Monografieen BW B22 Gevolgen van de erfopvolging Prof. mr. W.R. Meijer Kluwer - Deventer - 2005
Inhoud VOORWOORD IX LUST VAN AFKORTINGEN XI LUST VAN VERKORT AANGEHAALDELITERATUUR XIII INLEIDING 1 I DE OVERGANG VAN HET VERMÖGEN VAN DE ERFLATER 3 Inleiding 3 1 De rechten, bezit en houderschap van de erflater 3 2 De hereditatis petitio 4 3 De schulden van de erflater 5 4 Verkrijging door de Staat van het vermögen van de erflater 6 5 De verkrijging onder bijzondere titel door een legataris 6 6 Aanvaarding en verwerping van een legaat 7 7 De lasten 8 II DE VERKLARING VAN ERFRECHT 9 Inleiding 9 8 De positie van de notaris bij het openvallen van een nalatenschap 9 9 Beperkingen in het systeem bij onbekendheid met de dood van de erflater of het erfgenaamschap 10 10 Beperkingen in het systeem met betrekking tot de inschrijving in het Testamentenregister 11 11 De inhoud van de verklaring van erfrecht 12 12 Is de opsomming van art. 188 lid 1 limitatief? 16 13 Derdenbescherming 17 14 De vorm van de verklaring van erfrecht 19 III DE BOEDELNOTARIS 21 Inleiding 21 15 De omschrijving van de functie van boedelnotaris 22 16 De keuze van de boedelnotaris 22 17 De taak van de boedelnotaris bij de vereffening 24 18 De notaris die bij de afwikkeling van een nalatenschap is betrokken in de zin van art. 186 lid 2 24 V
IV HETBOEDELREGISTER 27 Inleiding 27 19 In het boedelregister inschrijfbare feiten 28 20 De Algemene Maatregelen van Bestuur van art. 186 lid 3 en lid 4 32 21 De gevolgen van het niet inschrijven van inschrijfbare feiten 32 22 Het doorhalen van ingeschreven feiten 33 23 Onderzoeksmogelijkheden voor belanghebbenden 34 V DE SCHULDEN VAN DE NALATENSCHAP 37 Inleiding 37 24 Algemene uitgangspunten met betrekking tot schulden 37 25 De schulden van de erflater die niet met zijn dood tenietgaan (art. 7 lid 1 sub a) 38 26 De kosten van de lijkbezorging (art. 7 lid 1 sub b) 39 27 De kosten van vereffening van de nalatenschap (art. 7 lid 1 sub c) 41 28 De kosten van executele (art. 7 lid 1 sub d) 41 29 De schulden uit belastingen die ter zake van het openvallen der nalatenschap worden geheven, voorzover zij op de erfgenamen komen te rüsten (art. 7 lid 1 sub e) 42 30 De schulden die ontstaan door de toepassing van afdeling 2 van Titel 3 (art. 7 lid 1 sub f) 43 31 De schulden ter zake van legitieme porties, waarvoor erfgenamen worden aangesproken (art. 7 lid 1 sub g) 45 32 De schulden uit legaten welke op een of meer erfgenamen rüsten (art. 7 lid 1 sub h) 46 33 De schulden uit 'quasi-legaten' (art. 7 lid 1 sub i) 47 34 De volgorde van verhaal op de nalatenschap 47 35 Het limitatieve karakter van de opsomming van art. 7 lid 1 52 36 De uitwinbaarheid van het overige vermögen van de erfgenaam 53 37 De vordering van een legitimaris bij schending van zijn legitieme en de verhaalsaansprakelijkheid van het prive-vermogen van erfgenamen 54 38 De speciale regelingen bij de wettelijke verdeling 55 VI DE PRIVE-SCHLDEN VAN DE ERFGENAAM TEGENOVER DE SCHULDEN VAN DE NALATENSCHAP 59 Inleiding 59 39 De nalatenschap komt toe aan een erfgenaam 59 40 De nalatenschap komt toe aan meer erfgenamen 61 41 Afwikkeling van het afgescheiden vermögen onafhankelijk van het overige vermögen van de erfgenaam/erfgenamen 62 42 De door de dood ontbonden huwelijksgemeenschap 64 43 De speciale regelingen bij de wettelijke verdeling 65 VI
VII DE ERFGENAAM DIE ZICH BERAADT 67 Inleiding 67 44 De periode van beraad 67 45 De keuzemogelijkheden van de erfgenaam 68 46 De keuzevrijheid van de erfgenaam 71 47 De beperkte keuzevrijheid van de wettelijke vertegenwoordiger 71 48 De onherroepelijkheid van de keuze 73 49 Dwangmiddelen om erfgenamen tot een keuze te brengen 74 50 Spoedeisende zaken gedurende de periode van beraad 75 VIII DEZUIVEREAANVAARDINGENDEVERWERPINGVANDE NALATENSCHAP 77 Inleiding 77 51 De zuivere aanvaarding 77 52 Zuivere aanvaarding als straf 77 53 Uitwinbaarheid van het overige vermögen van een erfgenaam ondanks beneficiaire aanvaarding in andere gevallen 78 54 De verwerping 78 IX DE BENEFICIAIRE AANVAARDING 83 Inleiding 83 55 Het ontstaan van een afgescheiden vermögen bij een erfgenaam 83 56 De gevolgen van het afgescheiden zijn van het nalatenschapsvermogen van het prive-vermogen van een erfgenaam 84 57 Beneficiaire aanvaarding zonder beneficiaire vereffening 87 58 De vereffening van een door de echtgenoot beneficiair aanvaarde nalatenschap bij de wettelijke verdeling 88 59 De vereffening van een door de echtgenoot beneficiair aanvaarde nalatenschap bij de wettelijke verdeling en een huwelijksgemeenschap 89 X DE VEREFFENING VAN EEN NALATENSCHAP NA BENEFICIAIRE AANVAARDING 91 Inleiding 91 60 Speciale regeis voor de vereffenende erfgenamen 91 61 Vereffening door een door de rechtbank benoemde vereffenaar 95 62 Vereffening bij de wettelijke verdeling 97 VII
XI DE VEREFFENING VAN EEN NALATENSCHAP DIE NIET BENEFICIAIR AANVAARD IS 99 Inleiding 99 63 De onbeheerde nalatenschap 99 64 Een verzoek van een schuldeiser van de nalatenschap 100 65 Een verzoek van een prive-schuldeiser van een erfgenaam 100 66 Een verzoek van een schuldeiser van een erfgenaam die verworpen heeft 101 67 De vereffening van een huwelijksgemeenschap 102 68 De vereffening bij de wettelijke verdeling 102 XII HET VERLOOP VAN DE VEREFFENING 105 Inleiding 105 69 Toepasselijkheid van bepalingen van Titel 7 van Boek 3 BW 105 70 Verhaal door individuele schuldeisers tijdens de vereffening 106 71 Kosteloze vereffening en opheffing van de vereffening 106 72 De vereffenaar 107 73 De taak van de vereffenaar 108 74 De aansprakelijkheid van de vereffenaar 115 75 Het einde van de vereffening 116 76 De Staat als opvolger onder algemene titel van de erflater 116 XIII DE VERDELING VAN DE NALATENSCHAP 119 Inleiding 119 77 De toepasselijkheid van Titel 7 van Boek 3 BW 119 78 De verdeling tussen deelgenoten die niet allen het vrij beheer over hun vermögen hebben 119 79 De 'verdeling' van schulden 120 80 De toerekening van schulden 120 81 Inbreng van giften 124 REGISTERS 131 VIII