INHOUD I Inhoud Hoofdstuk 1 Klinische aspecten van hypertensie 1 1. Voorkomen en definitie 1 2. Over risico en risicoreductie 3 3. Klinische manifestaties 9 4. De bloeddrukmeting 10 A. De bloeddrukmeting tijdens de consultatie ( office blood pressure ) 10 B. De 24-uur-ambulante meting 11 5. Evaluatie van de patiënt met hoge bloeddruk 12 A. Primair of secundair 12 B. Hypertensieve schade 14 C. Geassocieerde cardiovasculaire risicofactoren 16 D. Geassocieerde co-morbiditeit 18 E. De eerste evaluatie 19 Hoofdstuk 2 De bloeddrukmeting 21 1. Inleiding 21 2. Bloeddrukvariabiliteit 21 A. De meting 22 B. Biologische variabiliteit 22 C. Witte-jaseffect en witte-jashypertensie 23 3. De bloeddrukmeting 24 4. De bloeddrukmeting tijdens inspanning 26 5. De bloeddrukmeting tijdens de consultatie 26 6. De bloeddrukmeting thuis 27 A. Thuismeting door de patiënt zelf 27 B. Ambulante bloeddrukmonitoring 28 Hoofdstuk 3 De complicaties van hypertensie 31 1. Algemeen 31 2. Mechanismen van orgaanbeschadiging 32 3. Specifieke orgaanaantasting 35 A. Hypertensieve cardiopathie 35 B. Macro-angiopathie 40 C. Nierlijden 41 D. Retinale schade 42
II INHOUD Hoofdstuk 4 Primaire of essentiële hypertensie 43 1. Inleiding 43 2. Pathogenese 43 A. Genetische factoren 43 B. Omgevingsfactoren 45 3. Pathofysiologie 49 A. Renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS) 49 B. Sympathisch zenuwstelsel 57 C. Rol van het endotheel 57 4. Obesitas en insulineresistentie 60 5. Andere factoren 62 Hoofdstuk 5 Secundaire hypertensie 65 1. Algemeen 65 2. Renale hypertensie 66 A. Renovasculaire hypertensie 66 B. Parenchymateus nierlijden en hypertensie 82 3. Endocriene hypertensie 83 A. Feochromocytoom 83 B. Mineralocorticoïdhypertensie 89 I. Bijnierfysiologie en -pathofysiologie 90 II. Primair hyperaldosteronisme 93 III. Cushing syndroom 102 IV. Adrenogenitaal syndroom 103 V. Hypertensie en de contraceptive pil 104 C. Disthyreose 105 D. Primaire hyperparathyreose 105 E. Acromegalie 105 4. Coarctatio aortae 106 5. Varia 108 A. Medicatie geïnduceerd 108 B. Organische letsels van het centraal zenuwstelsel (CZS) 108 C. Obesitas, slaap-apneusyndroom 109 D. Arteritis 109 E. Hypertensie-brachydactyliesyndroom 109
INHOUD III Hoofdstuk 6 De behandeling van hypertensie: algemene en praktische aspecten 111 1. Doelstelling 111 A. Mortaliteit 111 B. Morbiditeit 112 2. Gevolgen van de behandeling van hoge bloeddruk: een stand van zaken113 3. Wanneer starten met een behandeling 115 4. Optimale bloeddrukwaarde en J-curve 118 5. De practische behandeling van arteriële hypertensie 120 A. Ongecompliceerde hypertensie 120 B. Gecompliceerde hypertensie 121 C. Combinatietherapie 130 D. De hypertensieve urgentie 131 E. Therapieresistentie 132 6. Orthostatische hypotensie 134 7. Internationale richtlijnen voor de behandeling van milde tot matige hypertensie 136 A. Amerikaanse aanbevelingen (1997) 137 B. WHO/ISH (1999) 138 Hoofdstuk 7 De niet-medicamenteuze behandeling van hypertensie 139 1. Inleiding 139 2. Aanpassing van de voedingsgewoonten 140 A. Zoutrestrictie 140 B. Kaliumsupplementen 141 C. Calcium-en magnesiumsupplementen 141 D. Vetten, eiwitten en koolhydraten 142 E. Gewichtsreductie 142 F. Vegetarisch leefpatroon 143 3. Lichaamsbeweging 143 4. Nicotine, alcohol en cafeïne 144 5. Varia 145 6. Besluit 145 Hoofdstuk 8 De medicamenteuze behandeling van hypertensie 147 1. Inleiding 147 2. Bètablokkers 147 3. Diuretica 152 4. Calciumantagonisten 157
IV INHOUD 5. Inhibitoren van de Renine-Angiotensine-Aldosteron-as 161 A. Vasodilatatie 161 B. ACE-inhibitoren 162 C. ATIIR-antagonisten 165 6. Andere vasodilatoren 169 A. Directe vasodilatoren 169 B. Alfareceptorantagonisten 170 C. Centraal werkende vasodilatoren 171 D. Imidazolinereceptoragonisten 172 E. Neutrale endopeptidase-inhibitoren (NEP-inhibitoren), vasopeptidase-inhibitoren 173 F. Endothelinereceptorantagonisten 174 G. Nitroprusside en nitraten 175 Hoofdstuk 9 Hypertensie in specifieke populaties 177 1. Hypertensie bij kinderen en adolescenten 177 A. De bloeddrukmeting 177 B. Definitie van hoge bloeddruk 178 C. Evaluatie van het hypertensieve kind 179 D. Oorzaken van hoge bloeddruk bij kinderen en adolescenten 180 E. Behandeling 183 F. De hypertensieve urgentie 183 2. Hypertensie bij ouderen 184 A. Definitie, voorkomen, risico en pathofysiologie 184 B. De behandeling van ouderen met geïsoleerde systolische hypertensie 186 C. De behandeling van ouderen met diastolische hypertensie 187 D. Hoe laag mag/moet de bloeddruk dalen 188 E. De behandeling van hoogbejaarden (>80j) 188 F. Welk medicament bij de oudere met hypertensie 189 3. Hypertensie bij vrouwen 189 4. Hypertensie tijdens de zwangerschap 191 A. Definities 191 B. De bloeddrukmeting 193 C. Pathofysiologie en pathogenese 193 D. Implicaties voor moeder en de foetus 195 E. De behandeling 196 5. Hypertensie en nierinsufficiëntie 200 A. Algemeen 200
INHOUD V B. Diagnose 200 C. Behandeling 201 6. Hypertensie en diabetes mellitus 206 A. Algemeen 206 B. Pathogenese 206 C. Micro-albuminurie 207 D. Renale prognose 208 E. Cardiovasculaire prognose 209 F. De behandeling van hypertensie bij diabetici 209 7. Hypertensie bij zwarten 210 Hoofdstuk 10 De hypertensieve urgentie 211 1. Definitie 211 2. Klinisch beeld 212 3. Algemene principes van behandeling 212 A. Hypertensieve encephalopathie 213 B. Intracerebrale bloeding 213 C. Acute cerebrale infarcering 213 D. Acute aortadissectie 214 E. Acute linker ventrikeldisfunctie, acuut longoedeem 214 F. Ischemisch hartlijden, acuut myocardinfarct 215 G. Peri-operatieve hypertensie 215 H. (Pre-)eclampsie 215 I. Catecholamineëxces 216 J. Nierinsufficiëntie 216 4. Praktische aspecten van behandeling 217 A. Orale of intraveneuze behandeling 217 B. Orale behandeling 217 C. Parenterale behandeling 218 Hoofdstuk 11 Hypertensie en sport 221 1. Inleiding 221 2. Types sport 221 3. Effect van training op de bloeddruk 224 4. Evaluatie 224 5. Aanbevelingen 225 Bibliografie 227 Index 241