LERAAR LAGER ONDERWIJS STAGEGIDS ATELIER EN STAGE 1 SEMESTER 2 ACADEMIEJAAR

Vergelijkbare documenten
LERAAR LAGER ONDERWIJS STAGEGIDS ATELIER EN STAGE 1 SEMESTER 1 ACADEMIEJAAR

LERAAR LAGER ONDERWIJS STAGEGIDS ATELIER EN STAGE 2 ACADEMIEJAAR

LERAAR LAGER ONDERWIJS STAGEGIDS ATELIER EN STAGE 2 SEMESTER 2 ACADEMIEJAAR

Deze stageperiode start met een aantal observatie- en participatiedagen in de stageschool en enkele stagevoorbereidingsdagen op de hogeschool.

Stage eerste Leerjaar

SPECIFIEKE INFO PRAKTIJK 1 BaLO

Wat we minimaal verwachten van een student uit 1 BaKO - 1 BaLO: Eerste stappen in stiel leren

Info praktijk 2 BaLO Academiejaar

SPECIFIEKE INFO PRAKTIJK 1 BaLO

Stage Eerste Leerjaar

Stageconcept en -planning

STAGEGIDS ALGEMEEN ACADEMIEJAAR

Mentorenvorming 2 BaKO 22 oktober 2018

Keuzestage - BAKO - Wat verwachten we van de student?

STAGEOPDRACHT Praktijk SOV Dagonderwijs Afstandsleren (AL)

GROEIDOSSIER Praktijk SOV

WERKPLEKLEREN OPLEIDINGSFASE 3 ACADEMIEJAAR Geachte stagementor, vakmentor(en)

PARTICIPEREND OBSERVEREN. 20/09 NM, 21/09 VM (i.f.v. module 1 ste BEGELEIDING EN FEEDBACK MENTOR BEGELEIDING EN EVALUATIE HOGESCHOOL

MENTOROVERLEG. 24 & 25 januari 2019

Mentor on the Move. 2 oktober 2015

ECTS-fiche. Specifieke lerarenopleiding Praktijk verdieping en integratie

Betreft: Praktijk 3 de jaar Bachelor Lager Onderwijs. Beste mentor

MICROTEACHING: een kort lesfragment door een student gegeven aan medestudenten.

kempelscan K1-fase Eerste semester

* schrappen wat niet past

ECTS-fiche. Specifieke lerarenopleiding Praktijk oriëntatie

Stageconcepten. Stage 1 ste jaar - Studenten eerste opleidingsfase

Mentorenoverleg 1 BALO (30/01/2019)

GROEIDOSSIER Praktijk SOV

PRAKTIJK 2 DOORGROEISTAGE STAGEOPDRACHT

Stageconcepten. Stage 1 ste jaar - Studenten eerste opleidingsfase

Betreft: Praktijk 2 de jaar Bachelor Lager Onderwijs Hasselt, 18 september 2017

Zelfstandige stage. Situering. Wat verwachten we van de student? Leraar Lager Onderwijs Thomas More Mechelen

Uitwisseling zal steeds gebeuren na overleg tussen docenten, stagebegeleiders, verantwoordelijken SLO van de instellingen.

Basisstage A (semester 2) Datum Begeleidingsmoment in functie van Begeleiding door Duur Wat doet de student? Waaraan wordt gewerkt?

Didactische Competentie Stage SLO. Infomoment stage 1 december 2017

DIDACTISCHE COMPETENTIE STAGE SLO. Infomoment stage 30 november 2018

SEM 1. SEM 2 14/03-15/03 : 6 lessen (+ aanvragen opdrachten) BEGELEIDING EN FEEDBACK MENTOR BEGELEIDING EN EVALUATIE HOGESCHOOL

Verantwoordelijke opleidingsonderdeel: Gretel Van Heukelom

Beste collega. Stages. Observatiestage

Wiskunde als tweede vakdidactiek opnemen

Mentorenoverleg 1 BaKO SEMESTER februari 2019

Didactische Competentie Stage SLO. Infomoment stage 27 mei 2016

Begeleidingsdocument

Naam student: School: Praktijk fase 1- Attitudes mentor. Mentor(en): Leeftijd kleuters: Maandagen observeren en participeren 2015

Begin je (les)activiteit met een korte observatie aan de hand van onderstaande vragen:

Teamteaching Sem II - 2 BaLO

De competenties die prioritair aan bod komen tijdens dit opleidingsonderdeel zijn:

Onderzoeksvraag co-teaching

GROEIDOSSIER PRAKTIJK 2 DOORGROEISTAGE

Verantwoordelijke opleidingsonderdeel

Werkgroep portfolio & coaching. portfolio handleiding

Beste collega. Stages

De ROWF organiseert al vanaf het begin van de opleidingsschool onderdelen vanuit het generieke programma van de HvA Les op Locatie.

lerarenopleiding Brabant Diest Heverlee Opleidingsfase naam student:

Aan het einde van het tweede semester vier werkdagen voor het driehoeksgesprek in mei of juni.

Specifieke lerarenopleiding ECTS-fiches. ECTS-Fiche Vakdidactische oefeningen 1 Code: Academiejaar: Aantal studiepunten: 6

Informatiebulletin voor studenten Bijlage 3

OBSERVATIEVERSLAG STAGE

Lesvoorbereidingsmodel

Interpersoonlijk competent

STAGE WERKPLAN ACADEMIE VOOR BEELDENDE VORMING

Samen beoordelen van deeltijdstudenten Bijlage 9

10 oktober samen met MENTOREN

VERWACHTE VOORKENNIS De student neemt een kritisch reflectieve en onderzoekende houding aan.

Mentorenvorming BaLO Diest: 10/10/2017

Didactische competentie oefenlessen. A. Algemeen. Theorie Praktijk X Semester 1 Semester 2 Semester 3 X Semester 4

Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven Bron: Didactisch model van Gelder. Student(e) Klas Stageschool Plaats

STAGEOPDRACHT S/PROCESGERICHT WERKEN: WERELDORIËNTATIE EN WISKUNDIGE INITIATIE EN S/PROCESGERICHT WERKEN: BEWEGING

kempelscan P2-fase Studentversie

Stageconcept en -planning

Wegwijzer groeistages

3 oktober samen met MENTOREN

Didactische competentie oefenlessen. A. Algemeen. Theorie Praktijk X Semester 1 Semester 2 Semester 3 X Semester 4

Tijdens dit proces wordt ook overlegd met de leerling en ouders in kwestie.

Leerdoelen en succescriteria in de wiskundelessen.

Nieuwsbrief. Interactieve werkvormen in de klaspraktijk. Onderzoeksresultaten en tips voor de praktijk

STAGEVOORBEREIDING PXL HEALTHCARE PROFESSIONELE BACHELOR IN DE VERPLEEGKUNDE

Beschrijving Basiskwalificatie onderwijs

Aanvulling stage 1.2 (februari - mei)

PRAKTIJK 3 AFSTUDEERSTAGE STAGEOPDRACHT semester 6

BaLO welkom

BEOORDELING STAGE DOOR DE VAKMENTOR

pedagogie van het jonge kind PJK: Opvoeding en Coaching

Klas: Stageklas: tweede leerjaar. Samen school maken Ankerscholen en Lerarenopleiding LO in Synergie met Accent op ieders talent

PRAKTIJK 3 AFSTUDEERSTAGE GROEIDOSSIER semester 6

GROEIDOSSIER PRAKTIJK 2 DOORGROEISTAGE

Sterkte-Zwakte Analyse

STAGEDAGBOEK KT fase (Pabo 2) e semester

VAARDIGHEIDSTRAINING 3

BEGELEIDING EN FEEDBACK MENTOR BEGELEIDING EN EVALUATIE HOGESCHOOL

Stageconcepten BAKOA (avond- en weekendopleiding)

Box 4: Evaluatie HGW in het handelen van de student tijdens stage

Beoordeling werkplekleren jaar 2 DEELTIJD

Praktijk deel 1. Bachelor in het onderwijs secundair onderwijs Academiejaar Thomas More Lerarenopleiding Kempen campus Vorselaar

Handleiding Plannen van Zorg BBL-CombiCare Gehandicaptenzorg Verzorgende-IG/Medewerker Maatschappelijke Zorg

TOELICHTING BEGELEIDINGS- EN EVALUATIEFORMULIER Schoolstage

ONDERWIJSKUNDE 1 en de PRAKTIJK - semester 1 Opdracht de lesvoorbereiding

Overzicht Aanmaken van een account... 2 Tijdens de stage... 3 Doelevaluatie invullen... 4 Stagebeoordeling invullen... 5 Stage afronden...

OPO Opvoedkundige wetenschappen 3 OLA Agogische vaardigheden 3 - CAM

Transcriptie:

LERAAR LAGER ONDERWIJS STAGEGIDS ATELIER EN STAGE 1 SEMESTER 2 ACADEMIEJAAR 2018 2019 Lerarenopleiding Mechelen Campus Kruidtuin Lange Ridderstraat 44 2800 Mechelen Leraar lager onderwijs stagegids atelier en stage 1 semester 2 academiejaar 2018-2019 1

1. Stageconcept en opzet Binnen ons nieuw curriculum wensen wij de studenten onmiddellijk onder te dompelen in de praktijk en zoveel mogelijk te leren op de werkplek zelf. Observeren/participeren en kleine taken van de mentor overnemen wordt van bij de aanvang verwacht. Geleidelijk aan neemt de student samen met je stagepartner de volledige lesdag van de mentor over. De student krijgt kennis, vaardigheden en attitudes onder knie in eenvoudige (les)opdrachten ingeoefend op de hogeschool en in eenvoudige lessen begeleid door mentor, stagepartner en/of stagebegeleider: De studenten staan per twee in dezelfde klas. De studenten lopen het hele jaar stage in eenzelfde stageschool en dit bij voorkeur in het tweede, derde, vierde of vijfde leerjaar. We vragen aan de stageschool of de studenten doorheen het schooljaar minimum in 2 andere klassen activiteiten kunnen uitproberen. Vanaf de contractendag komen de studenten ongeveer 1 dag per week naar de stageschool (lintstage). De studenten proberen zelf een aantal eenvoudige werkvormen uit en oefenen zo een aantal deelvaardigheden in. Welke activiteiten worden overgenomen, gebeurt steeds in samenspraak met de mentor. Enkel de laatste 4 stagedagen in mei nemen de stagepartners samen de volledige lesdagen van de mentor over (blokstage). De studenten kunnen tijdens stagedagen steeds ingezet worden als extra ondersteuning van de mentor binnen de klas of school. Tijdens de lintstage komt de student zo goed als elke week een dag in de stageklas en stageschool en de dagen wisselen zodat hij/zij gedurende de periode op alle dagen van de week eens heeft meegedraaid in de school en in de klas. Tijdens de lintstage kan de student op eigen vraag of op vraag van de school/mentor ook in een andere klas een activiteit doen of ondersteunen. Op het einde van semester 2 nemen de stagepartners tijdens de blokstage samen de volledige dagen over in de stageklas. De planning is beschikbaar in bijlage. Op de hogeschool wordt het werkplekleren o.a. ondersteund door ateliers en bijeenkomsten van de stagegroep. Tijdens de ateliers zal de student input krijgen, activiteiten uitproberen en vaardigheden kunnen oefenen om mee aan de slag te gaan tijdens de stage op de stageschool. Met alle ervaringen en indrukken die hij/zij opdoet tijdens de stage komt hij/zij naar de stagegroep op de hogeschool waar in kleine groep en onder leiding van je stagebegeleider in gesprek gegaan wordt over bepaalde ervaringen, vragen, casussen, opdrachten, Atelier en stage 1 is een jaarvak van 9 studiepunten. Om verderop in het traject atelier en stage 2 op te nemen moet de student geslaagd zijn voor atelier en stage 1. Het is niet mogelijk om dit opleidingsonderdeel in tolerantie te zetten. Leraar lager onderwijs stagegids atelier en stage 1 semester 2 academiejaar 2018-2019 2

2. Focus Zoals beschreven in de stageleerlijn (in bijlage) ligt de focus binnen dit opleidingsonderdeel op volgende competenties, gegroepeerd per rol: Coach van zichzelf Leergierigheid Kritische ingesteldheid Initiatief en beslissingsvermogen Taalcompetenties Coach van leren en leven van kinderen Algemene beginsituatie Leerkrachtstijl Lesontwerp en realisatie Taalontwikkeling stimuleren Inspelen op onderwijsbehoeften: Opvangen tempoverschillen Coach van groepen Organisatie leef en werkklimaat Teamspeler Samenwerking Administratie In de leerlijn en het observatieformulier (zie bijlage) worden de competenties verder geconcretiseerd. 3. Atelier stagegroep stage 3.1. Atelier Ateliers zijn activiteiten op de hogeschool waar de student input krijgt, activiteiten uitprobeert en vaardigheden kan oefenen om mee aan de slag te gaan tijdens de stage op de stageschool. De ateliers worden gepland doorheen het semester. De algemene ateliers en werkateliers zijn verplicht omdat tijdens die ateliers o.a. de verplichte stageopdrachten meer invulling en toelichting krijgen, vaardigheden worden ingeoefend of ondersteuning wordt aangeboden bij het voorbereiden van lessen. Tijdens een werkatelier worden de studenten op basis van het leergebied en de lesdoelen die hij/zij meekreeg van de mentor ingedeeld in kleinere werkgroepen. Om deze werkgroepen samen te stellen geeft de student tijdig het leergebied en lesdoel voor zijn/haar les door via de link op Toledo. Deze deadline staat ook op de uitgebreide planning in bijlage. Onder begeleiding van een docent werkt de student tijdens het werkatelier de les al zo krachtig mogelijk uit. Als voorbereiding op het atelier zorgt de student dat hij over alle nodige documenten (handleiding, werkboek, ) Leraar lager onderwijs stagegids atelier en stage 1 semester 2 academiejaar 2018-2019 3

beschikt. Het is niet noodzakelijk maar de student mag als voorbereiding op het atelier ook al een eerste brainstorm maken wat dan tijdens het atelier verder kan worden uitgewerkt. Daarnaast worden er ook vrijblijvende ateliers en feedbackateliers geroosterd. De inhoud van de vrijblijvende ateliers wordt afgestemd op de noden die de stagebegeleiders bij hun studenten opmerken. Tijdens de feedbackateliers kunnen de studenten feedback krijgen op de voorbereidde lessen. Sommige feedbackateliers zijn verplicht, anderen zijn eerder facultatief. In de voorbeeldplanning werd duidelijk beschreven welke feedbackateliers verplicht zijn. Ateliers semester 2 TITEL Voorlezen en vertellen ZILL Expressie Omgekeerde lesvoorbereiding Werkateliers Consult leerprikkel Feedbackateliers ATELIERBEGELEIDER Hilde Van Oeteren Christel Truyts Maarten Dupont Anneleen Hermans Verschillende docenten Verschillende docenten Verschillende docenten Verschillende docenten De planning van de ateliers en het ondersteunend materiaal per atelier vindt de student op de digitale leeromgeving. 3.2. Stagegroep Een stagegroep is een groep van ongeveer 10 studenten die doorheen heel het jaar opgevolgd worden door eenzelfde stagebegeleider. Op geregelde tijdstippen komen deze studenten samen om concreet aan de slag te gaan met planning, stageopdrachten, feedback, problemen, vragen of casussen van op de werkvloer, onder begeleiding van de stagebegeleider. 3.3. Stage 3.3.1. Stageopdrachten semester 2 Vanaf de eerste stagedag terug in de stageklas zal de student participeren. De student kent de klas en de leerlingen ondertussen voldoende om meteen actief deel te nemen aan het klasgebeuren. De student neemt zelf initiatief om te participeren. Leraar lager onderwijs stagegids atelier en stage 1 semester 2 academiejaar 2018-2019 4

Tijdens de lintstage in semester 2 toont de student in het STAP aan dat hij/zij elke stagedag actief participeerde. Dit kan op verschillende manieren: samen met de mentor of stagepartner een les/lesfase/lesactiviteit voorbereiden en uitvoeren, het ontwerpen en begeleiden van een hoek in een hoekenwerk, ontwerpen en begeleiden van een muzische activiteit, de instructie geven van een reken- en/of taalles, etc. De student kan gebruikt maken van de participatiecirkels ter inspiratie. De student plant samen met de mentor en stagepartner elke stagedag ruim op voorhand. Minstens 5 dagen voor de stagedag plaatst hij/zij het persoonlijke stagerooster (STAP) van die dag in het digitaal stageportfolio waar de stagebegeleider het kan raadplegen. VERPLICHTE OPDRACHTEN LINTSTAGE SEMESTER 2 1. Leerprikkels In semester 1 werkten de studenten voor het opleidingsonderdeel Thema 2 leerprikkels 2 prikkels uit binnen de leergebieden Frans, muzische vorming, filosoferen met kinderen en/of levensbeschouwing. Elke student ontwerpt en realiseert tijdens de lintstage 2 uitgewerkte prikkelactiviteiten: Op maandag 18 februari realiseert elke student parallel aan zijn/haar stagepartner, d.w.z. dat de klasgroep in 2 verdeeld wordt en elk een reeds uitgewerkte prikkelactiviteit (uit thema 2) uitvoert van ongeveer 20 à 25 minuten met de helft van de klasgroep. De prikkel een tweede keer uitvoeren met de andere helft van de groep mag maar is niet verplicht. De student past de activiteit aan de leerlingengroep, omgeving en organisatievoorwaarden aan. Op een andere lintstagedag (zie voorbeeldplanning) realiseert elk stageduo samen een herwerkte prikkelactiviteit uit een ander leergebied dan de activiteit aangeboden op 18 februari én o gebaseerd op een leerprikkel uit een andere klas (muzische vorming, levensbeschouwing), of o je kiest een ander filosofisch thema, of o je gaat aan de slag met een ander Frans prentenboek om je Franse taalprikkel op te baseren. Je baseert je op de voorbeeldfiches op Toledo. Dit kan zowel binnen een hoekenwerk, binnen een lesfase, en voer je bij voorkeur uit met een halve of de hele klasgroep. Een leerprikkel wordt voorbereid in de ontwerpfiche zoals aangereikt in thema 2. Op Toledo (Atelier en Stage 1) zal de student voorbeeldfiches kunnen terugvinden waarop hij/zij zich baseert. Tijdens de ateliers is er feedback mogelijk tijdens het consult leerprikkels. Tijdens dit consult kan elk stageduo de (voorlopig) uitgewerkte prikkelfiche, eerste ideeën, etc. voorleggen bij een docent. In een kort gesprek krijgen de studenten voorlopige feedback om weer verder aan de slag te kunnen gaan. Dit consult is niet verplicht, maar wel zeer aangeraden. Inschrijven gebeurt via een link op Toledo! In je digitale stageportfolio komt de prikkelfiche (map opdrachten, (nieuwe!) map 2 e semester, bestandsnaam: Opdrachtleerprikkel1_[naamstudent]) en een individuele reflectie op de uitvoering van deze prikkel op (map opdrachten, (nieuwe!) map 2 e semester, bestandsnaam: Opdrachtleerprikkel1_reflectie_[naamstudent]) en geeft de student een antwoord op volgende vragen: Leraar lager onderwijs stagegids atelier en stage 1 semester 2 academiejaar 2018-2019 5

2. Omgekeerde lesvoorbereiding Van zodra de student voldoende vertrouwd is met het lesvoorbereidingsformulier en het ontwerpen van een les (thema 3), gaat hij/zij samen met de stagepartner een les, gegeven door de mentor, observeren en proberen weergeven in een lesvoorbereidingsformulier. Dit doet de student bij voorkeur op, en niet vóór, woensdag 13 maart. De student heeft hierbij zeker aandacht voor: - Het formuleren de lesdoelen - Het selecteren van correcte leerplandoelen gekoppeld aan de geformuleerde lesdoelen - Het selecteren en beschrijven van de leerinhoud - Het onderscheiden van de verschillende lesfasen (met timing) - Het beschrijven van de aanpak en leeractiviteit per fase - Het gebruikte didactisch materiaal - Het bordschema Het sjabloon voor dit formulier vindt de student op Toledo. De lesvoorbereiding wordt per duo via mail bezorgd aan de stagebegeleider ten laatste vrijdag 29 maart. Tijdens de stagegroep van 3 april wordt hier mee gewerkt. In het portfolio komt: - de lesvoorbereiding - een kort verslag van de bespreking + aanvulling van je omgekeerde lesvoorbereiding na de bespreking In je digitale stageportfolio komt de lesvoorbereiding (map opdrachten, (nieuwe!) map 2 e semester, bestandsnaam: Opdrachtomgekeerdelesvoorbereiding1_[naamstudent]) en een kort verslag van de bespreking (met aanduiding van je aanvullingen die je deed in je omgekeerde lesvoorbereiding) (map opdrachten, (nieuwe!) map 2 e semester, bestandsnaam: Opdrachtomgekeerdelesvoorbereiding2_[naamstudent]) Tijdens een vrijblijvend werkatelier omgekeerde lesvoorbereiding krijg je een extra kans om op basis van videomateriaal een lesrealisatie te analyseren en te beschrijven. Je neemt een extra kanskaart om je omgekeerde lesvoorbereiding tot een goed einde te brengen. 3. Voorlezen en vertellen Tijdens het atelier Voorlezen en Vertellen in semester 2 stellen we een activiteit voor waarin de student met kinderen werkt rond een prentenboek. Het zijn boeken waarin prent en beeld samen het verhaal vertellen. Het doel van de activiteit is dat kinderen een nieuw en boeiend boek leren kennen en zin krijgen om het boek (en soortgelijke Leraar lager onderwijs stagegids atelier en stage 1 semester 2 academiejaar 2018-2019 6

andere boeken) te lezen. In de activiteit verken de student doorheen een aantal activiteiten het boek samen met de leerlingen. De activiteiten die hij/zij aanbiedt maken het boek voor de kinderen levend. De student leest ook één of meerdere stukjes uit het boek voor. Tijdens de lintstage voert de student minstens 1 boekpromotie. Dat kan een activiteit zijn van 25 of 50 minuten. De student kan ze alleen of samen met de stagepartner uitvoeren. Op Toledo staat de beschrijving van de activiteit die wordt uitgevoerd tijdens het atelier en een aantal suggesties voor boekpromoties met andere boeken. De student werkt de beschrijving van de activiteit uit in een lesvoorbereidingsformulier en past de opdrachten, materialen, sfeerschepping,. aan aan de stageklas. De student voorziet de nodige materialen en oefent het voorlezen. *De student kiest een activiteit uit de bijlagen. Als hij/zij een activiteit wilt uitwerken rond een ander boek - bijvoorbeeld op aangeven van de mentor - dan kan dit. Als de student zelf een voorste heeft, kan hij/zij informeren bij de mentor of docent(en) of dit een goede keuze is. Docenten aan wie deze vraag kan gesteld worden Hilde.vanoeteren@thomasmore.be of Christel.Truyts@thomasmore.be. De student neemt de voorbereiding op in het stageportfolio (map opdrachten, (nieuwe!) map 2 e semester, bestandsnaam: voorlezenenvertellen_[naamstudent]). 4. Contrastmomenten / tussendoortjes voorzien Met het oog op bewegingsgezinde toekomstige leerkrachten verwachten we dat de stagiair in het klaslokaal zinvolle tussendoortjes organiseert gericht op compensatie (voor het lange stilzitten, om de sfeer te bevorderen, om tot rust te komen of om tegemoet te komen aan andere bewegings- en belevingsbehoeften van de leerlingen). Deze korte activiteiten staan nog los van de andere vakken (geen integratie van de beweging ten dienste van de cognitieve ontwikkeling). Het atelier (in semester 1) is een bron van inspiratie. In het stageportfolio presenteert de student op het einde van het academiejaar (dus na beide lintstages en de blokstage) minstens 7 gekozen activiteiten in de vorm van steekkaarten/fiches met een korte voorbereiding die de volgende elementen bevat: aanpak, instructie (in directe instructietaal), timing, materialen en reflectie. De student draait tijdens de lintstage op geregelde basis een dag mee in de stageklas en stageschool wat hem/haar de mogelijkheid geeft om naast de verplichte opdrachten ook nog heel wat andere activiteiten uit te proberen. Het geeft de student de kans om zo de klas, de kinderen en de school beter te leren kennen en te ervaren wat het is om leerkracht te zijn en tegelijkertijd ook te werken aan de eigen professionele groei. Voor de niet-verplichte activiteiten kan de student: - ofwel zelf een suggestie doen aan de mentor - ingaan op een voorstel of vraag van de mentor of een andere leerkracht van de stageschool - gebruik maken van de inspiratielijst met suggesties vanuit de hogeschool (zie bijlage). De student kan activiteiten individueel doen of in Co-teaching met de mentor of de stagepartner. Leraar lager onderwijs stagegids atelier en stage 1 semester 2 academiejaar 2018-2019 7

5. Eén zelfontworpen les realiseren tijdens de lintstagedag 24.04.2019 Op 24.04.2019 realiseert elke student minstens 1 les van 50 minuten die hij/zij zelf ontwerpt. Dit geeft de stagiair de mogelijkheid om zich gerichter voor te bereiden op de blokstage aan de hand van de feedback op de voorbereiding en de realisatie. De student plant in overleg met de mentor deze les. In het digitale stageportfolio neem komt deze lesvoorbereiding (map lesvoorbereidingen, bestandsnaam: LV_lintstage_[naamstudent]) en een reflectie op de uitvoering van de lesrealisatie (map lesvoorbereidingen, bestandsnaam: LVlintstage_reflectie_[naamstudent]). De student geeft een antwoord op volgende vragen: VERPLICHTE OPDRACHTEN BLOKSTAGE SEMESTER 2 1. Voorbereiding en realisatie lessen Tijdens de blokstage neemt de student samen met de stagepartner alle lesactiviteiten van het lessenrooster over. De studenten plannen die dagen zo dat: elke stagepartner minstens 1 volledige les wiskunde, taal, levensbeschouwing, WO, MUVO en eventueel Frans voorbereidt en geeft. De rest van de lessen/activiteiten kunnen de stagepartners samen voorbereiden/geven of verdelen onder elkaar zodat elke student minstens 10 lesuren (van 50 minuten) zelf voorbereidt en realiseert. Voor de voorbereiding maakt de student gebruik van het lesvoorbereidingssjabloon (zie Toledo). De student staat op voorhand stil bij het optimaal inzetten van de betrokkenheidsverhogende factoren (zie ook checklist WEI-principes op Toledo) en duidt dit aan op de lesvoorbereiding. co-teaching (met mentor of stagepartner) kan ingezet worden wanneer het een meerwaarde is. Vanuit het atelier co-teaching (semester 1) kent de student de voorwaarden om tot effectieve co-teaching te komen. Wanneer de student kiest voor co-teaching neemt hij/zij in de reflectie op die les ook op of er voldaan is aan de voorwaarden voor effectieve co-teaching door elke element kort te bespreken (zie atelier semester 1) en mee op te nemen in het stageportfolio. Leraar lager onderwijs stagegids atelier en stage 1 semester 2 academiejaar 2018-2019 8

Richtvraag: Op welke manier voldeed je al dan niet aan deze voorwaarde? Wat zat goed? Wat pak je volgende keer anders aan? Co-teaching betekent: (zie atelier) Meerdere onderwijsprofessionals werken op een gestructureerde wijze samen, gedurende een langere periode, op basis van een gedeelde visie, en nemen daarbij gezamenlijk de verantwoordelijkheid voor goed onderwijs en de ontwikkeling van alle leerlingen in de groep. (Fluijt, Bakker & Struyf, 2016) elke stagepartner 1 les van de andere partner kan observeren en feedback erop kan geven (vanuit de theorie en de WEI-principes) voor elke stagedag een aantal tussendoortjes of contrastmomenten voorzien en kunnen uitgevoerd worden tijdens stagedag waar en wanneer nodig. De student ze de tussendoortjes bewust in op gepaste momenten! 2. Reflectie op gerealiseerde lessen De student reflecteert op een aantal lessen NA de les vanuit de WEI-principes adhv deze reflectievragen: Elke stagepartner reflecteert individueel minstens op: - 1 les taal - 1 les wiskunde - 1 les muzische vorming - 1 les wereldoriëntatie - 1 les levensbeschouwing - 1 extra les naar keuze De lesvoorbereiding samen met de bijhorende reflectie van deze lessen komen in het stageportfolio (map: lesvoorbereidingen). Voor elke lesvoorbereiding gebruikt de student de bestandsindeling LV_[NAAMLEERGEBIED] als naamgeving en hij/zij voegt alle bijlagen toe aan de lesvoorbereiding. De lesvoorbereiding met alle bijlagen wordt opgeladen als 1 PDF- bestand. Leraar lager onderwijs stagegids atelier en stage 1 semester 2 academiejaar 2018-2019 9

3. Observatie en reflectie van les stagepartner Elke student observeert 1 les van de stagepartner waarop hij/zij ook reflecteert. De student plant dit op voorhand in in het stagerooster en duidt dit duidelijk aan. 1. De student observeert het welbevinden en de betrokkenheid van de leerlingen tijdens deze les (zie screeningsblad welbevinden en betrokkenheid op Toledo) 2. De student analyseert de observaties in een verslag (zie sjabloon op Toledo) 3. De student bespreekt dit verslag met de stagepartner. In het stageportfolio (map opdrachten, map 2 e semester, (nieuwe!) map: observatie stagepartner) komt de lesvoorbereiding van de geobserveerde les van de stagepartner, de observaties en de analyse ervan. 3.3.2. Afspraken met de mentor over feedback op lesvoorbereidingen De mentor mag met de student afspraken maken ivm het afgeven, ophalen, eventueel aanpassen, herwerken of opnieuw tonen van de lesvoorbereidingen. In de planning (zie bijlage) wordt een suggestie gedaan voor meedelen van de lesdoelen, het afgeven en ophalen van de lesvoorbereidingen maar hier kan van afgeweken worden als de mentor dat wil. De student zorgt er steeds voor dat de afspraken op papier staan en dat hij/zij de gemaakte afspraken naleeft. Bij het ophalen van de lesvoorbereidingen bespreekt de mentor met de student de nagekeken lesvoorbereidingen. 4. Digitaal stageportfolio Studenten stellen een digitaal stageportfolio samen. Dit portfolio wordt gedurende de stage aangevuld en met de stagebegeleiders gedeeld via Sharepoint. Op Toledo vinden de studenten een handleiding om hiermee vlot aan de slag te kunnen gaan. Het stageportfolio wordt gebruikt om: De nodige administratie te verzamelen en te bewaren Het bewijs van de verplichte stageopdrachten in te dienen Observatiegegevens te delen (peer)feedback te verzamelen Elk portfolio wordt opgebouwd volgens dezelfde structuur: Personalia = foto en contactgegevens van de stagiair Stageovereenkomst Stagerooster = STAP (stage-activiteitenplan) met dag en weekroosters Lesvoorbereidingen = selectie van lesvoorbereidingen die een stagiair indient na de stage volgens de afspraken beschreven in de stageopdrachten. Elke lesvoorbereiding is 1 document m.i.v. alle bijlagen opgeslagen als pdffile. Leraar lager onderwijs stagegids atelier en stage 1 semester 2 academiejaar 2018-2019 10

Opdrachten = output van de stageopdrachten zoals beschreven hierboven. Je maakt een nieuwe map aan met de naam 2 e semester. Je verzamelt alle opdrachten van semester 2 in deze map. De stagiair maakt hierin zelf een mapje per stageopdracht. Verslagen van mentor en bezoekende docenten = observatieverslagen ingevuld door mentor en bezoekende docent. Extra = alles wat de stagiair nog extra wil tonen of inbrengen om aan te tonen dat hij/zij de gestelde competenties heeft verworven. In semester 1 verwerkte de student op zelfstandige basis gekregen feedback in het daartoe bestemde sjabloon. In semester 2 gaan we een stapje verder en neemt de student het eigen ontwikkelingsproces als leraar-in-opleiding meer in handen. De student neemt zelf de verantwoordelijkheid op om aan eigen leerdoelen te werken door gerichte acties te ondernemen. Naast het verslag van de mentor en de evaluatie van de bezoekend docent, is de student zelf op deze manier betrokken als derde beoordelaar van zijn eigen leerproces. Na het individuele gesprek dat elke student heeft met de stagebegeleider op het einde van semester 1 en op basis van het eigen geschreven zelfevaluatieverslag werd duidelijk welke leerdoelen de student in semester 2 voorop dient te stellen. Deze leerdoelen werkt de student uit op een zelfgekozen manier vertrekkend vanuit een specifieke leervraag, al dan niet besproken tijdens de stagegroep. De student toont aan met bewijsmateriaal (filmpjes, foto s, extra bezoeken op de stageplek, artikels, reflecties (eventueel na stagegroep), etc.) dat hij/zij effectief groeide doorheen semester 2 en werkte aan de leerdoelen. Dit bewijsmateriaal wordt samen met de eindzelfevaluatie gepost binnen de map verslagen van mentor(en) en docent(en). De student maakt hiervoor zelf een nieuwe map aan met de naam zelfevaluatie. 5. Evaluatie 5.1. Rol van de mentor Als begeleider van één of meerdere studenten heeft de mentor een taak van onschatbare waarde. Wat willen we vragen van de mentor? De mentor is in de eerste plaats begeleider, observator en verzamelaar. Hij/zij verzamelt voor de stagebegeleider het gedrag dat de student stelt op stage. Aan de hand van het observatieverslag (in bijlage) beschrijft de mentor zo uitgebreid mogelijk het gedrag van de student per ankercompetentie. Hij/zij noteert concrete vaststellingen die de opleiding duidelijke informatie geven over wat u heeft gezien, gehoord en wat het effect was van de handelingen van de student op het gedrag van de leerlingen. De mentor omschrijft voorbeelden die het beschreven gedrag bevestigen. Het observatieverslag We beschouwen dit observatieformulier als een aanvulverslag. De mentor noteert namelijk gedurende de gehele stageperiode op het formulier. Hij/zij kan er ook voor kiezen om dagelijks de notities op een andere plaats te Leraar lager onderwijs stagegids atelier en stage 1 semester 2 academiejaar 2018-2019 11

verzamelen en dit later op het observatieformulier te synthetiseren. Concrete tips mogen rechtstreeks met de student gedeeld te worden en hoeven niet mee opgenomen te worden op het observatieformulier. De mentor maakt het formulier bij voorkeur digitaal met het oog op een vlotte en voldoende uitgebreide beschrijving van het gedrag van de student. De student bezorgt aan de mentor op vraag een papieren versie indien hij/zij wenst manueel aan de slag te gaan. Bij voorkeur bespreekt de mentor dagelijks de observaties met de student. Tijdens de gehele stagebegeleiding kan de mentor steeds rekenen op de ondersteuning van de stagebegeleider. Deze neemt bij aanvang van de stageperiode zo spoedig mogelijk contact met op ter kennismaking. Bij vragen, bezorgdheden of suggesties neemt de mentor zo snel mogelijk contact op met de stagebegeleider. Om deze observatietaak van de mentor te ondersteunen zorgt de opleiding voor: hulpvragen geformuleerd op het verslag: bv. Wat heb je gezien en niet gezien, gehoord, effect bij kinderen opgemerkt dat te maken heeft met [in te vullen doelstelling]? een voorbeeldverslag(en) van collega- mentoren terug te vinden op de stagewebsite. Het geeft een idee wat concreet bedoeld wordt met gedrag beschrijven. een filmpje beschikbaar op de stagewebsite waarin dit proces wordt verduidelijkt door één van onze docenten. Met dit filmpje proberen we mentoren te inspireren en stimuleren gedrag zo uitgebreid mogelijk te beschrijven in het verslag. een gesprek met de stagebegeleider tijdens het stagebezoek. 5.2. Flitsmomenten Meer beoordelaars inschakelen maakt een stagebeoordeling alvast objectiever. Wij zetten dan ook dit jaar graag in op het gebruik van flitsmomenten = korte (15 à 20 minuten), extra bezoeken door minimum 1 collega van de mentor per semester. Ook zij beschrijven kort wat ze zien, waardoor we meer informatie krijgen. Deze extra observatoren (extra paar ogen) verzamelen hun observaties in een zelfgeschreven document en bezorgen het aan de mentor die de informatie dan mee kan bezorgen aan de student en de hogeschool. 5.3. Van observatie naar evaluatie Alle observaties worden op de hogeschool door de stagebegeleider verzameld en gesynthetiseerd in een evaluatieformulier (syntheseverslag). Op basis van het observatieverslag van de mentor, het verslag van de bezoekende docent en het stageportfolio van de student wordt een beoordeling toegekend aan de student. Deze beoordeling is een weerspiegeling van de prestaties die de student leverde in deze stageperiode en wordt bepaald aan de hand van een generieke beoordelingsschaal. Voor atelier en stage 1 wordt als beoordeling een pass of fail toegekend. Leraar lager onderwijs stagegids atelier en stage 1 semester 2 academiejaar 2018-2019 12