Voorbeelden tentamenvragen Stedebouwkundig Ontwerpen (vakcode 7W220) Het werkelijke tentamen zal bestaan uit ca. 40 multiple choice vragen. De correcte antwoorden van deze voorbeelden zijn te vinden onder aan deze pagina 1) In bovenstaande afbeelding zijn drie stukken stad in Aaken en Keulen weergegeven. In deze uitsnedes is sprake van een gemengde ordening waar het de morfologie betreft. Met gemengd wordt bedoeld dat er sprake is van een menging van de twee basispricipes van morfologische ordening. Welke principes Zijn dit? 1 De ordening vanuit de architectuur versus de ordening vanuit de stedebouwkunde. 2 De ordening vanuit het geheel (deling) versus de ordening vanuit de delen (optelling). 3 De ruimtelijke ordening versus de architectonisch/stedebouwkundige ordening. 4 De functionele ordening (het gebruik) versus de esthetische ordening (het beeld). 2) Wat bedoelt Castells met timeless time? 1 Face to face communicatie 2 Multidimensionale stedebouw 3 Een nieuwe mondiale kloktijd 4 Meerlagenbenadering
3) De basiselementen van de morfologie zijn punt, lijn en vlak. Uit deze elementen zijn de basisvormen van een stad/nederzetting opgebouwd. Welk van de onderstaande uitspraken is niet van toepassing op deze basisvormen? (Pas op: vraag met een omkering!) 1 De verschillende basisvormen zijn gerelateerd aan verschillende topologische eigenschappen. 2 De eenvoudige basisvormen komen voor bij zowel nieuwe als bestaande nederzettingen. 3 De basisvormen kunnen in allerlei varianten en mengvormen voorkomen. 4 De basisvormen vertegenwoordigen de permanente structuur van een stad. 4) In de artikelen Design over time en Principle of the second man, opgenomen in de reader van het vak Stedebouwkundig Ontwerpen, behandelt Edmund Bacon het stedebouwkundig ontwerp van de Piazza del Popolo in Rome en de Piazza della Santissima Annunziata in Florence. Hij bespreekt deze ontwerpen omdat daarin op aansprekende wijze een aspect van het stedebouwkundig ontwerpen tot uitdrukking komt. Wat wil hij aan de hand van deze voorbeelden illustreren? 1 Symetrie speelt in het stedebouwkundig en architectonisch ontwerp een zeer belangrijke rol. Hiermee is het mogelijk een diffuse situatie te transformeren tot een beleefbaar esthetisch concept. 2 De architectonische uitwerking van een stedebouwkundig plan is afhankelijk van de beschikbare tijd en middelen en mag niet overhaast worden. 3 Een sterk stedebouwkundig idee is in staat om gedurende lange tijd te fungeren als organiserend en richtinggevend principe voor het stedebouwkundig en architectonisch ontwerp. 4 Karakteristieke gebouwen (in het verleden vooral kerken) bewerkstelligen binnen de stedelijke structuur het meeste effect als ze direct of indirect in relatie worden gebracht met pleinen.
5) In zijn artikel Building Ethics into the Built Environment (Opmerking: het betreffende artikel maakt geen onderdeel uit van de tentamenstof van het studiejaar 2002/2003 maar is een voorbeeld van een soort vraag dat over andere artikelen mag worden verwacht.) doet John Whitelegg, als hij het heeft over onze bebouwde omgeving, de uitspraak..we have a total design failure on our hands. (vertaling: we hebben te maken met een compleet falend ontwerp ). Waar doelt hij op? 1 Whitelegg is het oneens met de huidige modes en trends in stedebouw en architectuur; de vakgebieden zijn teveel gericht op esthetica en te weinig op functionaliteit voor bewoners en gebruikers. 2 Stedebouwkundigen blijken in het algemeen niet in staat om de resultaten van analyse en onderzoek op adequate wijze te vertalen in goede ontwerpen. 3 Planning en stedebouw werken te veel naar eigen inzicht en houden onvoldoende rekening met de maatschappelijke vraag naar mobiliteit: de verkeersvoorzieningen in onze huidige omgeving schieten totaal tekort. 4 Onze omgeving voldoet niet aan een groot aantal fundamentele basisbehoeften zoals schone lucht, toegankelijkheid of verkeersveiligheid. 6) Wat betekent het begrip Gestalt? 1 Vorm + herkenbaarheid + betekenis + symboolwaarde. 2 Vorm + transformatie + identiteit + overeenkomsten (simulariteit). 3 Dit begrip betekent de niet-fysieke aspecten van vorm. 4 De aspecten van vorm die te maken hebben met de relatie met de omgeving. 7) Wat is cascoconcept of cascobenadering? 1 Het scheiden van water en natuur 2 Onderscheid tussen hoog- en laagdynamische functies 3 Secundaire wegen afkoppelen van hoofdwegenstructuur 4 Ruimtelijke raamwerken maken voor de duurzame stad
8) Een bekend motto van de functionalistische beweging in architectuur en stedebouw was form follows function. Zij wilden hiermee aangeven dat functionele aspecten het primaat hebben in het ontwerpproces en dat de vorm op de tweede plaats komt, vorm is als het ware een luxe; iets extra s. Dit uitgangspunt spreekt tot op de huidige dag velen aan. Tegen deze zienswijze is echter inhoudelijk een belangrijk bezwaar in te brengen; welk? 1 Sinds deze opvatting is ontstaan, in de jaren twintig van de twintigste eeuw, zijn de maatschappelijke randvoorwaarden te veel veranderd. 2 De vorm volgt de functie alleen onder bepaalde woorwaarden, met name het vakmanschap van de ontwerper is wat dit betreft bepalend. 3 Het aspect vorm is onlosmakelijk verbonden met andere aspecten van de ontwerpopgave, het is niet iets dat naar believen kan worden toegevoegd of weggelaten. 4 Met de komst van de computer en de ontwikkeling van virtual reality, gaat deze redenering, die betrekking heeft op de materiële wereld, steeds minder op. 9) De vorm van een nederzetting of een deel daarvan is aan verandering onderhevig. Hiervoor is een aantal belangrijke oorzaken aan te wijzen, zoals: ligging van het gebied; leeftijd en kwaliteit van de bebouwing; de waarde en locatie van de grond. Wat is in verband met deze veranderingsprocessen een belangrijke basiskwaliteit die stedebouwkundige ontwerpen moeten hebben? 1 Functionele en esthetische kwaliteit. 2 Dichtheid van de structuur. 3 Een goede inpassing en ontsluiting. 4 Mogelijkheid tot vernieuwing en aanpassing. 10) Texturen ontstaan door..? 1 structuren. 2 het opdelen van een groter geheel. 3 spontane vormgevingsprocessen. 4 de herhaling van basisvormen.
Antwoorden Vraag Correct antwoord 1 2 2 3 3 4 4 3 5 4 6 1 7 2 8 3 9 4 10 4