Samenvatting door W. 1098 woorden 21 januari 2014 0 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Werkplaats De Verenigde Staten en hun federale overheid 1865-1965 Hoofdstuk 2: De VS worden een wereldmacht (1865-1918) Voor 1865: agrarische samenleving Na 1865: industrialisatie Oorzaken: veel grondstoffen (ijzer, steenkool) goedkope arbeidskrachten (door immigratie) succesvolle ondernemers (nieuwe ideeën) nieuwe communicatiemiddelen (telefoon, telegraaf) uitbreiding spoorwegennet Economische gevolgen industrialisatie: kleine bedrijven: failliet corporaties: hadden geld voor machines, nieuwe technologieën en reclame kochten politici om: corruptie kartels ontstonden (door veel concurrentie) afspraken over prijzen etc. trusts ontstonden: samenvoeging van enorme bedrijven (bijv. Standard Oil) massaproductie standaardisatie: uniforme productie op grote schaal arbeidsdeling: lopende band; iedere arbeider is verantwoordelijk voor één deel van het productieproces Sociale gevolgen industrialisatie: urbanisatie: steden groeiden enorm sociale en etnische tegenstellingen ontstonden: villawijken naast sloppenwijken, immigranten lagere inkomsten/armoede: kleine bedrijven: failliet boeren: overproductie aan graan; dus verloren geld arbeiders: slechte woon- en werkomstandigheden werkloosheid door mechanisatie lage lonen, lange dagen geen verzekering/bijslag (arbeidsongevallen door slechte omstandigheden) https://www.scholieren.com/verslag/80565 Pagina 1 van 8
Opkomst socialisme in de VS oprichting vakbonden: AFL hogere lonen betere werkomstandigheden kortere werktijden demonstraties/staking ànegatief beeld van socialisme oprichting People s Party (soort politieke partij) 1891 populistisch: voor het gewone volk, tegen bedrijfsleven voor agrarische samenleving GEEN SUCCES opkomst ProgressiveMovement(beweging, in steden) 1891 leden van de hogere middenklasse (wetenschappers, dokters, etc.) doel: bevolking opvoeden en maatschappij democratiseren goed: onderwijs, opvoeding slecht: innige band corporaties/overheid veel aanhangers! Federale overheid: liberaal maar: beschermt de industrie door invoerheffingen 1900-1920: progressievehervorming (door Progressive Movement) 1901-1909: Theodore Roosevelt (R) krachtige overhead vervolging van bedrijven die hun macht misbruiken minder materialisme bescherming van de individuele vrijheid 1913-1921: Woodrow Wilson (D) dezelfde ideeën Vanaf 1917: deelname VS aan Eerste Wereldoorlog War Industries Board (overheidsorgaan): stelde vast hoeveel er geproduceerd moest worden en verdeelde de grondstoffen Tot 1865: isolationisme VS wilde de frontier uitbreiden (grens steeds verder naar het westen) 1869: eerste spoorlijn van oost- naar westkust Manifest Destiny: Amerikanen zijn voorbestemd om heel Noord-Amerika te beheersen Tweede helft 19e eeuw: modern imperialisme (verdwijning isolationisme streven naar groot rijk) Redenen VS: economisch: producten verkopen afzetmarkten openen, beschermen en overheersen politiek: versterking Amerikaanse macht https://www.scholieren.com/verslag/80565 Pagina 2 van 8
ideologie: verspreiding Amerikaanse ideeën (vrijheid, democratie) 1853: opening Japanse markt voor westerse mogendheden (Perry) 1883: Congres geeft opdracht voor bouw van moderne oorlogsvloot 1893: verovering Hawaii 1898: Spaanse-Amerikaanse oorlog Cuba wordt een Amerikaans protectoraat (staat onder toezicht van andere staat) geen zelfstandige buitenlandse politiek; wel onafhankelijk VS worden een wereldmacht (o.l.v. Roosevelt) meer invloed in Latijns-Amerika 1903: aanleg Panamakanaal (kortere zeeroute) Open Door Policy in Azië; Chinese markt moet vrij toegankelijk zijn voor alle landen Eerste Wereldoorlog VS wilden niet dat Duitsland zou winnen à gingen meestrijden dit zou Amerikaanse principes (vrijheid, democratie, vrijhandel) in gevaar brengen 1918: veertienpuntenplan van Wilson lidstaten moesten elkaars territoriale integriteit erkennen internationaal rechtssysteem zelfbeschikkingsrecht van volkeren afzien van oorlog oprichting van de Volkenbond: samenwerking om internationale rechtsorde te handhaven VS geen lid door Congres (bedreiging van Amerikaanse soevereiniteit) Hoofdstuk 3: Welvaart, crisis en oorlog (1918-1945) 1918-1920: inflatie (producten duurder), recessie (achteruitgang economie), stijgende werkloosheid Red Scare: grote angst voor het communisme vrees door Russische Revolutie (1917) en oprichting Communistische Internationale streefde naar een communistische wereldrevolutie) overheid arresteerde vermeende communisten (schending van burgerrechten) Vanaf 1920: sterke economische groei https://www.scholieren.com/verslag/80565 Pagina 3 van 8
auto-industrie elektrotechnische industrie rationalisatie (efficiëntere productie): lopende band productprijzen dalen, lonen stijgen Sterke groei consumptie Redenen: stijging van lonen nieuwe elektrotechnische producten (huishoudelijke apparaten) effectievere reclame gemakkelijk lenen; nieuwe mogelijkheden om op afbetaling te kopen sterke groei aandelenhandel Motto: Leef nu, betaal later New Capitalism wilde goede werkomstandigheden, welvaart voor iedereen overheid en ondernemers moesten samenwerken: dit zou zorgen voor: einde aan uitbuiting van arbeiders harmonie onder de bevolking socialisme (communisme) niet meer nodig Overheid in de jaren 1920: presidenten: Harding (R) en Coolidge (R) geen overheidsingrijpen; groot vertrouwen in ondernemers en vrije markmechanisme geen invloed meer van de ProgressiveMovement Maar er zijn wel problemen in de economie (waar de overheid niets aan doet): overproductie in de industrie en landbouw ongelijkmatige inkomensverdeling structurele werkloosheid in textielindustrie, mijnbouw en spoorwegen (door rationalisatie) 1929: Beurskrach (daling aandelenkoers): begin Grote Depressie (langdurige recessie) bedrijven en banken: failliet grote stijging werkloosheid https://www.scholieren.com/verslag/80565 Pagina 4 van 8
grote armoede Reactie van de overheid op de Grote Depressie Hoover (R): komt vanzelf weer goed crisis verergert: Hoover leent geld uit aan banken en industrie (vanaf 1932) Vanaf 1933: New Deal van Roosevelt (D) actievere rol van de federale overheid wetten aannemen: AAA subsidie voor boeren; NIRA afspraken overheid/bedrijven over prijzen organisaties: NRA voor naleving NIRA Kritiek op de New Deal: zakenlieden: hogere belastingen, meer invloed van vakbonden Hooggerechtshof: delen van de NIRA niet goed Tweede New Deal : door veel aanhang/stemmen: nieuwe ideeën: sociale wetgeving sterkere positie vakbonden werkprojecten voor werklozen 1937: Einde New Deals kost veel geld; overheid moet bezuinigen tegenwerking van Republikeinen (socialistische ideeën) vanaf 1919: weer gematigd isolationisme alleen ingrijpen bij bedreiging van Amerikaanse ideeën protectionisme: invoerrechten verhoogd voor buitenlandse producten wel bemoeienis met Europa (zie mooie cyclus) Latijns-Amerika VS heeft hier steeds meer invloed Roosevelt over Latijns-Amerika: Good Neighbour Policy: geen militaire acties eer eenheid tussen landen https://www.scholieren.com/verslag/80565 Pagina 5 van 8
nauwere economische samenwerking (leningen) 1935-1936: neutraliteitswetten (neutraal blijven in oorlog) Tweede Wereldoorlog à einde Grote Depressie productie stijgt werkloosheid daalt (leger) Sociale gevolgen van de Tweede Wereldoorlog: meer vrouwen op de arbeidsmarkt toename macht van vakbonden 1941: Lend Lease Act: oorlogsmaterieel lenen aan de gallieerden 1941: Atlantisch Handvest: doelen voor na de oorlog collectieve vrijheid ontwapening zelfbeschikkingsrecht economische samenwerking vrijheid op zee 1941: Japanse aanval op Pearl Harbourà VS ging meevechten (samen GB en SU: Grote Drie) 1945: Conferentie van Jalta: onenigheid tussen de Grote Drie 1945: oprichting VN: Doel: vrede en orde in de hele wereld Veiligheidsraad: belangrijkste orgaan, 5 permanente leden: VS, GB, SU, FR en China (veto) hoofdstuk 4: Consumptie, consensus en Koude oorlog (1945-1965) Economische groei na de Tweede Wereldoorlog door: toenemende vraag naar consumptiegoederen (huishoudelijke apparaten) à productie stijgt GI-Bill: ex-militairen krijgen financiële steun voor: studie huisvesting eigen bedrijf nieuwe welvaart voor lagere middenklasse: suburbs babyboom: veel kinderen stijging arbeidsproductiviteit: meer productie, minder mensen nodig (door automatisering) President Truman (D) wil New Deal van Roosevelt voortzetten à Congres wil dit niet wel de Fair Deal: steun voor openbare scholen ziektekostenverzekering conservatief Congres houdt dit ook tegen Nieuwe president Eisenhower (gematigd R) https://www.scholieren.com/verslag/80565 Pagina 6 van 8
einde controle loon en prijs vermindering landbouwsubsidies Waarschuwt voor de groei van het militair-industrieel complex: politici, militairen en mensen uit de wapenindustrie wilden zoveel mogelijk geld naar defensie 1950-1960: consumptiemaatschappij in de VS Kritiek van Galbraith: nadelen consumptiemaatschappij gebrek aan overheidsbeleid: onderwijs gezondheidszorg openbaar vervoer belastingen moeten omhoog New Frontier van Kennedy (D) eens met Galbraith: meer geld naar openbaar onderwijs ziektekostenverzekering minimumloon omhoog Congres is tegen War on Poverty van Johnson (D) - groot deel van de New Frontier wordt nu wel aangenomen 1964: Great Society moet Fair Deal voltooien en uitbreiden uitbreiding gezondheidszorg verstrekking voedselbonnen steun aan onderwijs VotingRights Act: stemrecht zwarten milieuwetten Vietnamoorlog kost ook veel geld Congres dwingt Johnson om daar geld aan uit te geven (i.p.v. bovenstaande) Koude Oorlog (1945-1989) McCarthyisme: jacht op vermeende communisten 1945: conferentie van Potsdam: steeds slechtere verhoudingen VS en SU atoombommen op Japan: VS laat zien dat ze sterk zijn aan SU VS krijgt een actieve rol in de internationale rechtsorde eind isolationisme goed voor het militair-industrieel complex 1947: communistische dreiging Griekenland en Turkije Truman-doctrine: democratische landen helpen tegen communistische dreiging containment: verspreiding communisme tegengaan (indammen) Marshallhulp: financiële steun aan Europa 1949: Duitse deling: BRD (kapitalistisch) en DDR (communistisch) Sovjet-Unie beschikt over atoombommen China wordt communistisch Oprichting NAVO: militair bondgenootschap VS, Canada, Turkije en West-Europa aanval op één is aanval op allen Wereldwijde Koude Oorlog (1950-1965) Dominotheorie: als één land communistisch wordt, worden zijn buurlanden dat ook Korea-oorlog (1950-1953) Noord: communistisch, Zuid: kapitalistisch VN (VS) helpt het zuiden à wapenstilstand in 1953 Cubacrisis (1962) https://www.scholieren.com/verslag/80565 Pagina 7 van 8
SU installeert raketten op Cuba Kennedy wil: rakketten weg anders blokkade van Cuba raketaanval? à kernaanval op de SU Na Cubacrisis; vermindering nucleaire dreiging: telefoonlijn tussen VS en SU beperking van kernbomproeven Vietnamoorlog Vietminh (communistisch) wil Vietnam onafhankelijk maken van Frankrijk VS neemt de plaats van Frankrijk over Tonkinresolutie: geen toestemming nodig voor oorlog van het Congres 1965: escalatie oorlog burgers van de VS komen in opstand (niet mee eens met de oorlog) VS verliest https://www.scholieren.com/verslag/80565 Pagina 8 van 8