Strategische Raadsagenda 2010-2014 In de raadsperiode 2006-2010 heeft de gemeenteraad voor het eerst gewerkt met een strategische raadsagenda. De ervaringen met een strategische raadsagenda (SRA) zijn besproken in een raadsdebat in april 2010, dus bij aanvang van de nieuwe raadsperiode, en hoewel er voor alle raadsfracties punten van verbetering waren, was de raad van mening dat een strategische raadsagenda een belangrijke meerwaarde heeft voor het bestuur van de gemeente. De gemeenteraad heeft daarom besloten om ook voor de raadsperiode 2010-2014 een SRA op te stellen. Alle raadsfracties hebben onderwerpen aangedragen die naar hun mening op de SRA een plek moeten krijgen. De raadsfracties hebben bij het vormen van hun mening gebruik kunnen maken van de adviezen van het overleg van (strategische) beleidsadviseurs van de gemeente Harderwijk dat zich gebogen heeft over de vraag: "Wat worden de belangrijke thema s de komende raadsperiode?" en Wat zouden belangrijke onderwerpen voor de nieuwe Strategische Raadsagenda kunnen zijn?. De groslijst die is opgesteld aan de hand van de door de fracties aangedragen onderwerpen is door een door het presidium van de raad ingestelde werkgroep gecomprimeerd tot een agenda van 4 strategische thema s. In de komende raadsperiode wordt ieder thema uit de SRA uitgewerkt in een strategisch document. Een strategisch document is vergelijkbaar met een startnotitie waarin de specifieke doelstellingen per thema meetbaar worden gemaakt in zowel tijd als effectiviteit. Het is daarom van belang dat de doelstellingen realistisch zijn en een grote mate van acceptatie hebben in de Harderwijker samenleving of bij andere betrokkenen. Aan het einde van deze raadsperiode heeft de raad op alle strategische thema s doelstellingen (SMART) geformuleerd. In de volgende raadsperiode kan de gemeente dan verder met het ontwikkelen van beleid dat uitvoering geeft aan het bereiken van de doelstellingen. In de SRA 2010-2014 legt de gemeenteraad dus de thema s vast waarop in de raadsperiode 2010-2014 strategische keuzes gemaakt moeten worden. Wat de gemeente op deze thema s in het komende decennium kan (realistisch en acceptabel) en wil bereiken, wordt in deze raadsperiode geanalyseerd, besproken en vastgelegd. De agendapunten. De door de gemeenteraad ingestelde werkgroep heeft de door de raadsfracties ingebrachte onderwerpen samengebracht in drie thema s oftewel agendapunten van de SRA, te weten: 1. De routekaart naar een duurzame en klimaatneutrale gemeente. 2. Bestuurlijke vernieuwing in regionale samenwerking. 3. Burgerschap als uitgangspunt voor maatschappelijke sturing en fysieke inrichting. De visie op de (gewenste) ontwikkeling van de gemeente Harderwijk voor de komende 20 jaar is vastgelegd in de Stadsvisie 2031. De gemeenteraad heeft de Stadsvisie 2031 in mei 2010 vastgesteld. De agendapunt van de SRA 2010-2014 zijn een verdere uitwerking van in de Stadsvisie geschetste ontwikkeling. Op andere punten is de SRA aanvullend op de Stadvisie 2031. De raadsfracties hebben bij de startdiscussie over de SRA ook voorgesteld de onderwerpen onderwijs, arbeidsparticipatie en woningbouwprogramma op te nemen in de SRA. De werkgroep heeft geconstateerd dat het college in een aantal beleidsdocumenten op deze onderwerpen uitvoering van beleid wil realiseren. De bedoelde beleidsdocumenten zijn respectievelijk: het collegeprogramma 2010-2014, de woonvisie en de stadsvisie 2031. De werkgroep is daarom van mening dat de SRA hiervoor niet ook agendapunten hoeft te bevatten, dit zou immers dubbelop zijn. Voor de volledigheid is hieronder aangeven wat het college ten aanzien van onderwijs en arbeidsparticipatie in zijn programma onder het speerpunt Deelname aan de Samenleving heeft opgenomen:
1. Onderwijs Onderwijs is van vitaal belang. De gemeente draagt hieraan bij door te zorgen voor kwalitatief goede, duurzame huisvesting voor het onderwijs, zowel waar het nieuwbouw of verbouw betreft als waar het onderhoud van bestaande gebouwen betreft. De verantwoordelijkheid voor de inhoud van het onderwijs ligt bij de schoolbesturen, die daarop worden getoetst door de onderwijsinspectie. Dit ligt buiten onze invloedssfeer. Wij faciliteren de schoolbesturen wel zoveel mogelijk om goed onderwijs te bieden, onder meer door de partners in de Brede Scholen te ondersteunen in hun verdiepingsslag en door scholen te helpen om onderwijsachterstanden, met name taalachterstanden, zo veel mogelijk te voorkomen (door voor- en vroegschoolse educatie) en tegen te gaan (door schakelklassen). Bij alle inspanningen om voor de Harderwijkers zo goed mogelijk onderwijs te verzorgen, hoort ook de inspanning om ongeoorloofd verzuim zoveel mogelijk tegen te gaan en om zoveel mogelijk jongeren met een diploma of startkwalificatie van school te laten gaan. Deze activiteiten worden in regionaal verband uitgevoerd door het Regionaal Bureau Leerlingzaken (RBL), dat is ondergebracht bij Regio Noord- Veluwe (RNV) 2. Arbeidsparticipatie Op dit moment kent Harderwijk 1.000 werkzoekenden. Er zijn circa 550 Harderwijkers aangewezen op een bijstandsuitkering. Van hen is 60%, eventueel met ondersteuning, in staat tot werkaanvaarding. Om de werkgelegenheidssituatie te verbeteren willen wij activiteiten ondernemen om de kans van werkzoekenden op arbeidsparticipatie te verbeteren. Daarbij richten wij ons, zonder andere sectoren uit te sluiten, primair op kansrijke sectoren (dienstensector en gezondheidszorg). Concrete maatregelen willen wij op korte termijn presenteren, zodat medio 2011 meer perspectief voor werkzoekenden ontstaat. Door vergrijzing en ontgroening op de arbeidsmarkt kan nog binnen deze collegeperiode een tekort aan personeel ontstaan. Deze bedreiging voor de economische ontwikkeling doet zich voor in Nederland en ook op de Noord-Veluwe, terwijl wij economisch succesvol willen zijn. Arbeidsmarkt is daarmee een belangrijk thema om regionaal en lokaal te ontwikkelen en op te pakken. De concrete vragen zijn: - hoe worden zoveel mogelijk mensen naar werk geleid (waar onder afstemming beroepsonderwijs - arbeidsmarkt), zowel op korte termijn als op de middellange termijn; - hoe wordt de mobiliteit en flexibiliteit van werknemers vergroot; - hoe wordt de aansluiting van scholing en werk verbeterd. Het tekort aan personeel leent zich voor een regionale aanpak. De gemeente Harderwijk wil hierbij zo nodig het voortouw nemen. De aanpak kan alleen succesvol zijn, als het bedrijfsleven, de uitvoerende instanties als UWV en SDV en inhoudelijk deskundigen actief samenwerken. Daarbij komen, in aanvulling op de hiervoor gestelde vragen, aan de orde: - welk regionaal beleid is nodig om economisch succesvol te zijn; - welke partij heeft hierbij welke rol; - hoe komen wij tot een effectieve(re) samenwerking tussen de verschillende partijen.
Aanpak en monitoring van de voortgang van de SRA 2010-2014. Het college wil de strategische thema s overnemen in het collegeprogramma 2010-2014 en via de meerjaren-concernplanning capaciteit en middelen beschikbaar stellen voor de uitvoering van de SRA 2010-2014. Aan het einde van de raadsperiode moeten de agendapunten de revue gepasseerd zijn en zal duidelijk zijn welke richting de gemeente Harderwijk op gaat op de genoemde strategische thema s. Het is belangrijk dat de gemeenteraad sturing houdt op de voortgang van de uitvoering van de SRA. De monitoring van de SRA 2010-2014 vindt jaarlijks plaats in een raadsdebat over de Bestuursrapportage (tussentijdse evaluatie) dat in ieder jaar in januari gehouden wordt. Op die manier is er voor het college voldoende tijd en gelegenheid om de doorwerking van eventuele bijstellingen in het Meerjarenbeleid van de gemeente mee te nemen.
De Agenda: 1. De routekaart naar een duurzame en klimaatneutrale gemeente. Een optimaal woonklimaat met een goede luchtkwaliteit, weinig geluidshinder en minder stankoverlast is erg belangrijk. Uit een onderzoek onder het Harderwijkpanel is gebleken dat 94% hier veel waarde aan hecht. Ook vindt duurzame stedenbouw en een energieneutrale gemeente worden belangrijk gevonden. Gesteld kan worden dat milieukwaliteit leeft onder de bevolking van Harderwijk. Met de vaststelling van het Milieubeleidsplan 2009-2012 heeft de gemeente Harderwijk haar ambities ten aanzien van milieu en duurzaamheid vastgelegd. Deze ambities kunnen alleen gerealiseerd worden als milieu en duurzaamheid binnen de verschillende beleidsprogramma s een plek krijgen. Wat kan de gemeente doen aan de verbetering van de milieukwaliteit? Wat is realistisch en acceptabel? Welke maatregelen moeten er genomen worden en hoeveel tijd moet daarvoor uitgetrokken worden? Aan de hand van een routekaart kunnen afwegingen worden gemaakt en kan een realistisch ambitieniveau, ook in tijd, worden vastgesteld. De routekaart is een plan van aanpak waarmee Harderwijk zich, door toepassing van duurzame maatregelen, ontwikkeld naar een klimaatneutrale gemeente. (bvb toepassing van milieuvriendelijke lokale energie oplossingen, duurzamer bouwen, plaatsing van windmolens, toepassing van zonnecellen op bedrijfsgebouwen etc,). De gemeente Harderwijk moet met ingang van 2013 werken met de routekaart naar een duurzame en klimaatneutrale gemeente. 2. Bestuurlijke Vernieuwing in regionale samenwerking. In de Stadsvisie 2031 wordt aangegeven dat Harderwijk bereid is, zijn positie als centrum van de regio Noord-Veluwe verder te ontwikkelen en de daarbij behorende taken en verantwoordelijkheden op te pakken. Met buurgemeenten werkt Harderwijk intensief samen in verschillende samenwerkingsverbanden, zowel uitvoerend als bestuurlijk. De betrokkenheid van de inwoners van de gemeente is formeel geregeld via de Algemeen Besturen van de samenwerkingsverbanden. In de praktijk voelt de gemeenteraad, als vertegenwoordiger van de inwoners van de gemeente, een afstand met de samenwerkingsverbanden en een daaruit voortvloeiende geringe betrokkenheid. Is dit erg? Met andere woorden moet hier verandering in komen of kan de democratische legitimatie ook anders worden vormgegeven? De Rekenkamercommissie van Harderwijk heeft in medio 2010 een rapport gepresenteerd waarin zij concludeert dat de democratische legitimatie oftewel de invloed van de gemeenteraad op de het regionale samenwerkingsverband RNV versterkt moet worden. Daarbij adviseert de Rekenkamercommissie de raad om ook de eigen kaderstellende en controlerende nader tegen het licht te houden. De realisatie van bestuurlijke vernieuwing in de regionale samenwerking vraagt om een zorgvuldig proces waarin de gemeente Harderwijk enerzijds een voortrekkersrol kan vervullen maar tegelijkertijd verantwoordelijkheid draagt voor het draagvlak bij de deelnemende gemeenten. De gemeenteraad wil zowel intern als extern een processen op gang brengen die zijn gericht op het versterken van de betrokkenheid en zeggenschap van de raden van de deelnemende gemeenten bij de samenwerkingsregeling waaraan de gemeenten zich verbonden hebben.
3. Burgerschap als uitgangspunt voor maatschappelijke sturing en fysieke inrichting. Burgerschap is beseffen dat de stad - buurt - straat, de school van de kinderen, de speeltuin om de hoek, het plein en het sportveld ook van jou zijn en daarnaar handelen. Lag de bal eerder bij de overheid, vervolgens bij de markt, nu zijn de burgers de centrale spelers. Burgerschap is een werkbare aanpak die plaatsgebonden is. Wetgeving zoals rond de Wet Maatschappelijke Ondersteuning of de decentralisatie van het Integratiebeleid biedt kansen om in de lokale context inspraak, betrokkenheid en interactieve beleidsvorming (participatie of co-ontwerp) vorm te geven. Burgers kunnen en willen ook betrokken zijn bij de formulering van beleid. Het kan dan gaan om de wijze waarop de lokale samenleving wordt vormgegeven maar ook hoe de fysieke leefomgeving wordt ingericht. Burgers kunnen van daaruit ook worden betrokken bij de realisatie van dat beleid (co-uitvoering) waardoor de houdbaarheid van het beleid verhoogd wordt. Burgerschap omvat dus ook wijkgericht werken. Burgerschap omvat rechten, maar ook plichten en sociale verantwoordelijkheden. Actief burgerschap wordt de laatste jaren als oplossing aangedragen voor grote maatschappelijke problemen. Burgerschap speelt zich af op drie domeinen: burger burger, burger buurt en burger bestuur. Burger-burger Burgerschap is allereerst van belang voor de kwaliteit van relatie burgers onderling. Uitgangspunt is de waardigheid van alle mensen. Het respecteren van elkaars eigenheid, opvattingen, rechten en (maatschappelijke) eigendommen. Het rekening houden met anderen en het bewustzijn van het effect van ons gedrag op anderen. Burger en buurt Als een soort tegenreactie op de globalisering willen burgers de wereld weer kleiner maken door op lokaal niveau te zoeken naar overzicht en houvast. Burgers vinden identiteit in hun eigen directe leefomgeving. De lokale politiek kan hierin een belangrijke rol spelen, bijvoorbeeld door wijkgericht werken. Bij grote vraagstukken zoals gebrek aan sociale samenhang tussen bevolkingsgroepen, sociale uitsluiting en de kloof tussen burger en bestuur wordt actief burgerschap als oplossing aangedragen. Daarbij krijgen de belangrijke aspecten bij activiteiten die de integratie, participatie en emancipatie bevorderen aandacht. Burger en bestuur Onze democratie is een verworvenheid en die moeten wij koesteren. Wij hebben rechten gekregen, maar ook de plicht om onze democratie actief in stand te houden. Een goed functionerende democratische samenleving vereist actief burgerschap. Wanneer de gemeente de burgers met succes weet te betrekken bij de totstandkoming van beleid (participatie of co-ontwerp), kunnen er mooie dingen ontstaan. Er ontstaat dan niet alleen een verhoogd maatschappelijk draagvlak, maar ook ontstaat er een verder ontwikkeld gevoel van maatschappelijke verantwoordelijkheid. De raad vraagt van het college om in samenspraak met de inwoners van de gemeente in 2013 een plan van aanpak te realiseren waarbij burgerschap uitgangpunt is voor maatschappelijke sturing en fysiek inrichting en die uitgaat van co-ontwerp en co uitvoering door inwoners.