Thema 9 Elena maakt een lekker ontbijt

Vergelijkbare documenten
Leesboekje eten en drinken

Thema 5 Elena heeft nieuwe spullen nodig

STEENSOEP OMA VERTELT EEN VERHAAL

- je kan me wat - module 4. docere delectare movere

Thema 3 Elena speelt buiten 1

de appel het fruit de peer de sinaasappel de banaan

Mijn familie en ik 3. Lang zal zij leven Lang zal zij leven Lang zal zij leven in de gloria In de gloria In de gloria

- je kan me wat - module 4. docere delectare movere

Verwonderen STICHTING KIND EN VOEDING. Groep 4, 5 en 6

Ontbijtles STICHTING KIND EN VOEDING. Groep 4, 5 en 6

Les 4. Eten en drinken, boodschappen doen

Woordenschat Taal Actief groep 4 Thema 7 Les 1

Auditieve oefeningen: thema eten

Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 5 Eten

Woordenschat blok 7 gr 4 Les:1 De aardappelpuree: gestampte aardappels met een beetje boter of melk. De banaan: een lange, beetje kromme gele vrucht.

Elena gaat naar de dierentuin

Elena moet naar de dokter 1

Thema 10 Elena heeft het druk

Lesbrief les 1 groep 5 en 6 Fit zijn is fijn

= een witte groente in de vorm van een bol. = een rode, gele of groene vrucht die je kunt eten. Aan de binnenkant zie je rijen met witte zaadjes.

Eten en drinken in de dierentuin

Eet smakelijk. ( 5 januari t/m 31 januari)

Spreekopdrachten thema 2 Boodschappen

inhoud blz. 1. Eten 3 2. De maaltijd 4 3. Het bestek 5 4. Planten en dieren 6 5. Uit eten 8 6. Eten in andere landen Dat lust ik niet

Lunchles groep 3 t/m 5 G R O E P

Samen appelflensjes bakken

Verwonderen STICHTING KIND EN VOEDING. Groep 7 en 8

Taalbewustzijn: Auditieve synthese (Henk Hak en Piet Plak) Klankgroepen samenvoegen tot een woord Letters samenvoegen tot een woord

Melkweg. Wat eet u? Lezen Alfa A. Gezond eten

LESBRIEF LES 1 DE VOEDSELKETENLES SAMENVATTING LES 1 VOORBEREIDING BENODIGDHEDEN DUUR LESDOELEN LINK ZAAKVAKKENINHOUD. Wat is voedselverspilling?

Wat eten we vanavond?

Lesbrief les 2 groep 1 en 2 Voed je lijf met de Schijf van Vijf

Proefversie. Taal voor Thuis Oefeningen. Thema: Eten Week 1

Praat-plaat. eten. aad/thema/eten werkblad 1

Van in de wei tot op je bord

december 2014 vanaf 4 jaar tekst: Marian van Gog muziek: Ton Kerkhof Lekker en gezond

Schijf van Vijf-spel. Opdracht 4C. Opdracht

Uitleg bij de spellingskaartjes.

de andijvie A is een soort groente met grote groene bladeren.

Ik Eet Het Beter. Een lekkere en gezonde lunch! Ik Eet Het Beter

Handleiding Groente- en fruitles

Thema brief thema Dierentuin

Wat eten we van vandaag? tafelklets! Kies een pagina. Lees, proef, kruis aan, vertel, kies, lach, eet en klets!

Melkweg. Wat eet u vandaag? Lezen van Alfa A naar Alfa B. Gezond eten

Tomatensoep. Eet smakelijk. Muffins. Nodig:

Kinderopvang De Palmboom Professionele kinderopvang in je eigen buurt! Programma

Gezond eten en drinken voor je kind van 4 tot 8 jaar

Stel, u merkt dat uw buurvrouw steeds minder eet. U weet niet of de medewerkers het zien.

Melkweg. Naar de speelzaal. Lezen van Alfa B naar Alfa C. Taal en ouders: Peuters. Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn Stockmann

Ik ben Peter Peer en ik groei aan een boom. Wat groeit er nog meer aan een boom? Hoeveel dingen kun je bedenken?

dag inhoud pagina themawoorden

Spreekopdrachten thema 2 Boodschappen

Traktatieles groep 3 t/m 8

Bijlage: Dieet zonder koolhydraten

Lesbrief les 2 groep 3 en 4 Voed je lijf met de Schijf van Vijf

Bijlage: Dieet zonder koolhydraten

Kinderen en een gezond gewicht

Thema 7 Sportdag op school

- je kan me wat - module 5. docere delectare movere. je kan me wat nt2taalmenu.nl module 5. tekeningen -

Infofiche 1. De actieve voedingsdriehoek. Doelstellingen

Lunchles groep 5 t/m 8 G R O E P

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A1 THEMA 2 BOODSCHAPPEN

2 Huiswerk. Voorbeeld: Als je je huiswerk altijd aan je bureau maakt, geef je dat een 1. Als ik mijn huiswerk maak dan...

Instapmodule Niveau AA

Luister naar het lied en lees mee met de tekst. Kies telkens het juiste woord.

Inleiding VOOR JE HET WEET, MAAK JE DE LEKKERSTE MAALTIJDEN IN EEN SCHONE EN OPGERUIMDE KEUKEN!

Wijchense Molen. Lesbrief

TASKFORCE VLUCHTELINGEN

Infofiche 1. De actieve voedingsdriehoek. Doelstellingen. De leerlingen begrijpen het principe van de actieve voedingsdriehoek.

Boemeratel zal voortaan om de week op vrijdag verschijnen!

KlasseLunch. Over gezond eten 1. Werkbladen KlasseLunch 2008:

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

Thema 6 De mensen om mij heen

Melkweg. Lekker en gezond. Lezen van Alfa B naar Alfa C. Gezondheid: Gezond eten. Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn Stockmann

Goalkeeper: jouw sport, jouw leefstijl, jouw doel! Naam:.

1. Verdeling tijdens de ramadan 2. Het Suikerfeest

Een gezond ontbijt: lekker en vol energie

Auteur: Mirjam Wind, docent en coördinator NT2, Educatie Video s: Gabe Dijkstra en Rick Biemolt, studenten Alfa-college, MultiMedia en Design

Protocol voeding en traktaties

Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 11 In de winkel

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

Bijlage 4a: Het recept voor de Keizer!

KlasseLunch. Over gezond eten 1. Docentenhandleiding KlasseLunch 2008:

Wat is goede voeding? Aanbevelingen & tips voor kinderen 9 t/m 18 jaar

Lesbrief les 2 groep 5 en 6 Voed je lijf met de Schijf van Vijf

Opdracht 1 Deze week ga je precies bijhouden wat je allemaal eet en drinkt. Dat kun je noteren in je weekmenu, dat je van je juf of meester krijgt.

Lekker stel + + Kleur & vorm. Schaapje Slaaaaa

De Nationale. Smaaktest Groep 5 t/m 8. Beste Smaakprins of Smaakprinses, Veel plezier met de Nationale Smaaktest!

Weekmenu om Gezond te Genieten incl. boodschappenlijstje.

Gezond eten en drinken voor kinderen in de basisschoolleeftijd

Wat aten mensen vroeger?

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

Lesbrief les 1 groep 1 en 2 Fit zijn is fijn

De actieve voedingsdriehoek. Doelstellingen

Brood, tafel, maaltijd houden

SPROET DE BRUID DE BRUILOFT

WerkPortfolio. Zelfstandig koken met recepten in 10 stappen. home 1. WerkPortfolio

Geef kanker. minder kans. eet volop. groente en. fruit

Les over tussendoortjes

Transcriptie:

1 9.1 Materialen Video Elena maakt een lekker ontbijt Evt. geprinte versie van het prentenboek Allerlei spullen die met ontbijten te maken hebben (brood, beleg (het mag Hollands, dus pindakaas op witbrood, hagelslag op beschuit) en ontbijtspullen (bord, kom, glas, mes en vork, lepel, eierdopje, e.d.). Introductie Vertel (in de moedertaal) aan de leerlingen dat het weer tijd is voor de Nederlandse les. De focus van dit thema ligt op eten. Wat eet je graag en niet graag? Hoe ziet het eten eruit? Hoe ruikt en smaakt het eten? Hoe bestel je iets te eten? Begin met het praten over ontbijt. Laat de spullen zien die u mee heeft genomen om te praten over uw ontbijt en dat van de leerlingen. Vertel dat mensen ook wel een brood ongesneden kopen en dat je dat zelf moet snijden en dat er ontbeten wordt met broodjes! Als inleiding kunt u teruggaan naar de lunch in thema 4 Elena gaat naar de dierentuin en kunt u de online oefening met de kinderen doen. Video Kijk en luister dan samen met de leerlingen naar het filmpje Elena maakt een lekker ontbijt of lees het prentenboek voor. Dit keer zijn we bij Elena thuis bij het ontbijt. Wat eten ze als ontbijt? Pizza? Pannenkoeken? Fruit?

2 Elena droomt. In haar droom eet ze pizza met taart en bananen met slagroom. Ze drinkt een groot glas cola met een rietje. Dan wordt ze wakker. Ze heeft honger en opent zacht de deur van haar slaapkamer. Zijn de anderen al wakker? Nee, Elena hoort niets. Ze gaat zachtjes naar beneden. Daar is Misty. Stil, Misty! Is er brood? Er zijn nog drie broodjes en een klein stuk brood. Elena pakt de boter en kiest het beleg. Moeder vindt jam lekker en Sophie pindakaas. Vader lust graag honig. Zelf houdt Elena van hagelslag. Misty kijkt Elena nieuwsgierig aan. Wat doe je? Elena pakt twee borden, een mes en lange prikkers. Van de fruitschaal kiest ze appel, sinaasappel, peer, banaan, tomaat en aardbei. Ze snijdt het fruit in kleine stukken en prikt die aan de prikkers. Het zijn de kleuren van de regenboog! Ze pakt sap uit de koelkast en vier hoge glazen. Ieder glas zit heel vol. Elena gaat weer naar boven. Ze gaat naar de slaapkamer van Vader en Moeder. Hoort ze daar geluid? Zijn de anderen al wakker? Ze wil zachtjes de deur openen als de deur opengaat. Tada! roept Sophie. Elena schrikt en het dienblad wiebelt. Eén glas valt om. Elena kijkt verdrietig naar de broodjes die zwemmen in het sap. Wat nu? Ach, Elena, ben je zo geschrokken? Wat lief dat je ontbijt hebt gemaakt! Dank je wel. We maken samen een nieuw ontbijt. Dat kan niet, zegt Elena. De broodjes zijn op. Moeder zegt: We eten lekker yoghurt met muesli. Maar dan vraagt Vader: Is er melk? Zijn er eieren? Hebben we meel en boter? Dan gaan we pannenkoeken bakken. Ja, pannenkoeken, zegt Elena. Die lust ik ook graag. Prentenboek U kunt de 5 prenten laten zien en het verhaal zelf of laten voorlezen. Na iedere plaat vraagt u welk eten en/of drinken genoemd wordt. Een aantal dingen kennen de kinderen uit Elena onderbouw (het

3 fruit) of zijn internationaal (yoghurt, pizza, muesli, cola), een aantal woorden zijn nieuw (onderstreept). Antwoorden: Plaat 1 Plaat 2 Plaat 3 Plaat 4 Plaat 5 de pizza, de taart, de bananen, de slagroom (drinken: de cola) het brood, de broodjes, de boter, de jam, de honing, de pindakaas, de hagelslag de appel, de sinaasappel, de peer, de banaan, de tomaat, de aardbei (drinken: het sap) de broodjes (drinken: het sap) de broodjes, de yoghurt, de muesli, de eieren, het meel, de boter, de pannenkoeken U gaat daarna in op de vraag wie wat lekker vindt en gebruikt net als in het verhaal houden van / graag lusten / lekker vinden door elkaar. Vertel met flitskaarten en eventueel smileys wat u zelf lekker vindt. Zie ook de online oefening Lekker maar niet alles gezond. Wie Wat Wie Wat Elena hagelslag Mama jam Papa honig Sophie pindakaas Laat de kinderen thuis de online oefening doen. Tip Geef de uitgeprinte flitskaarten een duidelijk zichtbare plaats in de klas en creëer op deze manier een Nederlandse woordenhoek, als u ten minste een eigen klas hebt. Hang ook de flitskaarten over eten op. Deze hoek kunt u verder aankleden met werk van de leerlingen rondom dit thema, zoals de werkbladen.

4 Les 9.2 Materialen (selectie) Video Elena maakt een lekker ontbijt Evt. geprinte versie van het prentenboek Werkblad 9.2 Flitskaarten van eten en drinken Lied Gatsie groen Video De leerlingen kijken en luisteren nog eens aar het filmpje Elena maakt een lekker ontbijt. Ze hebben werkblad 9.2 en strepen aan welk eten en drinken in de video voorkomt. Als dit te moeilijk is, doet u het prentenboek. De onderstreepte woorden zijn dus nieuw voor de leerlingen. Plaat 1 de pizza, de taart, de bananen, de slagroom (drinken: de cola) Plaat 2 het brood, de broodjes, de boter, de jam, de honing, de pindakaas, de hagelslag Plaat 3 de appel, de sinaasappel, de peer, de banaan, de tomaat, de aardbei (drinken: het sap) Plaat 4 de broodjes (drinken: het sap) Plaat 5 de broodjes, de yoghurt, de muesli, de eieren, het meel, de boter, de pannenkoeken Vies of lekker? Vertel de klas dan dat u een top 3 gaat samenstellen van dingen die je kunt eten/drinken. Wijs één leerling aan die gaat tellen en de score opschrijft. Laat dan de desbetreffende flitskaarten een voor een zien. Vraag leerlingen te gaan staan als ze het lekker vinden en te blijven zitten als ze het niet lekker vinden. De leerling die de score bijhoudt telt hoeveel leerlingen er staan. Ondertussen vraagt u willekeurig aan leerlingen of ze iets lekker vinden of niet. Leerlingen antwoorden in hele zinnen. Leerkracht: Leerling A: Leerling B: Leerkracht: Leerling A: Leerling B: Vind je van cola lekker? Lust je graag cola? [staat] Ja, ik vind cola lekker. [zit] Nee, ik vind cola niet lekker. Lust je graag pizza? Vind je pizza lekker? [staat] Ja, ik vind pizza lekker. [zit] Nee, ik vind pizza niet lekker. Wat is de top-3 in de klas? Bij het ontbijt eet ik Gebruik flitskaarten van activiteit 1 en 2. U kunt ook uw eigen selectie maken om etenswaren aan te bieden. Hang die op om leerlingen steun te bieden tijdens het spel. Speel dan een spel zoals We gaan op vakantie en nemen mee: Ik ontbijt en eet een broodje. Ik ontbijt en eet een broodje met boter.

5 Ik ontbijt en eet een broodje met boter en jam. Ik ontbijt en eet een broodje met boter met jam met aardbeien. Hoeveel dingen om te eten kunnen de leerlingen onthouden? De gevoelige bakker Hang de flitskaarten van de kaas, de pizza, een pannenkoek het broodje op het bord. Teken eronder 4 emoticons voor de emoties blij, verdrietig, boos en ziek. Leg dan uit dat we bij een speciale bakker zijn: de emotionele bakker. De bakker doet de emoties van de klanten na. Komt een klant blij binnen, dan is de bakker ook aldoor blij. Is de klant boos, dan is de bakker ook het hele gesprek boos. Wijs een bakker en vier klanten aan. De klanten overleggen op de gang wat ze gaan kopen en welke emotie ze ieder gaan uitbeelden. Dan komen ze allemaal binnen en kopen een voor een iets bij de bakker. Veel plezier! Oefen dit een paar keer. Dialoog 9.2 - Hallo! Goeiedag. Wat mag het zijn? - Een broodje kaas graag? [Een stuk pizza graag? Een pannenkoek graag?] - Een broodje kaas? [Een groot of een klein stuk? Een pannenkoek?] - Ja, een broodje kaas. [Een klein stuk graag. Ja een pannenkoek graag.] - Alsjeblieft. Anders nog iets? - Nee, dankjewel. - Dat is dan 3 Euro. - Alsjeblieft. Gatsie groen In de cursus Hotel Hallo vind je een prachtig liedje over gezond en groen Gatsie groen! U vindt het liedje o.a. op YouTube. Eet je bord leeg Pak je vork, pak je mes, Neem een hap, Je lust het best. Eet je bord leeg Maar ik schuif mijn bord opzij, Ik zit vol, er kan niets bij. Boontjes, brocoli en erwtjes en sla zijn groen. Groen kan ik niet eten, daar kan ik niets aan doen. Soep met groenten en nasi met kip zijn vast heel gezond. Maar ik zie groene stukjes. Dus het kan niet in mijn mond. Gatsiedarrie, jakkiedarrie, groen, gruwelgroen Getsiederrie, jakkiebakkie, gruwelgroen Laat de kinderen thuis online oefeningen doen.

6 9.3 Materialen (selectie) Video Elena maakt een lekker ontbijt Evt. geprinte versie van het prentenboek Flitskaarten van eten en drinken Werkblad 9.2 en 9.3 Lied Gatsie groen Introductie Start de les met het delen van de klas in groepen. Vraag iedere groep om minstens twee etenswaren te noemen in een bepaalde categorie: groente, fruit, eten voor de lunch, lievelingseten. Een andere groep noemt zoveel mogelijk dingen op om te drinken. Maak het verhaal Geef dan een leerling de geprinte versie van het prentenboek. Kan hij/zij het prentenboek in de goede volgorde in de klas ophangen? Wijs dan de platen een voor een aan. De leerlingen beelden uit wat er staat terwijl u erover vertelt. Deze oefening kunt u ook online laten doen. Elena droomt. In haar droom eet ze pizza met taart en bananen met slagroom. Ze drinkt een groot glas cola met een rietje. Dan wordt ze wakker. Ze heeft honger en opent zacht de deur van haar slaapkamer. Zijn de anderen al wakker? Nee, Elena hoort niets. Ze gaat zachtjes naar beneden. Daar is Misty. Stil, Misty! Is er brood? Er zijn nog drie broodjes en een klein stuk brood. Elena pakt de boter en kiest het beleg. Moeder vindt jam lekker en Sophie pindakaas. Vader lust graag honig. Zelf houdt Elena van hagelslag.

7 Misty kijkt Elena nieuwsgierig aan. Wat doe je? Elena pakt twee borden, een mes en lange prikkers. Van de fruitschaal kiest ze appel, sinaasappel, peer, banaan, tomaat en aardbei. Ze snijdt het fruit in kleine stukken en prikt die aan de prikkers. Het zijn de kleuren van de regenboog! Ze pakt sap uit de koelkast en vier hoge glazen. Ieder glas zit heel vol. Elena gaat weer naar boven. Ze gaat naar de slaapkamer van Vader en Moeder. Hoort ze daar geluid? Zijn de anderen al wakker? Ze wil zachtjes de deur openen als de deur opengaat. Tada! roept Sophie. Elena schrikt en het dienblad wiebelt. Eén glas valt om. Elena kijkt verdrietig naar de broodjes die zwemmen in het sap. Wat nu? Ach, Elena, ben je zo geschrokken? Wat lief dat je ontbijt hebt gemaakt! Dank je wel. We maken samen een nieuw ontbijt. Dat kan niet, zegt Elena. De broodjes zijn op. Moeder zegt: We eten lekker yoghurt met muesli. Maar dan vraagt Vader: Is er melk? Zijn er eieren? Hebben we meel en boter? Dan gaan we pannenkoeken bakken. Ja, pannenkoeken, zegt Elena. Die lust ik ook graag. Mmmmmmm. Laat de leerlingen zoveel mogelijk eten en drinken noemen. Schrijf die in een lijst van een stuk of 12 woorden op het bord (of wijs eventueel naar de flitskaarten in de Nederlandse hoek). Eten en drinken die aan bod zijn geweest in de verschillende thema s en die leerlingen online kunnen oefenen: het brood, het broodje, de boterham, het sap, de limonade, de cola, de jam, de honig, de worst, het zout, de peper, de kaas, het ei, de pannenkoek, de appel, de banaan, de sinaasappel, de soep, de aardappel, de tomaat, de wortel, de sla, het ijs, de pizza, de chocola, de taart, de chips, de limonade, de aardbei, de citroen, het water Teken dan twee grote cirkels op het bord die elkaar in het midden overlappen (een zogenaamd Venn-diagram). Schrijf links het woord feest en schrijf rechts het woord gezond. Laat leerlingen opnieuw eten en drinken noemen. Waar past het in het diagram: - Eet je het op een feestje en is het gezond? Dan past het in het midden. - Eet je het op een feestje en is het ongezond? Dan past het links. - Eet je het niet op een feestje en Is het gezond? Dan past het rechts. De meeste stemmen gelden.

8 We gaan naar een feestje en Speel het spel We gaan op vakantie en nemen mee, maar nu met eten voor een feest. Begin met de zin Ik ga naar een feestje en eet taart. Wijs dan een leerling aan die herhaalt wat u zegt en zijn of haar favoriete eten toevoegt. De volgende leerling herhaalt wat de eerste leerling zei en voegt zijn of haar eigen eten toe. Ga zo verder. Speel dit eenmaal als klas. Speel dan het spel in groepjes van 4-6. Help de leerlingen door plaatjes van eten te laten zien op het bord (of eventueel in de Nederlandse hoek waaruit ze kunnen kiezen). Klassenfeest! Stel je voor dat er een klassenfeest is. Wat moet er dan te eten en te drinken worden gehaald? De leerlingen gaan elkaar interviewen en daarvan tekeningen maken. Zo kan de klas erachter komen welk eten en drinken favoriet zijn. Deze oefening staat ook online! Dialoog 9.3 - A We hebben een klassenfeest. - B Leuk! Wat wil je graag eten? - A Ik vind chips lekker. - B Okay, 2 punten. A Wat vind je nog meer lekker? - B Taart. - A Okay, 1 punt. - B Dankjewel. - A Graag gedaan. Bingo Laat de leerlingen de plaatjes van het werkblad 9.2 losknippen. Ze kiezen er 5 die ze voor zich op de tafel leggen. De andere plaatjes leggen ze als stapeltje op de hoek van de tafel. Tijd voor Bingo! Deel dan werkblad 9.3 uit. Leerlingen moeten om de beurt aan elkaar vragen wat ze het liefst willen en ook lekker vinden. Wat ze het allerliefst willen, krijgt 2 punten; wat ze ook lekker vinden krijgt 1 punt. De rest krijgt geen punten. Iedere leerling moet drie klasgenoten interviewen. Als ze klaar zijn leveren ze alles in. De volgende les kunt u aangeven wat het meest populaire eten was. Lied Zie 9.2. Laat de kinderen thuis de online oefeningen doen. 9.4

9 Materialen (selectie) Evt. geprinte versie van het prentenboek Flitskaarten van eten en drinken Werkblad 9.3 Flitskaarten van eten en drinken Bespreek de uitslag van de enquête uit de vorige les: welk eten en drinken zijn favoriet? Vraag een aantal leerlingen om dingen te noemen dat je kunt eten op een feestje. Laat dan een aantal leerlingen vertellen wat ze het liefst eten op hun verjaardag: Op mijn verjaardag eet ik het liefst Verjaardagsfeestje Oefen met de leerlingen het gesprek 9.3 nogmaals in tweetallen. De leerlingen gaan elkaar bevragen zoals in de vorige les, maar nu voor hun eigen verjaardagsfeest. De leerlingen kunnen ook zelf iets verzinnen. Ze interviewen ieder twee klasgenoten. Lekker of niet lekker Leg de leerlingen een dilemma voor: wat zouden ze het lekkerst (of minst vies) vinden om te eten. Ze moeten kiezen voor optie 1 of 2 door hun hand op te steken. Laat eerst de tijd weg, zeg daarna de tijd erbij (eventueel met een getekende klok erbij) (zie verder thema 10). Wat vind je het lekkerst? optie 1 optie 2 I 09.00 uur broodje met hagelslag broodje met pindakaas II 12.00 uur tomatensoep kippensoep III 18.00 uur pasta pizza IV 15.00 uur citroenijs met slagroom aardbeienijs met chocola V 13.00 uur pannenkoek met jam pannenkoek met suiker VI 20.00 uur appeltaart slagroomtaart Uiteraard kunt u uw eigen (absurde) combinaties verzinnen: worst met mayonnaise / pannenkoek met slagroom, aardbeienpizza, etc. Laat de kinderen thuis de getallen oefenen. 9.5 Materialen (selectie) Evt. geprinte versie van het prentenboek Flitskaarten van eten en drinken Werkblad 9.2 Lied Gatsie groen

10 Wat is het? Bekijk samen met de leerlingen werkblad 9.2. U kunt eerst vragen of ze nog weten hoe de dingen in het Nederlands heten (of ze online laten oefenen). Daarna deelt u het samen met de kinderen in. Wat is gezond? Wat is niet gezond? Wat is zoet? Wat is zuur? Wat is warm? Wat is koud? U laat telkens de desbetreffende flitskaarten zien en verduidelijkt de begrippen zoet en bitter met uw gezicht. Zie ook de online oefening! Laat dan drie flitskaarten zien: van de chocola, het broodje, de sla. Stel telkens vragen waarop u zelf ja of nee zegt. De leerlingen moeten raden dat u denkt aan de chocola. Is het bruin. Ja. Is het zoet. Ja! Is het gezond. Nee! Is het warm? Nee! Wat is het? Kies dan drie flitskaarten: de sinaasappel, de banaan, de citroen. Stel vragen en geef het antwoord. Is het zuur? Ja! Is het gezond! Ja. Is het oranje? Nee! Deel werkblad 9.2. uit en benoem nog eens de woorden. U doet het nog eens voor met een van de leerlingen. De leerlingen gaan in tweetallen het spel spelen met behulp van het werkblad. warm koud zoet zuur - gezond niet gezond - [kleur] Als ze niet op het werkblad schrijven kunt u het later nog gebruiken om bingo te spelen. Gatsie groen Zie 9.2. Bingo Laat de leerlingen nog een keer de plaatjes van het werkblad 9.2 losknippen. Ze kiezen er 5 die ze voor zich op de tafel leggen. De andere plaatjes leggen ze als stapeltje op de hoek van de tafel. Tijd voor Bingo! Laat de kinderen thuis het liedje Gatsie groen oefenen. 9.6 Materialen (selectie) Werkblad 8.6 De u/oe (herhaling uit thema 5) Herhaal nog een keer het verschil tussen de u en de oe aan de hand van het werkblad uit thema thema 5. Activiteit 3. Placemat Werkblad 9.6. Bied de volgende woorden aan door ze op het bord te tekenen en te labelen: het glas, het bord, het mes, de vork, de lepel. Deel het werkblad uit. Leerlingen mogen iets tekenen dat ze eten en drinken bij het ontbijt. U kunt de leerlingen helpen door hen te wijzen op online woordenboeken

11 om hun eten en drinken op te zoeken. Daarna labelen ze de dingen op de prent, zoals u deed op het bord. Doe dan een gesprekje voor als voorbeeld. Schrijf eventueel de vragen op het bord. Leerkracht: Wat eet je graag? Leerling: Ik eet graag een broodje met kaas. Leerkracht: Wat drink je graag? Leerling: Ik drink graag sap. Leerlingen gaan elkaar bevragen over de placemat. Doe dat door de activiteit binnencirkelbuitencirkel. Lezen lange en korte ei (zie thema 8, oefening en werkblad 8.5) Werkblad 9.6b De leerlingen zoeken de woorden met de ei-klank die de weg door het doolhof vormen. Deze klank wordt in het Nederlands aangegeven met een lange ij of korte ei. Een leerling mag naar boven, beneden, links en rechts maar niet schuin. De woorden met ei-klank kleuren ze rood. Daarna omcirkelen ze alle dingen die men kan eten en drinken. Laat de kinderen de woorden op werkblad 9.6b in hun moedertaal schrijven. 9.7 Materialen (selectie) Werkblad 9.7 Bespreek het huiswerk: waren er nog vragen? Vraag dan een aantal leerlingen wat ze hebben gegeten en gedronken bij hun ontbijt. Vind iemand die Speel een spel. Leerlingen moeten steeds op zoek gaan naar iemand die hetzelfde antwoord op een vraag geeft als de ander. Ze lopen door de klas en herhalen de vraag die u stelde. Als ze iemand hebben gevonden die hetzelfde antwoord geeft als zij zelf, blijven ze samen staan. Dus ze zoeken iemand die hetzelfde (niet) lekker vindt. Wat vind je (niet) lekker? Leerlingen zoeken een maatje.] Andere vragen: Wat eet je bij het ontbijt? Wat eet je in de pauze? Wat drink je graag? Lied Herhaal nog een keer het lied Gatsie groen.

12 Menu Werkblad 9.7 Laat de leerlingen in tweetallen werken. Deel het werkblad uit. Het is een oningevulde menukaart van een lunchzaak bij de bakker. Vraag de leerlingen om hun eigen menukaart samen te stellen. Ze mogen woorden gebruiken die ze hebben geleerd of hun eigen woorden verzinnen. Ook mogen ze hun lunchzaak bij de bakker hun eigen naam geven. Bewaar de menukaart voor de volgende opdracht en de volgende les. Laat de kinderen de woorden op werkblad 9.2 in hun moedertaal schrijven. 9.8 De leerlingen oefenen de kernwoorden in een dialoog. De leerlingen voeren een gesprek bij een lunchroom. Materialen werkblad 9.7 (van de vorige les) Activiteit 1. Bingo Werkblad 9.5 Speel nogmaals Bingo zoals in les 5 om de kernwoorden en herhalingswoorden goed in te slijpen. Laat de leerlingen de plaatjes van het werkblad losknippen. Ze kiezen er 5 die ze voor zich op de tafel leggen. De andere plaatjes leggen ze als stapeltje op de hoek van de tafel. Eet smakelijk! Schrijf op het bord de woorden de limonade en het broodje kaas. Oefen dan het volgende gesprekje 9.8: Dialoog 9.8a en b - Hallo. - Hallo! - Wat mag het zijn? - Ik heb dorst. - Wat wil je drinken? - Limonade graag! - OK. - Ik heb ook honger. - Wat wil je eten? - Een broodje kaas alsjeblieft? - OK! een glas limonade en een broodje kaas. - Dankjewel. - Eet smakelijk. - Dankjewel!

13 Laat de leerlingen het dan in tweetallen oefenen via binnenkring-buitenkring. De Leerlingen in de binnenkring zijn de obers/serveersters en de leerlingen in de buitenkring zijn de klanten. Laat de binnenkring een aantal keren naar links opschuiven en de buitencirkel naar rechts. Lekker! Werkblad 9.7 (van de vorige les). Laat een derde van de leerlingen hun menukaart uitstallen op hun tafel; zij zijn de lunchroomhouders. De andere leerlingen gaan in tweetallen lunchen bij hen. Iedere klant bestelt één iets om te eten en één drankje van de menukaart. De lunchroomhouder staat ze beleefd te woord. Wissel tweemaal zodat iedereen tweemaal klant is en eenmaal lunchroomhouder. Afsluiting Bespreek dan wat de doelen waren van dit hele thema. Hebben de leerlingen het idee dat ze nu meer kunnen dan toen ze aan het thema begonnen? Dit is ook een mooi moment om in de Nederlandse hoek te kijken. Wat hing er eerst? Wat is eraan toegevoegd in de loop van de tijd? Hoe hebben ze het lezen en schrijven ervaren? Tenslotte Als u als leerkracht ook graag wil weten of een leerling vooruitgang boekt en of een leerling de aangeboden lesstof tot zich heeft genomen, kunt u naast uw observaties er ook voor kiezen de leerlingen een korte woordentoets op de computer af te nemen.