Probleem Ontrafeling

Transcriptie

1 Probleem Ontrafeling

2 Content A.Probleem Definitie B.Oorzaken Diagram C.Inspiratie

3 A. Probleem definitie Een probleem definiëren is complex. Wat op het eerste oog een probleem lijkt, blijkt vaak een symptoom te zijn van een dieperliggend probleem. Deze tool helpt om een probleem te openen, door het probleem vanuit verschillende invalshoeken te bekijken. Daarnaast helpt de tool om de bredere context van het probleem en de samenhangende zaken in beeld te brengen. Deze strategie is effectief wanneer je als team focus aan wil brengen: wat is hier nu het grootste probleem? Deze tool is ontwikkeld om het analyse proces van diverse problemen te structureren, op een efficiënte manier. Het maakt gebruik van een klein aantal criteria om het probleem te beschrijven en beoordelen, waardoor de activiteit zeer efficiënt is. Door het format is het ook mogelijk om verschillende problemen met elkaar te vergelijken.

4 Hoe doe je dit? Volg de stappen van deze Probleem ontrafeling, doe dit individueel of in kleine teams. Reflecteer op de specifieke onderwerpen die je hebt geïdentificeerd, bespreek gedachten en schrijf deze op. Het doel is om vast te pakken, te vergelijken en te bespreken wat verschillende visies op het probleem zijn. Daarna kun je je notities met elkaar bespreken en kijken of je dezelfde aannames (assumpties) hebt en of je op een zelfde manier naar het probleem kijkt (framing). Deze oefening helpt je om het probleem te reframen. Bijvoorbeeld, wat gebeurt er als je ouderen mensen ziet als mensen met mogelijkheden in plaats van behoeften? Het reframen van problemen op deze manier, kan inzichten bieden over hoe de oplossing er uit kan komen te zien.

5 Vragen: 1. THE WHAT: Wat is het probleem en waarom is dit een belangrijk probleem? 2. THE WHO: Voor wie is het een probleem? 3. THE CONTEXT: Welke sociale of culturele factoren dragen bij aan dit probleem? 4. THE FACTS: Welke bewijsvoering heb je dat dit probleem echt opgelost moet worden? 5. THE IMPACT: Hoe groot is het probleem? 6. REFRAMING: Kun je op een andere manier naar het probleem kijken? Kun je het reframen?

6 Template Slides

7 Wat is het probleem en waarom is dit een belangrijk probleem?

8 Voor wie is het een probleem?

9 Welke sociale of culturele factoren dragen bij aan dit probleem?

10 Welke bewijsvoering heb je dat dit probleem echt opgelost moet worden? Met wie heb je gesproken? Inzichten? Feiten?

11 Hoe groot is het probleem? Facts and figures over de markt.

12 Kun je op een andere manier naar het probleem kijken? Kun je het reframen?

13 B. Oorzaken diagram

14 Oorzaken diagram Wat is de kern van het probleem? Een simpel antwoord op die vraag ontbreekt vaak. Hoe groter het probleem, hoe vaker het probleem om zich heen grijpt. In het opschrijven van de oorzaken van het probleem loop je vaak vast en krijg je het gevoel dat het probleem te groot is.

15 Oorzaken diagram Het oorzaken diagram helpt je om een probleem op een gestructureerde manier te analyseren. Het dwingt je om het probleem te deconstrueren en onderscheid te maken tussen hoofden bijzaken. Je kunt het gebruiken om een nieuw probleem te analyseren en als tool om gaten in bestaande problemen te analyseren. Het helpt ook om te differentiëren tussen verschillende oorzaken, effecten en symptomen, door je een beter beeld te geven van de oplossingen die nodig zijn om het probleem structureel op te lossen. En het helpt om een gezamenlijk vertrekpunt te hebben over het probleem waar je aan werkt.

16 Hoe dit te gebruiken? Identificeer als eerste het kernprobleem dat je probeert op te lossen. Vervolgens beschrijf je de direct, onderliggende en versterkende symptomen die volgens jou hiermee in verband staan. Dit kunnen mensen zijn, systemen, materialen, externe factoren, etc. Probeer zoveel mogelijk factoren op te schrijven die hier volgens jou aan bijdragen..

17 Hoe dit te gebruiken? Schrijf nu de oorzaken op die samenhangen met deze symptomen. Als het werkblad is ingevuld, bespreek ieder symptoom en oorzaak met je team en bedenk of ze juist zijn geplaatst en bespreek wat je hier van kunt leren in het verduidelijken van je doelen. Let er op dat je oorzaken van een probleem niet verward met symptomen. Een oorzaak is de reden waarom sommige dingen gebeuren, een symptoom is vaak het resultaat van een probleem.

18 C. Inspiratie 10 dingen opschrijven die jullie de afgelopen weken hebben geleerd, gezien, over gepraat en die jullie het meest inspireren als je denkt aan jullie vraagstuk en de reden dat het oplossing daarvan belangrijk is. Dit kunnen bijvoorbeeld trends of ontwikkelingen zijn in de maatschappij of technologie, dingen die je in de krant hebt gelezen, een gespreksonderwerp dat je heeft geïnspireerd. Maar ook principes of feiten, psychologische of gedragskenmerken van bijv. jeugd of mensen binnen de jeugdhulp, die relevant zijn voor jullie vraagstuk. Deze 'factoren' gaan we gebruiken als bouwstenen voor de visie en de missie. Er is niet echt een 'goed' of 'fout' in deze factoren, zolang ze maar persoonlijk zijn en voor jou inspirerend. Met deze factoren gaan we aan de slag en creëren we een context waaruit de visie zal blijken en we een missie kunnen formuleren.

19 Wat is er al? Na 1 uur Googlen, wat kan je al vinden? Concurrenten?

20