De actieve voedingsdriehoek. Doelstellingen

Transcriptie

1 Infofiche 2 Doelstellingen De leerlingen kunnen de actieve voedingsdriehoek opbouwen aan de hand van prenten. De leerlingen kennen de verschillende onderdelen van de actieve voedingsdriehoek. De leerlingen kunnen voorbeelden geven van voedingsmiddelen die in de verschillende voedselgroepen van de actieve voedingsdriehoek thuishoren. is niet zomaar een verzameling van verschillende bewegingsactiviteiten en voedingsmiddelen. Hij geeft weer hoeveel we elke dag moeten bewegen en wat we op een dag moeten eten om goed te groeien en gezond te blijven. Alles in de actieve voedingsdriehoek heeft een vaste plaats. Er zijn grote en kleine groepen waaruit we elke dag iets moeten nemen. Uit de grotere voedselgroepen mogen we meer nemen dan uit de kleinere voedselgroepen. De restgroep is een beetje een speciale groep: hij vormt de top maar staat los van de actieve voedingsdriehoek. Dat betekent dat de voedingsmiddelen die hierin thuishoren niet nodig zijn in een gezonde voeding. Het zijn extraatjes die we best maar eens af en toe nemen en altijd met mate. Ken jij de juiste plaats van de verschillende voedselgroepen en voedingsmiddelen? Test het uit met de ontdekdoos.

2 Infofiche 2 Materiaal Per leerling of per groep een ontdekdoos met prenten van verschillende bewegingsactiviteiten en voedingsmiddelen (zie kopieerblad 1 bij infofiche 2) Per leerling of per groep een blad met een voldoende uitvergrote lege actieve voedingsdriehoek (zie kopieerblad 2 bij infofiche 2). Naargelang de voorkennis of het niveau van de leerlingen kunnen de namen van de voedselgroepen al dan niet worden ingevuld Teken- en schrijfgerief Hoe gaan we te werk? De leerlingen kunnen individueel werken of in groepjes van 2. Neem de ontdekdoos met prenten van verschillende bewegingsactiviteiten en voedingsmiddelen. Leg een blad met een voldoende uitvergrote, lege actieve voedingsdriehoek op tafel. Kun jij de prenten op de juiste plaats leggen in de actieve voedingsdriehoek? Controleer nu aan de hand van de correctiesleutel of je in de actieve voedingsdriehoek alles op de juiste plaats hebt gelegd. Klasbespreking Bespreek de volgende stellingen in de klas. Zijn ze juist of fout? bestaat uit 5 deeltjes. (fout) Je moet meer nemen uit de grote groepen en minder uit de kleine groepen. (juist) Je moet elke dag iets eten uit de restgroep. (fout) Soep hoort bij de groep van water. (fout, bouillon hoort bij de groep van water, groentesoep hoort bij de groep van groenten) Koekjes horen thuis in de restgroep. (juist) Zoek zelf nog andere voedingsmiddelen die in de actieve voedingsdriehoek thuishoren. Teken ze op een leeg kaartje en leg ze op de juiste plaats. Vraag aan je juf of meester of het juist is.

3 Prenten van verschillende bewegingsactiviteiten en voedingsmiddelen FIETSEN ZWEMMEN BALSPORT TRAPPENLOPEN

4 BOUILLON WATER THEE KOFFIE

5 BROOD AARDAPPELEN PASTA RIJST

6 TOMAAT BLOEMKOOL WORTELEN SLA

7 BANAAN APPEL PEER AARDBEIEN

8 MELK KAAS YOGHURT CHOCOLADEMELK

9 KIP VIS VLEES EI

10 EEN MESPUNTJE VET EEN KLONTJE BOTER TAFELOLIE FRITUUROLIE

11 CHIPS FRISDRANK SNOEP KOEKJES

12 10

13 Kopieerblad 2 bij infofiche 2

14