. januari ma 5 12 19 26 di 6 13 20 27 wo 7 14 21 28 do 1 8 15 22 29 vr 2 9 16 23 30 za 3 10 17 24 31 zo 4 11 18 25 februari ma 2 9 16 23 di 3 10 17 24 wo 4 11 18 25 do 5 12 19 26 vr 6 13 20 27 za 7 14 21 28 zo 1 8 15 22 maart ma 2 9 16 23 30 di 3 10 17 24 31 wo 4 11 18 25 do 5 12 19 26 vr 6 13 20 27 za 7 14 21 28 zo 1 8 15 22 29 april ma 6 13 20 27 di 7 14 21 28 wo 1 8 15 22 29 do 2 9 16 23 30 vr 3 10 17 24 za 4 11 18 25 zo 5 12 19 26 mei ma 4 11 18 25 di 5 12 19 26 wo 6 13 20 27 do 7 14 21 28 vr 1 8 15 22 29 za 2 9 16 23 30 zo 3 10 17 24 31 juni ma 1 8 15 22 29 di 2 9 16 23 30 wo 3 10 17 24 do 4 11 18 25 vr 5 12 19 26 za 6 13 20 27 zo 7 14 21 28 juli ma 6 13 20 27 di 7 14 21 28 wo 1 8 15 22 29 do 2 9 16 23 30 vr 3 10 17 24 31 za 4 11 18 25 zo 5 12 19 26 augustus ma 3 10 17 24 31 di 4 11 18 25 wo 5 12 19 26 do 6 13 20 27 vr 7 14 21 28 za 1 8 15 22 29 zo 2 9 16 23 30 september ma 7 14 21 28 di 1 8 15 22 29 wo 2 9 16 23 30 do 3 10 17 24 vr 4 11 18 25 za 5 12 19 26 zo 6 13 20 27 oktober ma 5 12 19 26 di 6 13 20 27 wo 7 14 21 28 do 1 8 15 22 29 vr 2 9 16 23 30 za 3 10 17 24 31 zo 4 11 18 25 november ma 2 9 16 23 30 di 3 10 17 24 wo 4 11 18 25 do 5 12 19 26 vr 6 13 20 27 za 7 14 21 28 zo 1 8 15 22 29 december ma 7 14 21 28 di 1 8 15 22 29 wo 2 9 16 23 30 do 3 10 17 24 31 vr 4 11 18 25 za 5 12 19 26 zo 6 13 20 27 In deze maand valt de vierde op een donderdag.... In deze eerste maand valt de zaterdag op 17... In deze maand is het zondag 17... In de tiende maand valt de laatste donderdag op 29... In deze maand is het vrijdag 31... 4, 11, 18 en 25 zijn vrijdagen in deze maand met 31 dagen.... Van elke dag van de week zijn er 4 in deze maand.... Er zijn 5 zondagen in deze maand van 31 dagen; de eerste zondag valt op 1... In deze maand van 30 dagen zitten 5 zondagen en 5 maandagen.... De laatste dag van deze maand is donderdag 30... De eerste dag van deze maand is een zaterdag, de laatste dag is een maandag.... De eerste dag van deze maand is een dinsdag, de laatste dag is een woensdag.... 65

start blok 75 Oefenen les 3 Let op de sprong. Maak de rij af. 2-4 -... -... -... -... -... -... -... -...-... -... 0-5 -... -... -... -... -... -... -... -... -... -... Splitsen maar. 15 17 20 15 14 20 4...... 8 0... 9... 6... 7... 5... 5... 3... 2... 8...... 8... 6 4...... 4 9... 4... 6... 8...... 9 5...... 4 7...... 3 7... 7... 6...... 12 3... 4...... 3 6...... 7 14... 5...... 9 Vul in. + 10 30 20 40 60 50 3 13 23 + 4 3 7 6 25 33 46 51 67 66

oefenen blok 7 les 6 Reken uit. Doe het snel. 6 + 5 =... 8 + 4 =... 9 + 3 =... 8 + 2 =... 8 + 7 =... 9 + 5 =... 8 + 4 =... 7 + 7 =... 9 + 3 =... 7 + 8 =... 6 + 7 =... 8 + 6 =... 7 + 9 =... 6 + 8 =... 8 + 5 =... 9 + 7 =... 7 + 6 =... 12 7 =... 12 5 =... 1, 2, 3, 4 6 + 6 =... 15 8 =... 11 3 =... 9 + 4 =... 16 9 =... 13 4 =... 8 + 5 =... 17 8 =... 14 7 =... 9 3 =... 8 3 =... 5 3 =... 7 4 =... 9 8 =... 9 6 =... 9 8 =... 7 5 =... 8 5 =... 8 5 =... 10 3 =... 6 4 =... les 8 Reken uit. Doe het handig. 10 + 4 =... 13 + 5 =... 11 + 7 =... 12 + 8 =... 20 + 4 =... 23 + 5 =... 21 + 7 =... 22 + 8 =... 30 + 4 =... 43 + 6 =... 31 + 7 =... 32 + 8 =... 40 + 4 =... 53 + 6 =... 41 + 8 =... 42 + 9 =... 50 + 4 =... 63 + 7 =... 51 + 8 =... 52 + 9 =... 60 + 4 =... 73 + 7 =... 61 + 8 =... 62 + 9 =... 67

start blok 7blok oefenen les 11 Kleur de bouwplaten in een mooi patroon. 1 Gebruik twee kleuren. 2 Gebruik vier kleuren. 3 Gebruik drie kleuren. 4 Gebruik vijf kleuren. Kleur de hoedjes. Gebruik dezelfde patronen als hierboven. 1 2 3 4 68

les 3 Zoek de sprong en maak de rij af. oefenen 8 20-30 -... -... -... -... -... -... -... -... -... -... 0-2 - 4 -... -... -... -... -... -... -... -... -... -... 55-50 -... -... -... -... -... -... -... -... -... -... 42-40 -... -... -... -... -... -... -... -... -... -... Vul in. + 10 7 11 8 7 6 12 9 8 5 14 15 4 6 7 8 9 19 17 15 13 18 69

blok 8 oefenen les 6 Reken uit. Doe het snel. 3 + 9 =... 4 + 9 =... 7 + 7 =... 9 + 0 =... 7 + 4 =... 9 + 5 =... 5 + 9 =... 2 + 9 =... 6 + 7 =... 9 + 9 =... 8 + 7 =... 9 + 3 =... 8 + 6 =... 3 + 8 =... 7 + 8 =... 5 + 8 =... 5 + 9 =... 16 9 =... 6 + 5 =... 12 3 =... 9 + 4 =... 16 7 =... 6 + 5 =... 11 6 =... 11 3 =... 12 5 =... 16 8 =... 15 8 =... 11 8 =... 11 5 =... 19 9 =... 15 6 =... 14 9 =... 13 5 =... 15 8 =... 18 9 =... 15 7 =... 14 8 =... 12 7 =... 16 5 =... les 8 Reken uit. Doe het handig en snel. 9 6 =... 8 3 =... 7 4 =... 9 2 =... 19 6 =... 18 3 =... 17 4 =... 19 2 =... 29 6 =... 28 3 =... 27 4 =... 29 2 =... 39 16 =... 38 13 =... 37 14 =... 39 12 =... 49 26 =... 48 23 =... 47 24 =... 49 22 =... 70 70

oefenen blok 8 les 11 De bouwplaten bij de doosjes a, b en c zijn niet af. Waar moet je knippen? Kleur die lijntjes rood. Waar moet je vouwen? Kleur de vouwlijntjes groen. Welke vlakjes zijn de plakstrookjes? Kleur die vlakjes blauw. a b c 71