Uitwerkingen Mei Eindexamen VWO Wiskunde A. Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Uitwerkingen Mei Eindexamen VWO Wiskunde A. Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek"

Transcriptie

1 Uitwerkingen Mei 2012 Eindexamen VWO Wiskunde A Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek

2

3

4 Schroefas Opgave 1. In de figuur trekken we een lijn tussen 2600 tpm op de linkerschaal en 70pk op de rechterschaal. We zien dat de lijn op de middelste schaal door iets minder dan 25 mm gaat. Omdat de asdiameters tussen de 30 en 40 mm zijn, zijn ze groot genoeg. Opgave 2. Als het vermogen toeneemt en de asdiameter gelijk aan 45 mm blijft, zal de lijn steiler worden omdat een hoger toerental lager op de rechterschaal ligt. Hierdoor zal de lijn op de linkerschaal hoger eindigen en dus ook een hoger toerental opleveren. Opgave 3. Om het toerental te berekenen gebruiken we de formule P D = 79,78 3 R, waarbij D de diameter, P het vermogen en R het toerental is. Uit de grafiek weten we dat D = 60 en P = 400, dus als we dit invullen in de formule krijgen we = 79,78 3 R = 79, R Door middel van kruislings vermenigvuldigen vinden we dat 3 R = 79, ,797. Dit betekent dat het toerental gelijk aan R 9, tpm is. Opgave 4. We gaan wederom uit van de formule P D = 79,78 3 R, waarbij we weten dat D = 30. We moeten nu P uitdrukken in R. Dit doen we door eerst D = 30 in te vullen in de formule: P 30 = 79,78 3 R = 79,78 3 P 3. R Door middel van kruislings vermenigvuldigen zien we dat 79,78 3 P = 30 3 R. Beide kanten van de vergelijking delen door 79,78 geeft 3 P = 30 3 R 79,78 0,376 3 R. We krijgen nu een formule voor P uitgedrukt in R door beide kanten van de vergelijking tot de derde macht te heffen: P = (0,376 3 R) 3 0,053 R. VWO - Wiskunde A - Mei

5 Hooikoorts Opgave 5. We geven het aantal mensen met hooikoorts in de steekproef weer met de toevalsvariabele X. Omdat de steekproef bestaat uit 135 aselect gekozen mensen en 13% van de bevolking last heeft van hooikoorts, heeft X een binomiale verdeling met parameters n = 135 en p = 0,13. Nu is 20% van de ondervraagden gelijk aan 27 mensen, dus we willen de kans weten dat P (X 27 n = 135; p = 0,13). Vanwege de complementregel is dit gelijk aan 1 P (X < 27 n = 135; p = 0,13) = 1 P (X 26 n = 135; p = 0,13), waarbij de laatste gelijkheid geldt omdat X een discrete verdeling heeft: X kan alleen gehele waarden aannemen. Nu kunnen we met de grafische rekenmachine (met de functie binomcdf(135;0,13;26)) berekenen dat P (X 26 n = 135; p = 0,13) 0,985. Dus de kans dat minstens 20% van de ondervraagden hooikoorts heeft is 1 0,985 = 0,015. Een alternatieve oplossing voor deze opgave vind je aan het einde van deze uitwerkingen. Opgave 6. Om te berekenen na hoeveel minuten de concentratie werkzame stof maximaal is gaan we de afgeleide van C 1 berekenen, deze gelijkstellen aan 0 en daarna oplossen voor de waarde van t waarvoor geldt C 1(t) = 0. We beginnen met het berekenen van de afgeleide. Omdat C 1 (t) termen van t zowel in de teller als in de noemer heeft staan, moeten we de quotiëntregel gebruiken: C 1(t) = (16) (190t2 + 60) (16t) (2 190t) (190t ) 2 = t t (190t ) 2 = 3040t (190t ) 2. Om het maximum te bepalen stellen we nu C 1(t) gelijk aan 0: C 1(t) = 3040t (190t ) 2 = 0. Wanneer een breuk gelijk aan 0 is, betekent dit dat de teller gelijk aan 0 moet zijn. Dus 3040t = 0. We halen 960 naar de rechterkant en delen daarna door 3040 en vinden t 2 = ,316. VWO - Wiskunde A - Mei

6 Dan is t gelijk aan t = 0,316 0,562. (Let op: We kiezen hier voor + 0,316 in plaats van - 0,316, wat ook een oplossing is van t 2 = 0,316, omdat we weten dat het aantal uren positief is.) In minuten is dit gelijk aan 0, minuten. Opgave 7. We gaan wederom de afgeleide van C 2 gelijk aan nul stellen en oplossen voor de waarde van t waarvoor geldt C 2(t) = 0. We krijgen dan C 2(t) = 0,0848 ( 1,92 t + 6 1,92 6t) = 0. Omdat 0,0848 niet 0 kan zijn is dit gelijk aan het oplossen van de vergelijking 1,92 t + 6 1,92 6t = 0. Als we 1,92 t naar de andere kant brengen en aan beide kanten de natuurlijke logaritme nemen krijgen we 6 1,92 6t = 1,92 t log 6 + ( 6t) log(1,92) = ( t) log(1,92), waarbij we de rekenregels voor het nemen van logaritmen van product en exponenten hebben gebruikt. Wanneer we ( 6t) log(1,92) naar de rechterkant brengen krijgen we log 6 = 5t log(1,92). Dit geeft t = log 6 5 log 1,92 0,549. Omdat we in Opgave 6 berekend hebben dat C 1 zijn maximum aanneemt in t 0,562 concluderen we dat het maximum van C 2 eerder optreedt dan het maximum van C 1. Waardepunten Opgave 8. Marieke wil zo min mogelijk euro s bijbetalen. Omdat de eerste 100 punten 1,50 euro waard zijn, levert Marieke in ieder geval per artikel 100 punten in. Er zijn 7 artikelen, dus deze 700 punten leveren 7 1,50 = 10,50 euro op. De resterende = punten zijn 0,50 euro per 100 punten waard. Deze zijn dus 11300/100 0,50 = 56,50 euro waard. Bij elkaar heeft Marieke dus voor 10, ,50 = 67 euro aan waardepunten. Zes gebaksbordjes en een taartplateau samen kosten 6 9, ,50 = 102,30 euro. Marieke moet dus nog 102,30 67,00 = 35,30 euro bijbetalen. Opgave 9. De eerste 100 punten zijn 1,50 euro waard en daarna zijn iedere 100 punten 0,50 euro waard. Als p het aantal punten is en p = 100, dan is de waarde 1,50. Voor iedere 100 punten meer dan p = 100 wordt er vervolgens 0,50 euro bij opgeteld. In formulevorm is dit dan samen W = 1,50 + (p 100)/100 0,5 = 1,50 0,50 + 0,005p = 1 + 0,005p. Een alternatieve oplossing voor deze opgave vind je aan het einde van deze uitwerkingen. VWO - Wiskunde A - Mei

7 Opgave 10. Om te laten zien dat er (bij benadering) sprake is van een exponentieel verband moeten de groeifactoren per 1000 punten (ongeveer) aan elkaar gelijk zijn. Daarom berekenen we de verhoudingen tussen opeenvolgende getallen in de tabel: 2,14/1,5 1,427 3,06/2,14 1,430 4,37/3,06 1,428 8,90/4,37 2,037; 8,90/4,37 1,427 18,15/8,90 2,039; 18,15/8,90 1,428 37,01/18,15 2,039; 37,01/18,15 1,428. Van de laatste 3 factoren hebben we ook de wortel berekend omdat we de groeifactor per 1000 punten willen weten: als we de groeifactor per 1000 punten hebben moeten we deze kwadrateren om de groeifactor per 2000 te krijgen; omgekeerd moeten we dus de wortel nemen. We zien dat de groeifactoren per 1000 punten ongeveer aan elkaar gelijk zijn; er is dus sprake van exponentiële groei. De groeifactor per 1000 punten is ongeveer gelijk aan 1,428. Opgave 11. Voor p = 0,65 is het steekproefresultaat niet significant afwijkend, maar voor p = 0,70 wel. We zijn op zoek naar de grootste waarde van p waarvoor geldt dat het steekproefresultaat niet significant afwijkend is. (Deze moet dus uiteraard tussen 0,65 en 0,70 inliggen). We geven het aantal huishoudens dat punten sparen weer met de toevalsvariabele X, waarbij X een binomiale verdeling heeft met parameters n = 640 en p dus onbekend. We zijn nu geïnteresseerd in de grootste waarde van p waarvoor geldt dat P (X 403 n = 640; p =?) > 0,05 omdat het steekproefresultaat dan niet significant afwijkend is. Met behulp van de Grafische Rekenmachine kunnen we dit oplossen: we gebruiken twee formules, y = 0,05 en y = binomcdf(640,x,403), en laten de Grafische Rekenmachine het snijpunt uitrekenen. Dit is ongeveer bij p = 0,661. Omdat we de grootste waarde van p in 2 decimalen willen weten waarvoor het steekproefresultaat nog net niet significant is, berekenen we P (X 403 n = 640; p = 0,66) 0,058 P (X 403 n = 640; p = 0,67) 0,017. We zien dat voor p = 0,66 het steekproefresultaat dus nog net niet significant is. Een alternatieve oplossing voor deze opgave vind je aan het einde van deze uitwerkingen. Selectief cijferen Opgave 12. We maken met de Grafische Rekenmachine een lijst, waarbij de variabele de cijfers zijn (1 tot en met 10) en de frequenties het aantal keer dat VWO - Wiskunde A - Mei

8 het cijfer gehaald is (dit kunnen we aflezen van de grafiek). Een lijst maken kan met de optie Edit in het menu stat-edit (van de TI-84), daarna kan je met 1-Var Stats in het menu stat-calc het gemiddelde en standaardafwijking laten uitrekenen. We vinden dat gemiddelde gelijk aan 5,37 is en de standaardafwijking is 1,93. Opgave 13. Het cijfer 5 wordt gegeven wanneer het onafgeronde cijfer valt in het interval [4,5; 5,5). Als tentamencijfers normaal verdeeld zijn met verwachting 5,4 en standaardafwijking 1,9 dan is de kans op een 5 gelijk aan: P (4,5 X < 5,5 µ = 5,4; σ = 1,9). Met de Grafische Rekenmachine (optie normalcdf op de TI-84) kunnen we uitrekenen dat P (4,5 X < 5,5 µ = 5,4; σ = 0,203. Dit betekent dat de kans op een 5 ongeveer 0,203 is. Het total aantal vijven zou dan naar verwachting 764 0, zijn. Opgave 14. Als 10 studenten een 6 in plaats van een 5 hebben gekregen en 80 studenten een 4 ipv een 5, dan zijn de nieuwe frequenties voor de cijfers 4, 5 en 6 gelijk aan respectievelijk 93, 138 en 152. Een cumulatieve frequentietabel ziet er dan als volgt uit: Cijfer Cum. Freq. 2,4 7,5 17,0 29,2 47,3 67,1 86,1 97,4 99,7 100 Wanneer we deze tabel invullen op de uitwerkbijlage, zien we dat de punten ongeveer op een rechte lijn liggen. De cijfers zijn daarom bij benadering normaal verdeeld. Opgave 15. Grafiek B kan niet horen bij de cijfers van niet-werkers omdat uit de figuur blijkt dat B hetzelfde gemiddelde heeft als A, terwijl gegeven is dat het gemiddelde cijfer van de niet-werkers lager is dan het cijfer van de werkers. Grafiek C kan niet horen niet bij de niet-werkers omdat uit de figuur blijkt dat de spreiding van C net zo groot is als de spreiding van A (ze zijn allebei even breed), terwijl gegeven is dat de standaardafwijking van de niet-werkers kleiner is dan de standaardafwijking van de werkers. Dit zou betekenen dat de spreiding kleiner moet zijn en de grafiek dus smaller en hoger moet zijn dan A. Behendigheid Opgave Omdat + > 0 en 0 volgt dat ook de breuk /( + ) nooit negatief is, dus B = Omdat 0 volgt dat + en dus B = = 1. VWO - Wiskunde A - Mei

9 3. Als voor spelen a en b geldt dat het toevalseffect van spel a kleiner is dan dat van b, dus a < b, dan geldt + a < + b. Hieruit volgt dat 1 1 >. + a + b En dus /( + a ) > /( + b ), waaruit we concluderen dat bij een gelijk leereffect het spel met een lager toevalseffect (we hebben a < b ) een hoger behendigheidsniveau heeft. Alternatief. Je kan de bewering ook laten zien doordat bij een lager toevalseffect de breuk /( + ) groter wordt en het behendigheidsniveau dus ook groter wordt. Opgave 17. We hebben B = +. In de noemer staat + terwijl we in de teller hebben staan: we kunnen optellen bij in de teller, zodat we ook + in de teller hebben staan, maar dan moeten we meteen weer aftrekken, om de formule gelijk te houden: B = + = +. + Deze breuk kunnen we nu splitsen: Dus B = 1 B = = = 1 +. Een alternatieve oplossing voor deze opgave vind je aan het einde van deze uitwerkingen. Opgave 18. Dit kunnen we op dezelfde manier doen als waarop we bewering 3. van Opgave 16 hebben bewezen. Als a > b dan a + < b +. Als we vermenigvuldigen met -1 klapt het ongelijkteken om en dus a + > b +. We zien dan dat 1 a + > 1 b +. Dus als een spel een groter leereffect is het behendigheidsniveau van dat spel hoger, bij een gelijk toevalseffect. Een alternatieve oplossing voor deze opgave vind je aan het einde van deze uitwerkingen. Opgave 19. Als B = 0,20 dan is dat gelijk aan + = 0,20. Door kruislings vermenigvuldigen zien we dat = 0,20 + 0,20. VWO - Wiskunde A - Mei

10 Dit geeft 0,80 = 0,20. Oftewel = 0,20 0,80 = 1 4. Dus de verhouding : is gelijk aan 1 : 4. Opgave 20. Het verschil tussen de ervaren speler en de fictieve speler zit in het feit dat de fictieve speler informatie heeft over kaarten van andere spelers en toekomstige kaarten op tafel. Als toeval een grotere rol speelt bij poker dan heb je meer aan deze informatie omdat deze informatie alleen door toeval bepaald wordt. Op die manier zal de fictieve speler, die deze informatie dus wel heeft, meer winnen en daardoor zal groter worden. Opgave 21. We moeten en berekenen met behulp van de totale winsten van de beginner, ervaren speler en fictieve speler. De totale winst van de beginner is = 30. De totale winst van de ervaren speler is = 80. De totale winst van de fictieve speler is = 390. Op basis van de gegeven formules volgt nu dat = = 310 en = 80 ( 30) = 110. Dus het behendigheidsniveau is B = + = = ,262. Het behendigheidsniveau is groter dan 0,2 dus poker is geen kansspel. VWO - Wiskunde A - Mei

11 Alternatieve oplossingen Opgave 5. In plaats van het gebruiken van binomcdf kunnen we ook een normale benadering toepassen. Uit het formule-overzicht dat bij het examen zit volgt dat de verwachtingswaarde van X gelijk aan 0, is en de standaardafwijking is 135 0,13 0,87. Wanneer we X standaardiseren krijgen we ( ) X 0, , P (X 26) = P ,13 0, ,13 0,87 Nu heeft Z = X 0, ,13 0,87 een standaardnormale verdeling en vinden we met de grafische rekenmachine (met de functie normalcdf) dat ( ) 26 0, P (X 26) = P Z 0, ,13 0,87 Dit geeft hetzelfde eindantwoord. Opgave 9. Omdat iedere 100 punten 0,50 euro waard zijn is 1 punt 0,005 euro waard. Dat betekent dat de helling van de lijn gelijk is aan 0,005. Maar omdat de eerste 100 punten 1,50 euro opleveren krijg je 1,50 0, = 1 euro extra voor de eerste 100 punten. Dus de formule is W = 1 + 0,005p. Opgave 11. In plaats van het expliciet uitrekenen van de kansen P (X 403 n = 640; p = 0,66) en P (X 403 n = 640; p = 0,67) merken we op dat de kans P (X 403 n = 640; p =?) dalend is in p omdat X grotere waarden aanneemt voor grotere waarden van p. Daarom zal P (X 403 n = 640; p = 0,66) groter dan 0,05 zijn en P (X 403 n = 640; p = 0,67) juist kleiner. Dus volgt dat voor p = 0,66 het steekproefresultaat nog net niet significant is. Opgave 17. We beginnen met B = 1 +. Door de breuken gelijknamig te maken krijgen we B = 1 + = = + + = +. Opgave 18. Je kan de bewering ook laten zien doordat bij een hoger leereffect de breuk /( + ) kleiner wordt en dus het behendigheidsniveau 1 /( + ) groter wordt. VWO - Wiskunde A - Mei

Uitwerkingen Mei 2012. Eindexamen VWO Wiskunde C. Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek

Uitwerkingen Mei 2012. Eindexamen VWO Wiskunde C. Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek Uitwerkingen Mei 2012 Eindexamen VWO Wiskunde C Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek I Tjing Opgave 1. Het aantal hoofdstukken in de I Tjing correspondeert met het totale aantal

Nadere informatie

Eindexamen vwo wiskunde A I

Eindexamen vwo wiskunde A I Schroefas maximumscore 3 Een aanpak als: Het tekenen van de lijn op de uitwerkbijlage Aflezen op de middelste schaal: (iets minder dan) 25 mm ( 24 mm) De diameter is dus groot genoeg 2 maximumscore 3 Een

Nadere informatie

Eindexamen vwo wiskunde C I

Eindexamen vwo wiskunde C I Eindexamen vwo wiskunde C 202 - I I Tjing maximumscore 3 Voor elke lijn zijn er twee mogelijkheden Er zijn dus voor de zes lijnen samen 2 6 mogelijkheden Het boek bevat 64 hodstukken 6 Voor een hexagram

Nadere informatie

Schroefas. foto het plaatsen van een schroefas

Schroefas. foto het plaatsen van een schroefas Schroefas Een belangrijk onderdeel van een boot is de schroefas. Deze as wordt door de motor in beweging gebracht. Daardoor gaat de schroef van het schip draaien en dan kan de boot varen. De motor, de

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO 2012

Correctievoorschrift VWO 2012 Correctievoorschrift VWO 202 tijdvak wiskunde A Het correctievoorschrift bestaat uit: Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores Regels voor

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde A. tijdvak 1 dinsdag 22 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde A. tijdvak 1 dinsdag 22 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen VWO 2012 tijdvak 1 dinsdag 22 mei 13.30-16.30 uur wiskunde A Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 21 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 84 punten te behalen. Voor elk

Nadere informatie

Eindexamen vwo wiskunde A pilot I

Eindexamen vwo wiskunde A pilot I Eindexamen vwo wiskunde A pilot 202 - I Schroefas maximumscore 3 Een aanpak als: Het tekenen van de lijn op de uitwerkbijlage Aflezen op de middelste schaal: (iets minder dan) 25 mm (of 24 mm) De diameter

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO 2012

Correctievoorschrift VWO 2012 Correctievoorschrift VWO 202 tijdvak wiskunde C Het correctievoorschrift bestaat uit: Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores Regels voor

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO 2012

Correctievoorschrift VWO 2012 Correctievoorschrift VWO 202 tijdvak wiskunde A (pilot) Het correctievoorschrift bestaat uit: Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores Regels

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde A (pilot) tijdvak 1 dinsdag 22 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde A (pilot) tijdvak 1 dinsdag 22 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen VWO 2012 tijdvak 1 dinsdag 22 mei 13.30-16.30 uur wiskunde A (pilot) Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 19 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 81 punten te behalen.

Nadere informatie

Eindexamen vwo wiskunde A pilot I

Eindexamen vwo wiskunde A pilot I OVERZICHT FORMULES volgens syllabus pilot Differentiëren naam van de regel functie afgeleide somregel sx ( ) f( x) gx ( ) s' ( x) f '( x) g' ( x) productregel p( x) f( x) g( x) p' ( x) f '( x) g( x) f(

Nadere informatie

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen. Examen VWO 2012 tijdvak 1 dinsdag 22 mei 13.30-16.30 uur wiskunde C Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen. Dit

Nadere informatie

11.1 Kansberekeningen [1]

11.1 Kansberekeningen [1] 11.1 Kansberekeningen [1] Kansdefinitie van Laplace: P(gebeurtenis) = Aantal gunstige uitkomsten/aantal mogelijke uitkomsten Voorbeeld 1: Wat is de kans om minstens 16 te gooien, als je met 3 dobbelstenen

Nadere informatie

9.0 Voorkennis. Bij samengestelde kansexperimenten maak je gebruik van de productregel.

9.0 Voorkennis. Bij samengestelde kansexperimenten maak je gebruik van de productregel. 9.0 Voorkennis Bij samengestelde kansexperimenten maak je gebruik van de productregel. Productregel: Voor de gebeurtenis G 1 bij het ene kansexperiment en de gebeurtenis G 2 bij het andere kansexperiment

Nadere informatie

Eindexamen vwo wiskunde C pilot I

Eindexamen vwo wiskunde C pilot I Eindexamen vwo wiskunde C pilot 0 - I Wild maximumscore 3 Er zijn 835+95= 750 wilde zwijnen 750 3, 9 835 Het antwoord: 9% (te veel) (of nauwkeuriger) of 95, 9 835 Het antwoord: 9% (te veel) (of nauwkeuriger)

Nadere informatie

wiskunde A vwo 2017-II

wiskunde A vwo 2017-II wiskunde A vwo 07-II Eiwit en vet in melk maximumscore 4 Voorbeeld van een juiste berekening: 005, 8500 aflezen De punten ( 985, 5500 ) en ( ) De toename per jaar is 50 De vergelijking 8500 + 50t = 000

Nadere informatie

Samenvatting Wiskunde A

Samenvatting Wiskunde A Bereken: Bereken algebraisch: Bereken exact: De opgave mag berekend worden met de hand of met de GR. Geef bij GR gebruik de ingevoerde formules en gebruikte opties. Kies op een examen in dit geval voor

Nadere informatie

Examen VWO 2015. wiskunde C. tijdvak 2 woensdag 17 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO 2015. wiskunde C. tijdvak 2 woensdag 17 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen VWO 2015 tijdvak 2 woensdag 17 juni 13.30-16.30 uur wiskunde C Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 22 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 79 punten te behalen. Voor

Nadere informatie

3.0 Voorkennis. y = -4x + 8 is de vergelijking van een lijn. Hier wordt y uitgedrukt in x.

3.0 Voorkennis. y = -4x + 8 is de vergelijking van een lijn. Hier wordt y uitgedrukt in x. 3.0 Voorkennis y = -4x + 8 is de vergelijking van een lijn. Hier wordt y uitgedrukt in x. y = -4x + 8 kan herschreven worden als y + 4x = 8 Dit is een lineaire vergelijking met twee variabelen. Als je

Nadere informatie

META-kaart vwo5 wiskunde A - domein Afgeleide functies

META-kaart vwo5 wiskunde A - domein Afgeleide functies META-kaart vwo5 wiskunde A - domein Afgeleide functies Wat heb ik nodig: GR of afgeleide? Hoe ziet de grafiek eruit? Moet ik de afgeleide berekenen? Kan ik bij deze functie de afgeleide berekenen? Welke

Nadere informatie

Uitwerkingen Mei 2012. Eindexamen HAVO Wiskunde A. Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek

Uitwerkingen Mei 2012. Eindexamen HAVO Wiskunde A. Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek Uitwerkingen Mei 2012 Eindexamen HAVO Wiskunde A Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek Supersize me Opgave 1. De formule voor de dagelijkse energiebehoefte is E b = 33,6 G. Als

Nadere informatie

Wiskunde A. opgaven. vwo. INKIJKEXEMPlAAR. WisMon examentrainer

Wiskunde A. opgaven. vwo. INKIJKEXEMPlAAR. WisMon examentrainer Wiskunde A vwo opgaven INKIJKEXEMPlAAR WisMon examentrainer Examentrainer opgaven Examentrainer WisMon Wiskunde A VWO Vierde Druk WisMon, Utrecht, 07 ISBN 978-90-84-3-6 Alle rechten voorbehouden. Niets

Nadere informatie

Voorbeeldtentamen Wiskunde A

Voorbeeldtentamen Wiskunde A CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN WISKUNDE Datum: Najaar 2018 Tijd: 3 uur Aantal opgaven: 6 Voorbeeldtentamen Wiskunde A Lees onderstaande aanwijzingen s.v.p. goed door voordat u met het tentamen begint.

Nadere informatie

11.0 Voorkennis. Wanneer je met binomcdf werkt, werk je dus altijd met een kans van de vorm P(X k)

11.0 Voorkennis. Wanneer je met binomcdf werkt, werk je dus altijd met een kans van de vorm P(X k) 11.0 Voorkennis Let op: Cumulatieve binomiale verdeling: P(X k) = binomcdf(n,p,k) Wanneer je met binomcdf werkt, werk je dus altijd met een kans van de vorm P(X k) Voorbeeld 1: Binomiaal kanseperiment

Nadere informatie

Antwoorden door K woorden 14 augustus keer beoordeeld. Wiskunde A. Supersize me. Opgave 1: leerstof: Formules met meer variabelen.

Antwoorden door K woorden 14 augustus keer beoordeeld. Wiskunde A. Supersize me. Opgave 1: leerstof: Formules met meer variabelen. Antwoorden door K. 1901 woorden 14 augustus 2015 1 1 keer beoordeeld Vak Wiskunde A Supersize me Opgave 1: leerstof: Formules met meer variabelen. Formule energiebehoefte = =33,6 G 5000(kcal) = dagelijkse

Nadere informatie

Beste leerling, Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de examenvragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Beste leerling, Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de examenvragen onderverdeeld in 4 categorieën. Beste leerling, Dit document bevat het examenverslag van het vak wiskunde A vwo, tweede tijdvak (2016). In dit examenverslag proberen we zo goed mogelijk antwoord te geven op de volgende vraag: In hoeverre

Nadere informatie

Kerstvakantiecursus. wiskunde A. Rekenregels voor vereenvoudigen. Voorbereidende opgaven HAVO kan niet korter

Kerstvakantiecursus. wiskunde A. Rekenregels voor vereenvoudigen. Voorbereidende opgaven HAVO kan niet korter Voorbereidende opgaven HAVO Kerstvakantiecursus wiskunde A Tips: Maak de voorbereidende opgaven voorin in een van de A4-schriften die je gaat gebruiken tijdens de cursus. Als een opdracht niet lukt, werk

Nadere informatie

Noordhoff Uitgevers bv

Noordhoff Uitgevers bv bladzijde 9 a, 3 3000 = 8900 = 830, b 0, 07 000000 = 8000 = 80, c 300 700 = 6870000 = 690, 8 d 0, 000 0, 007 = 0, 00000 =, 0 6 e 6344, 78, 98 = 49604, 336 = 4960, 6 9 6 f, 0 + 4 0 = 74000000 =, 74 0 9

Nadere informatie

Uitwerkingen Mei 2012. Eindexamen HAVO Wiskunde B. Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek

Uitwerkingen Mei 2012. Eindexamen HAVO Wiskunde B. Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek Uitwerkingen Mei 2012 Eindexamen HAVO Wiskunde B A B C Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek Vliegende parkieten Opgave 1. Het energieverbruik van de parkiet als deze vliegt met

Nadere informatie

Voorbeeldtentamen Wiskunde A

Voorbeeldtentamen Wiskunde A CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN WISKUNDE Datum: Najaar 2018 Tijd: 3 uur Aantal opgaven: 6 Voorbeeldtentamen Wiskunde A Lees onderstaande aanwijzingen s.v.p. goed door voordat u met het tentamen begint.

Nadere informatie

1.1 Rekenen met letters [1]

1.1 Rekenen met letters [1] 1.1 Rekenen met letters [1] Voorbeeld 1: Een kaars heeft een lengte van 30 centimeter. Per uur brand er 6 centimeter van de kaars op. Hieruit volgt de volgende woordformule: Lengte in cm = -6 aantal branduren

Nadere informatie

Tentamen Wiskunde A. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen

Tentamen Wiskunde A. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN WISKUNDE Tentamen Wiskunde A Datum: 24 juni 2013 Tijd: 19.00-22.00 uur Aantal opgaven: 7 Zet uw naam op alle in te leveren blaadjes. Laat bij elke opgave door middel van

Nadere informatie

Tentamen Wiskunde A. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen

Tentamen Wiskunde A. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN WISKUNDE Tentamen Wiskunde A Datum: 16 januari 2014 Tijd: 14.00-17.00 uur Aantal opgaven: 7 Zet uw naam op alle in te leveren blaadjes. Laat bij elke opgave door middel

Nadere informatie

Tentamen Wiskunde A CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN WISKUNDE. Datum: 19 december Aantal opgaven: 6

Tentamen Wiskunde A CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN WISKUNDE. Datum: 19 december Aantal opgaven: 6 CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN WISKUNDE Tentamen Wiskunde A Datum: 19 december 2018 Tijd: 13.30 16.30 uur Aantal opgaven: 6 Lees onderstaande aanwijzingen s.v.p. goed door voordat u met het tentamen begint.

Nadere informatie

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën. Beste leerling, Dit document bevat het examenverslag voor leerlingen van het vak wiskunde A vwo, tweede tijdvak (2018). In dit examenverslag proberen we een zo goed mogelijk antwoord te geven op de volgende

Nadere informatie

1. Orthogonale Hyperbolen

1. Orthogonale Hyperbolen . Orthogonale Hyperbolen a + b In dit hoofdstuk wordt de grafiek van functies van de vorm y besproken. Functies c + d van deze vorm noemen we gebroken lineaire functies. De grafieken van dit soort functies

Nadere informatie

Tentamen Wiskunde A. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen

Tentamen Wiskunde A. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN WISKUNDE Tentamen Wiskunde A Datum: 11 juni 2012 Tijd: 19.00-22.00 uur Aantal opgaven: 8 Zet uw naam op alle in te leveren blaadjes. Laat bij elke opgave door middel van

Nadere informatie

HAVO 4 wiskunde A. Een checklist is een opsomming van de dingen die je moet kennen en kunnen. checklist SE1 wiskunde A.pdf

HAVO 4 wiskunde A. Een checklist is een opsomming van de dingen die je moet kennen en kunnen. checklist SE1 wiskunde A.pdf HAVO 4 wiskunde A Een checklist is een opsomming van de dingen die je moet kennen en kunnen. checklist SE1 wiskunde A.pdf 1. rekenregels en verhoudingen Ik kan breuken vermenigvuldigen en delen. Ik ken

Nadere informatie

Y = ax + b, hiervan is a de richtingscoëfficiënt (1 naar rechts en a omhoog), en b is het snijpunt met de y-as (0,b)

Y = ax + b, hiervan is a de richtingscoëfficiënt (1 naar rechts en a omhoog), en b is het snijpunt met de y-as (0,b) Samenvatting door E. 1419 woorden 11 november 2013 6,1 14 keer beoordeeld Vak Methode Wiskunde A Getal en ruimte Lineaire formule A = 0.8t + 34 Er bestaat dan een lineair verband tussen A en t, de grafiek

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Eindexamen vwo wiskunde A 04-II Wikipedia maximumscore 4 De absolute toenames zijn 46,, 30 en 56 Een passende conclusie De groeifactoren zijn,00;,00;,00; en,00 (of nauwkeuriger) Een passende conclusie

Nadere informatie

Voorbeeld 1: kansverdeling discrete stochast discrete kansverdeling

Voorbeeld 1: kansverdeling discrete stochast discrete kansverdeling 12.0 Voorkennis Voorbeeld 1: Yvette pakt vier knikkers uit een vaas waar er 20 inzitten. 9 van de knikkers zijn rood en 11 van de knikkers zijn blauw. X = het aantal rode knikkers dat Yvette pakt. Er zijn

Nadere informatie

Werken met de grafische rekenmachine

Werken met de grafische rekenmachine Werken met de grafische rekenmachine Plot de grafiek blz. Schets de grafiek of teken een globale grafiek blz. 3 Teken de grafiek blz. 4 Het berekenen van snijpunten blz. 3 5 Het berekenen van maxima en

Nadere informatie

Uitwerkingen Mei 2012. Eindexamen VWO Wiskunde B. Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek

Uitwerkingen Mei 2012. Eindexamen VWO Wiskunde B. Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek Uitwerkingen Mei 01 Eindexamen VWO Wiskunde B A B C Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek Onafhankelijkheid van a Opgave 1. We moeten aantonen dat F a een primitieve is van de

Nadere informatie

Tentamen Wiskunde A. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen

Tentamen Wiskunde A. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN WISKUNDE Tentamen Wiskunde A Datum: 23 januari 2012 Tijd: 19.00-22.00 uur Aantal opgaven: 8 Zet uw naam op alle in te leveren blaadjes. Laat bij elke opgave door middel

Nadere informatie

4.1 Eigenschappen van de normale verdeling [1]

4.1 Eigenschappen van de normale verdeling [1] 4.1 Eigenschappen van de normale verdeling [1] Relatief frequentiepolygoon van de lengte van mannen in 1968 1 4.1 Eigenschappen van de normale verdeling [1] In dit plaatje is een frequentiepolygoon getekend.

Nadere informatie

Samenvatting Wiskunde Samenvatting en stappenplan van hfst. 7 en 8

Samenvatting Wiskunde Samenvatting en stappenplan van hfst. 7 en 8 Samenvatting Wiskunde Samenvatting en stappenplan van hfst. 7 en 8 Samenvatting door N. 1410 woorden 6 januari 2013 5,4 13 keer beoordeeld Vak Methode Wiskunde Getal en Ruimte 7.1 toenamediagrammen Interval

Nadere informatie

Kerstvakantiecursus. wiskunde B. Voorbereidende opgaven VWO. Haakjes. Machten

Kerstvakantiecursus. wiskunde B. Voorbereidende opgaven VWO. Haakjes. Machten Voorbereidende opgaven VWO Kerstvakantiecursus wiskunde B Tips: Maak de voorbereidende opgaven voorin in een van de A4-schriften die je gaat gebruiken tijdens de cursus. Als een opdracht niet lukt, werk

Nadere informatie

Statistiek I Samenvatting. Prof. dr. Carette

Statistiek I Samenvatting. Prof. dr. Carette Statistiek I Samenvatting Prof. dr. Carette Opleiding: bachelor of science in de Handelswetenschappen Academiejaar 2016 2017 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Statistiek, gegevens en statistisch denken... 3 De

Nadere informatie

Examencursus. wiskunde A. Rekenregels voor vereenvoudigen. Voorbereidende opgaven VWO kan niet korter

Examencursus. wiskunde A. Rekenregels voor vereenvoudigen. Voorbereidende opgaven VWO kan niet korter Voorbereidende opgaven VWO Examencursus wiskunde A Tips: Maak de voorbereidende opgaven voorin in een van de A4-schriften die je gaat gebruiken tijdens de cursus. Als een opdracht niet lukt, werk hem dan

Nadere informatie

7,7. Samenvatting door Manon 1834 woorden 3 mei keer beoordeeld. Wiskunde C theorie CE.

7,7. Samenvatting door Manon 1834 woorden 3 mei keer beoordeeld. Wiskunde C theorie CE. Samenvatting door Manon 1834 woorden 3 mei 2016 7,7 13 keer beoordeeld Vak Wiskunde Wiskunde C theorie CE. Permutaties: -Het aantal permutaties van drie dingen die je kiest uit acht dingen is: 8*7*6= 336.

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde A. tijdvak 2 woensdag 17 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde A. tijdvak 2 woensdag 17 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen VWO 2015 tijdvak 2 woensdag 17 juni 13.30-16.30 uur wiskunde A Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 20 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 79 punten te behalen. Voor

Nadere informatie

4 De normale verdeling

4 De normale verdeling bladzijde 217 35 a X = het aantal vrouwen met osteoporose. P(X = 30) = binompdf(100, 1, 30) 0,046 4 b X = het aantal mannen met osteoporose. Y = het aantal vrouwen met osteoporose. P(2 met osteoporose)

Nadere informatie

Kerstvakantiecursus. wiskunde A. Rekenregels voor vereenvoudigen. Voorbereidende opgaven VWO kan niet korter

Kerstvakantiecursus. wiskunde A. Rekenregels voor vereenvoudigen. Voorbereidende opgaven VWO kan niet korter Voorbereidende opgaven VWO Kerstvakantiecursus wiskunde A Tips: Maak de voorbereidende opgaven voorin in een van de A4-schriften die je gaat gebruiken tijdens de cursus. Als een opdracht niet lukt, werk

Nadere informatie

4. In een fabriek worden tankjes met 5 liter ruitensproeivloeistsof gevuld. Slechts 2,5% van de tankjes mag minder dan 5,00 liter vloeistof bevaben.

4. In een fabriek worden tankjes met 5 liter ruitensproeivloeistsof gevuld. Slechts 2,5% van de tankjes mag minder dan 5,00 liter vloeistof bevaben. Toetsvragen Versie A Vak: Wiskunde Onderwerp: Sta3s3ek Leerjaar: 3 (2016/2017) Periode: 4 Opmerkingen vooraf: Het gebruik van een rekenmachine is toegestaan. Bij elke opgave is per onderdeel het te behalen

Nadere informatie

Tentamen Wiskunde A. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen

Tentamen Wiskunde A. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN WISKUNDE Tentamen Wiskunde A Datum: 28 juli 2014 Tijd: 14.00-17.00 uur Aantal opgaven: 7 Zet uw naam op alle in te leveren blaadjes. Laat bij elke opgave door middel van

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde A. tijdvak 2 woensdag 22 juni 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde A. tijdvak 2 woensdag 22 juni 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen VWO 2016 tijdvak 2 woensdag 22 juni 13:30-16:30 uur wiskunde A Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 22 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 82 punten te behalen. Voor

Nadere informatie

wiskunde A vwo 2016-I

wiskunde A vwo 2016-I wiskunde A vwo 06-I Aalscholvers en vis maximumscore 3 De visconsumptie per dag is 30 0 0,36 + 696 0, 85 ( 788 (kg)) In de maand juni is dit 30 788 (kg) Het antwoord: 384 000 (of 384 duizend) (kg) Als

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde A1 compex vwo 2007-I

Eindexamen wiskunde A1 compex vwo 2007-I Eindexamen wiskunde A compex vwo 2007-I Beoordelingsmodel IQ maximumscore 4 De gevraagde kans is P(X > 40) Beschrijven hoe met de GR deze cumulatieve normale kans berekend kan worden De gevraagde kans

Nadere informatie

Wiskunde klas 3. Vaardigheden. Inhoudsopgave. 1. Breuken 2. 2. Gelijksoortige termen samennemen 3. 3. Rekenen met machten 3. 4. Rekenen met wortels 4

Wiskunde klas 3. Vaardigheden. Inhoudsopgave. 1. Breuken 2. 2. Gelijksoortige termen samennemen 3. 3. Rekenen met machten 3. 4. Rekenen met wortels 4 Vaardigheden Wiskunde klas Inhoudsopgave. Breuken. Gelijksoortige termen samennemen. Rekenen met machten. Rekenen met wortels. Algebraïsche producten 6. Ontbinden in factoren 6 7. Eerstegraads vergelijkingen

Nadere informatie

3.1 Het herhalen van kansexperimenten [1]

3.1 Het herhalen van kansexperimenten [1] 3.1 Het herhalen van kansexperimenten [1] Voorbeeld: Op een schijf staan een zestal afbeeldingen in even grote vakjes: 3 keer appel, 2 keer banaan, 1 keer peer. Sandra draait zes keer aan de schijf. a)

Nadere informatie

14.1 Kansberekeningen [1]

14.1 Kansberekeningen [1] 14.1 Kansberekeningen [1] Herhaling kansberekeningen: Somregel: Als de gebeurtenissen G 1 en G 2 geen gemeenschappelijke uitkomsten hebben geldt: P(G 1 of G 2 ) = P(G 1 ) + P(G 2 ) B.v. P(3 of 4 gooien

Nadere informatie

14.1 Vergelijkingen en herleidingen [1]

14.1 Vergelijkingen en herleidingen [1] 4. Vergelijkingen en herleidingen [] Er zijn vier soorten bijzondere vergelijkingen: : AB = 0 => A = 0 of B = 0 ( - 5)( + 7) = 0-5 = 0 of + 7 = 0 = 5 of = -7 : A = B geeft A = B of A = - B ( ) = 5 ( )

Nadere informatie

Notatieafspraken Grafische Rekenmachine, wiskunde A

Notatieafspraken Grafische Rekenmachine, wiskunde A Notatieafspraken Grafische Rekenmachine, wiskunde A Bij deze verstrek ik jullie de afspraken voor de correcte notatie bij het gebruik van de grafische rekenmachine. Verder krijg je een woordenlijst met

Nadere informatie

Uitwerkingen Wiskunde A HAVO

Uitwerkingen Wiskunde A HAVO Uitwerkingen Wiskunde A HAVO Nederlands Mathematisch Instituut December 28, 2012 Supersize me Opgave 1. De formule voor de dagelijkse energiebehoefte is E b = 33,6 G. Als we dit invullen dan krijgen we

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO 2012

Correctievoorschrift VWO 2012 Correctievoorschrift VWO 0 tijdvak wiskunde C (pilot) Het correctievoorschrift bestaat uit: Regels voor de beoordeling Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores 6 Bronvermeldingen

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde A vwo II

Eindexamen wiskunde A vwo II Eindexamen wiskunde A vwo 00 - II Beoordelingsmodel Antropometrie maximumscore 3 De waarde van g in P(X g μ = 4 en σ = 7) = 0,98 moet worden berekend Beschrijven hoe deze waarde van g met de GR berekend

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B1 havo 2000-II

Eindexamen wiskunde B1 havo 2000-II Eindexamen wiskunde B havo 000-II Temperatuurverloop de aanduidingen bij de beide assen (bijvoorbeeld tijd (in uren); temperatuur (in C); getallen langs de assen) De evenwichtsstand op de goede hoogte

Nadere informatie

wiskunde A pilot vwo 2017-I

wiskunde A pilot vwo 2017-I wiskunde A pilot vwo 07-I Zonnepanelen maximumscore 4 Omdat de elektriciteitsprijs elk jaar met 5% stijgt, stijgt de opbrengst ook elk jaar met 5% Hierbij hoort een groeifactor van,05 De opbrengst in jaar

Nadere informatie

Tentamen Wiskunde A. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen

Tentamen Wiskunde A. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN WISKUNDE Tentamen Wiskunde A Datum: 29 juli 2013 Tijd: 14.00-17.00 uur Aantal opgaven: 7 Zet uw naam op alle in te leveren blaadjes. Laat bij elke opgave door middel van

Nadere informatie

Paragraaf 13.1 : Berekeningen met de afgeleide

Paragraaf 13.1 : Berekeningen met de afgeleide Hoofdstuk 13 Toepassingen vd differentiaalrekening (V5 Wis A) Pagina 1 van 7 Paragraaf 13.1 : Berekeningen met de afgeleide Differentiëren van e-machten en logaritmen f() = e f () = e f() = ln() f () =

Nadere informatie

Antwoordmodel VWO 2002-I wiskunde A (oude stijl) Vogels die voedsel zoeken

Antwoordmodel VWO 2002-I wiskunde A (oude stijl) Vogels die voedsel zoeken Antwoordmodel VWO 00-I wiskunde A (oude stijl) Antwoorden Vogels die voedsel zoeken Maximumscore Stilstaan duurt telkens 5 seconden Tussen twee stops wordt 5 cm afgelegd De tijd tussen twee stops is 5

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde C vwo I

Eindexamen wiskunde C vwo I Eindexamen wiskunde C vwo 2 - I Beoordelingsmodel Verzekering maximumscore 3 De groeifactor per jaar is,45 4 De kosten in 244 zijn 47 (,45) Het antwoord: 27 337 (euro) 2 maximumscore 3 De kosten voor levensonderhoud

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Eindexamen vwo wiskunde A 03-II Beoordelingsmodel De valkparkiet maximumscore 3 De vergelijking 0,9s 8,7s+ 69,7 = 0 moet worden opgelost Beschrijven hoe deze vergelijking opgelost kan worden De snelheden

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Beoordelingsmodel Wikipedia maximumscore 4 De absolute toenames zijn 46,, 30 en 56 Een passende conclusie De groeifactoren zijn,00;,00;,00; en,00 (of nauwkeuriger) Een passende conclusie maximumscore 4

Nadere informatie

META-kaart vwo3 - domein Getallen en variabelen

META-kaart vwo3 - domein Getallen en variabelen META-kaart vwo3 - domein Getallen en variabelen In welke volgorde moet ik uitwerken? */@ Welke (reken)regels moet ik hier gebruiken? */@ Welke algemene vorm hoort erbij? ** Hoe ziet de bijbehorende grafiek

Nadere informatie

wiskunde A vwo 2016-II

wiskunde A vwo 2016-II OVERZICHT FORMULES Kansrekening Voor toevalsvariabelen X en Y geldt: E( X + Y) = E( X) + E( Y) Voor onafhankelijke toevalsvariabelen X en Y geldt: 2 2 σ ( X + Y) = σ ( X) +σ ( Y) n -wet: bij een serie

Nadere informatie

Hoofdstuk 11 - formules en vergelijkingen. HAVO wiskunde A hoofdstuk 11

Hoofdstuk 11 - formules en vergelijkingen. HAVO wiskunde A hoofdstuk 11 Hoofdstuk - formules en vergelijkingen HAVO wiskunde A hoofdstuk 0 voorkennis Soorten van stijgen en dalen Je ziet hier de verschillende soorten van stijgen en dalen Voorbeeld Gegegeven is de de formule:

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde A. tijdvak 1 maandag 15 mei 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde A. tijdvak 1 maandag 15 mei 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen VWO 2017 tijdvak 1 maandag 15 mei 13:30-16:30 uur wiskunde A Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 20 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 78 punten te behalen. Voor elk

Nadere informatie

Uitwerkingen voorbeeldtentamen 1 Wiskunde B 2018

Uitwerkingen voorbeeldtentamen 1 Wiskunde B 2018 Uitwerkingen voorbeeldtentamen 1 Wiskunde B 2018 Vraag 1a 4 punten geeft ; geeft dus in punt A geldt ;, dus en Dit geeft Vraag 1b 4 punten ( ) ( ) ( ) Vraag 1c 4 punten ( ). Dit is de normaalvector van

Nadere informatie

Bijlage bij Eindverslag van de Nomenclatuurcommissie Wiskunde september 2007

Bijlage bij Eindverslag van de Nomenclatuurcommissie Wiskunde september 2007 Bijlage bij Eindverslag van de Nomenclatuurcommissie Wiskunde september 2007 zie havo vwo aantonen 1 aanzicht absolute waarde afgeleide (functie) notatie met accent: bijvoorbeeld f'(x), f' notatie met

Nadere informatie

wiskunde A vwo 2016-II

wiskunde A vwo 2016-II wiskunde A vwo 06-II Hittegolven in Nederland maximumscore 3 Uit de tabel: er waren 354 hittegolfdagen De periode 9-03 beslaat 37 595 dagen De kans is 0,9% ( nauwkeuriger) (gevolgd door een passende conclusie)

Nadere informatie

5.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: In een vaas zitten 10 rode, 5 witte en 6 blauwe knikkers. Er worden 9 knikkers uit de vaas gepakt.

5.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: In een vaas zitten 10 rode, 5 witte en 6 blauwe knikkers. Er worden 9 knikkers uit de vaas gepakt. 5.0 Voorkennis Voorbeeld 1: In een vaas zitten 10 rode, 5 witte en 6 blauwe knikkers. Er worden 9 knikkers uit de vaas gepakt. a) Bereken de kans op minstens 7 rode knikkers: P(minstens 7 rood) = P(7 rood)

Nadere informatie

META-kaart domein - Exponentieel verband havo4 wiskunde A H=bxg^t

META-kaart domein - Exponentieel verband havo4 wiskunde A H=bxg^t META-kaart domein - Exponentieel verband havo4 wiskunde A H=bxg^t Welk verband zie ik tussen de gegeven informatie en wat er gevraagd wordt? Wat heb ik nodig? Heb ik de gegevens uit de tekst gehaald? Welke

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde C (pilot) tijdvak 1 dinsdag 22 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde C (pilot) tijdvak 1 dinsdag 22 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen VWO 2012 tijdvak 1 dinsdag 22 mei 13.30-16.30 uur wiskunde C (pilot) Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 23 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 79 punten te behalen.

Nadere informatie

Stoomcursus. wiskunde A. Rekenregels voor vereenvoudigen. Voorbereidende opgaven VWO ( ) = = ( ) ( ) ( ) = ( ) ( ) = ( ) = = ( )

Stoomcursus. wiskunde A. Rekenregels voor vereenvoudigen. Voorbereidende opgaven VWO ( ) = = ( ) ( ) ( ) = ( ) ( ) = ( ) = = ( ) Voorbereidende opgaven VWO Stoomcursus wiskunde A Tips: Maak de voorbereidende opgaven voorin in een van de A4-schriften die je gaat gebruiken tijdens de cursus. Als een opdracht niet lukt, werk hem dan

Nadere informatie

wiskunde C vwo 2016-I

wiskunde C vwo 2016-I wiskunde C vwo 06-I Aalscholvers en vis maximumscore Invullen van O =,0 in L = 4,73 + 3, O geeft na afronden een kleinste lengte van 6 (mm) Invullen van O = 9,5 in L = 4,73 + 3, O geeft na afronden een

Nadere informatie

wiskunde C pilot vwo 2017-I

wiskunde C pilot vwo 2017-I wiskunde C pilot vwo 207-I De formule van Riegel en kilometertijden maximumscore 3 4 minuten en 52 seconden komt overeen met 292 seconden,07 0000 T2 = 292 2223 (seconden) (of nauwkeuriger) 500 Dat is 37

Nadere informatie

Examenprogramma wiskunde A vwo

Examenprogramma wiskunde A vwo Examenprogramma wiskunde A vwo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein Bg Functies

Nadere informatie

vwo A deel 4 13 Mathematische statistiek 14 Algebraïsche vaardigheden 15 Toetsen van hypothesen 16 Toepassingen van de differentiaalrekening

vwo A deel 4 13 Mathematische statistiek 14 Algebraïsche vaardigheden 15 Toetsen van hypothesen 16 Toepassingen van de differentiaalrekening vwo A deel 4 13 Mathematische statistiek 13.1 Kansberekeningen 13.2 Kansmodellen 13.3 De normale verdeling 13.4 De n -wet 13.5 Discrete en continue verdelingen 13.6 Diagnostische toets 14 Algebraïsche

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde C vwo I

Eindexamen wiskunde C vwo I Eindexamen wiskunde C vwo 20 - I Beoordelingsmodel Autobanden maximumscore 3 Bij belastingsindex 66 is het gewicht 299 kg ( nauwkeuriger) Bij belastingsindex 88 is het gewicht 562 kg ( nauwkeuriger) Het

Nadere informatie

1.1 Tweedegraadsvergelijkingen [1]

1.1 Tweedegraadsvergelijkingen [1] 1.1 Tweedegraadsvergelijkingen [1] Er zijn vier soorten tweedegraadsvergelijkingen: 1. ax 2 + bx = 0 (Haal de x buiten de haakjes) Voorbeeld 1: 3x 2 + 6x = 0 3x(x + 2) = 0 3x = 0 x + 2 = 0 x = 0 x = -2

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde A vwo I

Eindexamen wiskunde A vwo I Eindexamen wiskunde A vwo 000 - I Opgave Bierbrouwen bij vat verdwijnt 00% (0% + 0% + 65%) = 5% bij het overpompen bij vat verdwijnt 00% (0% + 5% + 50%) = 5% bij het overpompen bij vat 3 verdwijnt 00%

Nadere informatie

Uitwerkingen voortoets/oefentoets E3 maart/april 2009 MLN

Uitwerkingen voortoets/oefentoets E3 maart/april 2009 MLN Uitwerkingen voortoets/oefentoets E3 maart/april 009 MLN UITZENDBUREAU a H 0 : p=0. ( op is een kans van 0% wel 0.) is de bewering van het uitzendbureau H : p 0. (Helena is het er niet mee eens en denkt

Nadere informatie

Notatieafspraken bovenbouw, wiskunde A

Notatieafspraken bovenbouw, wiskunde A Notatieafspraken bovenbouw, wiskunde A Bewaar dit document zorgvuldig Het wordt slechts éénmaal verstrekt Dit document bevat afspraken voor de correcte notatie volgens de gehele sectie wiskunde van het

Nadere informatie

INLEIDING FUNCTIES 1. COÖRDINATEN

INLEIDING FUNCTIES 1. COÖRDINATEN INLEIDING FUNCTIES 1. COÖRDINATEN...1 2. FUNCTIES...2 3. ARGUMENT EN BEELD...3 4. HET FUNCTIEVOORSCHRIFT...4 5. DE FUNCTIEWAARDETABEL...5 6. DE GRAFIEK...6 7. FUNCTIES HERKENNEN...7 8. OPLOSSINGEN...9

Nadere informatie

12.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: l:y = ax + b gaat door de punten A(5, 3) en B(8, 12). Stel de functie van l op.

12.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: l:y = ax + b gaat door de punten A(5, 3) en B(8, 12). Stel de functie van l op. 12.0 Voorkennis Voorbeeld 1: l:y = ax + b gaat door de punten A(5, 3) en B(8, 12). Stel de functie van l op. Stap 1: Bepaal de richtingscoëfficiënt van l:y = ax + b : y yb ya 123 9 a 3 x x x 8 5 3 Hieruit

Nadere informatie

De normale verdeling

De normale verdeling De normale verdeling Les 2 De klokvorm en de normale verdeling (Deze les sluit aan bij paragraaf 8 en 9 van Binomiale en normale verdelingen van de Wageningse Methode) De grafische rekenmachine Vooraf

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B1 havo 2001-I

Eindexamen wiskunde B1 havo 2001-I Eindexamen wiskunde B havo 00-I Jus d orange De kans op respectievelijk wel, niet, niet beschimmeld is 0,0 0,99 0,99 De gevraagde kans is 3 0,0 0,99 0,99 0,09 (,9%) Op de grafische rekenmachine (GR) de

Nadere informatie

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen. Examen VWO 2017 tijdvak 2 dinsdag 20 juni 13.30-16.30 uur wiskunde A Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen. Dit

Nadere informatie

Samenvatting Wiskunde B

Samenvatting Wiskunde B Bereken: Bereken algebraisch: Bereken eact: De opgave mag berekend worden met de hand of met de GR. Geef bij GR gebruik de ingevoerde formules en gebruikte opties. Kies op een eamen in dit geval voor berekenen

Nadere informatie