Nieuwsbrief oktober 2015 Herstelplan In de nieuwsbrieven van juli (over o.a. het nieuwe Financieel ToetsingsKader nftk ) en augustus 2015 (over beleggen) informeerden we u al eerder over de eisen die De Nederlandse Bank (DNB) stelt aan pensioenfondsen over de verplichting om een herstelplan in te dienen. In dit nummer Herstelplan Nieuwtje over Pensioen 1-2-3 Waar ging het ook alweer over? Per 1 januari 2015 gelden nieuwe financiële spelregels voor pensioenfondsen. Daarin zijn o.a. eisen opgenomen waaraan onze financiële positie moet voldoen. Pensioenfondsen moeten voldoende middelen hebben om de uitkeringen aan hun deelnemers te kunnen realiseren. De uitkeringen zijn financiële verplichtingen in de toekomst. Hiertegenover staat het actuele (belegd) vermogen van het fonds. De verhouding tussen dit 1
vermogen en de toekomstige financiële verplichting wordt uitgedrukt in een percentage: de dekkingsgraad. Deze dekkingsgraad is een goede maat voor de financiële gezondheid van een pensioenfonds. De dekkingsgraad is altijd een momentopname die door economische- en beleidsmatige ontwikkelingen kan stijgen en dalen. Voorbeelden van economische ontwikkelingen zijn de rente-ontwikkelingen, ontwikkelingen op de aandelenmarkten terwijl ook de alsmaar toenemende levensverwachting van invloed is; voorbeelden van beleidsmatige ontwikkelingen zijn de wijzigingen in de manier waarop DNB voorschrijft hoe pensioenfondsen de dekkingsgraad moeten berekenen. Van deze laatste categorie zagen we in 2015 al twee voorbeelden: per 1 januari 2015 verviel de driemaands rentemiddeling. Dit had een negatief effect op onze dekkingsgraad van 3. Op 14 juli 2015 besloot DNB de (UFR) lange termijn rekenrente voor pensioenfondsen aan te passen van 4,2 naar 3,3. Dit had wederom een negatief effect (van 2,3) op onze dekkingsgraad. Deze effecten zijn goed te zien op onderstaande dekkingsgraad grafiek. U vindt deze ook elke maand op onze site www.q8pensioenfonds.nl. Verder stelde DNB dit jaar extra strenge eisen aan de verschillende risico s die pensioenfondsen bij het beleggen mogen nemen. Deze eisen resulteren in een berekening van het Vereist Eigen Vermogen (VEV). Een maat voor de financiële buffer die het fonds moet aanhouden om deze risico s op de lange termijn het hoofd te bieden. Voor ons pensioenfonds bedraagt het beoogd VEV 117,1 (een buffer van 17,1 boven op een dekkingsgraad van 100). In de grafiek hieronder ziet u duidelijk dat onze actuele dekkingsgraad (blauwe lijn) en de beleidsdekkingsgraad (gemiddelde van de actuele dekkingsgraden over de laatste 12 maanden; rode lijn) fors onder het VEV zit (de groene driehoekjes geven het feitelijke VEV aan dat elk kwartaal herberekend wordt). Al met al betekende dit dat Q8 Pensioenfonds voor 30 juni 2015 een herstelplan bij DNB moest indienen. Overzicht van de dekkingsgraad van het pensioenfonds 125.0 120.0 115.0 110.0 105.0 100.0 95.0 90.0 85.0 80.0 Dec-10 Mar-11 Jun-11 Sep-11 Dec-11 Mar-12 Jun-12 Sep-12 Dec-12 Mar-13 Jun-13 Sep-13 Dec-13 Mar-14 Jun-14 Sep-14 Dec-14 Mar-15 Jun-15 Sep-15 dekkingsgraad Vereist Vermogen beleidsdekkingsgraad herstelpad 2
Het herstelplan In het herstelplan legt een pensioenfonds de maatregelen vast die het fonds neemt om zijn financiële positie te verbeteren. Bij deze maatregelen is goed gekeken naar de evenwichtige belangenafweging voor alle betrokkenen bij het fonds. Binnen 10 jaar moet de beleidsdekkingsgraad minimaal het niveau van het VEV bereikt hebben. Op 29 juni diende het pensioenfonds zijn herstelplan in bij DNB. Wij waren zeker niet het enige pensioenfonds dat een herstelplan moest indienen. Ongeveer tweederde van de ruim 250 pensioenfondsen in Nederland heeft een herstelplan moeten indienen, waaronder vier van de vijf grootste pensioenfondsen van Nederland (ABP, PFZW, PME en PMT). Mercer (adviserende actuaris) maakte de berekeningen die de basis vormen voor het herstelplan. Uitgangspunten voor deze berekeningen zijn de jaarlijks te ontvangen premies, de jaarlijkse uitkeringen, de al dan niet te realiseren indexaties voor actieven (inclusief de aanwending van het indexatiedepot) en pensioengerechtigden/slapers, eventuele noodzakelijke kortingen en ten slotte een voorzichtig ingeschat rendement op beleggingen van gemiddeld 4. Ten opzichte van een door DNB voor geschreven inflatie van 2 is dit een meerrendement van 2. In onderstaande tabel ziet u de uitkomsten van de herstelplanberekeningen: Jaar Begin Eind Beleids Vereiste Indexatie Indexatie actieven inactieven 2015 107,7 106,0 104,7 117,1 0 0 2016 106,0 108,8 107,4 117,1 1,6 0 2017 108,8 111,6 110,2 117,1 1,3 0 2018 111,6 114,6 113,1 117,1 1,6 0,1 2019 114,6 117,2 115,9 117,1 2,2 0,3 2020 117,2 119,6 118,4 117,1 2,6 0,6 2021 119,6 121,7 120,7 117,1 2,0 0,9 2022 121,7 123,6 122,7 117,1 1,4 1,1 2023 123,6 125,1 124,4 117,1 1,6 1,3 2024 125,1 126,5 125,8 117,1 1,9 1,4 2025 126,5 127,6 127,0 117,1 2,0 1,6 2026 127,6 128,6 128,1 117,1 2,1 1,7 2027 128,6 129,4 129,0 117,1 2,3 1,8 3
Bij deze tabel kunnen we de volgende aantekeningen maken: M.b.t. korten: de groei van de beleidsdekkingsgraad naar het niveau van het VEV ontwikkelt zich zodanig dat er niet gekort behoeft te worden op aanspraken en pensioenen. Per brief liet DNB het Q8 Pensioenfonds inmiddels weten dat zij instemt met het ingediende herstelplan. Zij heeft daarbij nadrukkelijk opgemerkt dat aanwending van het indexatiedepot momenteel niet aansluit bij de huidige wetgeving. M.b.t. indexatie: eind 2017 is de beleidsdekkingsgraad net boven de indexatiegrens van 110. Dit betekent dat vanaf 2018 er -heel voorzichtig- weer ruimte ontstaat om (gedeeltelijk) te kunnen indexeren. Eind 2020 bevindt de beleidsdekkingsgraad zich boven de grens van het VEV van 117,1. Er is dan geen sprake meer van een vermogenstekort. Het herstelplan is op dat moment formeel afgelopen. Volledige indexatie is dan nog steeds niet mogelijk; daarvoor moet, volgens de regels van het nftk, de beleidsdekkingsgraad verder doorstijgen naar een niveau van rond de 127 (2025). Nog even over indexatie (toeslag) Met de invoering van het nieuwe Financiële Toetsingskader wijzigden de rekenregels voor indexatie (toeslag). Binnen onze pensioenregeling streven we ernaar om de opgebouwde aanspraken van actieve deelnemers met maximaal 100 van de Algemene Loonindex Q8 te verhogen. Voor slapers en pensioengerechtigden geldt maximaal 100 van de Consumentenprijsindex alle huishoudens afgeleid. Hoeveel (welk percentage) van deze ambitie toegepast mag worden, volgt uit de rekenregels van het nftk (zie ook onze nieuwsbrief over het nftk). 4
Voor de indexatie van de opgebouwde aanspraken van actieven (die op 1 maart 2015 in dienst waren) is in het Hoofdlijnenakkoord pensioenregeling 2015 overeengekomen een apart indexatiedepot in te richten. Als het fonds onvoldoende middelen heeft, dan kan indexatie vanuit dit depot gefinancierd worden. De huidige wetgeving staat de toepassing van het indexatiedepot op deze manier niet toe. Maar er zijn veel pensioenfondsen die eenzelfde indexatiedepot kennen als onderdeel van afspraken tussen sociale partners over wijziging naar een nieuwe (soberder) pensioenregeling. De Pensioen federatie (overkoepelend orgaan van de Nederlandse pensioen fondsen) en de Stichting van de Arbeid dringen daarom bij het Ministerie van SZW aan om het gebruik van het indexatiedepot mogelijk te maken onafhankelijk van de beleidsdekkingsgraad. Misschien komt er dit jaar nog een overgangsmaatregel. Dat vereist wel een aanpassing in de wet- en regelgeving. Mocht deze maatregel er niet komen, dan vallen de gelden van het depot ten goede aan de algemene middelen van het fonds. Dat helpt dan de (beleids)dekkingsgraad. Hoe gaat dit nu verder? Zolang er een vermogenstekort (beleidsdekkingsgraad onder het niveau van het VEV) is, moet het fonds elk jaar het herstelplan actualiseren en opnieuw indienen bij DNB. Dan geldt weer opnieuw de regel dat er gekort moet worden als het tekort niet binnen een nieuwe periode van 10 jaar is weggewerkt, dat indexatie pas mogelijk is vanaf een beleidsdekkingsgraad van 110 enz. 5
Nieuwtje over Pensioen 1-2-3 Op 16 juli 2015 heeft Q8 Pensioenfonds, middels een bericht op het nieuwsgedeelte van de website (www.q8pensioenfonds.nl), de deelnemers geïnformeerd over de module Pensioen 1-2-3. Deze module is sindsdien onderdeel van de site op de homepage onder de banner Bekijk je pensioenregeling. Pensioen 1-2-3 is eenvoudig van opzet en heeft 3 lagen van communicatie waarbij de deelnemers op een overzichtelijke manier informatie wordt aangeboden over de pensioenregeling die sinds 1 januari 2015 voor Kuwait Petroleum van kracht is. De module is ontworpen en gebouwd door Bridgevest, een marketingbureau in Rotterdam en specialist op het gebied van pensioencommunicatie. In september is de Pensioenfederatie (de overkoepelende organisatie die de Nederlandse pensioenfondsen vertegenwoordigt) ertoe overgegaan de module Pensioen 1-2-3 van Q8 Pensioenfonds te hanteren als best practice en heeft de federatie als zodanig een verwijzing naar onze Pensioen 1-2-3 module ook op haar site gezet. Toch een aardig complimentje! Colofon Deze pensioenkrant is toegezonden aan alle (gewezen) deelnemers en gepensioneerden van het pensioenfonds. Eindredactie: Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland. Realisatie: Syntrus Achmea Deze nieuwsbrief is met zorg samengesteld en beoogt de lezers zo goed mogelijk te informeren over een belangrijk en ingewikkeld onderwerp. Aan deze nieuwsbrief kunnen geen rechten worden ontleend. In dit verband wijzen wij naar de officiële reglementen en overeenkomsten zoals die beschikbaar en toegankelijk zijn via de website van het pensioenfonds: www.q8pensioenfonds.nl. 713/2617.02.11 6