ONDERZOEK. Heterogene en homogene klassen 3 H/V



Vergelijkbare documenten
Tevredenheidonderzoek

Onderzoek Grote klasse(n)?!

Regelingen voor voortgang en overgang tijdens de leerloopbaan. Inleiding

Open Huis op vrijdag 22 januari 2016 maandag 1 woensdag 3 donderdag 4 februari 2016 Afdelingsleider klas 1

Tevredenheid leerlingen Beekdal Lyceum 2013

Enquête leerlingtevredenheid onderbouw DL jan.15

Vraag het de VMBO er! Snuffelonderzoek naar VMBO vanuit leerling-perspectief. Januari 2011 P.S. Onderzoek Nijmegen

Onderzoek Grote klasse(n)?!

LEERLINGEN - VW3 - Beknopt (inclusief Vensters / Schoolklimaat en Veiligheid)

Tevredenheidsonderzoek leerlingen. Produs Praktijkonderwijs

RESULTATEN TEVREDENHEIDSONDERZOEK. De Oceaan, Assendelft november 2016 Ouderversie

INLEIDING VERANTWOORDING 1

LEERLINGEN - HA3 - Beknopt (inclusief Vensters / Schoolklimaat en Veiligheid)

Overall rapportage Vensters voor verantwoording Leerlingen

OVERGANGSNORMEN Metameer Sector havo/vwo per jaargroep

Tevredenheidsonderzoek Onderwijsbegeleiding Oost Nederland

De studenten van de Hogeschool van Amsterdam: Nienke Berkenbosch Suzanne Houweling Dennis de Boer Tharik Moussa Rens de Lange

HAVO. Havokans Havo/vwo

Resultaten en analyse enquête Clubkampioenschappen (CK) januari- februari 2015

Onderzoek: Studiekeuze

TEVREDENHEIDSONDERZOEK ZAANLANDS LYCEUM 2014

Onderzoek Ouderbetrokkenheid in het basisonderwijs, het voortgezet onderwijs en het mbo

Tevredenheid ouders/verzorgers Olympus College 2013

Vaardigheden - Enquête HV 2. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

De Grote (kleine) voic -poll

Algemeen rapport resultaat

Tevredenheidsonderzoek

Tevredenheid leerlingen Vmbo t Venster

Onderzoek Lestijden aanpassen?

Onderzoek Passend Onderwijs

Evaluatie weblectures bij FLOT. aanleiding

Bevorderingsnormen

Leraar, je wist dat je het was.

Laat idealen de lesinhoud bepalen

Algemene Persoonskenmerken

Havo. Al jaren een goede opleiding met ruimte voor je eigen talent, met eventueel vakken op vwo-niveau of eerder havo-examen doen.

In hoeverre ben jij al bezig met de keuze voor een studie na de middelbare school? (bovenbouwscholieren)

Overgangsregeling. Schooljaar onderbouw (leerjaren 1 t/m 3) bovenbouw (leerjaren 4 t/m 6)

LIBANON LYCEUM. vraagt veel, geeft veel. mavo havo atheneum gymnasium

openbaar lyceum havo - vwo - vwo bèta

koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER

Bevorderingsnormen Wolfert Lyceum

Informatieboekje HAVO. Havokans & Havo/vwo

ONTDEK ONTDEK BORNEGO BORNEGO

T O E K O M S T V A K 5 VWO

Inventarisatie medewerkers met een arbeidsbeperking in openbare bibliotheken

Intro. Profiel vwo-leerling

EFFECTEN VAN DE WEEKEND- SCHOOL VAN STICHTING WITTE TULP. - eindrapport - dr. Marga de Weerd. Amsterdam, november 2009

EVALUATIERAPPORT MASTERCLASSES 2006

Overgangsnormen JUNIOR LEERWERKHUIS (onderbouw vmbo)

Hoofdstuk 8 Kenmerken van de thuisomgeving

Kwaliteitsonderzoek op CSG Liudger onderwijs. Verslag van de tevredenheidonderzoeken onder leerlingen, ouders en medewerkers van CSG Liudger

begeleiding in de onderbouw

Drechtstedendinsdag 2015

Management summary Flitspeiling: vervroegde aanmelddatum, studiekeuzecheck en doorstroming.

Leerlingtevredenheid - examenklas

VAN DE BASISSCHOOL NAAR HET MLA. Kennismaking op 11 juni Dit boekje is van: Ik zit in klas:

Resultaten leden-enquête

Leerlingtevredenheid leerjaar 3

BEVORDERINGSNORMEN GERRIT VAN DER VEEN COLLEGE

Medewerkertevredenheid

TOPmavo. Als je graag wilt leren, zelfstandig kunt werken en wilt laten zien wat je in huis hebt, dan zul je je prima thuis voelen op onze TOPmavo.

Cultuursurvey. Betrouwbaarheidsonderzoek voor Stichting LeerKRACHT. Maaike Ketelaars Ton Klein

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen

3 Hoogbegaafdheid op school

MANAGEMENTLETTER VOOR BREDE SCHOOL HEUVELRIJK. Rapportcijfers. Gemiddelde scores. 1. Algemene bevindingen. Landelijk gemiddelde

Onderzoek studie uitval HBO studenten Het belang van een goede studiekeuze. oktober 2011

Richtlijnen voor de bevordering

LEERLINGEN - VW1 - Beknopt (inclusief Vensters / Schoolklimaat en Veiligheid)

SAMENVATTING DIGITALE VELDRAADPLEGING. Syllabus Nederlands 2014 vwo

Met de fiets of met de bus

Openingstijden Stadswinkels 2008

Inventarisatie enquête over het gebruik van videofragmenten bij het onderwijs van Inleiding Staats- en Bestuursrecht

Hoe Anna ben jij?

RESULTATEN. Saenstroom OPDC, Wormerveer april 2018

WELKOM GEACHTE OUDERS

Met atheneum op weg naar succes!

Tevredenheid kinderen en ouders

Haal het beste uit jezelf en kom naar het Reviuslyceum

MET HAVO XL TWEE DIPLOMA S IN ZES JAAR

TOPmavo. Als je graag wilt leren, zelfstandig kunt werken en wilt laten zien wat je in huis hebt, dan zul je je prima thuis voelen op onze TOPmavo.

Verslag MR-Ouderdialoog 11 februari 2014 JB Kanschool

Bevorderingsreglement Onderbouw

Onderzoek: Studiekeuzecheck

Stadjers over fietsen in Groningen. Een Stadspanelonderzoek

Onderzoek Passend Onderwijs

Groepsverdeling en formatie Voor in de agenda. Maandag 18 juni: - groepen 8 schoolkamp. Donderdag 21 juni

EEN ONLINE PROGRAMMA VOOR HET DIGITAAL AANBIEDEN VAN WISKUNDE OPGAVEN

Een uitdagende en succesvolle schooltijd

Waardevolle woorden voor het Sint-Laurenscollege

Studieprogramma HV1

Feiten en cijfers. Studenttevredenheids onderzoek juni 2008

De leerling is bevorderd naar een volgend jaar indien:

E-boeken in de Nederlandse bibliotheken Een onderzoek naar de behoefte van Nederlanders over de uitleen van e- boeken in bibliotheken

Informatie van de werkgroep, Onderzoek naar andere schooltijden.

Vaardigheden - Enquête HV12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Richtlijnen voor de bevordering

Bevorderingsnormen onderbouw

Transcriptie:

ONDERZOEK Heterogene en homogene klassen 3 H/V In opdracht van: Montessori Lyceum Amsterdam Joram Levison Jeroen Röttgering Lisanne Steemers Wendelin van Overmeir Esther Lap

Inhoudsopgave Inhoudsopgave Inleiding 3 Het onderzoek 4 Uitslagen in grafiek 5 Algemene conclusie van de vragen Conclusie openvragen 14 Verloop van het onderzoek 16 Algemene conclusie 17 Bijlage 2

Inleiding Wij zijn Joram Levison, Jeroen Röttgering, Lisanne Steemers, Wendelin van Overmeir en Esther Lap. We zijn studenten van het eerste jaar van de lerarenopleiding aan de HvA. Een belangrijk onderdeel van onze studie is de stage, die wij doen op het Montessori Lyceum te Amsterdam. Ook moesten wij voor de studie een onderzoek verrichten. Gelukkig kwam er vanuit het MLA de vraag of wij een onderzoek konden doen naar de heterogeniteit en homogeniteit van de 3 havo en vwo - klassen. Dit houdt in dat wij gaan onderzoeken of het beter is om de havo en vwo leerlingen tot en met de derde klas gemengd of gescheiden in een klas te laten zitten. Ons onderzoek gaat uit van de meningen van leerlingen en leraren. 3

Het onderzoek Het Montessori Lyceum is één van de weinige Amsterdamse scholen die onderwijs biedt aan heterogene klassen. Om erachter te komen in hoeverre het wenselijk is dat leerlingen met verschillende cognitieve vermogens bij elkaar in één klas zitten, doen wij dit onderzoek. Gemengde klassen in de onderbouw van het middelbaar onderwijs hebben duidelijk een aantal voor- en nadelen. De veronderstelde voordelen van de heterogene klassen zijn vooral dat havo leerlingen beter zullen presteren als zij met vwo leerlingen in een klas zitten. Een nadeel is dat de prestaties van vwo leerlingen kunnen lijden onder het feit dat een docent van een heterogene klas de lesstof op een dusdanige manier moet brengen dat de havo leerlingen het aankunnen. Het Montessori Lyceum heeft ons opdracht gegeven te onderzoeken in welke mate er positief geoordeeld wordt over de heterogene klassen van 3 havo en vwo. Wij hebben ons in dit onderzoek geconcerteerd op meningen van betrokkenen in plaats van op de schoolresultaten. In ons onderzoek hebben we hiervoor drie groepen geënquêteerd, leerlingen, leerlingen en docenten. Bij alle drie de categorieën hebben we tien gesloten - en één open vraag gesteld. Bij de gesloten vragen hebben we besloten een aantal controlevragen te stellen, zodat het onderzoek een hogere mate van betrouwbaarheid krijgt. We hebben enquêtes afgenomen waaronder 45 retour onder 128 havo 4 leerlingen, 84 retour van 114 vwo 4 leerlingen en de bij de docenten hebben er 23 van de 25 docenten ingevuld. Zodoende geven de resultaten een behoorlijk representatief beeld van de meningen over heterogene en homogene klassen waarbij de respons bij de docenten en de leerlingen van vwo 4 hoog te noemen is. 4

Uitslagen in grafiek Vraag 1 Een heterogene(gemengde) brugklas havo/vwo is prima. 9 8 7 6 5 4 3 2 Vraag 2 Met alleen havo - of vwo leerlingen in de derde klas kun je veel gerichter aan havo of vwo stof werken en ben je minder tijd kwijt aan onderdelen die voor de andere doelgroep in de bovenbouw minder van belang zijn. 9 8 7 6 5 4 3 2 5

Vraag 3 In een gemengde derde klas maakt het in de omgang met andere leerlingen niet uit welk niveau je volgt. 9 8 7 6 5 4 3 2 Vraag 4 In een gemengde klas met havo - en vwo leerlingen wordt de moeilijkheidsgraad niet te hoog voor de havo leerlingen en ligt deze voor de vwo leerlingen hoog genoeg. 9 8 7 6 5 4 3 2 Vraag 5 Een heterogene (gemengde) 2 havo/vwo klas is prima. 9 8 7 6 5 4 3 2 6

Vraag 6 In een gemengde derde klas kun je vwo leerlingen voldoende prikkelen op vwo niveau. 9 8 7 6 5 4 3 2 Vraag 7 In een gemengde derde klas kun je havo leerlingen voldoende prikkelen op havo niveau. Voor de leerlingen was de stelling: In een gemengde derde klas maakt het niet uit of je een vwo leerling of een havo leerling bent. 9 8 7 6 5 4 3 2 7

Vraag 8 Een heterogene 3 havo/vwo klas is prima. 9 8 7 6 5 4 3 2 Vraag 9 In een gemengde derde klas kunnen docenten zowel het vwo niveau als het havo niveau goed bedienen qua didactiek. 9 8 7 6 5 4 3 2 Vraag Een gemengde derde klas havo/vwo heeft voor zowel de vwo leerlingen als voor de havo leerlingen een meerwaarde. 8

Algemene conclusie van de vragen (We zijn uitgegaan van de vragen over het algemeen, gezien de vragen enigszins verschillend waren voor havo, vwo en de docenten. Ze lijken genoeg op elkaar om een goede algemene vraag te maken en een juiste conclusie te trekken.) Vraag 1 Een heterogene (gemengde) brugklas havo/vwo is prima. De leerlingen die de enquête hebben ingevuld geven bijna allemaal aan dat ze het eens zijn of zelfs helemaal eens zijn met deze stelling. Dit geeft een beeld dat de leerlingen het dus prima vinden om in een brugklas gemengd te zitten. De leerlingen die de enquête hebben ingevuld geven ongeveer het zelfde aan. De scores lopen op van mee eens t/m helemaal eens. Ook dit geeft dus aan dat de 4 vwo leerlingen een gemende brugklas prima vinden. De docenten die de enquête hebben ingevuld geven aan dat ze het absoluut eens zijn met de stelling. Ze zijn het eens, de meerderheid is het zelfs helemaal eens met de stelling. Dit geeft aan dat de docenten de gemengde brugklassen prima vinden en dit dus niet anders zouden willen. Wat betreft vraag 1 zitten de drie doelgroepen die de enquête hebben ingevuld duidelijk op een lijn. Een gemengde brugklas is prima. Vraag 2 Met alleen havo of vwo leerlingen kun je veel gerichter aan havo of vwo stof werken en ben je minder tijd kwijt aan onderdelen die voor de andere doelgroep in de bovenbouw van belang zijn. De leerlingen hebben hierover een verdeelde uitkomst, de meeste leerlingen hebben aangegeven dat ze het toch wel eens zijn met de stelling maar er zijn ook leerlingen die het hier niet mee eens zijn. Maar de meerderheid is het met de stelling eens. Dit geeft aan dat de leerlingen toch vinden dat je in een homogene (gescheiden) derde klas beter kan werken aan de stof die bedoeld is voor het niveau van de doelgroep. En dan ben je minder tijd kwijt aan onderdelen die niet van toepassing zijn voor je doelgroep. De leerlingen hebben hier ook een verdeelde uitkomst, de meerderheid is het wel eens met de stelling. Maar in vergelijking met de leerlingen blijken de 4 vwo leerlingen het vaker niet eens te zijn met de stelling dan de leerlingen. Dit geeft aan dat de vwo leerlingen het over het algemeen eens zijn met de leerlingen en het dus ook eens zijn met de stelling. Hoewel de leerlingen toch vaak hebben gekozen voor oneens. Wat betreft de tijd die je kwijt bent aan onderdelen die voor een andere doelgroep minder van belang zijn en het gericht werken aan de stof voor je eigen doelgroep, hebben vwo leerlingen hier dus minder last van dan de havo leerlingen. Dit blijkt uit de enquête. De docenten geven duidelijk aan dat ze het eens zijn met deze stelling, op een enkeling na zijn de docenten het eens t/m helemaal eens. Dit geeft aan dat de docenten vinden dat je gerichter aan de havo of vwo stof kan werken in een homogene (gescheiden) klas. 9

Vraag 3 In een gemengde derde klas maakt het in de omgang met andere leerlingen niet uit welk niveau je volgt. De leerlingen geven met een meerderheid aan het eens te zijn met de stelling, een aantal is het niet eens en een enkeling is het helemaal oneens. Dit geeft aan dat het verschil in niveau, de omgang binnen een gemengde klas niet aantast. Toch blijken er wel leerlingen te zijn die het hier niet mee eens zijn. Die vinden misschien dat de omgang (sfeer) wel beïnvloed wordt door het niveauverschil. Maar de meerderheid geeft aan het wel eens te zijn met de stelling. De leerlingen geven ook met een meerderheid aan dat ze het eens zijn met de stelling. In vergelijking met de leerlingen blijken de leerlingen een grotere meerderheid te hebben die het eens is met de stelling. Bij de leerlingen was nog best een aantal leerlingen het oneens. Bij de leerlingen is dit beduidend minder. Hieruit kunnen wij concluderen dat de vwo leerlingen over het algemeen van mening zijn dat het verschil in niveau niet veel invloed heeft op de omgang. In ieder geval minder dan de leerlingen vinden dat dit invloed heeft op de omgang. De docenten kregen een iets ander vraag: In een gemengde derde klas maakt het voor de docent niet uit of je een havo leerling of een vwo leerling bent. De docenten geven met een meerderheid aan het niet eens te zijn met deze stelling. Weliswaar zijn de meningen verdeeld maar de meerderheid komt toch op oneens. Als we uitgaan van de meerderheid, blijken de docenten het wel een verschil te vinden of je een havo of vwo leerling bent. We zijn niet dieper op deze vraag ingegaan en weten dus alleen met onze uitkomst dat het verschil er voor docenten wel degelijk is. Gezien deze uitkomsten kunnen we concluderen dat de meerderheid van de leerlingen vinden dat het verschil in niveau geen groot verschil geeft in de omgang en de docenten blijken meer een verschil te zien dan de leerlingen. Vraag 4 In een gemengde derde klas met havo en vwo leerlingen wordt de moeilijkheidsgraad niet te hoog voor de havo leerlingen en ligt deze voor de vwo leerlingen hoog genoeg. De leerlingen geven met een meerderheid aan het eens te zijn met de stelling. Hoewel er ook een groot aantal het oneens zijn met de stelling. We kunnen wel concluderen dat de meeste leerlingen van mening zijn dat de moeilijkheidsgraad hoog genoeg is. Echter zijn er dus ook leerlingen die het hier niet mee eens zijn. Deze leerlingen kunnen van mening zijn dat de moeilijkheidsgraad voor havo leerlingen in een gemengde klas te hoog is. De leerlingen geven met een grote meerheid aan het een te zijn met de stelling. Een klein deel is het oneens en hieruit kunnen we concluderen dat deze leerlingen de moeilijkheidsgraad in een gemengde klas te laag vinden voor het vwo. Maar de meerderheid geeft aan de moeilijkheidsgraad goed te vinden binnen een heterogene klas.

De docenten geven met een meerderheid aan dat ze het niet eens zijn met de stelling. Een deel is het wel eens met de stelling en deze docenten vinden de moeilijkheidsgraad niet te hoog of te laag voor de verschillende niveaus binnen een gemengde klas. Maar de meerderheid blijkt de moeilijkheidsgraad wel te hoog of te laag te vinden voor een gemengde klas. Gezien deze uitkomst blijken de leerlingen de moeilijkheidsgraad goed te vinden maar de docenten denken hier anders over. De verdeling van niveau binnen een klas is dus niet helemaal naar wens. Vraag 5 Een heterogene (gemengde) 2 havo/vwo klas is prima. De leerlingen geven met een duidelijke meerderheid aan het eens te zijn met deze stelling. Dus net als bij vraag 1 is een heterogene tweede klas ook prima. Er zijn maar enkele die het hier niet mee eens waren. De leerlingen geven met een nog grotere meerderheid aan het eens te zijn met de stelling. Maar liefst één persoon was het oneens met de stelling. Wederom geeft dit net als bij vraag 1 aan dat een heterogene tweede klas ook prima is. De docenten geven ook met een grote meerderheid aan het eens te zijn met deze stelling. Op maar liefst twee docenten na. Dit geeft dus aan dat de docenten een heterogene tweede klas prima vinden. We kunnen dus concluderen dat zowel de leerlingen van havo en vwo als de docenten een gemengde tweede klas geen probleem vinden evenals een gemengde brugklas. Vraag 6 Deze vraag is voor leerlingen en docenten iets anders geformuleerd. Leerlingen: In een gemengde derde klas wordt je als vwo leerling voldoende geprikkeld op vwo niveau. : In een gemengde derde klas kun je vwo-leerlingen voldoende prikkelen op vwo niveau. Het overgrote deel van de havo leerlingen is het in meer of mindere mate eens met deze stelling. Dit geldt ook voor een duidelijke meerderheid van de vwo leerlingen. Onder de docenten zijn de meningen over dit standpunt wat meer verdeeld. Het grootste deel is het er mee eens, maar een ander redelijk groot deel is het toch niet helemaal eens over deze kwestie. Vraag 7 Deze vraag is voor leerlingen en docenten iets anders geformuleerd. Leerlingen: In een gemengde derde klas maakt het niet uit of je een vwo leerling of een havo leerling bent. : In een gemengde derde klas kun je havo leerlingen voldoende prikkelen op havo niveau. 11

Het grootste deel van de havo leerlingen is het eens met deze stelling. Het aantal havo leerlingen dat het hier niet mee eens is, is op een hand te tellen. Van de vwo leerlingen zijn veel meer leerlingen het niet eens met de stelling dan bij de havo leerlingen, maar alsnog is het grootste deel het eens. De meningen van de docenten zijn erg verdeeld, maar toch is de groep die het eens Is het grootst. Vraag 8 Een heterogene (gemengde) 3 havo/vwo klas is prima. Het aantal havo leerlingen dat het hier niet mee eens is, is te verwaarlozen. Het grootste deel van de vwo leerlingen deelt deze mening en ongeveer een derde van de vwo leerlingen niet. verschillen erg van mening over deze kwestie. De meesten zijn het niet eens, maar het verschil is niet groot. Vraag 9 In een gemengde derde klas kunnen docenten zowel het vwo niveau als het havo niveau goed bedienen (qua didactiek). De havo leerlingen zijn het bijna allemaal eens met deze stelling. Het grootste deel van de vwo leerlingen is het ook eens, ongeveer een derde is het oneens. De meningen van docenten zijn bijna gelijk verdeeld. Het aantal docenten dat het eens is, is bijna gelijk aan het aantal docenten dat het oneens is met deze stelling. Vraag Een gemengde derde klas havo/vwo heeft voor zowel de vwo leerlingen als voor de havo leerlingen een meerwaarde. Van de havo leerlingen is ongeveer een kwart van de leerlingen het hier niet mee eens, de rest is het hier wel mee eens. Bij de vwo leerlingen is het gedeelte dat het niet eens is iets groter. Het grootste deel van de docenten is het niet eens met deze stelling, al zijn ook bij deze kwestie de meningen tamelijk verdeeld 12

Conclusie open vragen Havo Een duidelijke meerderheid van de havo leerlingen is voor het behouden van de heterogene derde klassen. Havo en vwo-leerlingen kunnen van elkaar leren. Niet alleen havo leerlingen kunnen zich optrekken aan vwo-leerlingen, ook vwo-leerlingen kunnen ervan leren zelf uitleg te geven aan havo leerlingen. Langer zelfde klassen behouden zorgt ook voor een fijnere sfeer in de groep. Veel leerlingen wisselen het liefst niet vaak van klas. De voorstanders van homogene groepen geven aan dat ze het niveau in het derde jaar nu soms wat te hoog vinden, doordat ze met vwo ers in de klas zitten. Ook de havo ers noemen dus het argument dat de lesstof beter aangepast zou kunnen worden als de niveaus gesplitst zouden zijn. Conclusie open vragen Vwo Uit ons onderzoek blijkt dat een krappe meerderheid voorstander is van heterogene klassen. Zij benadrukken vooral dat havo leerlingen door het hoge niveau van de lesstof gestimuleerd worden om harder te werken en dat hierdoor de kans vergroot wordt dat zij uiteindelijk naar het vwo kunnen gaan. Ook vinden vwo leerlingen het prettig om drie jaar in dezelfde klas te zitten met dezelfde mentor in plaats van dat zij in hun derde jaar in een nieuwe klas met een nieuwe mentor terechtkomen. De meeste voorstanders van homogene klassen vinden vooral de overgang van de 3 havo/vwo naar problematisch. Zij benadrukken de slechte aansluiting. Deze wordt volgens de vwo leerlingen vooral veroorzaakt doordat de docent in de onderbouw les moet geven op zowel havo als vwo-niveau en dit heeft volgens hen een negatief effect op hun prestaties. Wanneer zij naar gaan moeten zij erg wennen aan het hoge niveau. 13

Conclusie open vragen docenten De meningen van docenten over het wel of niet behouden van de gemengde derde klassen zijn dus redelijk verdeeld, maar neigen toch naar het wel opsplitsen van de havo en vwo-leerlingen na de tweede klas. We noemen nu eerst de meest genoemde argumenten voor aparte derde klassen; homogene groepen. Het voornaamste argument hiervoor is dat docenten meer hun niveau van les geven aan zouden kunnen passen aan het niveau en de manier van denken van de leerlingen. maken nu vaak voor zichzelf de keus of ze zich tijdens hun uitleg meer richten op de vwo-leerlingen, waarbij ze extra uitleg geven aan de havo leerlingen als dat nodig is, of dat ze zich meer richten op de havo leerlingen. In dit laatste geval zal de stof in ieder geval niet te snel gaan voor de havo leerlingen, maar zal het soms wel wat te lang duren of te weinig verdieping bevatten voor de vwo-leerlingen. Als men homogene derde klassen zou hebben, zou deze keuze niet gemaakt hoeven te worden en kan de lesinhoud en didactiek specifiek aangepast worden op havo- of vwo-niveau. vwo-leerlingen worden zo beter uitgedaagd en voor havo leerlingen zal de stof niet te snel gaan. Een ander genoemd argument is dat de leerlingen tóch al een bindend advies krijgen aan het einde van het tweede jaar. Havo leerlingen kunnen zich qua werkhouding misschien wel wat optrekken aan vwo-leerlingen in het derde jaar, maar naar het vwo gaan ze toch niet meer want ze hebben het bindend advies al in het tweede jaar gehad. De voorstanders van heterogene groepen zeggen dat het waardevol is langer vaste groepen te houden. Hierdoor ontstaat een rustiger en veiliger klimaat. Voor leerlingen in de pubertijdfase is het vaak ingrijpend om van klas te wisselen en met nieuwe mensen in een groep de zitten. Verder zeggen veel docenten dat ze het voor veel leerlingen te vroeg vinden om in de tweede klas al een definitieve keuze te maken tussen de havo of het vwo. Deze docenten vinden dus dat havo- en vwo-leerlingen in de derde klas bij elkaar moeten blijven zitten. In dit geval zal een voorlopig advies aan het einde van het tweede jaar worden gegeven en een bindend advies pas aan het einde van het derde jaar. Uiteraard zitten havo en vwo ers dan tot en met het derde jaar bij elkaar in de klas. Het argument dat de havo leerlingen zich in het derde jaar nog kunnen optrekken aan de vwo-leerlingen, kan hierbij ook genoemd worden. 14

Verloop van het onderzoek Van het MLA hebben wij de opdracht gekregen een onderzoek te doen. Peter Romein, conrector onderwijs, heeft ons het onderwerp heterogene en homogene klassen in 3 havo/vwo voorgelegd. Het leek ons een interessant onderwerp waar we nog niet veel van af wisten. We hebben elke donderdag s ochtends en s middags afgesproken om aan het onderzoek te werken. We hebben eerst ons doel besproken en vanaf dat punt daar enquêtes bij opgesteld en uitgedeeld aan leerlingen en docenten. We hebben voor iedere doelgroep 11 verschillende vragen bedacht die met elkaar overeenkomen. Na het ontvangen van alle ingevulde enquêtes zijn we alles gaan verwerken. We hebben het in overzichtelijke grafieken gezet en er een conclusie bij gemaakt. We zijn erg tevreden over het verloop van het onderzoek. Iedereen heeft zich goed ingezet en is naar onze mening een mooi resultaat uitgekomen. 15

Algemene conclusie De onderzoeksresultaten van de open vragen en gesloten vragen komen duidelijk overeen. Concluderend kunnen we zeggen dat zowel de havo leerlingen als de vwo leerlingen over het algemeen voorstander zijn van heterogene klassen. Ze zijn tevreden met de huidige situatie. De meningen van de docenten zijn meer verdeeld. Toch blijkt dat de meerderheid pleit voor homogene klassen vanaf het derde jaar. 16