SOCIALE COMMUNICATIE 3 Les 5: Thema 9 Reageren op onvoorzien en crisissituaties
Vorige les/ vandaag Hoofdstuk 13 Intimiteit en ongewenste intimiteit Hoofdstuk 19 tot en met 19.5 Reageren op onvoorziene crisissituaties
Hoofdstuk 19 Crisissituaties Wat doe jij als beroepskracht MZ wanneer zich een crisissituatie voordoet?
Hoofstuk 19 Crisissituaties Crisis betekent letterlijk: kritieke situaties, keerpunt Crisissituatie: een noodsituatie waarbij het functioneren van een stelsel ernstig verstoord raakt. Het kan om allerlei stelsels gaan; ook de mens is zo n stelsel
Hoofstuk 19 Crisissituaties In de maatschappelijke zorg kun je te maken krijgen met twee soorten crises: Persoonlijke crisis Organisatiecrisis Persoonlijke crisis Een ernstige plotselinge verstoring van het dagelijks leven als gevolg van een emotioneel ingrijpende gebeurtenis Organisatie crisis Een plotselinge en onverwachte noodsituatie die gevaar oplevert voor medewerkers, cliënten en/of de organisatie.
Hoofstuk 19 Crisissituaties Persoonlijke crisis kenmerken Er is spraken van een situatie die diep ingrijpt in iemands leven De betrokkene raakt een korte of lange periode volledig uit z n evenwicht (lichamelijk, psychisch en sociaal) Het lukt de betrokkene niet dit evenwicht op de gebruikelijke manier te herstellen. De betrokkene heeft meer tijd nodig dan gewoonlijk en moet meer en andere (geestelijke inspanning leveren Er is sprake van psychische nood en er is (vaak) psychische zorg nodig. Wat voor iemand een crisissituatie kan zijn, hoeft voor de ander geen crisissituatie te zijn en andersom. Een persoonlijke crisissituatie kan een verliessituatie zijn (overlijden, echtscheiding, ernstige ziekte etc.). Bij het verwerken van verlies spreek je over rouwen en rouwproces. Komen we bij hoofdstuk 20.8 op terug
Hoofstuk 19 Crisissituatie Organisatiecrisis kenmerken De gebeurtenis komt onverwachts De gebeurtenis heeft een korte of langere tijd een grote impact op het functioneren van de organisatie Er is sprake van schade voor de organisatie; soms staat zelfs het voortbestaan van de organisatie op het spel. Betrokkenen voelen een grote druk om iets te doen Betrokkenen beschikken over onvoldoende of tegenstrijdige informatie De media berichten over de organisatiecrisis Verdere schade te voorkomen is snel handelen noodzakelijk
Opdracht Shirley is een beroepskracht MZ. Ze werkt een maand bij de organisatie. Vandaag komt er een nieuwe bewoner op de groep: Jaimy. Het team is vooraf gewaarschuwd, in nieuwe situaties is de kans dat Jaimy wegloopt. Jaimy is nog maar twee uur op de groep en hij is weggelopen. Hoe het kon gebeuren, weet niemand. Na lang aarzelen zegt Shirley tegen haar collega Yvette; Misschien ben ik wel vergeten de deur op slot te doen. Yvette: Je schuldig voelen doe je maar in je eigen tijd. Jaimy moet zsm terug komen. Bel jij de politie? De tranen springen Shirley in de ogen. Ze durft nauwelijks te vragen wat Yvette gaat doen, toch vraagt ze. Wat denk je zelf? Zijn ouders bellen natuurlijk! Wat een stomme vraag. Je kent het protocol toch? Van welke soorten crises is in deze situatie sprake? Voor wie is deze situatie een persoonlijke crisis? Voor wie is deze situatie een organisatie crisis?
Hoofdstuk 19 Crisissituatie Van crisis tot trauma Een psychotrauma is de heftige psychische en lichamelijke reactie na een ingrijpende gebeurtenis. Een ingrijpende gebeurtenis veroorzaakt niet bij iedereen een trauma. Zie figuur 19.4 op pagina 268
Hoofdstuk 19 Crisissituatie De drie belangrijkste kenmerken van een psychotrauma Veelvuldige herbeleving (nachtmerries of herbeleving in emotie) Vermijdingsreactie (prikkels die horen bij het trauma vermijden) Verhoogde waakzaamheid (geest staat op scherp)
Hoofdstuk 19 Crisissituaties Oorzaak van trauma Evenwicht tussen draagkracht en draaglast Draaglast: spanningsbronnen/ de belastende zaken Draagkracht: Mogelijkheden om stress te voorkomen en om te gaan met gebeurtenissen en veranderingen in het leven Onbalans: overvraging of ondervraging
Hoofdstuk 19 Crisissituatie Oorzaken van trauma Evenwicht tussen draagkracht en draaglast Persoonlijkheid van de cliënt Sociale steun Aanwezige ziekten en stoornissen Gebruik van drugs, geneesmiddelen en alcohol Persoonlijke levensgeschiedenis/ eerdere trauma s PTSS (posttraumatische stressstoornis)
Hoofdstuk 19 Crisissituatie Crisissituatie in de maatschappelijke zorg Persoonlijke crisis kan reden zijn voor gedwongen opname Acuut gevaar voor zichzelf of anderen; 2 mogelijkheden IBS: inbewaringstelling (acute crisissituatie) RM: rechtelijke machtiging (geen acute crisissituatie) Bij gedwongen opname mag je middelen en maatregelen toepassen
Hoofdstuk 19 Crisissituatie Crisissituatie in de maatschappelijke zorg voorkomen (preventie) Voorkom escalatie ofwel: voorkomen van erger Voorkomen van herhaling Hoe zorgen jullie voor preventie van crisissituaties?
Volgende les/ huiswerk Lezen 19.6 tot en met 20.5