WOONVISIE VELSEN 2040 28 Februari vond een bijeenkomst plaats met raadsleden en inwoners over de nieuwe Woonvisie. Het eerste deel bestond uit een informatiemarkt, waarbij uitleg en achtergronden gegeven werd bij de vier hoofdonderwerpen (Woonkwaliteit & Nieuwbouw, Betaalbaarheid & Beschikbaarheid, Wonen & Zorg en Duurzaamheid). Het tweede deel bestond uit een plenaire discussie aan de hand van tien stellingen. Onderstaand zijn de stellingen en resultaten van een korte toelichting voorzien. De resultaten worden meegenomen in de concept-woonvisie.
Woonkwaliteit & Toekomstige woningbouw In 2017 is regionaal onderzoek gedaan naar de toekomstige woningbehoefte voor Velsen. Vooral de stijging van het aandeel 65+-ers en (daarmee gepaard gaande) huishoudenverdunning leidt tot een aanvullende woningbehoefte van bijna 1900 woningen tot 2040, waarvan bijna 1500 tot 2030. Moet Velsen meer woningen bouwen dan deze 1900 eenheden of niet?* Eens: Er is een grote vraag in de Metropoolregio Amsterdam. Het aantrekken van nieuwe inwoners kan zorgen voor meer (economische) activiteit in Velsen. Denk bijvoorbeeld aan woningen voor Young Professionals, jonge gezinnen. En kijk niet alleen naar woningen, maar ook naar voorzieningen. Zet in op een goede mix van wonen, werken, winkelen en zorg. Oneens: Op de lange termijn krimpt de bevolking, dus meer bouwen is bouwen voor de leegstand. *De resultaten van deze stelling zijn door een verschil in interpretatie in de zaal niet representatief. Vanuit de provincie Noord-Holland is de wens uitgesproken om aanvullende woningbouw binnen bestaand stedelijk gebied te realiseren. De vraag is of de gewenste aantallen wel binnenstedelijk gehaald kúnnen worden en of de bouw snel genoeg gaat. Maar, meer grijs betekent minder groen. Eens: Er is voldoende ruimte, ook grasland, in of aan de rand van de kernen waar gebouwd kan worden. Het verschil tussen binnen en buiten bestaand stedelijk gebied is op sommige plaatsen niet zo groot (gaat bijvoorbeeld niet om de duinen). Oneens: Kijk naar Oud-IJmuiden, daar is al bijna geen groen. Het is ook belangrijk dat er meer groen in de wijk komt. Oneens: Een optie zou kunnen zijn om woningsplitsing en herbestemming van bedrijfspanden in de kernen meer toe te staan.
Betaalbaarheid & Beschikbaarheid Waar het woningbestand in IJmuiden en Velsen-Noord ongeveer voor de helft uit sociale huurwoningen bestaat, is dit in de andere kernen ruim minder. In de huidige woonvisie wordt daarom bij nieuwbouw uitgegaan van 30% sociale huur in Velserbroek, Driehuis, Velsen-Zuid en Santpoort en 10% in IJmuiden en Velsen-Noord. Op deze manier wordt het percentage sociale huur dus gelijk getrokken, maar ontstaat er binnen de kern meer differentiatie. De keuze voor een kern is daarmee dus groter. Nu al blijkt dat bijvoorbeeld Velserbroek populair is bij de woningzoekenden, maar dat er weinig woningen beschikbaar zijn. Eens: Zo is er meer keuze voor de Velsenaren die in het sociale huursegment een woning zoeken. Zij moeten ook de kans krijgen om in de dorpen te kunnen wonen. Oneens: De huidige verdeling is prima. Alle kernen in Velsen hebben een eigen identiteit en deze dient behouden te blijven. Om de sociale woningvoorraad betaalbaar te houden, overweegt de gemeente om bepaalde kwaliteitsaspecten meer los te laten. Zeker in de huidige marktomstandigheden komt de betaalbaarheid flink onder druk te staan als gevolg van stijgende kostprijzen. De oppervlakte van een woning is een belangrijk item in dit opzicht. Immers, kleinere woningen zijn goedkoper. Dat betekent wel dat er op niet al te lange termijn doorstroming zal moeten plaatsvinden (in het geval van starters). Eens: Het is belangrijk dat starters in de huidige markt toegang kunnen krijgen tot de woningmarkt. Woningen moeten dan wel betaalbaar zijn. Oneens: Met name differentiatie is belangrijk. Kleine woningen kunnen gebouwd worden (want vaak betaalbaar), maar deze moeten niet van mindere kwaliteit zijn. Levensloopbestendigheid is daarnaast erg belangrijk, zeker nu er weinig doorstroming op de markt is.
Omdat het moeilijk is voor starters om toegang te krijgen tot de woningmarkt, bestaan er verschillende stimuleringsmaatregelen. Gedacht kan worden aan leningen, subsidies. De meningen over dit onderwerp zijn sterk verdeeld. Eens: Starters worden verdrongen op de woningmarkt, maar moeten in de gelegenheid zijn om door middel van een hogere hypotheek, huur-koop, premiewoningen of een gemeentegarantie toch te kunnen wonen. Oneens: De sociale huursector zou een start moeten kunnen bieden. Het is niet de taak van de gemeente om te interveniëren in de particuliere koopsector.
Wonen & Zorg Als gevolg van landelijke hervormingen in de langdurige zorg en diverse maatschappelijke trends zullen steeds meer mensen met een zorgvraag zelfstandig thuis (blijven) wonen. Er zijn twee opties: Doorstroming of het aanpassen van de huidige woning, zodat deze ook in de toekomst geschikt is. Uiteraard is er ook een combinatie mogelijk. Eens: Deze groep kan gefaciliteerd worden middels (overigens vrij kostbare) aanpassingen aan de huidige woning en in de bekende buurt, maar ook gestimuleerd worden om door te stromen naar een al geschikte woning. Nadeel is dat deze woningen niet in grote mate beschikbaar zijn. Juist daarom is een tweesporenbeleid noodzakelijk. In het geval van sociale huur zal de nieuwe woning daarnaast een hogere huur vragen, zodat regelingen nodig zijn die garanderen dat de huur gelijk blijft. Oneens: Bouw bejaardentehuizen! Dit komt de doorstroming op de woningmarkt ten goede. Extramuralisering komt de samenleving uiteindelijk niet ten goede. Als reactie op de extramuralisering, het langer zelfstandig thuis wonen, huishoudenverdunning ontstaan er in de samenleving nieuwe initiatieven gericht op gezamenlijk ouder worden. De vraag is welke rol de gemeente hierin moet spelen. De overgrote meerderheid is het eens met deze stelling, niet toevallig omdat er een delegatie van een woongroep in oprichting aanwezig is. Dat heeft uiteraard consequenties voor andere projecten. Eens: Deze initiatieven moeten de ruimte krijgen. De gemeente moet een leidende rol spelen. Oneens: Het is in deze tijd, met deze grote woningvraag, belangrijker om grote aantallen nieuwbouwwoningen neer te zetten.
Duurzaamheid Het verduurzamen van woningen komt steeds hoger op de agenda te staan: de effecten van klimaatverandering worden steeds zichtbaarder en de afbouw van de Groningse gaswinning heeft de noodzaak tot alternatieve energiebronnen vergroot. Nieuwbouw moet daarom vanaf 1 juli 2018 aardgasvrij zijn. Een reactie was dat dit ruimte biedt voor Ecowijken. Voor de bestaande bouw moet een transitievisie Warmte opgesteld worden, waarin aangegeven wordt hoe ook de huidige woningen van het gas af kunnen (en in welke volgorde). Deze maatregelen zijn grotendeels van bovenaf opgelegd. De vraag is of het volledig verduurzamen van de woningvoorraad alleen op deze manier kan worden gerealiseerd. Eens: Niet iedereen is bereid of heeft de middelen om zelf te verduurzamen. Oneens: Dit zou niet het uitgangspunt moeten zijn, dwingen is niet de juiste term. Stimuleren in plaats van dwingen is wellicht een betere term. Er zijn verschillende mogelijkheden waarop de gemeente kan stimuleren. Financieel bijvoorbeeld (denk aan de Energiebespaarlening, duurzaamheidssubsidies), maar ook door informatie te verstrekken. Wellicht is er meer mogelijk dan vooraf gedacht, maar is dit simpelweg niet bekend. Eens: Een van de grootste, en wellicht de grootste, zorgen is de betaalbaarheid van de energietransitie. Financiële regelingen zijn dus nodig om te zorgen dat iedereen op een verantwoorde manier mee kan doen. Gepleit wordt ook voor uniformiteit bij woningcorporaties in de prestatieafspraken ten aanzien van het doorberekenen van energielasten. Eens: Informatie is het belangrijkst, geld van de gemeente is niet per se nodig. Zo zijn er ook nationale stimuleringsmaatregelen, als die al nodig zijn. Immers, inwoners hebben ook een eigen verantwoordelijkheid.
Conclusie Concluderend, aan welke thema s wordt nu de meeste waarde gehecht? Het blijkt dat de onderwerpen Betaalbaarheid en Beschikbaarheid en Duurzaamheid vooral leeft. Woonkwaliteit en Wonen en Zorg staan dichtbij elkaar, maar op geruime afstand van de eerste twee.