Maatschappelijk ondernemers gezocht! Tien stellingen over maatschappelijk ondernemen
Voorwoord Maatschappelijke verankering, maatschappelijke inbedding en maatschappelijk ondernemen zijn begrippen die relevant lijken voor woningcorporaties. Wat je er precies mee kunt en hoe corporaties ermee werken is een vraag die twaalf corporaties samenbracht. Gedurende een periode van ruim een jaar werd zes keer een werkbijeenkomst gehouden, waarin deze onderwerpen vanuit diverse invalshoeken werden verkend. Dit katern doet verslag van één van die invalshoeken: aan welke criteria zou je moeten voldoen, wil je met fatsoen van een maatschappelijk ondernemer kunnen spreken? Andere katernen gaan over: achtergronden van maatschappelijk ondernemen: welke theoretische achtergronden en noties kunnen we aan het begrip maatschappelijk ondernemen verbinden? aspecten van maatschappelijk ondernemen: op welke manier kiest een maatschappelijk ondernemende corporatie positie in haar omgeving? ingrediënten voor maatschappelijk ondernemen: welke instrumenten kun je hanteren om meer voeling met en grip te krijgen op maatschappelijke vraagstukken? Bij elkaar doen deze katernen verslag van een zoektocht. Ze geven niet hét antwoord of dé oplossing, wel pogen ze gaandeweg handen en voeten te geven aan een werkwijze waarin de corporatie haar handelen niet alleen laat bepalen door de principes van de markt en de wetten van de overheid maar vooral door maatschappelijke vraagstukken op het gebied van wonen. Arwon, Roosendaal De Key, Amsterdam Delftwonen, Delft De Nieuwe Unie, Rotterdam Mitros, Utrecht Ons Doel, Leiden Saenwonen, Zaanstad Sité Woondiensten, Doetinchem Wonen Midden Brabant, Tilburg Woonbron-Maasoevers, Rotterdam Wooncompagnie, Schagen Woondrecht, Dordrecht September 2002, ondersteuning en verslaglegging: RIGO Research en Advies BV De Ruyterkade 139 1011 AC Amsterdam telefoon 020-522 11 11 telefax 020-627 68 40 http://www.rigo.nl
Inhoud 1 TIEN STELLINGEN 1 1.1 DOELGERICHT AAN DE SLAG 2 1.2 EEN DOEL ÉN EEN WERKWIJZE 3 1.3 VAN DIAGNOSE TOT EVALUATIE 4 1.4 MEER DAN DIENSTEN EN PRODUCTEN 5 1.5 VERANKERD IN DE SAMENLEVING 6 1.6 VERANKERD IN DE ORGANISATIE 6 1.7 OP BASIS VAN VERTROUWEN 7 1.8 DOELMATIG EN DOELTREFFEND 8 1.9 EXTERNE BEOORDELING 9 1.10 NIET HET LAATSTE WOORD 9
1 Tien stellingen Waar moet je aan voldoen, of in ieder geval aan werken, wil je met enig fatsoen van een maatschappelijk ondernemende corporatie kunnen spreken? In algemene zin luidt het antwoord natuurlijk: als je aantoonbaar maatschappelijke prestaties van een hoog formaat levert. Wie dit criterium verder uit wil werken, ziet zich geplaatst voor de opgave te omschrijven wat maatschappelijk prestaties zijn en langs welke meetlat je het niveau ervan kunt beoordelen. Geen eenvoudige opgave misschien zelfs wel een onmogelijke, als je ervan uitgaat dat maatschappelijke prestaties geen objectieve grootheden zijn maar juist plaats- en tijdgebonden. Vermoedelijk is de hoogst haalbare maatschappelijke prestatie het verbeteren van de woonsituatie van mensen die in werkelijk elke beleidsnota over het hoofd worden gezien. Hier kiezen we voor een andere invalshoek. Daarin staan niet zozeer de (aard en omvang van) de maatschappelijke prestaties centraal maar de vraag hoe de corporatie ze definieert en vertaalt naar het handelen van de organisatie. We gaan er daarbij vanuit dat de mate waarin de corporatie daarin slaagt als een organisatiekwaliteit kan worden gezien. Net zoals de kwaliteit van de dienstverlening of van processen of producten voorwerp van voortdurende verbetering kan zijn. De methodieken die zulke verbeteringen zichtbaar en stuurbaar maken (KWH, INK, TQM, ISO) zijn welbekend. De gedachte van een gecertificeerd maatschappelijk ondernemer is voorlopig nog te hoog gegrepen; het is nog zoeken naar de meetpunten. Die liggen er op uiteenlopende fronten, want maatschappelijk ondernemen is: een kwestie van motivatie: aan de basis ligt de overtuiging dat de corporatie er niet is om groot, rijk of machtig te worden maar om mensen te helpen een kwestie van beleid: goed willen doen alleen is niet voldoende, nadenken over wat je wilt bereiken en hoe dat doel het best bereikt kan worden hoort er ook bij Tien stellingen over maatschappelijk ondernemen 1
een kwestie van organisatie: goede bedoelingen staan snel op papier, maar moeten in praktijk worden gebracht door een organisatie die maatschappelijke signalen niet alleen oppikt maar ook omzet in daden een kwestie van gedrag: een open en betrokken houding, waarin vragen en behoeften niet als lastig worden gezien maar serieus worden genomen, kenmerkt de cultuur een kwestie van kiezen: niet alles doen wat op je afkomt of iedereen een beetje tevreden stellen maar welbewust en afgewogen kúnnen kiezen tussen uiteenlopende belangen In dit katern formuleren we tien kenmerken van maatschappelijk ondernemerschap door woningcorporaties. Dat gebeurt in de vorm van stellingen die aangeven volgens welke principes de maatschappelijk ondernemende corporatie vorm geeft aan het ondernemingsproces. Elke stelling is voorzien van een aantal beoordelingscriteria. Die willen in elk geval één ding helder maken: maatschappelijk ondernemen is geen vrijblijvende zaak. Samen geven ze een beeld van de eisen die een maatschappelijk ondernemende corporatie aan zichzelf mag stellen. 1.1 Doelgericht aan de slag Maatschappelijk ondernemen is het gericht werken aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Maatschappelijk ondernemen is geen zaak van moeten maar van willen: gebaseerd op de overtuiging dat de corporatie er in de eerste en de laatste plaats is om mensen te helpen. Kenmerkend is dat het niet bij overtuigingen en goede bedoelingen blijft, maar dat op die basis een doelgerichte onderneming is gegrondvest. Dat doel is echter niet binnen de onderneming gelegen maar juist daarbuiten: de activiteiten van de organisatie richten zich op het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Aan het bereiken van dát doel wordt het succes van de organisatie afgemeten. Dat betekent in de eerste plaats dat er een ondernemingsmissie met een maatschappelijke oriëntatie is. Die maatschappelijke oriëntatie kan nog vele kanten uitgaan. Het speelveld waarop corporaties maatschappelijke bijdragen zouden kunnen leveren is immers breed, en omvat meer dan alleen de verhuur van goede, betaalbare woningen aan doelgroepen. Ook vraagstukken van zorg en welzijn kunnen erbij horen, net zoals aspecten die te maken hebben met de woon- en leefomgeving. In die breedte zit een risico: de activiteiten van de corporatie zijn al gauw goed of maatschappelijk, net zoals een schot hagel al gauw raak is. En een missie ( we verbeteren de leefbaarheid ) is dan al gauw een mooie vlag over een overigens onduidelijke lading. 2 Tien stellingen over maatschappelijk ondernemen
Hier gaan we ervan uit dat maatschappelijk ondernemen in de eerste plaats vraaggestuurd werken is. De keuze van de organisatiedoelen zal dan ook moeten aansluiten op een analyse van maatschappelijke vragen en behoeften. Ook voor een maatschappelijk ondernemer luidt het criterium simpelweg: geen aanbod zonder vraag! Beoordelingscriteria: De corporatie beschikt over een maatschappelijk georiënteerde missie. De corporatie kan aantonen dat haar missie aansluit op maatschappelijke vraagstukken in haar werkgebied. De corporatie kan aantonen dat haar ondernemingsactiviteiten aan deze missie bijdragen. 1.2 Een doel én een werkwijze Maatschappelijk ondernemen is zowel een doel (maatschappelijk ondernemen) als een werkwijze (maatschappelijk ondernemen). Kenmerkend voor een maatschappelijk ondernemende corporatie zijn niet alleen de organisatiedoelen zelf maatschappelijk georiënteerd maar vooral ook de wijze waarop die doelen worden bepaald en worden vertaald in concrete werkzaamheden. Dat gebeurt goeddeels op een ondernemende wijze: de corporatie gaat actief op zoek naar klanten. Die zoektocht, waarvan de missie de hoofdrichting aangeeft, is in het bijzonder gericht op het signaleren van maatschappelijke vragen en behoeften op het gebied van wonen. Dat kunnen bijvoorbeeld vraagstukken zijn die door de markt of de overheid niet worden herkend. De corporatie rekent het vervolgens tot haar verantwoordelijkheid er een antwoord op te formuleren. Die eigen verantwoordelijkheid betekent echter niet dat de corporatie volledig zelfstandig haar doelen, opgaven en activiteiten bepaalt. Kenmerkend voor de werkwijze is juist dat dit samen met de maatschappelijke omgeving van de corporatie gebeurt. Dat betekent dat er externe belanghouders zijn die op een gestructureerde manier nadrukkelijk invloed kunnen uitoefenen op het werk van de corporatie. Dit vergt een ondernemingswijze die als het ware in open verbinding met haar omgeving staat. Beoordelingscriteria: De corporatie beschikt over een ondernemingsconcept dat aangeeft op welke wijze maatschappelijke vraagstukken worden vertaald in het handelen van de Tien stellingen over maatschappelijk ondernemen 3
onderneming. Deze maatschappelijk ondernemende werkwijze - het ondernemingsconcept - wordt door de buitenwereld herkend en gewaardeerd. De corporatie laat externe belanghouders op een gestructureerde manier aantoonbaar invloed uitoefenen op het ondernemingsbeleid. 1.3 Van diagnose tot evaluatie Maatschappelijk ondernemen gaat over de diagnose (wat zijn de opgaven?), de doelen (wat willen we bereiken?) én de evaluatie (bereiken we wat we willen?). Een derde kenmerk: maatschappelijke belangen krijgen nadrukkelijk een plaats in het beleid van de corporatie. Maatschappelijk ondernemen is geen eenmalige actie, maar een manier van werken die het gehele traject van beleidsontwikkeling bestrijkt. Kenmerkend is de voortdurende wisselwerking met de maatschappelijke omgeving, die veelal vorm krijgt door in contact te treden met klanten en afnemers, medeproducenten, maatschappelijke organisaties, deskundigen, kortom: belanghebbenden en belanghouders. Die wisselwerking vindt in ieder geval op drie momenten plaats: bij het stellen van de diagnose: welke maatschappelijke opgaven liggen er in ons werkgebied? bij het maken van keuzen: op welke opgaven gaan we onze inzet richten en hoe wegen we daarbij verschillende belangen af? bij de evaluatie en verantwoording: hoe maken we onze maatschappelijke bijdrage zichtbaar en vatbaar voor beoordeling? diagnose ontwikkeling uitvoering definitie besluitvorming evaluatie beleidsvoorbereiding beleidsvorming beleidsvoering vaststellen maatschappelijke vraag afweging van belangen organiseren effecten toetsen en verantwoorden Beoordelingscriteria: De corporatie maakt inzichtelijk wat in haar werkgebied de aard en de omvang van maatschappelijke vraagstukken op het brede gebied van wonen is. De corporatie beschikt over criteria ( beslisregels en -procedures ) die aangeven 4 Tien stellingen over maatschappelijk ondernemen
op welke wijze tegenstrijdige belangen zoals financiële versus maatschappelijke - tegen elkaar worden afgewogen. De corporatie toont aan dat haar beleid rond maatschappelijke vraagstukken doeltreffend is. 1.4 Meer dan diensten en producten Maatschappelijk ondernemen houdt niet op bij het leveren van diensten en producten: de maatlat ligt bij de maatschappelijke effecten die er het gevolg van zijn. Een woningcorporatie beheert een woningvoorraad en investeert in uitbreiding en kwaliteitsverbetering daarvan. Concrete producten en diensten vormen daar de output van, met betalende klanten (al dan niet ondersteund door subsidies) als afnemers. Op dat proces zijn criteria van efficiency van toepassing, gericht op een evenwichtige relatieve prijs-kwaliteitverhouding. Voor de maatschappelijk ondernemende corporatie gelden die criteria natuurlijk ook. Toch zal die nog niet tevreden zijn met een efficiënt beheer- en verhuurproces, dat tot scherpe prijzen en tevreden klanten leidt. De maatlat ligt nog een stap verder, bij de doorwerking van die diensten en producten in de maatschappij. Daar gaat het om de maatschappelijke effecten die in de missie van de corporatie voorop staan: het woongenot van bewoners, de kansen die zij hebben om hun leefsituatie te verbeteren, de leefkwaliteit van de buurt enzovoorts. input output outcome middelen (efficiënt) producten (effectief) effecten Beoordelingscriteria: De corporatie geeft aan welke maatschappelijke effecten zij met het leveren van diensten en producten beoogt te realiseren. De corporatie toont aan dat deze prestaties ook daadwerkelijk worden gevraagd. De corporatie maakt aannemelijk dat haar diensten en producten rechtstreeks bijdragen aan de gevraagde maatschappelijke effecten. Tien stellingen over maatschappelijk ondernemen 5
1.5 Verankerd in de samenleving Een maatschappelijk ondernemende corporatie is stevig verankerd in de samenleving. Verankerd zijn in de samenleving is een bestaansvoorwaarde voor een maatschappelijk ondernemende corporatie. De basis daarvan ligt in de lokale samenleving: daar is de corporatie immers aan het werk. Gestructureerde verbanden zijn dan nodig om te weten welke vragen daar leven, en een vertrouwensbasis is nodig om er effectief aan de slag te kunnen. Toch is maatschappelijk ondernemen niet per definitie een buurtgebonden activiteit. Sterker nog: de horizon van het denken mag niet beperkt worden door de lokale problematiek. Maatschappelijke vraagstukken kunnen immers ook elders liggen, misschien wel op het bordje van een collega-corporatie die er zelf niet uitkomt. Beoordelingscriteria: De corporatie beschikt over structurele overlegvormen met haar klanten en afnemers. De corporatie beschikt over structurele netwerkverbanden (samenwerkingsvormen, contracten) met andere maatschappelijke organisaties. 1.6 Verankerd in de organisatie Maatschappelijk ondernemerschap zit niet alleen tussen de oren van de directie maar is in de organisatie verankerd. Maatschappelijk ondernemen is niet alleen een zaak van beleid maar vooral een kwestie van gedrag, cultuur en houding. Een open, vragende houding met respect, tijd en aandacht voor de ander, niet het belang van de organisatie maar het belang van klanten en andere betrokkenen centraal stellen, rekening houden met vragen en belangen die niet op het directe werkterrein liggen: ze horen er allemaal bij. Niet als hobby van de directie ( leuke projectjes doen ) maar als kenmerk van de organisatie. Dat betekent dat er cultuuraspecten zijn, die verankerd zijn in de organisatie en merkbaar in het gedrag van haar medewerkers. Maatschappelijk ondernemen is immers in de eerste plaats mensenwerk. 6 Tien stellingen over maatschappelijk ondernemen
Beoordelingscriteria: De corporatie beschikt over werkprocedures en meetinstrumenten die het leveren van maatschappelijke prestaties mogelijk én zichtbaar maken. Gedragsregels die zich richten op een respectvolle en dienstverlenende benadering van klanten zijn aantoonbaar in het handelen van de medewerkers verankerd. 1.7 Op basis van vertrouwen Een maatschappelijk ondernemende corporatie creëert en verkrijgt vertrouwen bij het maken van keuzen en afwegingen. Maatschappelijk ondernemen betekent keuzen maken, op basis van afweging van uiteenlopende belangen. Zelfs het belang van de huurder kan in die afweging wel eens het onderspit delven. Het afwegen van belangen is voor een maatschappelijk ondernemer niet iets om in een achterkamertje te doen, gericht op een voor iedereen een beetje tevredenstellende uitkomst. Integendeel: een maatschappelijk ondernemer werkt actief aan het organiseren van een open belangenafweging, zodat helder én beïnvloedbaar wordt hoe keuzen tot stand komen. In die afweging is een nadrukkelijke plaats weggelegd voor maatschappelijke belangen, naast die van individuele klanten, van overheden, van financiers en van de organisatie zelf. Het zal vrijwel nooit mogelijk zijn om vanuit elke optiek 100% steun te krijgen voor de keuzen die het resultaat van deze belangenafweging zijn. Het afleggen van verantwoording over gemaakte keuzen volstaat daarbij niet; de kunst zit hem in het legitimeren van de afwegingen die eraan ten grondslag liggen. Door inzicht te geven in de keuzeruimte, en invloed op de afwegingen, creëert een maatschappelijk ondernemer begrip voor haar keuzen. Dat verhoogt de legitimiteit van de gemaakte keuzen en is een stap op weg naar het creëren van vertrouwen. Uiteindelijk zal de corporatie bekend willen staan als maatschappelijk ondernemer, als organisatie die vertrouwd wordt. Niet alleen omdat zij goede en goedkope woningen verhuurt, mooie jaarverslagen maakt en goede dingen in de buurt doet, maar ook omdat de waarden en de werkwijze van de onderneming worden gewaardeerd: deze club gaat serieus om met de problemen die hier spelen. Tien stellingen over maatschappelijk ondernemen 7
Beoordelingscriteria: De corporatie verantwoordt niet alleen genomen besluiten maar geeft inzicht in de keuzeruimte en invloed op de afwegingen. De corporatie kan aantonen dat zij bij uiteenlopende klantgroepen en belanghebbenden bekend staat als een betrouwbare partner. 1.8 Doelmatig en doeltreffend Een maatschappelijk ondernemende corporatie verdient geld waar het kan en geeft uit waar het moet. Een maatschappelijk ondernemende corporatie verkrijgt haar middelen doelmatig en zet ze doeltreffend in. Geld verspillen is in ieder geval een doodzonde en dat betekent dat kostenbewustzijn en een efficiënte bedrijfsvoering hoog in het vaandel staan. Waar het om inkomsten en uitgaven gaat, is de corporatie een gesloten systeem. De corporatie werkt daarbij met een maatschappelijk gebonden vermogen, dat niet zomaar ter vrije besteding staat. Hoe dat formeel of juridisch in elkaar zit doet er niet zoveel toe; het betreft hier een moreel uitgangspunt. De vraag hóe de corporatie haar middelen inzet (en daarmee de goede dingen doet ) kan dan ook niet door de corporatie zelf beantwoord worden. Het prijsbeleid vormt daarbij een cruciaal element: het is immers niet gebaseerd op marktprijzen maar op redelijke prijzen. Als we het wat gechargeerd formuleren, dan betaalt de ene huurder niet alleen absoluut maar ook relatief meer dan de ander. Het gesloten systeem is als het ware een systeem waarin solidariteit tussen de klanten wordt georganiseerd. Zulke verdelingsaspecten (wie betaalt, wie profiteert?) betekenen een grote verantwoordelijkheid voor de maatschappelijk ondernemer. Beoordelingscriteria: De corporatie kan aantonen dat haar bedrijfsvoering efficiënt is. Het prijsbeleid, inclusief de wijze waarop kosten en baten over verschillende klantgroepen worden verdeeld, wordt door externe belanghouders gelegitimeerd. De corporatie kan aantonen dat haar maatschappelijke prestaties tegen de laagst mogelijke kosten worden geleverd. 8 Tien stellingen over maatschappelijk ondernemen
1.9 Externe beoordeling Een maatschappelijk ondernemende corporatie kan niet zelfstandig beoordelen of ze succes heeft. Wanneer is een maatschappelijk ondernemende corporatie succesvol? Een eenduidig criterium is daar niet voor te geven. Kenmerkend is wel dat het oordeel over de mate van succes niet binnen maar buiten de organisatie wordt gelegd. Uiteindelijk bepaalt de maatschappij - die wordt gevormd door klanten, organisaties waarmee de corporatie in netwerkverband samenwerkt, belanghebbenden bij het werk van de corporatie, overheden, financiers en noem maar op of het goed gaat of beter kan. Een maatschappelijk ondernemer gaat actief op zoek naar dat oordeel, en ziet dat niet als onderdeel van een imagocampagne of als noodzakelijk kwaad maar als een zoektocht naar haar bestaansrecht. Beoordelingscriteria: De corporatie organiseert externe oordeelsvorming over zowel haar prestaties als de manier waarop deze tot stand zijn gekomen. Externe oordelen worden op een gestructureerde en zichtbare manier vertaald in bijstelling van de werkwijze van de onderneming. 1.10 Niet het laatste woord Een maatschappelijk ondernemende corporatie weet het ook wel eens niet meer! Bescheidenheid siert de mens in het algemeen en de maatschappelijk ondernemer in het bijzonder! Tien stellingen over maatschappelijk ondernemen 9