mei 16 19:37 Iedere keer is de groeifactor gelijk. (een factor is een getal in een vermenigvuldiging)



Vergelijkbare documenten
H9 Exponentiële verbanden

Boot - DEM/DT/BE_MFAO-BOO, Financieel Advies en Ondersteuning - DEM/DL/BE_TS-MFAO, Fiscaal - DEM/DT/BE_MFAO-FIS, Gespreksvaardigheden Gr.1...

Aanmelden kan middels het digitale inschrijfformulier die u per mail heeft ontvangen.

Hoofdstuk 9 - exponentiele verbanden. [KC] exponentiële verbanden

Uurroosters administratie

Paragraaf 9.1 : Twee soorten groei

Paragraaf 12.1 : Exponentiële groei

Toetsopgaven vwo A/B deel 2 hoofdstuk 7

Uitwerkingen bij 3_1 Exponentieel of lineair

DIGITAAL EXAMEN DIGITAAL - EXAMEN DIGITAAL - EXAMEN DIGITAAL - EXAMEN DIGITAAL - EXAMEN DIGITAAL - EXAMEN DIGITAAL - EXAMEN

Exponentieel verband vmbo-kgt34

1,12 = 1,06. De quotiënten zijn niet bij benadering gelijk, dus geen exponentiële groei. 1,28 1,20

Hoofdstuk 1: Basisvaardigheden

Wiskunde 20 maart 2014 versie 1-1 -

Voorbereiding PTA1-V5 wiskunde A

JANUARI Yogacollege Tilburg. Telefoon:

Examen HAVO. wiskunde A1,2

VWO Inleveren van de boeken VWO. Lees deze brief goed door, volg de instructies nauwkeurig op en voorkom onnodig lang wachten.

Programma. - Sommetjes overschrijven!!!! - Voorkennis mag ook na paragraaf 1 t/m 3 - priemfactoren - rekenen met getallen. hfst 9 rekenen2.

8.1 Herleiden [1] Herleiden bij vermenigvuldigen: -5 3a 6b 8c = -720abc 1) Vermenigvuldigen cijfers (let op teken) 2) Letters op alfabetische volgorde

Voorbeeld Examen Wiskunde C

exponentiële verbanden

Antwoorden Wiskunde Hoofdstuk 4

Paragraaf 5.1 : Wortelvormen en Breuken

x a. y b. y c. y

P2 Exponentiële groei

Examen HAVO en VHBO. Wiskunde B

Nog een eindexamen met veel vaardigheden Eindexamen Wiskunde A havo 2009-I 2 tabel 1 -getal Draagvermogen (kg)

Noordhoff Uitgevers bv

Rekenmachine. Willem-Jan van der Zanden

Checklist Wiskunde A HAVO HML

kalenderrekenen Jaap Top

Exponentiële vergelijkingen en groei

Inhoud. 1 Ruimtefiguren 8. 4 Lijnen en hoeken Plaats bepalen Negatieve getallen Rekenen 100

Boek: A deel 1; A deel2; A deel 3 Hoofdstukken: 3, 5, 10

Eindexamen wiskunde A 1-2 havo 2005-I

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 donderdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Uitwerking voorbeeld 2

wiskunde A havo 2017-II

20 De leerling leert alleen en in samenwerking met anderen in praktische situaties wiskunde te herkennen en te gebruiken om problemen op te lossen

Als je, van achter naar voor, na iedere 3 cijfers een klein beetje ruimte laat, of je zet een punt, wordt het allemaal duidelijker.

8.1 Herleiden [1] Herleiden bij vermenigvuldigen: -5 3a 6b 8c = -720abc 1) Vermenigvuldigen cijfers (let op teken) 2) Letters op alfabetische volgorde

(g 0 en n een heel getal) Voor het rekenen met machten geldt ook - (p q) a = p a q a

t in uren H in mg ,2 31,4 Hoeveel procent breekt het lichaam ieder uur af? voelen. Geef je antwoord in minuten nauwkeurig.

Donderdag 28-jan 6:30 8:27 11:54 12:54 15:34 17:23 19:20

Eindexamen wiskunde A vwo 2002-II (oude stijl)

Kern 1 Lineaire functies

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 2

Eindexamen wiskunde A pilot havo II

Logaritmen. Het tijdstip t waarop S(t) = is op de t-as aangegeven. Dat tijdstip komt niet mooi uit. Dat tijdstip noemen 5,3

Factor = het getal waarmee je de oude hoeveelheid moet vermenigvuldigen om een nieuwe hoeveelheid te krijgen.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Hoofdstuk A9 Hellinggrafieken - alternatief

drie getallen met spreidingsbreedte 11, bijvoorbeeld 5, 9 en 16

OEFENPROEFWERK HAVO A DEEL 3 HOOFDSTUK 9 EXPONENTIËLE VERBANDEN

Domeinbeschrijving rekenen

Exponenten en Gemengde opgaven logaritmen

Uurroosters poetsdienst

Examen HAVO. Wiskunde A1,2

1d) P U P u P U U 24000

Programma vandaag: Invullen vragenlijst Hoe werken we met wiskunde? Rooster en planning Introductievraag aan de slag

dochandl4vmbo_kader_netwerk3e.doc Deel 4 vmbo kader Inhoud deel 4 Wolters-Noordhoff bv

Hoe maak je nu van breuken procenten? Voorbeeld: Opgave: hoeveel procent van de onderstaande tekening is zwart gekleurd?

Examen VWO. wiskunde C (pilot) tijdvak 2 woensdag 17 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Eindexamen vwo wiskunde A pilot I

Slimhuishouden.nl. sslaap kamer. slaap kamer bad kamer trappen overloop. slaap kamer. slaap kamer. hal. zolder. woon kamer buiten boel.

Leerjaar 1 Periode 2. Grafieken en formules

Eindexamen wiskunde C vwo I

Antwoorden Verbanden hfd 1 t/m 7 vwo4a

Examen VWO. wiskunde A1

Exact periode 1.2 % 1

Elde college Schijndel. Kernteam Techniek

4.1 Cijfermateriaal. In dit getal komen zes nullen voor. Om deze reden geldt: = 10 6

wiskunde B pilot havo 2015-II

Examen HAVO. wiskunde A1,2. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Kennemer College Beroepsgericht Programma van Toetsing en Afsluiting schooljaar Proefwerk 60 min 3 Ja Schriftelijk.

Examen VWO. wiskunde B1 (nieuwe stijl)

Hoofdstuk 2: Grafieken en formules

Examen HAVO. Wiskunde B1 (nieuwe stijl)

Samenvatting Moderne wiskunde - editie 8

6.0 Voorkennis AD BC. Kruislings vermenigvuldigen: Voorbeeld: 50 10x ( x 1) Willem-Jan van der Zanden

12.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: l:y = ax + b gaat door de punten A(5, 3) en B(8, 12). Stel de functie van l op.

H9: Rijen & Reeksen H10: Kansverdelingen H11: Allerlei functies.5-6

EEN BEZOEK AAN DE KAPPER (deel 1)

Examen VMBO-KB 2006 WISKUNDE CSE KB. tijdvak 1 dinsdag 30 mei Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Rekenmachine. Willem-Jan van der Zanden

Docentenversie. Hoofdstuk A9 Hellinggrafieken - alternatief. snelheid (m/s)

Opmerking Als bij het aflezen uit de figuur een percentage van 76, 78 of 79 is gevonden, dan hiervoor geen punten in mindering brengen.

4. In een fabriek worden tankjes met 5 liter ruitensproeivloeistsof gevuld. Slechts 2,5% van de tankjes mag minder dan 5,00 liter vloeistof bevaben.

T o e t s p r o g r a m m a w i s k u n d e e e r s t e f a s e s c h o o l j a a r

Compex wiskunde A1-2 vwo 2004-I

Activiteitenprogramma Vredense Hof - februari 2016

Eindexamen wiskunde A1 vwo 2004-I

Eindexamen wiskunde B havo 1999 I

Eindexamen 2017 VWO 6

Referentieniveaus uitgelegd. 1S - rekenen Vaardigheden referentieniveau 1S rekenen. 1F - rekenen Vaardigheden referentieniveau 1F rekenen

Uitwerkingen Mei Eindexamen VWO Wiskunde A. Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek

Eindexamen wiskunde B1 havo 2003-I

Examen VWO. tijdvak 1 dinsdag 25 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Transcriptie:

Wiskunde 3VWO Hoofdstuk 8 par 8.1 par 8.2 Procenten en groeifactoren Niet par 8.3 Periodieke verbanden par 8.4 Machtsfuncties par 8.5 Grafieken veranderen par 8.6 Extreme waarden mei 16 19:37 Maandag zitten er nog maar 1500 bacteriën in. Dinsdag is dat 1500 = 3000 Woensdag is dat weer vo veel dus 3000 = 6000 Donderdag is dat weer zoveel dus 6000 = 12000 Vrijdag is dat weer zoveel dus 12000 = 24000 1

dag 0 Maandag zitten er nog maar 1500 bacteriën in. dag 1 Dinsdag is dat 1500 = 3000 dag 2 Woensdag is dat weer vo veel dus 3000 = 6000 dag 3 Donderdag is dat weer zoveel dus 6000 = 12000 dag 4 Vrijdag is dat weer zoveel dus 12000 = 24000 Dag 0 1 2 3 4 5 6 bacteriën 1500 dag 0 Maandag zitten er nog maar 1500 bacteriën in. dag 1 Dinsdag is dat 1500 = 3000 dag 2 Woensdag is dat weer vo veel dus 3000 = 6000 dag 3 Donderdag is dat weer zoveel dus 6000 = 12000 dag 4 Vrijdag is dat weer zoveel dus 12000 = 24000 Dag 0 1 2 3 4 5 6 bacteriën 1500 3000 6000 12000 24000 48000 96000 2

Berekenen 6e dag kan ook in 1 keer dag 0 Maandag zitten er nog maar 1500 bacteriën in. dag 1 Dinsdag is dat 1500 = 3000 dag 2 Woensdag is dat weer vo veel dus 3000 = 6000 dag 3 Donderdag is dat weer zoveel dus 6000 = 12000 dag 4 Vrijdag is dat weer zoveel dus 12000 = 24000 Aantal bacteriën = begingetal x of Aantal bacteriën = begingetal x 2 6 Dag 0 1 2 3 4 5 6 bacteriën 1500 3000 6000 12000 24000 48000 96000 Berekenen 6e dag kan ook in 1 keer dag 0 Maandag zitten er nog maar 1500 bacteriën in. dag 1 Dinsdag is dat 1500 = 3000 dag 2 Woensdag is dat weer vo veel dus 3000 = 6000 dag 3 Donderdag is dat weer zoveel dus 6000 = 12000 dag 4 Vrijdag is dat weer zoveel dus 12000 = 24000 Aantal bacteriën = begingetal x of Aantal bacteriën = begingetal x 2 6 N = b x g t Groeifactor exponent (meestal tijd) Dag 0 1 2 3 4 5 6 bacteriën 1500 3000 6000 12000 24000 48000 96000 3

Opgave 5 Namibië. op 1 januari 2003 1,8 miljoen mensen. Dit aantal wordt ieder jaar met 1,03 vermenigvuldigd. a Stel de formule op van het aantal inwoners N in miljoenen in t jaar b Hoeveel inwoners heeft Namibië op 1 januari 2010? c In welk jaar verwacht je dat Namibië voor het eerst meer dan 3 miljoen inwoners heeft? a N = 1,8 miljoen x 1,03 t b dan is het aantal jaren (t) = 7 berekenen N = 1,8 miljoen x 1,03 7 = 1,8 x 1,229873865 = 2,214 miljoen c methode 1: proberen t = 8 N = 1,8 x 1,03 8 = bij t = 17 bij t = 18 N = 1,8 x 1,03 17 = 2,975 miljoen N = 1,8 x 1,03 18 = 3,064 miljoen methode 2: N = 1,8 x 1,03 t = 3,0 dan is 1,03 t = 3,0 : 1,8 = 1,666667 dit zoek sneller. methode 3: Slim gebruik rekenmachine tik het begingetal in 1,8 daarna = vervolgens x 1,03 en bij elke = ben je een jaar verder mei 16 19:59 gebruik rekenmachine met machten berekenen N = 1,8 miljoen x 1,03 7 = 1,8 x 1,229873865 = 2,214 miljoen Op de rekenmachine: 1,8 x 1,03 ^ 7 = 2,214 mei 16 22:02 4

mei 16 22:06 Slim gebruik rekenmachine Ansx 1,03 1,854 Ansx 1,03 1,909 1,8 = x 1,03 = 1 e jaar (2004) = 2 e jaar (2005) = 3 e jaar (2006) = 4 e jaar (2007) mei 16 20:39 5

I 12:8 = 1,5 en 18:12 = 1,5 en 27:18 = 1,5 Dus exponentieel II 12:8 = 1,5 en 16:12 = 1,33 en 20:16 = 1,25 Dus NIET exponentieel III 60:50 = 1,5 en 72:60 = 1,2 en 86,4:72 = 1,2 Dus exponentieel IV 15:5 = 3 en 45:15 = 3 en 135:45 = 3 Dus exponentieel mei 16 21:12 Is de groei hier ook exponentieel?? jaar 0 1 2 3 aantal 5 10 20 40 jaar 0 1 2 4 aantal 10 20 40 160 mei 16 21:19 6

Is de groei hier ook exponentieel?? jaar 0 1 2 3 aantal 5 10 20 40 jaar 0 1 2 4 aantal 10 20 40 160 of N = b x g t = 10 x 2 4 = 10 x 16 = 160 t = 4 b = 10 g = 2 mei 16 21:19 N = b x g t b begingetal N aantal g t groeifactor exponent (meestal tijd) start op '0' ik zet 3000, op de bank. De bank geeft mij jaarlijks 2,5% rente Na 1 jaar: 100% + 2,5 % = 102,5% (decimaal getal 1,025 groeifactor) jaar 0 1 2 3 4 5 12 bedrag b = 3000 g = 1,025 en t = 12 N = b x g t = 3000 x 1,025 12 =4034,67 mei 16 21:28 7

ik zet 3000, op de bank. De bank geeft mij jaarlijks 2,5% rente Na 1 jaar: 100% + 2,5 % = 102,5% (decimaal getal 1,025 groeifactor) Dus bij een toename van 2,5 % is de groeifactor 1,025 Bij een toename van 35% is de groeifactor 1,35 (100% + 35% = 135%) Bij een toename van 12% is de groeifactor dus 1,12 (100% + 12% = 112%) Bij een toename van 4% is de groeifactor dus 1,04 Bij een afname van 6% is de groeifactor dus 0,94 (100% 6% = 94%) Bij een afname van 30% is de groeifactor dus 0,70 (100% 30% = 70%) mei 16 21:54 Wat is het 6 e jaar mei 16 21:31 8

mei 16 21:54 9