Een MLT is verantwoordelijk voor de kwaliteit van zijn handelingen, werkt nauwgezet en is kritisch bij het interpreteren van de analyseresultaten.

Vergelijkbare documenten
GEZINSONDERSTEUNEND WERK ONDERZOEK NAAR COMPETENTIES BIJ VRIJWILLIGERS EN PROFESSIONALS

Begeleid(st)er buitenschoolse kinderopvang

Jeugdwerker (jongerencultuur) - tijdelijk

Jeugdwerker (vakantieaanbod) - tijdelijk

Klusjesman (M/V) Verrichten van groenonderhoud aan huis bij klanten die daar tijdelijk of blijvend zelf niet kunnen voor instaan.

Administratief medewerker afdeling vrije tijd

Functiebeschrijving Medewerker klantenadviserend. Graad: medewerker C1-C3

Medewerker Administratie

Grafisch mediavormgever. Functiebenaming/graad en functionele loopbaan

FUNCTIEBESCHRIJVING Nr De technische beambte werkt onder de leiding van de deskundige, verantwoordelijk voor facilitymanagement.

De gebruiker kan optimaal gebruik maken van het sportcentrum De Mandelmeersen en het gemeenschapscentrum O.C. Mandelroos.

Functiebeschrijving. Administratief medewerker binnenschoolse kinderopvang. Graad: administratief medewerker A3 (PC331)

Functieprofiel leidinggevende

Functiebeschrijving Medewerker bibliotheek. Graad: medewerker C1-C3

NAAM FUNCTIE: COMMUNICATIE & ONTHAAL ADMINISTRATIEF MEDEWERKER

Kwaliteitsvolle uitvoering van de financiële verrichtingen van de gemeente en het OCMW.

NAAM FUNCTIE: LEVEN & WELZIJN THUISDIENSTEN - POLYVALENT VERZORGENDE ZORGKUNDIGE

medewerker Theatertechnieken provincie Limburg Functie Doel van de functie Beoordelaars Resultaatsgebieden

Functiebeschrijving:

Functiebeschrijving Loketmedewerker. Graad: medewerker C1-C3

Functiebeschrijving Administratief medewerker weg- en waterbeheer. Graad: medewerker C1-C3

Salarischaal: D1 LAGER SEC.OND. OF GELIJKGESTELD LAGER SEC.OND. OF GELIJKGESTELD

Functie: ASS/0119 assistent Periode van - tot: 02/12/ /09/2015. Salarischaal: D1 LAGER SEC.OND. OF GELIJKGESTELD LAGER SEC.OND.

Functiebeschrijving. Kinderbegeleider IBO t Koetshuis Vzw Kinderopvang Leuven. Graad: B3 (PC331)

Verzorgende in de gezinszorg C en D

Verzorgend personeel/zorgkundige

Coördinator buitenschoolse kinderopvang

INFORMATIEBUNDEL AANLEG WERVINGSRESERVE HALFTIME CONTRACTUEEL TECHNISCH BEAMBTE - POETSHULP

NAAM FUNCTIE: CULTUUR - CULTUURCENTRUM DIEST (CCD) - TECHNISCH ASSISTENT - ZAALWACHTER

FUNCTIEOMSCHRIJVING : Dossierbeheerder uitbouw gemeentelijke saneringsinfrastructuur

Functiebeschrijving. Graadnaam administratief medewerker Sector Burger- en Welzijnszaken Funtienaam begeleidster BKO Dienst BKO

Technisch assistent technische dienst

Functiebeschrijving. Administratief medewerker. vzw Kinderopvang Leuven

De eigen werkzaamheden inhoudelijk voorbereiden, plannen en praktisch organiseren teneinde er voor te zorgen dat deze efficiënt kunnen verlopen.

Analyseren, toetsen en interpreteren van dossiergegevens teneinde een gefundeerd voorstel van beslissing te kunnen formuleren.

Kwaliteitsvolle uitvoering van de financiën van de gemeente en het OCMW.

FUNCTIEOMSCHRIJVING : Business Analist 1 DOEL VAN DE FUNCTIE 2 RESULTAATGEBIEDEN 2.1 VOORBEREIDING 2.2 UITVOERING

assistent Logistiek in combinatie met de opdrachten als inwonend huisbewaarder

FUNCTIEOMSCHRIJVING : Financieel medewerker 1 DOEL VAN DE FUNCTIE 2 RESULTAATGEBIEDEN 2.1 VOORBEREIDING 2.2 UITVOERING

Functie: MED/0329 medewerker theatertechieken Periode van - tot: 26/02/2015 -

Functiebeschrijving Administratief medewerker. Graad: medewerker C1-C3

Administratief medewerker aanleg werfreserve (C1-C3)

Ploegbaas groen wegen

Administratief medewerker

///////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Functiebeschrijving Arbeider sport. Graad: arbeider D1-D3

Groenarbeider Vordenstein

Strategisch coördinator

Functiebeschrijving Administratief medewerker regelgerichte cluster. Graad: medewerker C1-C3

B. Resultaatgebied 2 Projectvoorstelanalyse Verantwoordelijk voor de integrale, correcte en tijdige afhandeling van het toegewezen projectvoorstel.

Functiebeschrijving. Applicatiebeheerder. Graad B1-B3

Functieprofiel leidinggevende lid van het MAT

De medewerker kwaliteitszorg rapporteert aan de teamverantwoordelijke kwaliteitszorg van de afdeling Kennisbeheer.

Functiebeschrijving Administratief medewerker gemeentelijke administratieve sancties (GAS) Graad: medewerker C1-C3

COMPETENTIEPROFIEL Coördinator VORMING EN BEGELEIDING PLOT-Brandweerschool

Office manager vzw Kunststeden Vlaanderen. Graad: bachelor PC 329 B1A

Functiebeschrijving medewerker technische dienst: garage

Functie en competentieprofiel HULPKOK

De Vlaamse Waterweg nv. Functiebeschrijving: administratief medewerker

U maakt deel uit van de strategische cel en rapporteert bijgevolg aan de strategisch coördinator.

Functiebeschrijving: Hoofdtechnicus C2 Verkeersoperator

//////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Competentiewoordenboek niet-kaderleden

FUNCTIEOMSCHRIJVING : Projectmedewerker Internationale Samenwerking

Stafmedewerker Planning (Gezinszorg)

FUNCTIEBESCHRIJVING : Deskundige Overheidsopdrachten 1 DOEL VAN DE FUNCTIE 2 RESULTAATGEBIEDEN 2.1 VOORBEREIDING 2.2 CONTROLE VAN GEGEVENS

Competenties verbonden aan het ComPas

Functiebeschrijving Arbeider-redder. Graad: arbeider D1-D3

SELECTIEPROCEDURE FUNCTIE TECHNISCH ASSISTENT

Functiebeschrijving: Elektricien

Functiebeschrijving: ICT-AANSPREEKPUNT

Milieuambtenaar. Zorgen voor het geheel van het gemeentelijk milieubeleid. Directe leidinggevende afdelingshoofd grondgebiedzaken.

3. VERWERKEN VAN GEGEVENS EN BEHANDELING VAN DOSSIERS:

Bibliotheekassistent. Zorgen voor een kwaliteitsvolle dienstverlening en bibliotheekwerking. Directe leidinggevende bibliothecaris B4

Functiebeschrijving. Systeembeheerder. Graad B1-B3

Als directeur rapporteert u rechtstreeks aan de algemeen directeur. U geeft rechtstreeks leiding aan de departementshoofden uit uw directie.

B1 - DESKUNDIGE LEIDINGGEVENDE

Gemeentebestuur Knokke-Heist Competentiewoordenboek kaderleden Januari 2005

De eigen werkzaamheden inhoudelijk voorbereiden, plannen en praktisch organiseren teneinde er voor te zorgen dat deze efficiënt kunnen verlopen.

administratief medewerker Kinderopvang Burgergerichte Zaken / Sociale Zaken

De Vlaamse Waterweg nv. Functiebeschrijving: medewerker boekhouding

Diensthoofd patrimonium

Functiebeschrijving:

Voor beide functies wordt een gezamenlijke werfreserve met een duurtijd van 1 jaar en max. verlengbaar met 2 jaar aangelegd.

Evaluatieformulieren

Medewerker personeel & organisatie De Lochting

Secretaresse Mei 2009

Functiebeschrijving: Polyvalent Medewerker. Voor ontvangst

DESKUNDIG MEDEWERKER BOEKHOUDING FUNCTIEBESCHRIJVING & COMPETENTIEPROFIEL

gemeentesecretaris afdelingshoofd Vrije Tijd Directeur Abdijmuseum Ten Duinen Polyvalent medewerker Abdijmuseum Ten Duinen

COMPETENTIEPROFIEL. Coördinator brevetopleidingen

FUNCTIEBESCHRIJVING BESTUURSSECRETARIS PROJECTCOÖRDINATOR ICT

Identificatiegegevens kandidaat. Identificatiegegevens onderneming. Naam* Adres* Telefoon* adres* Naam. Ondernemingsnummer* Datum van onderzoek

Selectieprocedure voor de statutaire werving van een adjunct van de directeur bij nv De Scheepvaart, afdeling waterwegbeheer.

HOOFDSTUK 2: BASISVEREISTEN EN VOORWAARDEN. 3. Personeelsbeleid 3.2. Functieprofielen/ pleegzorgwerker PLEEGZORGWERKER

//////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Salarischaal: C1 HOGER SEC.OND. OF GELIJKGESTELD HOGER SEC.OND. OF GELIJKGESTELD

secretaris gemeente/o CMW Afdeling Burgergerichte Zaken Centrale aankoopdienst Patrionium & openbare ruimte Vrije tijd gemeente/ OCMW** Sportdienst

Operationeel coördinator administratie

Functiebeschrijving Administratief medewerker dienst Burgerzaken Voltijds

Transcriptie:

FUNCTIEPROFIEL DOEL VAN DE FUNCTIE Een medisch laboratorium technoloog (MLT) moet in staat zijn op zelfstandige basis laboratoriumanalyses uit te voeren en een correcte aan hen toegewezen interpretatie van de resultaten te geven. Een MLT is verantwoordelijk voor de kwaliteit van zijn handelingen, werkt nauwgezet en is kritisch bij het interpreteren van de analyseresultaten. Voor de bloedafname moet een MLT op een professionele, kwaliteitsvolle en patiëntveilige manier te werk gaan, met aandacht voor de individuele zorgbehoefte van de patiënt. PLAATS IN DE ORGANISATIE Je rapporteert en werkt onder de directe leiding van de hoofdlaborant en de Klinisch Bioloog. Je stuurt de medewerkers aan die je zijn toevertrouwd voor de uitvoering van de verschillende analyses. VERANTWOORDELIJKHEDEN Resultaatsgebieden en verantwoordelijkheden: - Werkinstructies volgen - Samenwerken - teamspirit - Zelfstandig werken - Nauwkeurig werken - Bereid zijn tot leren - Kwalitatieve, patiëntvriendelijke en respectvolle zorg verlenen - Een veilige werkomgeving creëren - Optimale dienstverlening - Correct uitvoeren van het medisch voorschrift binnen het wettelijk kader - Betrokkenheid en meewerken aan de realisatie van de organisatie - en team doelstellingen - Mee aansturen en opvangen van medewerkers : nieuwe medewerkers en studenten - Bereid deel te nemen aan wacht- en weekendrol. - Het mee ondersteunen van het kwaliteitsbeleid - Sociale controle van beleid - Respect voor collega s en leidinggevenden TAKEN Taken die men effectief uitvoert: - Bloedafnames. - Stalen van menselijke oorsprong ontvangen en controleren op hun geschiktheid in functie van de aangevraagde analyses. - Correcte staalbehandeling en -bewaring in functie van de aangevraagde analyses. - Staalvoorbehandeling in functie van de aangevraagde analyses. - Werking van de analysetoestellen garanderen. - De analyseresultaten met eerdere resultaten, met minimum- en maximumwaarden, vergelijken. - De productvoorraad opvolgen (bestellingen plaatsen, producten volgens hun houdbaarheid en bewaringsvoorwaarden opbergen). - Onderhoud en de werking van de analysetoestellen controleren, het onderhoudsregister bijwerken en storingen signaleren en noteren in het logboek. - De werkplaats en het materiaal ordelijk, net houden en desinfecteren. Pagina 1 van 7

- Laboratoriumonderzoeken uitvoeren. - Resultaten rapporteren aan de artsen. - Het registeren van klachten en incidenten (near-misses en misses) en het zoeken naar oplossingen ter voorkoming van klachten en incidenten. - Het onmiddellijk rapporteren van defecten (toestellen, netwerk,..). - Verplichte deelname aan verplichte opleidingen en aan e-learning programma s. BEVOEGDHEDEN 1. Je bent eindverantwoordelijk voor: - De taken zoals hoger beschreven. - Een correcte en professionele informatiedoorstroming naar de leidinggevenden. - Het materiaal dat je werd toevertrouwd. - Het melden van incidenten en klachten. 2. Je bent mede verantwoordelijk voor: - Een goed teamwerking. - De afdelingsinfrastructuur, toestellen en materialen. - Orde en netheid van de afdeling. CONTACTEN Interne contacten (vergaderingen, overlegcomités, stuurgroepen,.): - Participeren aan de periodieke dienstvergaderingen. - Deelnemen aan interne bijscholingen. - Op de hoogte blijven van veranderingen via dienstnota s voor het starten van uw taak. - Bespreken van problemen/probeemgevallen met hoofdlaborant en/of klinisch bioloog. Externe contacten (beroepsfederaties, verenigingen,.): - Participeren aan ziekenhuis brede opleiding indien van toepassing (handhygiëne, glucometers, ). - Deelnemen aan externe opleidingen wanneer dit door de hoofdlaborant en/of klinisch bioloog nodig wordt geacht. COMPETENTIE Opleiding: - een diploma Medisch Laboratoriumtechnoloog. - erkenning Medisch Laboratoriumtechnoloog of hoger. Vaardigheden: - duidelijke communicatie (naar patiënten en collega s) - een dynamische persoonlijkheid en doe-mentaliteit - positief ingesteldheid - oog voor detail - nauwkeurigheid - goed georganiseerd - verantwoordelijk - teamspeler - bij voorkeur passieve kennis van de Engelse taal - bij voorkeur vertrouwd met de gebruikte informaticaprogramma s (Word, Excel, Office) - goed en verzorgd voorkomen 1. Waarde gebonden competenties 1.1 Voortdurend verbeteren Voortdurend verbeteren van het eigen functioneren en van de werking van de dienst/afdeling, door de bereidheid om te leren en mee te groeien met veranderingen. 1.1.1 Toont zich leer- en aanpassingsbereid met betrekking tot de eigen functie en situatie - Is gemotiveerd om nieuwe leerstof te verwerken Pagina 2 van 7

- Is bereid om nieuwe methodes aan te leren - Past nieuwe afspraken over de uitvoering van de eigen taak meteen toe in de praktijk - Vraagt om uitleg en toelichting wanneer iets niet duidelijk is - Geeft aan waar zich problemen in de taak voordoen en denkt mee over oplossingen 1.1.2 Ontwikkelt zich binnen de eigen functie, en werkt actief mee aan het verbeteren van de uitvoering van taken. - Werkt zich in, in nieuwe materies die relevant zijn voor de eigen taak - Past nieuwe richtlijnen, kennis, informatie en inzichten toe in de praktijk 1.2 Klantgerichtheid 1.2.1 Reageert vriendelijk, adequaat en correct op vragen van patiënten - Blijft beleefd bij klachten - Tracht zelf een antwoord te geven op een vraag of klacht. Verwijst zo nodig door naar de Klinisch bioloog - Verleent een correcte service aan alle klanten, ongeacht hun afkomst geslacht, handicap enz. - Stelt zich hulpvaardig op - Reageert snel en gepast op vragen van klanten - Kiest een aangepaste aanpak gezien de mogelijkheden en beperkingen van de klant (vb. kinderen, bejaarden, zieken) 1.2.2 Onderneemt acties om voor de patiënt een geschikte oplossing te bieden voor specifieke vragen en problemen. - Helpt klanten op een vriendelijke en adequate wijze verder - Onderneemt concrete acties om de problemen en klachten van klanten op te lossen - Past binnen de bestaande procedures, planning, dienstverlening of product aan om de klant verder te helpen - Geeft de klant waar hij/zij recht op heeft op de best mogelijke wijze 1.3 Samenwerken Een bijdrage leveren aan een gezamenlijk resultaat ook wanneer dit niet onmiddellijk van persoonlijk belang is 1.3.1 Werkt mee en informeert anderen - Houdt rekening met de mening van anderen - Behandelt anderen met respect, ongeacht hun positie, achtergrond of opvattingen. - Geeft informatie en kennis door die voor anderen nuttig of belangrijk kan zijn - Aanvaardt groepsbeslissingen - Toont respect voor de verscheidenheid in mensen 1.3.2 Helpt anderen en pleegt overleg - Steunt de voorstellen van anderen en bouwt daarop voort om tot een gezamenlijk resultaat te komen - Stemt de eigen inbreng/prioriteiten/aanpak af op de noden van de groep - Houdt rekening met de gevoeligheden en met de verscheidenheid in mensen - Biedt hulp aan bij problemen, ook al valt de taak niet onder de eigen opdracht - Bevraagt spontaan en pro-actief de mening van anderen 1.3.3 Stimuleert de samenwerking binnen de eigen entiteit - Komt met ideeën om het gezamenlijk resultaat te verbeteren - Moedigt anderen aan om samen te werken - Bevordert de goede verstandhouding, de teamgeest en het respect voor verscheidenheid in mensen - Geeft opbouwende kritiek en feedback 1.4 Betrouwbaarheid consequent en correct handelen Handelen vanuit de codes van integriteit, zorgvuldigheid, objectiviteit, gelijke behandeling, correctheid en transparantie uitgaande van de basisregels, sociale en ethische normen. Afspraken nakomen en zijn/haar verantwoordelijkheid opnemen. 1.4.1 Handelt correct en respectvol ten aanzien van zijn/haar omgeving en van de bestaande regels en afspraken. - Respecteert formele regels en afspraken - Gaat op respectvolle wijze om met anderen (collega s, klanten, medewerkers, ) - Geeft volledige en juiste informatie door Pagina 3 van 7

- Respecteert vertrouwelijke en persoonlijke informatie - Doet wat hij/zij zegt, komt beloften en afspraken na - Komt open uit voor eigen fouten, vergissingen en nalatigheden 1.4.2 Brengt sociale en ethische normen in de praktijk - Neemt de verantwoordelijkheid op voor het eigen handelen (past geen paraplupolitiek toe) - Leeft de deontologie na die eigen is aan de functie of het functieniveau - Spreekt anderen erop aan wanneer hun handelen niet conform is met bestaande regels en afspraken - Handelt consequent: neemt in gelijkaardige omstandigheden gelijkaardige standpunten in/houding aan. - Kan inschatten of informatie al dan niet verder kan/mag verspreid worden - Vertoont voorbeeldgedrag rond basisregels en afspraken 1.4.3 Schept randvoorwaarden zodat de deontologische code in de praktijk kan gebracht worden - Vertoont voorbeeldgedrag rond basisregels en afspraken, rond sociale en ethische normen en in het omgaan met diversiteit. - Is verantwoordelijk voor een transparante inrichting van de entiteit - Zorgt dat iedereen in de organisatie/entiteit op de hoogte is van de verwachte normen voor gedrag (bijvoorbeeld: brengt het onderwerp regelmatig en systematisch ter sprake) - Spreekt anderen aan wanneer onethische handelingen worden gesteld, regels en afspraken niet worden nageleefd enz. - Weet op een flexibele, maar zorgvuldige, objectieve en correcte wijze om te gaan met bestaande regels en procedures wanneer de situatie dit vereist 1.4.4 Handelt integer in een veelheid aan situaties, ook in die waar geen eenduidige regelgeving voor bestaat - Blijft correct en integer handelen rond basisregels, sociale en ethische normen, in situaties van grote externe druk - Blijft correct en integer handelen in situaties waar geen eenduidige regelgeving voor bestaat 2. Persoonsgerelateerd gedrag Efficiënt gedrag vertonen in situaties met hoge complexiteit, tijds- of werkdruk en/of bij tegenslag, teleurstelling of kritiek 2.1 Omgaan met stressfactoren 2.1.1 Blijft kalm en rustig bij incidenteel verhoogde druk, eigen aan de functie - Reageert kalm bij wijzigingen in de planning, bij wijzigende prioriteiten, bij nieuwe gegevens, e.d. - Blijft doelmatig en effectief handelen in situaties van verhoogde tijdsdruk of sociale druk - Vertoont geen uiterlijke tekenen van stress bij tijdelijke verhoging van de druk. - Reageert rustig bij tegenstand of persoonlijke verwijten, negatieve feedback - Bewaakt eigen grenzen van kennen en kunnen 2.1.2 Blijft kalm en rustig in situaties van langdurig verhoogde druk en/of in crisissituaties eigen aan de opdracht - Blijft rustig praten en geeft een ontspannen indruk, ook al maakt zijn/haar gesprekspartner het hem/haar moeilijk - Behoudt bij confrontaties een correcte en tactvolle houding: vermijdt woordenwisselingen, reageert respectvol - Blijft zich in crisismomenten open opstellen ten aanzien van kritiek van anderen, en blijft bereid zijn/haar eigen aanpak te toetsen - Kan voor zichzelf problemen, spanningen of tegenslagen verwerken en relativeren - Blijft doorzetten in geval van tegenslagen en teleurstellingen 2.1.3 Blijft kalm en rustig in complexe situaties waarin hij/zij met een langdurige of regelmatig weerkerende hoge druk en/of met crisissituaties die de eigen opdracht overstijgen, wordt geconfronteerd - Blijft onder moeilijke werkomstandigheden hoofd- en bijzaak in het eigen werk onderscheiden - Presteert goed in situaties waar sprake is van langdurige of zich herhalende hoge tijdsdruk, tegenslag en complicaties - Handhaaft zich in complexe situaties en situaties met onzekerheden en onbekenden - Blijft zich niettegenstaande grote tijdsdruk open opstellen voor meningen of opmerkingen van anderen - Blijft in situaties van grote druk en weerstand zoeken naar een aangepaste stijl en aanpak om toch zijn/haar doelstelling te bereiken 2.2 Optreden In verschillende situaties een geloofwaardige eerste indruk maken en handhaven 2.2.1 Heeft een verzorgd voorkomen en een gepaste gedragsstijl - Draagt zorg voor zijn/haar voorkomen (netjes en verzorgd, aandacht voor persoonlijke hygiëne) Pagina 4 van 7

- Past zijn/haar kleding en voorkomen aan in functie van de gedragscode die in de situatie van toepassing is - Gebruikt correcte omgangsvormen gezien de omstandigheden (bv. geen voornaam gebruiken in bepaalde situaties, zich verontschuldigen bij te laat komen, ) - Gaat gepast om met de verscheidenheid in mensen 2.2.2 Verwerft aandacht en vertrouwen door zijn/haar houding - Speelt gepast in op zijn/haar gesprekspartner - Komt in contacten authentiek over - Geeft blijk van een goed aanvoelen van wat gepast is (houding, voorkomen, reacties, ) 2.2.3 Weet in situaties van grotere visibiliteit een geloofwaardige indruk na te laten op basis van het eigen optreden - Gebruikt in uiteenlopende contexten en situaties waar visibiliteit een belangrijke factor is, de juiste stijl en omgangsvormen - Houdt bij het aangaan van open discussies en dialogen, aandacht voor de gevoeligheden en omstandigheden eigen aan de ruimere context waarin men zich samen met anderen bevindt (vb. discretie, respect,. ) - Weet op een positieve wijze de aandacht op zich te vestigen wanneer dit noodzakelijk is - Geeft ook in kritische situaties zowel verbaal als non verbaal blijk van een rustig en zelfverzekerd optreden - Heeft aandacht voor de meer subtiele boodschappen van anderen en speelt hier op een correcte wijze op in 2.3 Organisatiebetrokkenheid Zich verbonden tonen met de organisatie, taak en beroep; de belangen ervan verdedigen bij anderen 2.3.1 Handelt overeenkomstig de waarden en doelstellingen van de organisatie - Staat achter beslissingen die voor de entiteit nuttig zijn, zelfs als die minder populair of controversieel zijn of persoonlijk ongunstig uitvallen - Voert de richtlijnen uit, ook al komen die niet overeen met de eigen belangen - Toont belangstelling voor de organisatie/entiteit (bvb. informeert zich regelmatig, ) - Reageert correct en loyaal wanneer buitenstaanders, klanten enz kritiek uiten op de organisatie - Respecteert de binnen de organisatie/entiteit bestaande afspraken en procedures 2.3.2 Houdt bij de eigen acties (pro-) actief rekening met de belangen van de organisatie - Overweegt in de eigen acties en voorstellen de voor- en nadelen voor de entiteit - Zet zich in om de doelstellingen van de entiteit te realiseren, ook al zou hij/zij zelf andere doelen voorrang kunnen geven - Respecteert in de eigen adviezen en beslissingen het ruimere beleidskader (doelen, waarden, cultuur, ) - Heeft oog voor de kosten die met een bepaald voorstel of initiatief samenhangen - Schat bij eigen acties en beslissingen de ruimere gevolgen daarvan voor de organisatie in 2.3.3 Bewaakt en verdedigt op consequente wijze de belangen, de opdracht en de handelswijze van organisatie - Durft harde standpunten innemen die ten goede komen van de gehele organisatie, zelfs indien die minder populair zijn binnen de eigen entiteit - Praat over wij in plaats van zij als hij/zij het over de eigen organisatie heeft - Verdedigt de keuzes van de entiteit/organisatie ten aanzien van collega s, eigen medewerkers en derden 3. Interpersoonlijk gedrag 3.1 Mondelinge uitdrukkingsvaardigheid Spreken in een taal zodat het publiek tot wie ze gericht is ze begrijpt Opmerking: Uitdrukkingsvaardigheid benadrukt dat het gaat om de wijze waarop mensen communiceren in een direct contact. Het gaat dus niet om een communicatiestrategie, openheid van communicatie of samenwerking. 3.1.1 Weet de eigen boodschap vlot en begrijpelijk te verwoorden. - Legt (technische) gegevens op een begrijpelijke wijze uit - Beperkt het gebruik van jargon - Antwoordt doelgericht en beknopt - Is goed verstaanbaar (volume, articulatie, tempo) - Spreekt vlot - Ondersteunt zijn/haar boodschap met aangepast non-verbaal gedrag Pagina 5 van 7

3.1.2 Zorgt voor een heldere communicatie in twee richtingen. - Communiceert duidelijk en to the point - Richt zich tot zijn/haar gesprekspartner. - Gaat regelmatig na of de boodschap voor de andere duidelijk was - Biedt zijn/haar gesprekspartner(s) de mogelijkheid om vragen te stellen - Geeft de gesprekspartner de ruimte om zich te uiten en onderbreekt hem/haar niet - Past de communicatiewijze aan, aan de mogelijkheden/eigenheden van de gesprekspartner 3.2 Luisteren Tonen (non)-verbale boodschappen op te nemen en te begrijpen, en doorvragen bij onduidelijkheden Opmerking: Tonen in bovenstaande definitie geeft aan dat het een actief luisteren betreft en niet enkel het receptief zijn ten aanzien van nieuwe informatie. De competentie luisteren verenigt derhalve de luisterbereidheid én luistervaardigheid. 3.2.1 Neemt een luisterende houding aan - Laat anderen uitspreken - Geeft door gedrag en houding blijk van interesse voor wat de andere brengt - Handhaaft een actieve luisterhouding - Geeft anderen de ruimte om een mening of idee in te brengen - Toetst of hij/zij goed begrijpt wat de ander heeft willen zeggen 3.2.2 Is luistervaardig: zorgt ervoor dat de boodschap volledig werd gegeven en begrepen - Vraagt opheldering, reden of oorzaak als wat de ander zegt niet duidelijk is - Vraagt door op boodschappen die onafgewerkt lijken (bvb. halve zinnen, aarzelingen) 3.3 Schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid Een schrijfstijl hanteren die past bij de boodschap en de doelgroep 3.3.1 Hanteert een correcte en begrijpelijke taal - Hanteert een correcte spelling - Hanteert een correcte grammatica - Handhaaft de huisstijl en de afspraken hierover in zijn/haar communicatie 4. Probleemoplossend gedrag 4.1 Initiatief Kansen onderkennen en uit eigen beweging acties ondernemen 4.1.1 Neemt het initiatief om binnen het eigen takendomein acties te initiëren (reactief en ad hoc) - Doet eerst zelf al het mogelijke om een probleem op te lossen, alvorens de hulp van anderen in te roepen - Ziet werk liggen en gaat over tot actie - Kan problemen die zich voordoen, zelf afwerken - Onderneemt uit eigen beweging gerichte acties om het concrete probleem op te lossen 4.2 Flexibel gedrag De eigen gedragsstijl kunnen veranderen teneinde een gesteld doel te bereiken. In verschillende situaties of ten aanzien van verschillende personen op een efficiënte wijze zijn/haar gedrag kunnen aanpassen 4.2.1 Past zijn/haar aanpak en/of gedrag aan indien de concrete situatie dit vereist - Verandert agenda en operationele planning in functie van tijdsdruk, dringende vragen of behoeften - Verhoogt het werktempo, indien de omstandigheden dit vragen - Is bereid taken te doen die niet tot het normale pakket behoren, indien de omstandigheden dit vereisen 4.2.2 Blijft soepel én doelgericht functioneren in situaties die bijzonder onderhevig zijn aan veranderingen - Blijft rustig en doelmatig handelen in situaties waar meerdere variabelen plots veranderen - Weet de impact van de wijziging van één variabele op de andere aspecten snel en correct in te schatten 4.3 Nauwgezetheid Pagina 6 van 7

Taken nauwgezet en met zin voor detail volbrengen. Gepast omgaan met materialen 4.3.1 Draagt zorg voor materialen; gaat ordelijk te werk - Vindt snel terug wat gevraagd is - Houdt gegevens ordelijk bij - Onderhoudt materialen conform de voorschriften - Houdt de eigen werkplaats netjes en opgeruimd; houdt geen overbodige dingen bij - Levert verzorgd werk af (bv. opmaak documenten, geen onnauwkeurigheden ten gevolge van slordigheid, ) - Levert overzichtelijke berekeningen en gegevens af zodat nazicht mogelijk is 4.3.2 Levert met oog voor detail correct werk af - Voert repetitieve administratieve of technische taken foutloos uit - Vult documenten en formulieren correct en zorgvuldig in - Blijft aandachtig bij routineuze taken - Controleert het eigen werk - Merkt fouten en onnauwkeurigheden in de beschikbare informatie op, met het oog op het aanbrengen van correcties 4.3.3 Blijft onder verhoogde druk kwaliteitsvol werk afleveren - Levert onder druk kwaliteitsvol werk af - Weet snelheid met nauwkeurigheid te combineren - Kiest de exacte methode of procedure in functie van de gevraagde nauwkeurigheid - Combineert kwantiteit met kwaliteit - Blijft oog voor detail hebben onder tijdsdruk 5. Beheersmatig gedrag 5.1 Plannen Structuur aanbrengen in tijd, ruimte en prioriteit bij het aanpakken van taken of problemen 5.1.1 Plant eigen werk effectief - Maakt gebruik van hulpmiddelen opgesteld door de kwaliteit functionaris bij het inplannen van taken - Pakt eerst de belangrijkste of dringendste opdrachten aan - Houdt rekening met de nodige uitvoeringstijd - Geeft tijdig aan wanneer de planning niet gehaald kan worden - Houdt in eigen planning rekening met de begrippen dringend en belangrijk 5.2 Organiseren De benodigde acties, tijd en middelen aangeven en deze elementen coördineren om de doelstellingen te bereiken conform de planning 5.2.1 Organiseert het eigen werk - Werkt onder tijdsdruk alles tijdig en correct af - Kan op een bepaald ogenblik met oog voor de timing zijn/haar werk afronden - Pakt de zaken efficiënt aan - Kan inspelen op wijzigende omstandigheden - Ontwikkelt een aanpak die blijk geeft van doorzicht en overzicht 5.2.2 Coördineert acties, tijd en middelen - Organiseert zich op zodanige wijze dat hij/zij een overzicht kan bewaren BIJKOMENDE INFORMATIE Pagina 7 van 7