Burgerlijk wetboek van 21 maart 1804.......................... 1 Inleidende titel. Bekendmaking, gevolgen en toepassing van de wetten in het algemeen.......................... 1 Boek I. Personen............... 1 Titel I. Genot en verlies van de burgerlijke rechten........................ 1 Hoofdstuk I. Genot van de burgerlijke rechten......................... 1 Hoofdstuk II. Verlies van de burgerlijke rechten......................... 1 Afdeling I. Verlies van de burgerlijke rechten door verlies van de staat van Belg......... 1 Afdeling II. Verlies van de burgerlijke rechten ten gevolge van rechterlijke veroordelingen... 1 Titel II. Akten van de burgerlijke stand. 1 Hoofdstuk I. Algemene bepalingen.... 1 Hoofdstuk II. Akten van geboorte..... 3 Hoofdstuk III. Akten van aangifte en akten van huwelijk.................. 6 Hoofdstuk IV. Akten van overlijden.... 9 Hoofdstuk V. Akten van de burgerlijke stand betreffende militairen buiten het grondgebied van het rijk............ 10 Hoofdstuk VI. Verbetering van de akten van de burgerlijke stand............ 11 Titel III. Woonplaats.............. 11 Titel IV. Afwezigen................ 12 Hoofdstuk I. Afwezigheid........... 12 Afdeling I. Vermoeden van afwezigheid..... 12 Hoofdstuk II (...)................. 13 Afdeling II. Verklaring van afwezigheid..... 14 Hoofdstuk III. (...)................ 15 Afdeling I. (...)....................... 15 Afdeling III. Gevolgen van de afwezigheid of van het vermoeden van afwezigheid voor de minderjarige kinderen.................. 15 Hoofdstuk II. Gerechtelijke verklaring van overlijden.................... 16 Afdeling II. (...)...................... 17 Afdeling III. (...)...................... 17 Afdeling IV. (...)...................... 17 Titel V. Het huwelijk.............. 17 Hoofdstuk I. Hoedanigheden en voorwaarden vereist om een huwelijk te mogen aangaan..................... 17 Hoofdstuk II. Formaliteiten betreffende de voltrekking van het huwelijk....... 18 Hoofdstuk III. (...)................. 19 Hoofdstuk IV. Vorderingen tot nietigverklaring van het huwelijk............. 19 Hoofdstuk V. Verplichtingen die uit het huwelijk of de afstamming ontstaan... 21 Hoofdstuk VI. Wederzijdse rechten en verplichtingen van echtgenoten....... 22 Hoofdstuk VII. Ontbinding van het huwelijk........................... 25 Hoofdstuk VIII. Tweede huwelijk...... 25 Titel VI. Echtscheiding............. 25 Hoofdstuk I. Gronden tot echtscheiding 25 Hoofdstuk II. Echtscheiding op grond van bepaalde feiten................ 25 Afdeling I. Vorm van de echtscheiding op grond van bepaalde feiten.............. 25 Afdeling II. Voorlopige maatregelen waartoe de eis tot echtscheiding op grond van bepaalde feiten aanleiding kan geven.............. 25 Afdeling III. Gronden van niet-ontvankelijkheid tegen de vordering tot echtscheiding op grond van bepaalde feiten.............. 25 Hoofdstuk III. Echtscheiding door onderlinge toestemming.............. 25 Hoofdstuk IV. Gevolgen van echtscheiding............................ 26 Hoofdstuk V. Scheiding van tafel en bed 27 Titel VII. (...) Afstamming.......... 28 Hoofdstuk I. Vaststelling van de afstamming van moederszijde............. 28 Hoofdstuk II. Vaststelling van de afstamming van vaderszijde........... 28 Afdeling I. Vermoeden van vaderschap..... 28 Afdeling II. Erkenning................. 30 Afdeling III. Onderzoek naar het vaderschap. 30 Hoofdstuk III. Gemeenschappelijke bepalingen nopens de wijze waarop de afstamming wordt vastgesteld......... 30 Afdeling I. Het tijdstip van de verwekking... 30 Afdeling II. De erkenning............... 31 1 april 2012 i
Hoofdstuk IV. Vorderingen met betrekking tot de afstamming............. 32 Afdeling I. Algemeen.................. 32 Afdeling II. De vorderingen in het bijzonder. 33 Afdeling III. Bekendmaking van de rechterlijke beslissing in de registers van de burgerlijke stand............................. 34 Hoofdstuk V. Gevolgen van de afstamming........................... 34 Hoofdstuk VI. Vordering tot uitkering voor levensonderhoud, opvoeding en passende opleiding................ 35 Titel VIII. Adoptie................ 35 Hoofdstuk I. Intern recht............ 35 Afdeling I. Algemene bepaling........... 35 Afdeling II. Bepalingen gemeenschappelijk aan beide vormen van adoptie.............. 36 Afdeling III. Bepalingen eigen aan iedere vorm van adoptie......................... 39 Hoofdstuk II. Internationaal recht..... 43 Afdeling I. Bijzondere bepalingen van internationaal privaatrecht................... 43 Afdeling II. Totstandkoming van een adoptie die de interlandelijke overbrenging van een kind onderstelt...................... 43 Afdeling III. Uitwerking van buitenlandse beslissingen inzake adoptie in België........ 48 Hoofdstuk III. Administratieve formaliteiten........................... 51 Titel VIIIbis. Verlating van een minderjarige........................... 52 Titel IX. Ouderlijk gezag............ 52 Titel X. Minderjarigheid, voogdij en ontvoogding....................... 55 Hoofdstuk I. Minderjarigheid........ 55 Hoofdstuk II. Voogdij.............. 55 Afdeling I. Ontstaan van de voogdij....... 55 Afdeling II. Organisatie van de voogdij..... 55 Afdeling III. Toeziende voogd............ 57 Afdeling IV. Werking van de voogdij....... 57 Afdeling V. Voogdijrekeningen en voogdijverslag.............................. 60 Hoofdstuk IIbis. Pleegvoogdij........ 60 Hoofdstuk III. Ontvoogding......... 61 Hoofdstuk IV. Verlengde minderjarigheid............................ 62 Titel XI. Meerderjarigheid, voorlopig bewind, onbekwaamverklaringen en bijstand van een gerechtelijk raadsman... 64 Hoofdstuk I. Meerderjarigheid....... 64 Hoofdstuk Ibis. Voorlopig bewind over de goederen toebehorend aan een meerderjarige....................... 64 Hoofdstuk II. Onbekwaamverklaring.. 69 Hoofdstuk III. Bijstand van een gerechtelijk raadsman.................. 70 Boek II. Goederen en verschillende beperkingen van de eigendom..... 70 Titel I. Onderscheiding van de goederen. 70 Hoofdstuk I. Onroerende goederen... 70 Hoofdstuk II. Roerende goederen.... 71 Hoofdstuk III. Goederen met betrekking tot hun bezitters................. 72 Titel II. Eigendom................. 72 Hoofdstuk I. Recht van natrekking op hetgeen door een zaak wordt voortgebracht......................... 72 Hoofdstuk II. Recht van natrekking op hetgeen met de zaak verenigd wordt en een lichaam ermee uitmaakt........ 73 Afdeling I. Recht van natrekking betreffende onroerende zaken..................... 73 Afdeling II. Recht van natrekking betreffende roerende zaken....................... 74 Hoofdstuk III. Medeeigendom....... 75 Afdeling I. Gewone medeeigendom en gedwongen medeeigendom in het algemeen.... 75 Afdeling II. Gedwongen medeeigendom van gebouwen of groepen van gebouwen........ 75 Titel III. Vruchtgebruik, gebruik en bewoning........................... 85 Hoofdstuk I. Vruchtgebruik......... 85 Afdeling I. Rechten van de vruchtgebruiker.. 85 Afdeling II. Verplichtingen van de vruchtgebruiker............................ 86 Afdeling III. Hoe vruchtgebruik eindigt..... 88 Hoofdstuk II. Gebruik en bewoning... 88 Titel IV. Erfdienstbaarheden of grondlasten........................... 89 Hoofdstuk I. Erfdienstbaarheden die ontstaan uit de ligging van de plaatsen 89 ii 1 april 2012
Hoofdstuk II. Erfdienstbaarheden die door de wet gevestigd zijn........... 89 Afdeling I. Gemene muur en gemene gracht.. 89 Afdeling II. Afstand en tussenwerken vereist bij bepaalde bouwwerken............... 90 Afdeling III. Uitzichten op het eigendom van de nabuur.......................... 91 Afdeling IV. Dakdrop.................. 91 Afdeling V. Recht van uitweg............. 91 Hoofdstuk III. Erfdienstbaarheden die door 's mensen toedoen gevestigd worden............................ 92 Afdeling I. Onderscheiden soorten van erfdienstbaarheden die op goederen kunnen worden gevestigd........................ 92 Afdeling II. Hoe erfdienstbaarheden gevestigd worden............................ 92 Afdeling III. Rechten van de eigenaar van het erf waaraan de erfdienstbaarheid verschuldigd is................................. 92 Afdeling IV. Hoe erfdienstbaarheden teniet gaan.............................. 93 Boek III. Op welke wijze eigendom verkregen wordt................ 93 Titel I. Erfenissen................. 94 Hoofdstuk I. Openvallen van erfenissen en bezit van de erfgenamen.......... 94 Hoofdstuk II. Hoedanigheden vereist om te kunnen erven............... 94 Hoofdstuk III. Onderscheiden orden in de erfopvolging................... 94 Afdeling I. Algemene bepalingen.......... 94 Afdeling II. Plaatsvervulling.............. 95 Afdeling III. Erfopvolging in de nederdalende lijn................................ 95 Afdeling IV. Erfopvolging van de langstlevende echtgenoot.......................... 96 Afdeling IVbis. Erfopvolging van de langstlevende wettelijk samenwonende........... 97 Afdeling V. Erfopvolging in de opgaande lijn.. 97 Afdeling VI. Erfopvolging in de zijlijn....... 98 Hoofdstuk IV. Onregelmatige erfopvolging............................ 98 Afdeling I. Rechten van natuurlijke kinderen op de goederen van hun vader of moeder, en erfopvolging in de nalatenschap van zonder nakomelingen overleden natuurlijke kinderen.. 98 Afdeling II. Rechten van de staat......... 98 Hoofdstuk V. Aanvaarding en verwerping van nalatenschappen........... 99 Afdeling I. Aanvaarding................ 99 Afdeling II. Verwerping van nalatenschappen 99 Afdeling III. Voorrecht van boedelbeschrijving, zijn gevolgen, en verplichtingen van de erfgenaam die onder voorrecht aanvaardt...... 100 Afdeling IV. Onbeheerde nalatenschappen.. 102 Hoofdstuk VI. Verdeling en inbreng.... 102 Afdeling I. De rechtsvordering tot verdeling en haar vorm.......................... 102 Afdeling II. Inbreng................... 104 Afdeling III. Betaling van de schulden...... 106 Afdeling IV. Gevolgen van de verdeling en vrijwaring van de kavels.................. 107 Afdeling V. Vernietiging van de verdeling... 107 Titel II. Schenkingen onder de levenden en testamenten..................... 107 Hoofdstuk I. Algemene bepalingen.... 107 Hoofdstuk II. Bekwaamheid om te beschikken of te verkrijgen bij schenking onder de levenden of bij testament.... 108 Hoofdstuk III. Beschikbaar gedeelte der goederen en inkorting.............. 109 Afdeling I. Beschikbaar gedeelte der goederen 109 Afdeling II. Inkorting van schenkingen en legaten............................... 110 Hoofdstuk IV. Schenkingen onder de levenden.......................... 111 Afdeling I. Vorm van de schenkingen onder de levenden........................... 111 Afdeling II. Uitzonderingen op de regel van de onherroepelijkheid der schenkingen onder de levenden........................... 112 Hoofdstuk V. Beschikkingen bij testament........................... 113 Afdeling I. Algemene regels betreffende de vorm der testamenten................. 113 Afdeling II. Bijzondere regels betreffende de vorm van bepaalde testamenten.......... 114 Afdeling III. Erfstellingen en legaten in het algemeen............................ 115 Afdeling IV. Algemeen legaat............ 115 Afdeling V. Legaat onder algemene titel.... 116 Afdeling VI. Bijzondere legaten.......... 116 1 april 2012 iii
Afdeling VII. Uitvoerders van uiterste wilsbeschikkingen......................... 117 Afdeling VIII. Herroeping en verval van testamenten............................ 117 Hoofdstuk VI. Geoorloofde beschikkingen ten voordele van de kleinkinderen van de schenker of erflater, of ten voordele van de kinderen van zijn broeders en zusters.......................... 118 Hoofdstuk VII. Verdelingen door de vader, de moeder of andere bloedverwanten in de opgaande lijn, tussen hun afstammelingen gemaakt........... 120 Hoofdstuk VIII. Schenkingen bij huwelijkscontract aan de echtgenoten en aan de kinderen die uit het huwelijk zullen worden geboren.................. 120 Hoofdstuk IX. Beschikkingen tussen echtgenoten, hetzij bij huwelijkscontract, hetzij tijdens het huwelijk....... 121 Titel III. Contracten of verbintenissen uit overeenkomst in het algemeen........ 122 Hoofdstuk I. Voorafgaande bepalingen. 122 Hoofdstuk II. Voorwaarden die tot de geldigheid van de overeenkomsten vereist zijn......................... 122 Afdeling I. Toestemming............... 122 Afdeling II. Bekwaamheid van de contracterende partijen....................... 123 Afdeling III. Voorwerp en inhoud van de contracten............................ 123 Afdeling IV. Oorzaak................. 124 Hoofdstuk III. Gevolgen van de verbintenissen.......................... 124 Afdeling I. Algemene bepalingen......... 124 Afdeling II. Verbintenis om iets te geven.... 124 Afdeling III. Verbintenis om iets te doen of niet te doen............................ 124 Afdeling IV. Schadevergoeding wegens niet-nakoming van de verbintenis.............. 124 Afdeling V. Uitlegging van de overeenkomsten 125 Afdeling VI. Gevolgen van de overeenkomsten ten aanzien van derden................ 126 Hoofdstuk IV. Verschillende soorten van verbintenissen.................... 126 Afdeling I. Voorwaardelijke verbintenissen.. 126 Afdeling II. Verbintenissen met tijdsbepaling 127 Afdeling III. Alternatieve verbintenissen..... 127 Afdeling IV. Hoofdelijke verbintenissen..... 128 Afdeling V. Deelbare en ondeelbare verbintenissen............................. 129 Afdeling VI. Verbintenissen onder strafbeding 130 Hoofdstuk V. Tenietgaan van de verbintenissen........................ 130 Afdeling I. Betaling.................... 130 Afdeling II. Schuldvernieuwing........... 134 Afdeling III. Kwijtschelding van schuld...... 135 Afdeling IV. Schuldvergelijking........... 135 Afdeling V. Schuldvermenging............ 136 Afdeling VI. Verlies van de verschuldigde zaak 136 Afdeling VII. Vordering tot nietigverklaring of tot vernietiging van de overeenkomsten..... 136 Hoofdstuk VI. Bewijs van de verbintenissen en bewijs van de betaling........ 137 Afdeling I. Schriftelijk bewijs............. 137 Afdeling II. Bewijs door getuigen.......... 139 Afdeling III. Vermoedens............... 140 Afdeling IV. Bekentenis van partijen....... 140 Afdeling V. De eed.................... 140 Titel IV. Verbintenissen buiten overeenkomst......................... 141 Hoofdstuk I. Oneigenlijke contracten. 141 Hoofdstuk II. Misdrijven en oneigenlijke misdrijven...................... 142 Titel IVbis. Vergoeding van de schade door abnormalen veroorzaakt........ 142 Titel V. Huwelijksvermogensstelsels.... 143 Hoofdstuk I. Algemene bepalingen... 143 Hoofdstuk II. Wettelijk stelsel....... 144 Afdeling I. Vermogens en wederbelegging.... 144 Afdeling II. Rechten van de schuldeisers..... 145 Afdeling III. Bestuur van het gemeenschappelijk vermogen........................ 146 Afdeling IV. Bestuur van het eigen vermogen. 147 Afdeling V. Ontbinding van het wettelijk stelsel................................ 147 Hoofdstuk III. Overeenkomsten die het wettelijk stelsel kunnen wijzigen...... 150 Hoofdstuk IV. Scheiding van goederen 151 Afdeling I. Bedongen scheiding van goederen. 151 Afdeling II. Gerechtelijke scheiding van goederen............................... 152 Titel Vbis. Wettelijke samenwoning.... 152 iv 1 april 2012
Titel VI. Koop................... 154 Hoofdstuk I. Aard en vorm van de koop 154 Hoofdstuk II. Wie kopen of verkopen kan............................ 154 Hoofdstuk III. Zaken die verkocht kunnen worden...................... 155 Hoofdstuk IV. Verplichtingen van de verkoper.......................... 155 Afdeling I. Algemene bepalingen.......... 155 Afdeling II. Levering................... 155 Afdeling III. Vrijwaring................. 156 Afdeling IV. Bepalingen met betrekking tot de verkopen aan consumenten.............. 158 Hoofdstuk V. Verplichtingen van de koper............................ 160 Hoofdstuk VI. Nietigheid en ontbinding van de koop..................... 160 Afdeling I. Recht van wederinkoop......... 161 Afdeling II. Vernietiging van de koop uit hoofde van benadeling..................... 161 Hoofdstuk VII. Veiling van onverdeelde goederen........................ 162 Hoofdstuk VIII. Overdracht van schuldvorderingen en andere onlichamelijke rechten......................... 162 Titel VII. Ruil.................... 163 Titel VIII. Huur.................. 164 Hoofdstuk I. Algemene bepalingen.... 164 Hoofdstuk II. Huur van goederen..... 164 Afdeling I. Algemene bepalingen betreffende de huur van onroerende goederen......... 164 Afdeling II. Regels betreffende de huurovereenkomsten met betrekking tot de hoofdverblijfplaats van de huurder in het bijzonder... 169 Afdeling IIbis. Regels betreffende de handelshuur in het bijzonder.................. 175 Afdeling III. Regels betreffende de pacht in het bijzonder........................... 181 Hoofdstuk III. Huur van werk en van diensten........................ 197 Afdeling I. Huur van dienstboden en werklieden............................... 197 Afdeling II. Ondernemers van vervoer te land en te water.......................... 197 Afdeling III. Bestekken en aannemingen.... 197 Hoofdstuk IV. Veepacht............ 198 Afdeling I. Algemene bepalingen.......... 198 Afdeling II. Eenvoudige veepacht.......... 198 Afdeling III. Veepacht bij helften.......... 199 Afdeling IV. Veepacht door de eigenaar toegestaan aan zijn pachter of zijn deelpachter... 199 Afdeling V. Contract oneigenlijk veepacht genoemd............................. 199 Titel IX. Vennootschappen........... 199 Hoofdstuk I. Algemene bepalingen.... 199 Hoofdstuk II. Verschillende soorten van vennootschappen................. 199 Afdeling I. Algemene vennootschappen..... 199 Afdeling II. Bijzondere vennootschap....... 199 Hoofdstuk III. Verplichtingen van de vennoten onderling en ten aanzien van derden.......................... 200 Afdeling I. Verplichtingen van de vennoten onderling............................ 200 Afdeling II. Verplichtingen van de vennoten ten aanzien van derden................ 200 Hoofdstuk IV. Verschillende wijzen waarop de vennootschap eindigt...... 200 Titel X. Lening................... 200 Hoofdstuk I. Bruiklening of commodaat 200 Afdeling I. Aard van de bruiklening....... 200 Afdeling II. Verplichtingen van de lener..... 200 Afdeling III. Verplichtingen van degene die in bruikleen geeft....................... 200 Hoofdstuk II. Verbruiklening of eenvoudige lening....................... 201 Afdeling I. Aard van de verbruiklening..... 201 Afdeling II. Verplichtingen van de uitlener... 201 Afdeling III. Verplichtingen van de lener.... 201 Hoofdstuk III. Lening op interest...... 201 Titel XI. Bewaargeving en sekwester.... 202 Hoofdstuk I. Bewaargeving in het algemeen en verschillende soorten van bewaargeving...................... 202 Hoofdstuk II. Eigenlijke bewaargeving.. 202 Afdeling I. Aard en wezen van het contract van bewaargeving........................ 202 Afdeling II. Vrijwillige bewaargeving....... 202 Afdeling III. Verplichtingen van de bewaarnemer............................... 203 Afdeling IV. Verplichtingen van de bewaargever............................... 204 Afdeling V. Bewaargeving uit noodzaak.... 204 Hoofdstuk III. Sekwester............ 205 1 april 2012 v
Afdeling I. Verschillende soorten van sekwester............................... 205 Afdeling II. Bij overeenkomst bedongen sekwester............................. 205 Afdeling III. Gerechtelijk sekwester of gerechtelijke bewaargeving.................. 205 Titel XII. Kanscontracten........... 205 Hoofdstuk I. Spel en weddenschap.... 206 Hoofdstuk II. Contract van lijfrente.... 206 Afdeling I. Voorwaarden die voor de geldigheid van het contract vereist zijn......... 206 Afdeling II. Gevolgen van het contract tussen de contracterende partijen.............. 206 Titel XIII. Lastgeving.............. 207 Hoofdstuk I. Aard en vorm van de lastgeving.......................... 207 Hoofdstuk II. Verplichtingen van de lasthebber.......................... 207 Hoofdstuk III. Verplichtingen van de lastgever........................ 207 Hoofdstuk IV. Verschillende wijzen waarop lastgeving eindigt........... 208 Titel XIV. Borgtocht............... 208 Hoofdstuk I. Aard en omvang van de borgtocht....................... 208 Hoofdstuk II. Gevolgen van borgtocht. 209 Afdeling I. Gevolgen van borgtocht tussen de schuldeiser en de borg................. 209 Afdeling II. Gevolgen van borgtocht tussen de schuldenaar en de borg................ 209 Afdeling III. Gevolgen van borgtocht tussen de borgen onderling..................... 210 Hoofdstuk III. Tenietgaan van borgtocht 210 Hoofdstuk IV. Wettelijke borgtocht en gerechtelijke borgtocht............. 210 Hoofdstuk V. Kosteloze borgtocht.... 210 Titel XV. Dading................. 211 Titel XVI. Lijfsdwang in burgerlijke zaken 212 Titel XVII. Inpandgeving............ 212 Hoofdstuk I. Pand................. 212 Hoofdstuk II. Genotspand.......... 213 Titel XVIII. Voorrechten en hypotheken. 214 Hoofdstuk I. Algemene bepalingen.... 215 Hoofdstuk II. Voorrechten.......... 215 Afdeling I. Voorrechten op roerende en onroerende goederen...................... 215 Afdeling II. Voorrechten op roerende goederen 215 Afdeling III. Voorrechten op onroerende goederen.............................. 219 Afdeling IV. Hoe voorrechten bewaard worden 220 Hoofdstuk III. Hypotheken......... 221 Afdeling I. Wettelijke hypotheken......... 221 Afdeling II. Bedongen hypotheken......... 223 Afdeling III. Rang van de hypotheken onderling............................... 224 Hoofdstuk IV. Wijze van inschrijving van de voorrechten en hypotheken....... 224 Hoofdstuk V. Doorhaling en vermindering van de inschrijvingen........... 226 Hoofdstuk VI. Gevolgen van de voorrechten en hypotheken tegen derden-bezitters.......................... 227 Hoofdstuk VII. Tenietgaan van de voorrechten en hypotheken............ 227 Hoofdstuk VIII. Wijze waarop eigendommen van de voorrechten en hypotheken worden gezuiverd........... 228 Hoofdstuk IX. Openbaarheid van de registers en verantwoordelijkheid van de bewaarders..................... 230 Hoofdstuk X. Wijze van houden en bewaren van de hypothecaire bescheiden 231 Hoofdstuk XI. Vermelding van de partijen en van de onroerende goederen.. 231 Hoofdstuk XII. Materiële vormen van de formaliteiten van openbaarmaking en van de aanvragen................. 232 Titel XIX. Gerechtelijke uitwinning en rangregeling onder de schuldeisers..... 233 Titel XX. Verjaring................ 233 Hoofdstuk I. Algemene bepalingen... 233 Hoofdstuk II. Bezit................ 233 Hoofdstuk III. Oorzaken die de verjaring verhinderen..................... 233 Hoofdstuk IV. Oorzaken die de verjaring stuiten of schorsen............... 234 Afdeling I. Oorzaken die de verjaring stuiten. 234 Afdeling II. Oorzaken die de loop van de verjaring schorsen........................ 234 Hoofdstuk V. Tijd die voor de verjaring vereist is........................ 235 Afdeling I. Algemene bepalingen.......... 235 vi 1 april 2012
Afdeling II. Algemene termijnen van verjaring 235 Afdeling III. Tienjarige en twintigjarige verjaring............................... 235 Afdeling IV. Enige bijzondere verjaringen.... 235 Titel XXI. Kennisgeving............. 237 1 april 2012 vii