Aanvulling stage 1.2 (februari - mei)

Transcriptie

1 STAGEVADEMECUM Aanvulling stage 1.2 (februari - mei) Bachelor Lager Onderwijs Opleidingsfase 1 Campus Turnhout Academiejaar

2 Inhoudsopgave 1 Teamteaching in de praktijk... 3 A. Teamteaching: afspraken... 3 B. Leeractiviteitenformulier: afspraken Invulling stage A. Algemeen... 5 B. Invulling stage Lintstage 1.2 (25/02, 11/03, 18/03, 29/04 en 06/05)... 6 Blokstage 1.2 (13-16/05) Stageopdrachten... 7 A. Algemeen... 7 B. stageopdrachten... 7 Bijlage 1: Overzicht en belangrijke deadlines stage Bijlage 2: Info teamteachmodellen Bijlage 3: Info leeractiviteitenformulier Bijlage 4: Info beginsituatie studenten

3 1A. TEAMTEACHING: AFSPRAKEN Teamteaching in de praktijk Door het fundamenteel toepassen van teamteaching in Praktijk 1 wil de opleiding het leerproces van de studenten verrijken en geeft ze aan dat samenwerking inherent verbonden is aan de onderwijstaak van de leraar. We zien teamteaching ook als middel voor de studenten om de focusdoelen te bereiken. Teamteaching betekent voor de opleiding dat er twee studenten als gelijkwaardige partners, zullen instaan voor het realiseren van een krachtige leeromgeving voor de leerlingen. We verwachten dat de studenten alle leeractiviteiten al teamteachend geven. Er zijn verschillende vormen van teamteaching waaruit zij, afhankelijk van de leeractiviteit, kunnen kiezen. We opteren er wel voor om telkens een aantal leeractiviteiten vast te leggen voor het observatie- en coachingsmodel (waarbij 1 student voor de klas staat en de andere student de leerlingen of de teamteacher observeert). Hierbij is het belangrijk dat de student in de observatie- of coachingsrol ook een neerslag maakt. Er moet telkens een duidelijke focus zijn van waaruit de student zal observeren of coaching. Een voorbeeld bij het observatiemodel kan zijn om de betrokkenheid van de leerlingen in kaart te brengen. Een voorbeeld bij het coachingsmodel kan dan zijn dat de student-leerkracht de feedback gekregen dat hij/zij veel verkleinwoorden gebruikt. De student-coach zal dit dan in beeld brengen. De focus van de observatie/coaching moet telkens op voorhand verduidelijkt worden in het leeractiviteitenformulier (in het vakje teamteaching )! De student-observator of -coach zorgt dat hij/zij op de hoogte is van deze focus en zorgt op voorhand voor een observatiedocument in het praktijkdossier. In bijlage 2 kan u meer informatie terugvinden over de verschillende teamteachmodellen en hun uitwerking in de verschillende fasen van de les. Referentie: 3

4 B. LEERACTIVITEITENFORMULIER: AFSPRAKEN Studenten werken samen hun leeractiviteiten uit. Ze mogen hierbij taken verdelen, maar zijn steeds beiden aanspreekbaar en verantwoordelijk voor het eindproduct. Het is voor studenten dus steeds belangrijk om de leeractiviteiten na te kijken en feedback te geven voor optimalisering. Uit bovenstaande volgt dat in geval van ziekte of andere gewettigde afwezigheid van de medestudent de student steeds in staat moet zijn om de leeractiviteit op zichzelf uit te voeren. Indien nodig (bijvoorbeeld in het geval van specifieke teamteachmodellen) mogen ze in dat geval de klasmentor mee inschakelen voor de uitvoering. In het geval van een leeractiviteit in het observatie- of coachingsmodel van 1 student is het overnemen door de andere student niet van toepassing. Student en klasmentor bekijken de mogelijkheden om de leeractiviteit te verplaatsen of te vervangen. Eventueel neemt dan de klasmentor de rol van observator of coach op. De studenten zijn voor de stage 1.2 reeds vertrouwd met het uitwerken van het leeractiviteitenformulier. In bijlage 3 kunt u meer toelichting vinden met betrekking tot de werking en afspraken rond dit formulier. 4

5 2 A. ALGEMEEN Invulling stage 1.2 Tijdens de stage 1.1 (oktober januari) lag de essentie op het ontdekken van de volledige breedte van het onderwijs. Studenten zetten ook hun eerste stappen in het zelf ontwerpen en uitvoeren van leeractiviteiten. Ze vertrokken hier vanuit twee focussen, namelijk doelgericht werken en actief leren. We verwachten dat studenten deze aspecten blijven integreren in de leeractiviteiten die ze zullen uitwerken. Tijdens stage 1.2 wordt er bijkomend aandacht besteed aan volgende aspecten: - werkvormen - differentiatie naar tempo en interesse - kwalitatief gebruik van het digibord en integratie van ICT - bewegend leren en outdoor education Om dit proces richting te geven, werken we met een aantal stageopdrachten vanuit de hogeschool. Verder participeert de student waar mogelijk. In deze paragraaf krijgt u meer uitleg over de algemene invulling van de stage. In de volgende paragraaf wordt er toegespitst op de verscheidene stageopdrachten. Een overzicht met belangrijke deadlines met betrekking tot deze stage is te vinden in Bijlage 1 (Overzicht en belangrijke deadlines Stage 1.2). In de stage 1.2 ligt, veel meer dan bij de vorige stageperiode, de focus op het ontwerpen en uitvoeren van leeractiviteiten. Toch blijft het steeds belangrijk dat de studenten ook actief blijven participeren. Net als bij de vorige stageperiode zetten we hierbij in op overleg om tot leerrijke en zinvolle activiteiten te komen, gericht op hun eigen vaardigheden en interesses. We verwachten steeds dat studenten actief, geïnteresseerd, onderzoekend, vernieuwend aan de slag gaan op de stageschool én dat ze inzichten uit de praktijk meenemen naar de hogeschool. B. INVULLING STAGE 1.2 Hieronder kunt u de stagekalender voor het tweede semester terugvinden: TWEEDE SEMESTER ma di wo do vr feb feb feb - 1 maa 3 Stage maa 4 Krokusverlof maa 5 Stage maa 6 Stage maa apr apr apr apr apr - 3 mei 10 Stage mei 11 Stage mei 12 Stage Stage Stage Stage mei 13 Stage (inhaal) mei juni juni juni juni 18 5

6 Vanaf de start van het tweede semester neemt de student in overleg met de mentor de participatie terug op. De studenten hebben enerzijds opdrachten mee vanuit de opleiding, zowel vanuit de leergebieden als vanuit de modules. Voor het tweede semester zijn dit volgende modules: Streetwise worldwise krachtige leeromgevingen creëren en Outdoor education van binnen en van buiten leren. Deze opdrachten worden hieronder verder toegelicht. Lintstage 1.2 (25/02, 11/03, 18/03, 29/04 en 06/05) Tijdens de lintstage geven de studenten al teamteachend leeractiviteiten equivalent aan 6 lesuren, waarvan per student 1 leeractiviteit in het observatie- of coachingsmodel. In de mate van het mogelijke komen volgende leergebieden aan bod: - Nederlands - wiskunde - muzische vorming - mens & maatschappij of wetenschappen & techniek - godsdienst (bijbelverhaal) De stagedag op 25/02 is een observatie- en participatiedag. Studenten en mentor zitten samen om het verdere verloop van de stage te plannen. Studenten die individueel staan, krijgen een aangepast traject in het aantal uit te voeren leeractiviteiten en stageopdrachten. Tijdens hun lintstage geven zij minstens leeractiviteiten equivalent aan 4 lesuren. In overleg kunnen zij hun klasmentor mee inschakelen om een bepaald teamteachmodel uit te voeren. Blokstage 1.2 (13-16/05) Daarnaast voeren de studenten ook een blokstage uit waarbij de studenten al teamteachend leeractiviteiten geven equivalent aan 12 lesuren, waarvan 4 leeractiviteiten in het observatieof coachingsmodel (2 per student). In deze leeractivititeiten komen in de mate van het mogelijke de verschillende leergebieden (Nederlands, wiskunde, muzische vorming, mens & maatschappij, wetenschappen & techniek en godsdienst), eventueel geïntegreerd, aan bod. Indien de studenten een leeractiviteit muzische vorming geven, gebeurt dit optimaal in een domein (beeld, muziek, drama of expressie) waarvan ze eerder nog geen leeractiviteit hebben gegeven. Hetzelfde geldt voor een leeractiviteit mens & maatschappij of wetenschappen & techniek. Studenten die individueel staan geven minstens leeractiviteiten equivalent aan 8 lesuren. In overleg kunnen zij hun klasmentor mee inschakelen om een bepaald teamteachmodel uit te voeren. De studenten hebben nog geen didactiek besproken van de leergebieden bewegingsopvoeding en Frans. De studenten mogen daarom deze leeractiviteiten wel observeren, en er in participeren, maar niet volledig zelf geven. Heeft u graag een zicht op wanneer welke inhouden aan bod komen voor de studenten, kunt u het document in bijlage 4 bekijken. 6

7 3A. ALGEMEEN Stageopdrachten Hieronder worden de stageopdrachten geordend weergegeven. Er zijn overkoepelende stageopdrachten en stageopdrachten gekoppeld aan de challenges die de studenten doorlopen. De stageopdrachten zijn aanvullend of verruimend op de leeractiviteiten die de studenten moeten geven (zoals hierboven reeds is weergegeven). De studenten maken een planning op van wanneer ze welke opdracht zullen opnemen. Ze bespreken deze planning met de mentor bij het begin van de lintstage. Belangrijk voor studenten: Voor de uitvoering en neerslag van de stageopdrachten werk je samen met je teamteacher. Bijhorende reflecties schrijf je individueel! Bij de opdrachten die je samen maakt met je teamteacher post je wel beide het document of verslag in je praktijkdossier onder Opdrachten en reflecties. Voor de ordening van de stageopdrachten in het praktijkdossier gebruik je het document op Toledo. Voor de voorbereidingen van de leeractiviteiten zorg je voor de mappen lintstage 1.2 en blokstage 1.2. Ook daarbinnen zorg je voor een eenduidige structuur. B. STAGEOPDRACHTEN In de eerste opleidingsfase tot leraar lager onderwijs zetten we in op het proeven, het ontdekken, het onderzoeken, het leren kennen van de praktijk en studenten hun eigen talenten daarbinnen. Belangrijk is hierbij dat de studenten kennismaken met de volledige school en alle leergebieden. Het gaat hier om afstemming tussen wat studenten op een moment in de opleiding leren en de stageopdrachten. Zo streven we een sterke transfer van opleiding naar praktijk (en andersom) na. Ook voor leergebieden die in het eerste opleidingsjaar niet of weinig aan bod komen, vinden we het belangrijk dat de studenten hier reeds kennis mee maken en stappen in zetten. Doorheen de stage in het tweede semester werken de studenten in twee challenges. In challenge 3 ( Streetwise worldwise krachtige leeromgevingen ) zullen de studenten een pop-up leerstraat inrichten in Turnhout op 27 maart Voor deze challenge worden er geen praktijkopdrachten opgegeven omdat de studenten deze opdrachten zullen uitvoeren buiten de praktijkdagen. In challenge 4 ( Outdoor education van binnen en van buiten leren ) ligt de focus op bewegend leren en outdoor education. Studenten zullen deze focus dan ook integreren in hun blokstage (zie stageopdracht). Bij onderstaande opdrachten wordt geen koppeling gemaakt aan een specifiek leergebied. De studenten beslissen (eventueel in overleg met de mentor) binnen welk leergebied (of leergebieden) ze de opdracht observeren of uitvoeren. Het is dan wel belangrijk dat studenten in hun verslag duidelijk aangeven in welk leergebied (of leergebieden) de opdracht is uitgevoerd. Opdrachten mogen in de mate van het mogelijke gecombineerd aan bod komen (bijvoorbeeld coöperatieve werkvorm binnen een hoekenwerk). Uiteraard zijn het telkens aandachtspunten voor de volledige stageperiode en geen alleenstaande verwachtingen. Voor studenten die individueel staan is er een aanpassing aan de stageopdrachten. De wijzigingen zijn als volgt: - Opdracht 1 (bordplan) en opdracht 3 (zelfwerkzaamheidsvormen) worden magjes. Studenten kunnen deze opdracht doen indien ze er de mogelijkheid toe hebben, maar het is geen verwachting. - Studenten kiezen voor OFWEL opdracht 7 (coöperatieve werkvormen) OF opdracht 8 (hoekenwerk). 7

8 Omschrijving opdrachten Opdracht 1: Bordplan Maak een neerslag van 2 bordplannen (digitaal of krijtbord) die je mentor tijdens de lessen gebruikt. Noteer ook: - Hoe wordt het bordplan opgebouwd doorheen de les? - In welke lesfasen wordt het bord gebruik (oriëntatie, verwerving, verwerking, slot) - Hoe brengt de mentor structuur aan op bord? Opdracht 2: Educatief spel Opdracht 2a: Bekijk 3 (bestaande) educatieve spelletjes die in je stageklas of stageschool aanwezig zijn. Beoordeel deze aan de hand van onderstaande vragenlijst: - Naam / soort spel - Min. / Max. aantal deelnemers - Leeftijd waarvoor het spel geschikt is - Tijd: Hoe lang duurt het spel? - Materiaal dat nodig is bij het spel - Doel / functie van het spel (inhoudelijk, maar ook sociaal) - Fase van een les waar het spel gebruikt kan worden (oriëntatie, verwerving, verwerking, slot) - Duidelijke spelregels / handleiding - Verloop van het spel - Controlesysteem - Duurzaamheid - Speelsheid (spelelement) - Aantrekkelijkheid materiaal - Multifunctioneel? (Kan je het spel ook gebruiken voor andere inhouden?) - Organiseerbaarheid? (Hoe snel ben je aan het spelen?) - Differentiatie Opdracht 2b: Integreer een zelf gemaakt educatief spel. Je kan dit uitvoeren tijdens een leeractiviteit die jullie zelf geven of als verwerking / slot / hoek van een leeractiviteit door je mentor. In je praktijkdossier verzamel je de bewijslast met betrekking tot deze integratie. Opdracht 3: Zelfwerkzaamheidsvormen (contractwerk / hoekenwerk) Vraag na of je mentor contractwerk / hoekenwerk doet. Maak een kort verslag van de werking hiervan. Voeg indien mogelijk een contractwerkbrief of hoekenwerkfiche toe. In het verslag heb je aandacht voor: - Welke leergebieden komen aan bod in het contractwerk / hoekenwerk? - Hoe wordt er gedifferentieerd? - Welke afspraken worden er gemaakt met de leerlingen? - Welke materialen worden er gebruikt? - Hoe wordt er geëvalueerd? - Hoe komen de didactische handvatten aan bod? Indien in de stageklas geen gebruik wordt gemaakt van contractwerk of hoekenwerk, voeren de studenten deze opdracht in een andere klas van de school uit. Indien ook dat niet mogelijk is, bekijken de studenten wanneer en op welke manier de school inzet op de zelfsturing en zelfstandigheid van leerlingen. Opdracht 4: Differentiatie naar tempo en interesse Opdracht 4a: Hoe wordt er in je stageklas gedifferentieerd naar tempo en interesse? Kies 2 leergebieden uit en ga in gesprek met je mentor over hoe hierin differentiatie (naar tempo en interesse) aan bod komt. Je schrijft de belangrijkste inzichten uit in een verslag, waarbij je indien mogelijk (& zinvol) fotomateriaal invoegt ter verduidelijking. 8

9 Opdracht 4b: Plaats in je praktijkdossier twee voorbeelden van zelf uitgewerkte differentiaties (naar tempo of interesse) toe die je hebt uitgevoerd tijdens de eigen leeractiviteiten of als participatieopdracht. Opdracht 5: Normschrift Gebruik het normschrift van de stageschool. Voeg bewijslast van het normschrift toe aan je praktijkdossier. Zorg hierbij voor bewijsmateriaal van het normschrift op papier (foto s / scan) én op een digitaal bord. Indien je geen digitaal bord in je klas hebt, kan je dit ook op de campus uitvoeren. Opdracht 6: ICT-integratie Opdracht 6a: Tijdens de lintstage maak je minstens 2 keer kwalitatief en innovatief gebruik van het digibord. Je gebruikt het digibord in alle fasen van je les. Je zorgt voor een logische en duidelijke opbouw van het bordplan doorheen de les. Studenten die geen toegang hebben tot een digibord, maken deze opdracht voor het gebruik van een krijtbord. Opdracht 6b: Integreer tijdens de blokstage binnen zelfstandig werk (hoekenwerk, contractwerk, snellerklaaropdrachten, ) een leeractiviteit voor lln die ze zelfstandig kunnen uitvoeren op een digibord. Indien er geen digibord ter beschikking is, dan kan deze opdracht op een computer of ipad uitgevoerd worden. In je praktijkdossier verzamel je de bewijslast met betrekking tot deze opdrachten. Opdracht 7: Coöperatieve werkvormen Integreer tijdens de blokstage binnen een eigen leeractiviteit minstens 1 coöperatieve werkvorm. In je praktijkdossier beschrijf je op welke principes van coöperatief leren deze activiteit inzet (positieve wederzijdse afhankelijkheid, directe interactie, individuele verantwoordelijkheid, sociale vaardigheden, evaluatie van groepsprocessen). Je duidt in het leeractiviteitenformulier voldoende duidelijk aan dat het gaat om een coöperatieve werkvorm. In het verslag in het praktijkdossier geef je de koppeling van de activiteit aan de principes. Opdracht 8: Hoekenwerk Integreer tijdens de blokstage binnen een eigen leeractiviteit een hoekenwerk van minstens 50 minuten. Het hoekenwerk voldoet aan volgende verwachtingen: - Er wordt gebruik gemaakt van functionele en op zichzelf staande hoekenfiches. - Er is een duidelijke instructie op voorhand en achteraf een terugblik op het hoekenwerk (proces en product). - De organisatie van het hoekenwerk wordt visueel weergegeven (bijvoorbeeld door een hoekenbord of een doorschuifsysteem). - In het hoekenwerk is er differentiatie naar tempo voorzien. Indien het niet mogelijk is om binnen de opgegeven leeractiviteiten een hoekenwerk uit te voeren dat aan de verwachtingen voldoet, werk je een functionele sneller-klaar hoek uit waarin leerlingen gedurende de volledige blokstage kunnen werken indien ze sneller klaar zijn met een opdracht. In het geval van de eerste optie moet er geen aparte neerslag komen in het praktijkdossier omdat dit overeenkomt met het leeractiviteitenformulier van de les. Bij de andere optie verwachten we dat je een omschrijving geeft van de organisatie en invulling van de sneller-klaar hoek. Opdracht 9: Taalverrijking Ga in één van de leeractiviteiten die je uitwerkt (niet leergebied Nederlands) in de blokstage op zoek naar mogelijkheden om taalontwikkelend les te geven (= rijke context aanbieden, interactie stimuleren, taalsteun bieden). Verwerk minstens drie ingrepen bewust om taalontwikkelend les te geven in je les. Achteraf reflecteer je op je ingrepen. Dit plaats je in het praktijkdossier. - Wat heb je precies gedaan? Waarom? - Wat was het effect op (het leerproces van) de leerlingen? - Waar zie je nog kansen om taalontwikkelend te werken mocht je deze les nog een keer geven? 9

10 Opdracht 10: Van binnen en van buiten leren Doorheen de blokstage integreer je volgende activiteiten vanuit challenge 4: - Minstens twee bewegingstussendoortjes voorbereiden en uitvoeren. - Minstens 1 activiteit bewegend leren, waarbij het bewegen het leren ondersteunt. Dit kan als deelactiviteit binnen 1 leeractiviteit. - Minstens 1 activiteit outdoor education. Studenten voorzien een buitenactiviteit tenzij dit uitzonderlijk om praktische redenen (bepaald door de mentor) niet haalbaar is. De buitenactiviteit moet een toegevoegde waarde hebben ten opzichte van het binnen uitvoeren van de activiteit. Dit kan als deelactiviteit binnen 1 leeractiviteit. Voor deze opdracht moet er geen aparte neerslag komen in het praktijkdossier, aangezien dit duidelijk moet aangegeven zijn in het leeractiviteitenformulier. Indien de tussendoortjes niet opgenomen worden in een leeractiviteitenformulier, plaats je ze apart op het praktijkdossier. Opdracht 11: Vertelling In je lintstage of blokstage geef je een leeractiviteit godsdienst waarin je een bijbelverhaal boeiend vertelt aan een klas of een groepje. Laat deze vertelling filmen door je teamteacher (of je mentor). Evalueer zelf (indien je individueel staat) of laat je teamteacher jouw vertelling evalueren op basis van volgende vragen: - In welke mate waren de leerlingen betrokken? - In hoeverre was je expressief aan het vertellen qua stemgebruik. - Op welke manier was je expressief op het vlak van mimiek (gezicht) en lichaamsexpressie (vnl. je handen). - Hoe werd de vertelling ondersteund? (prenten, muziek, voorwerpen, een bepaalde vertelvorm ). Welk effect had deze extra ondersteuning. Draai de rollen ook om: jij filmt je teamteacher en evalueert zijn/haar vertelling. Indien dit niet mogelijk is binnen de les, bekijk je de mogelijkheid om beide de helft van het verhaal te vertellen of het verhaal samen te vertellen (bv. door middel van personages). Een andere mogelijkheid is om een vertelling bij een andere les uit te voeren en te laten evalueren. De gefilmde vertelling en de evaluatie post je in je praktijkdossier. PRAKTIJKDOSSIER (info voor studenten) De uiterste deadline voor de neerslag van deze opdrachten is ten laatste 24 mei Zorg dat in het praktijkdossier de bewijslast voor alle opdrachten voldoende overzichtelijk is weergegeven. 10

11 Bijlage 1: Overzicht en belangrijke deadlines stage 1.2 Noot: De deadlines voor de ankerdocenten bevatten enkel de belangrijke momenten met betrekking tot stage. Dit omvat niet de afspraken in verband met coaching & consult! Datum Mentor Student(en) Ankerdocent 01/02/2019 Het tussentijds syntheseverslag wordt doorgestuurd naar de mentor. 13/02/2019 De mentor stuurt het tussentijds syntheseverslag ten laatste door naar de ankerdocent. Praktijkdossier: Deadline ALLE stageopdrachten van stage 1.1! 22/02/2019 De studenten ontvangen hun radarcode en verslag. 25/02/2019 Doorgeven van onderwerpen voor de lintstage op 11/03 en 18/03 (afspraken zie pagina 6 van dit document). 25/02/2019 tot 06/05/2019 Student en mentor zitten samen voor de planning van de stage /03/2019 Doorgeven van onderwerpen voor de lintstage op 29/04 en 06/05 (afspraken zie pagina 6 van dit document). Observatie- en participatiedag Student en mentor zitten samen voor de planning van de stage 1.2. Praktijkdossier: De studenten bezorgen steeds 4 werkdagen ( s morgens) voor de uitvoering van de leeractiviteiten de voorbereidingen aan de mentor en maken afspraken m.b.t. de eventuele herwerking. Nakijken en feedback geven op 1 leeractiviteitenformulier uit lintstage 1.2 per student. Elke student 1 keer bezoeken tijdens de lintstage

12 01/04/2019 Doorgeven van onderwerpen voor de blokstage van 13 tot 16 mei (afspraken zie pagina 6 van dit document) /05/2019 Praktijkdossier: De studenten bezorgen steeds 4 werkdagen ( s morgens) voor de uitvoering van de leeractiviteiten de voorbereidingen aan de mentor en maken afspraken m.b.t. de eventuele herwerking. Nakijken en feedback geven op 1 leeractiviteitenformulier uit blokstage 1.2 per student. Elke student 1 keer bezoeken tijdens de blokstage /05/2019 Praktijkdossier: Deadline neerslag stageopdrachten /05/2019 De mentor stuurt het syntheseverslag door naar de ankerdocent. Het syntheseverslag wordt doorgestuurd naar de mentor /06/2019 Stagegesprekken in functie van de evaluatie Praktijk 1. 12

13 Bijlage 2: Info teamteachmodellen Voor een eenduidige communicatie met alle betrokkenen geven we hier de informatie weer zoals gedeeld met de studenten. We baseren ons daarbij op volgende bron: Meirsschaut, M. & Ruys, I. (2018). Teamteaching: samen onderweg. Een leidraad voor de praktijk [Brochure]. Gent: SONO. 13

14 14

15 15

16 16

17 17

18 18

19 19

20 Bijlage 3: Info leeractiviteitenformulier 20

21 I nhoudsanalyse* : W at is de ( inhoudelij ke) essentie van de les? W elk e kernbegrippen kom en aan bod in de leeractiviteit? W elke inhoudelij ke stappen w orden er geze t om de doelen te bereiken? W at zij n m ogelij ke inhoudelij ke valkuilen en m oeilij kheden voor de kinderen en hoe kan ik hier op inspelen? ( indien van toepassing) Ge bruik te bronnen* : Bij lagen: Materiaal: Terugblik leeractiviteit* : Vermeld de methode (handleiding) en eventuele andere bronnen. Deze terugblik doe je na het uitvoeren van de activiteit (in team!). Je reflecteert op de les aan de hand van de drie vragen in de tabel. Hebben alle leerlingen het focusdoel bereikt? W at liep goed? W at kon beter? Feedback van m entor op voorbereiding: Thomas More Kempen Lerarenopleiding Pagina 2 21

22 VERLOOP LEERACTI VI TEI T Hier schrijf je het volledige verloop van de activiteit uit. Je kan kiezen hoe je het ontwerpt. Zorg dat je ontwerp een antwoord biedt op volgende vragen: - Wanneer en hoe vertaal je het doel op niveau van de kinderen? - Welke leeractiviteiten voeren de kinderen uit om de doelen te bereiken (werkvormen & opbouw)? - Welke vragen stel je (open vragen, denkvragen)? - Hoe en wanneer visualiseer je de kernbegrippen en centrale inhouden? - Hoe en wanneer ga je na of de doelen daadwerkelijk gerealiseerd worden (check)? - Wat is de timing van de verschillende fasen? Overtollige of lege tabellen verwijder je uit het document. Timing: Oriëntatiefase Timing: Leerfase 1 (verwervings- / verwerkingsfase) Geef telkens aan of het om een verwervings- of om een verwerkingsfase gaat. Je verwijdert het begrip dat niet van toepassing is. Timing: Leerfase 2 (verwervings- / verwerkingsfase) Timing: Leerfase 3 (verwervings- / verwerkingsfase) Timing: Leerfase 4 (verwervings- / verwerkingsfase) Timing: Leerfase 5 (verwervings- / verwerkingsfase) Timing: Slotfase Ben j e klaar? Check dan even of j e niets vergeten bent. Memo-lijstje: - Heb ik de oefeningen van de leerlingen zelf gemaakt? (Op niveau 1 scan je deze in en post je ze in het praktijkdossier.) - Heb ik nagedacht over visualisatie van de essentiële inhouden? - Heb ik indien nodig een bordplan gemaakt én toegevoegd? - Heb ik alle materialen voorzien? - Schonk ik voldoende aandacht aan de verklaring van specifieke kernbegrippen? Thomas More Kempen Lerarenopleiding Pagina 3 22

23 Wiskunde Bijlage 4: Info beginsituatie studenten Beginsituatie stageperiode 1.2 De studenten hebben tijdens de kick-in gefocust op kennisbasis wiskunde. In semester 1 werd de didactiek van getallenkennis behandeld en in semester 2 komt de didactiek rond bewerkingen aan bod. Daarom is het best dat de studenten leeractiviteiten geven uit deze leerdomeinen. Nederlands - Interactief voorlezen - Technisch lezen - Begrijpend lezen - Studerend lezen - Leesbevordering - Luisteren (pas vanaf de blokstage) - Poëzie (pas vanaf de blokstage) Godsdienst - Een les uitwerken (op basis van de handleiding) en het voorgesteld lesplan kunnen verrijken met een opbouwende en uitdiepende vraagstelling. - Een (bijbel)verhaal expressief kunnen vertellen en er een vraagstelling bij uitwerken. Wereld (Mens & Maatschappij en Wetenschappen & Techniek) De studenten kregen op de hogeschool enkel lessen over het leergebied 'Mens en Maatschappij' (met uitzondering van het onderdeel tijd) en een inleiding op het onderdeel techniek in het eerste semester. De student kan verschillende werkvormen toepassen. De lessen uit 'Wetenschappen en techniek' en het onderdeel tijd (M&M) starten in het tweede semester. Aan de mentor vragen we een duidelijke afbakening van de inhouden, een begeleiding in de keuze van de werkvormen en controle op de juistheid van de leerinhoud. Na de paasvakantie kan u van de studenten WO-lessen over elk domein vragen. Geïntegreerd werk kwam in de opleiding nog niet aan bod. De studenten mogen nog geen verkeerslessen geven. Muzische vorming Studenten kregen de didactiek van muzische vorming en werken doelgericht vanuit de elementen of bouwstenen. In semester 2 werken we aan de vaardigheden en werkvormen binnen de verschillende domeinen. (De werkvormen die ze kiezen zullen heel persoonlijk zijn afhankelijk van hun vaardigheden). Muziek: De studenten leren een lied (muzikale vaardigheid) aan met een muzische verwerking (muzische vorming). Beeld: De studenten weten wat een procesgerichte les beeldende vorming inhoudt. De studenten kunnen een les geven vertrekkende vanuit een lesidee uit de opleiding of een handleiding. De les die ze geven bevat telkens een onderwerp, bouwsteen en techniek. 23

24 Expressie (bewegingsexpressie en dramatisch spel): De studenten geven best een bestaande les uit een muzische handleiding. De studenten hebben nog geen didactiek besproken van de leergebieden bewegingsopvoeding en Frans. De studenten mogen daarom deze leeractiviteiten wel observeren, en er in participeren, maar niet volledig zelf geven. 24

25 25

26 Carin Smolderen (praktijkcoördinator) Campus Turnhout Campus Blairon Turnhout Tel: GSM: 0492/