KEUZEDEEL ORIENTATIE op ONDERNEMERSCHAP K0080 Voorbeeld REFLECTIEVERSLAG DOEL Het doel van jouw reflectieverslag is dat je, met de documenten die je hebt verzameld, kunt bewijzen dat je hebt voldaan aan de eisen van dit keuzedeel. Dit verwerk je in een zogenoemd REFLECTIEVERSLAG. Dit doe je aan de hand van de 3 werkprocessen en de daarbij behorende beoordelingscriteria. Hoe kun je dit aanpakken? Een goed voorbeeld. Als je dit voorbeeld volgt, weet je zeker dat je qua vorm een goed en volledig genoeg reflectieverslag hebt geschreven over dit keuzedeel. 1. Inleiding Een reflectieverslag gaat altijd over jou. Laat je reflectieverslag daarom bestaan uit drie delen: een inleiding, een kern en een slot. In de inleiding bespreek je de aanleiding, het onderwerp en de opbouw van het verslag. Aanleiding, of doel (= waarom dit verslag over het keuzedeel oriëntatie op ondernemerschap ) Onderwerp (= waarover gaat het verslag? Beschrijf hier de onderdelen, of opdrachten die je in de bijeenkomsten hebt gevolgd). Schrijf iets over hoe je het verslag hebt opgebouwd? 1
2. Kern In de kern beschrijf en analyseer je 2 situaties uit elk van de 3 werkprocessen. Kies 2 situaties uit werkproces 1 en schrijf er iets over. Welke informatie heb ik gebruikt om te weten wat er komt kijken bij het opstarten van een onderneming. Welke invalshoeken heb ik bekeken om te weten welke kansen er zijn (voor mij) om een onderneming te beginnen. Welke mate van inzicht heb ik, als het gaat om de slagingskans van het starten van een eigen onderneming? Welke kansen heb ik gezien om vraag en aanbod van een doelgroep bij elkaar te brengen. Kies 2 situaties uit werkproces 2 en schrijf er iets over. Ik kan laten zien/bewijzen dat ik me lerend en onderzoekend heb opgesteld t.a.v. wat de taken zijn van een ondernemer. Ik kan laten zien/bewijzen hoe ik klanten kan aantrekken, boeien en aan me binden. Welke ideeën of handelswijze heb ik, waarin ik mijn ondernemende houding laat zien. Welke competenties laat ik zien, die te maken hebben met ondernemerschap, of met mijn ondernemende houding. Kies 2 situaties uit werkproces 3 en schrijf er iets over. Bij wie heb ik welke feedback gevraagd over mijn expertise JA/NEE ten aanzien van het beginnen van een eigen onderneming. Ik weet mijn plus - en minpunten zelf te benoemen als potentiële ondernemer. Ik kan iets zeggen over mijn weloverwogen beslissing wel/niet eigen ondernemer te willen worden. Ik zeg daarbij ook iets over mijn eventuele groei. Welke competenties laat ik zien ten aanzien van de beslissing die ik neem, of heb genomen. Als je goed gelezen hebt, lees je dat de vragen vanuit de IK-vorm zijn geschreven. Beschrijf je situaties en doe dat ook in de IK-vorm! 2
Ander voorbeeld van de IK-vorm: GOED: Bij bv. de opdracht over (werkproces 1) PRODUCT of DIENST, wilde ik leren, welke van deze 2 keuzes het beste bij mij zou passen. Ik weet nu, dat.. NIET GOED: Bij de opdracht over (werkproces 1) PRODUCT en DIENST moesten we opschrijven wat we gingen uitzoeken; iets met een PRODUCT, of iets met een DIENST. Het was wel een grappige opdracht. Nog een voorbeeld van de IK-vorm: GOED: Wat ik geleerd heb bij die opdracht over het schrijven van een ONDERNEMERSPLAN was 1 ; 2.en 3.. NIET GOED: Wat we gedaan hebben bij een opdracht over het ONDERNEMERSPLAN was dat je moest invullen uit welke stappen dat plan bestaat. Ik had daar niet zoveel aan. 3
3. Slot In het laatste gedeelte van je reflectieverslag, beschrijf je conclusies..wat heb ik geleerd? Schrijf iets over: Wat heb IK geleerd uit dit keuzedeel? Hoe heb IK geleerd (bv. door middel van lezen, of door te doen, of door samen te werken met anderen, of door te kijken en iets na te doen enz?) Wat neem IK van dit keuzedeel mee voor de toekomst? Klaar met het schrijven van het reflectieverslag? Zorg voor een mooie omslag/voorblad (met een voor jou kenmerkende foto o.i.d. erbij) en schrijf onderaan op het voorblad ook je naam en achternaam, de naam van de docent, welk keuzedeel het betreft en tot slot de datum. 4
Succes. Extra! Je kunt een keuzedeel evalueren en je kunt erop reflecteren. Wat is het verschil? Wanneer je evalueert kijk je doelgericht terug op een bepaalde situatie of gebeurtenis. Hoe is het verlopen? Hoe heb je het aangepakt? Wat ging goed en wat zou je de volgende keer anders doen? Je evalueert vooral de opdracht die je binnen dit keuzedeel hebt uitgevoerd en je kijkt naar kwaliteit. Bij reflecteren ga je meer de diepte in. Je stelt jezelf vragen als; hoe komt het dat ik reageer zoals ik doe? Waarom handel ik zo? Wat deed het met mij? Waar komt het vandaan? 5