Gemeenten starten met bezuinigingen Reorganisatie gemeentelijk apparaat onvermijdelijk



Vergelijkbare documenten
Minder starters in 2016

Minder faillissementen in 2016

Minder startende ondernemers

Noord-Holland heeft hoogste startersquote

Bijna 30% van de starters stopt na het eerste jaar Met name cafetaria s en restaurants worden na één jaar weer opgeheven

Zzp er: werknemer nieuwe stijl

Stagnatie zet door op startersmarkt Randstad trekt extra startende ondernemers

Memo Reg.nr.: O-FIN/2013/16 / RIS

Financieel beeld van de gemeente Naarden, Muiden, Bussum September 2014

GEMEENTE SCHERPENZEEL. Raadsvoorstel

ons kenmerk BB/U Lbr. 13/079

Zet herstel bankensector door?

Meerjarenperspectief bestaand beleid per programma:

ons kenmerk BB/U Lbr. 13/079

Zorgen om arbeidsmarktkrapte

Onderwerp Meicirculaire 2009 Gemeentefonds en aanpassingen begroting 2009

10 tips. Bezuinigingen binnen de gemeente. Inhoud

Gemeenten, bezuinigingen en HRstrategie

27926 Huurbeleid. Lijst van vragen en antwoorden Vastgesteld 11 oktober 2016

Beantwoording technische vragen gesteld naar aanleiding van de Voorjaarsnota 2010

2. Financieel kader gemeenschappelijke regelingen in de regio van Hollands-Midden

Geachte heer, mevrouw,

2012 actuele begroting op

Online Seminar Beleggen Ook een beetje beleggen kan lonen

Raadsvoorstel. bezuinigingen op subsidies

Kinderopvangbegroting 2013: gezond verstand vs. briljante geesten

EEN STAP VOORUIT MET BEZUINIGEN

De perspectief nota en de najaarsnota lieten een positief beeld zien.( ).

Verdubbeling van het aantal zorgaanbieders door eenpitters

Algemene uitkering

Gemeenschappelijke Regeling Veiligheid & Gezondheidsregio Groningen (voorheen H&OG)

naar een nieuw Wmo-beleidsplan

Participatiewet / Wsw. Raadsinformatieavond - 3 juli 2013

Financiële vertaling Bestuursakkoord

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

Aan de gemeenteraad. Uw brief van: Uw kenmerk: Ons kenmerk: Datum: 26 november 2015

Toeliching ProTIel op bezuinigingsvoorstellen pagina 1/7

NFI-update 2 e kwartaal 2016

Aan de gemeenten in de GR Breed Griffier ter attentie van gemeenteraad. Datum: 31 maart 2014 Onderwerp: gewijzigde begroting 2015

Voorzitter, Voorjaarsnota Zaltbommel 2015, 26 juni

gemeente Eindhoven 0,6 1,5 3,6 4,0 2,8 5,9 7,9 8,2

R A A D S V O O R S T E L E N O N T W E R P B E S L U I T

VOORSTEL AAN DE RAAD. De werkgroep Gemeenschappelijke Regelingen heeft de volgende reactie gegeven: Volgnr

BIJLAGE 1: BESCHUT WERK

BB/U Lbr. 11/026

Oplegnotitie Begroting 2013, 2014 en meerjarenbegroting RUD Zuid Limburg Registratiekenmerk Gemeenteblad nr. 61

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD

B&W-Aanbiedingsformulier

Raadsvoorstel agendapunt

Willemsoord BV Rapportage aan de gemeenteraad

Raadscommissie ABZ 7 maart Ina Sjerps Directeur SCD. Sterke service voor de regio!

Aan : de Commissie van Veiligheid, Bestuur en Financiën en de Rekeningencommissie. Onderwerp Inhuur personeel derden

50PLUS heeft acht prioriteiten verwerkt in zijn Tegenbegroting 2019:

Onderstaand overzicht uit de voorjaarsnota 2017 is bijgewerkt met de resultaten van de meicirculaire 2016.

Bijlage 5 Perspectiefnota

Voorzitter, Er is al heel veel gezegd. Dat gaat de VVD niet doen.

het college van Burgemeester en Wethouders van Winsum. Drie scenario s voor het invoeren van een eigen bijdrage in de Wmo

Impactanalyse kabinetsbeleid langdurige zorg voor de gehandicaptensector update

Notitie. Deze notitie is bedoeld voor de 12 deelnemende gemeenten in de gezamenlijke communicatie naar hun raden toe.

Wat gaat het kosten? Baten & lasten totaal. Bedragen * Inkomsten Lasten Bijdrage gemeente

Balanceren tussen regulering en klantwensen

Provinciale economie in het nauw

Regeerakkoord bruggen slaan en de transitie AWBZ

Overhead en Ontwikkelingen personele kosten Informatieavond Gemeenteraad 27 september 2011

Gemeente Den Haag. de gemeenteraad

Impactanalyse kabinetsbeleid langdurige zorg voor de gehandicaptensector update 2

Nota van B&W. Onderwerp Onderzoek verzelfstandiging OSK

Economie en financiële markten

b Kerntaak gekoppeld aan het werkprogramma van het college Financiën helder en op orde

Bij dit besluit heeft de raad zich gebaseerd op: Het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 20 december 2011.

Strategische Personeels Planning bij de gemeente Doetinchem Deel 2: ontwikkelingen

Eindtotaal

Aan de gemeenteraad, Op grond van het hiernavolgende stellen wij u voor het volgende besluit te nemen:

Portefeuillehouder: W. Zorge Behandelend ambtenaar Tina Bollin, (t.a.v. Tina Bollin)

Notitie tijdelijke dienstverbanden medewerkers Risse

Vereniging van Nederlandse Gemeenten BAOZW Annelies Schutte en Wim Hoddenbagh

Werken aan een Duurzame Toekomst

Gemeente Oudewater Gemeente Woerden

Zakelijke dienstverlener profiteert van meer vraag naar advies

Raadsvoorstel. Geachte raad,

Rapport Monitor decentralisaties Federatie Opvang

Inhoudsopgave. I Inleiding 3. II Kaders begroting III Financiële beschouwing begroting 2014 en meerjarenraming 4

Tweede reeks aanvullende vragen begroting 2016

Routeplanner Right to Challenge

Advies aan B&W 6 november 2012

Meerderheid zelfstandigen bouwt geen pensioen op Een derde verwacht onvoldoende

ons kenmerk BB/U Lbr. 13/035

Disclaimer Bank Insinger de Beaufort

Van AB WODV Verzonden. Referentie Kenmerk Z/16/001737/ Datum 28 februari 2017 Pagina 1 van 5 Bijlage(n) Onderwerp Huisvesting WODV

Totaaloverzicht toets voorstellen expertgroepen

Nr.: a/6/A.22, C Groningen, 10 februari 2005

Collegevoorstel Onderwerp Programma / Programmanummer BW-nummer Openbare besluitenlijst 18 december 2007 Col egevergadering no 47 Portefe

Onderwerp Tussentijdse rapportage samenwerking belastingen Lisse/Noordwijk - Besluitvormend

Collegevoorstel. Zaaknummer: bezuinigingen op subsidies

Welkom. Datum: 25 april 2014

Bijdrage aan behandeling programmabegroting 2014 ( )

Verslag van de consultatiebijeenkomst van 6 januari 2014 met zorgvragers over de Kadernota Wmo 2015

Jaap Maas raad juni 2013

Financiële vertaling Profiel provincies

Statenmededeling aan Provinciale Staten

Transcriptie:

Gemeenten ING Economisch Bureau Gemeenten starten met bezuinigingen Reorganisatie gemeentelijk apparaat onvermijdelijk Nagenoeg alle ontwerp-begrotingen van gemeenten voor het jaar 2011 zijn financieel rond. Maar om dat te realiseren moeten ze wel gaan bezuinigen. Meer dan twee derde van de bezuinigingen willen gemeenten realiseren door kosten te verminderen. De grote gemeenten bezuinigen meer dan de kleine gemeenten. Het kabinet Rutte heeft forse bezuinigingen aangekondigd. Deels komen de bezuinigingen op het bordje van de gemeenten. Van belang is dat gemeenten de meest effectieve maatregelen nemen. Maar het doorvoeren van de meeste bezuinigingsvoorstellen kost tijd. Vooral ook omdat een deel van de bezuinigingen nog niet concreet is uitgewerkt. Daarnaast zullen gemeenten deze periode afscheid gaan nemen van 56.000 ambtenaren. Gemeenten krijgen dus te maken met een groot verlies aan kennis en een grote vervangingsvraag. Dit in samenhang met de bezuinigingsopdracht noopt tot maatregelen die ingrijpen op de formatie en het doorvoeren van organisatiewijzigingen om de gemeentelijke kerntaken effectief te kunnen blijven uitvoeren. Dat betekent onvermijdelijk een reorganisatie van het gemeentelijke apparaat. Dit vraagt van het management veel aandacht en slim handelen. Redenen van gemeenten om in de begroting 2011 te bezuinigen Nagenoeg alle ontwerp-begrotingen voor het jaar 2011, die in november 2010 door de gemeenteraden worden vastgesteld, zijn financieel rond. Dat realiseren gemeenten door te bezuinigen. De belangrijkste aanleiding om te bezuinigen zijn: de verminderde uitkeringen van het Rijk; de tegenvallende inkomsten uit grondexploitatie en gemeentelijke heffingen; de eerder gedane investeringen om de gevolgen van de recessie te temperen; de noodzaak tot budgetverhoging voor bijvoorbeeld (achterstallig) onderhoud van de gemeentelijke bezittingen (panden, wegen, groen, etc.), toenemend beroep op de bijstand of voor welzijn en zelfredzaamheid (WMO), leidt tot extra bezuinigingen op andere onderdelen van de gemeentelijke budgetten. Bezuinigingsvoorstellen Kabinet Rutte Om er zeker van te zijn dat Nederland in 2015 weer voldoet aan zijn internationale verplichtingen t.a.v. het EMU-saldo gaat het kabinet Rutte fors bezuinigen. De ambitie is om zelfs meer te doen dan strikt noodzakelijk. Het regeerakkoord Kabinet Rutte treft gemeenten totaal met Tabel 1 Omvang bezuinigingen onderzochte gemeenten, 2010-2014 Cat. gemeenten Totaal Mln. euro Gemiddeld per gemeente mln. euro Gemiddeld per inwoner in euro % van begroting I 200.000+ 495 138,0 277 5,2% II 145.00-200.000 143 28,6 188 5,5% III 90.000-145.000 92 18,4 164 5,1% IV 60.000-90.000 42 6,3 113 2,1% Totaal 772 38,6 185 4,45% Bron: MPB gemeenten

Tabel 2 Aantal gemeenten naar selectiecriterium Inwoneraantal Aantal gemeenten Landsdeel Aantal gemeenten 200.000 + 5 Noorden 3 145.000 tot 200.000 5 Oosten 5 90.000 tot 145.000 5 Zuiden 5 60.000 tot 90.000 5 Westen 7 Totaal 20 20 1,2 mld. aan voorgenomen bezuinigingen. Het zijn bezuinigingen op de algemene uitkering uit het gemeentefonds met 600 mln. en op de bijzondere uitkeringen voor onder andere uitgaven voor de bijstand en voor welzijnsvoorzieningen. Daarnaast herstelt het kabinet de acress-systematiek samen de trap op, samen de trap af. Mogelijk levert dit gemeenten 900 mln. extra op bij een groei van het BBP van 1,25% per jaar. Maar deze systematiek kan er ook voor zorgen dat gemeenten extra moeten bezuinigen als de rijksoverheid dat moet gaan doen. Verwacht wordt dat op specifieke terreinen door het Rijk nog meer gekort zal gaan worden. In het regeerakkoord zijn er een aantal aangekondigd, maar nog niet concreet uitgewerkt. Zo is aangekondigd dat gemeenten per 2014 de regie krijgen over de jeugdzorg. Maar de vraag is of dit met een efficiencykorting gepaard gaat en of de gemeenten de geoormerkte gelden die de provincies uit het provinciefonds krijgen, of dat ze ook de extra gelden bij die de provincies nu in de jeugdzorg investeren erbij krijgen. De inburgeringsgelden worden stapsgewijs afgeschaft. In 2011 bezuinigt het kabinet 100 mln. op inburgering oplopend tot 330 miljoen structureel vanaf 2014. Op de rijksbegroting is er na 2014 dan geen rijksbijdrage meer voor inburgering gereserveerd. Vraag is of de gemeenten deze kosten uit de algemene uitkering van het gemeentefonds moeten gaan financieren. Er zijn kortingen op de WMO aangekondigd (thuiszorg) en een overheveling van de functie begeleiding uit de AWBZ naar de WMO. De vraag is met welke efficiency korting gemeenten te maken krijgen. Daarnaast wordt het criterium voor verstandelijk gehandicapte zorg naar beneden aangepast (grens wordt getrokken bij een IQ van 70). Gevolg is dat een grote groep mensen die nu opgevangen worden in de gehandicaptenzorg, straks weer terugvallen op de WMO. De werkvoorziening wordt aangepast. Het is onduidelijk wat de impact is van de herziening van de sociale werkplaatsen op de huidige 120.000 WSW-ers. Kabinet Rutte wil deelgemeenten en stadregio s afschaffen en tot een centralisatie komen van de politie. Als de stadregio s (WGR-plusregio s) worden opgeheven, verdwijnen er 444 FTE aan arbeidsplaatsen. Ook moeten de doeluitkeringen die de WGR-plusregio s ontvangen ( 1,7 mld. in 2009) tegen het licht gehouden worden. Wordt dit geld opnieuw verdeeld of als een (extra) bezuiniging ingeboekt? Hoe dan ook het afschaffen van de stadsregio s raakt 112 gemeenten waar 6,5 miljoen Nederlanders wonen. Centralisatie van de politie betekent dat bestaande structuren ten aanzien van rampenbestrijding of crisisinterventie herzien gaan worden. Ook de rol van de burgemeester en zijn kabinet in de crisis-driehoek wordt anders. Bovenstaande mogelijke bezuinigingen zijn dus stuk voor stuk ingrijpende maatregelen die de gemeentefinanciën en de organisatie van het gemeenteapparaat fors raken. Relevante arbeidsmarktontwikkelingen: grote uitstroom van gemeenteambtenaren Daarnaast zullen tot 2015 veel gemeenteambtenaren met pensioen gaan. 21% is eind 2009 ouder dan 55 jaar 1. De VNG verwacht een uitstroom van 31% tot 2013 2 : dit betreft 56.000 van de 180.000 ambtenaren. Hoe dan ook levert het vertrek van zoveel ambtenaren een braindrain voor de overheid op, maar gelet op de taakstelling van de overheid om met minder mensen de kerntaken uit te gaan voeren, levert dit ook een oplossing op. Dus zullen gemeenten aan de slag moeten met de vraag hoe met de ontstane vacatures om te gaan. Perspectief is ook dat de komende periode de vraag naar arbeidskrachten uit de commerciële sectoren aantrekt. Besluiten gemeenten toch te gaan werven dan zullen zij hiermee rekening moeten houden om een concurrerend aanbod te kunnen doen. Inrichting onderzoek Via deskresearch zijn de beschikbare en openbare documenten (coalitieakkoorden, kadernota s, meerjarenbegroting 2011-2014 en de begroting 2011) van 20 gemeenten tegen het licht gehouden 3. De gemeenten zijn geselecteerd op inwoneraantal en op landelijke spreiding (tabel 2). 1 Gemiddeld voor de gehele beroepsbevolking is 13% 55-plus. 2 VNG-Factsheet werkgeverschap, februari 2010 3 Gekozen is voor 20 gemeenten die ongeveer 25% van de Nederlandse bevolking herbergen ( namelijk 4.203.050). Dit is een poging om een representatieve uitkomst te krijgen of plannen ten aanzien van bezuinigingen zichtbaar zijn. Een selectie van 20 gemeenten heeft daarnaast door de omvang zijn beperkingen. Sectorvisie Gemeenten November 2010 2

Tabel 3 Hoofdthema s bezuinigen en verwachte opbrengsten 532 mln. 69% 201 mln. 26% 39 mln. 5% 127 voorstellen 64% 51 voorstellen 26% 20 voorstellen 10% Meer dan 30% 15-30% Minder dan 15% Het onderzoek heeft zich op de volgende vragen gericht: 1. Hoeveel willen gemeenten bezuinigen? 2. Op welke hoofdthema s denkt men te gaan bezuinigen en hoe denkt men dit in te vullen? 3. Wat is de status van de voorgenomen bezuinigingen? 4. Hoe realistisch zijn de voorgenomen bezuinigingen? 5. Wat is het effect op de organisatie? Hoe groter de gemeente, hoe hoger het bezuinigingsbedrag per inwoner Voornamelijk op basis van scenario s ontwikkeld door de Commissie Kalden hebben de 20 onderzochte gemeenten voor de periode 2010-2014 voor een totaal bedrag van 772 mln. aan bezuinigingen ingepland. Gemiddeld per gemeente komt dat neer op 38,6 mln. Voorlopig geven de kabinetsplannen nog geen reden om de voorgenomen taakstelling naar beneden bij te stellen. Uiteraard nemen de 5 grootse gemeenten het leeuwendeel van deze bezuinigingen voor hun rekening. Dat geldt ook als gekeken wordt naar het gemiddelde bezuinigingsbedrag per inwoner: dat ligt in de 5 onderzochte grootste gemeenten ruim 2 keer zo hoog als voor de 5 kleinste gemeenten. Hoe groter de gemeente, des te hoger zijn de bezuinigingen per inwoner. De sociale structuur, inclusief de open-einde-regelingen, en allerlei voorzieningen in het kader van de centrumfunctie zouden daarvan de oorzaak kunnen zijn. Gemeten als percentage van de begroting ontlopen de gemeenten elkaar niet zoveel, met uitzondering van de kleinste gemeenten (tabel 1). Driekwart van de onderzochte gemeenten wil meer bezuinigen dan direct noodzakelijk is voortvloeiend uit de beperkte uitkering van het gemeentefonds en tegenvallende inkomsten uit belastingen en heffingen. Op die manier spelen zij middelen vrij om te kunnen blijven investeren in programma s (bijvoorbeeld arbeidsparticipatie), projecten en nieuw beleid. In het onderzoek zijn we creatieve ideeën tegengekomen. Bijvoorbeeld ter bevordering van de arbeidsparticipatie wil de gemeente Nijmegen een werkcorporatie oprichten. Bezuinigen vooral door het verminderen van kosten Bij de onderzochte gemeenten zijn 198 voorstellen geïdentificeerd. De diversiteit is groot. Het betreffen vooral voorstellen die direct tot bezuinigingen kunnen leiden. Daarop heeft dit onderzoek zich geconcentreerd. Deze voorstellen zijn in drie hoofdthema s ingedeeld. Hoofdthema het verminderen van kosten blijkt dan veruit de meest gebruikte vorm van bezuinigen te zijn (tabel 3). Meer dan tweederde van het beoogde bezuinigingsbedrag en bijna 65% van de bezuinigingsvoorstellen betreffen het verminderen van kosten. Tabel 4 Uitwerking hoofdthema s Financieel: de kaasschaafmethode 186 mln. 35% Efficiënter werken 133 mln. 66% Organisatiewijzigingen 11 mln. 28% Personeel: vacaturestop en stop inhuur derden 80 mln. 15% Formatiereductie 68 mln. 34% Verzelfstandiging of samenwerken (Shared Service Centers) 18 mln. 46% Subsidies schrappen 144 mln. 27% Uitbesteden 10 mln. 26% Sluiten of versoberen voorzieningen 122 mln. 23% Meer dan 45% 25-45% Minder dan 25% Sectorvisie Gemeenten November 2010 3

Optimalisatie van de organisatie is een tweede hoofdthema waar gemeenten veel van verwachten. Voor de uitwerking hiervan zijn managementstijl en omgevingsfactoren bepalend voor de mate van succes. Het hoofdthema transformatie scoort in aantallen voorstellen beduidend lager. Wel wordt uit een beperkt aantal voorstellen een substantiële opbrengst (10%) verwacht. Binnen het hoofdthema kosten verminderen zijn de voorstellen om kosten te besparen redelijk evenredig verdeeld. De meeste bezuinigingen worden gerealiseerd door de kaasschaafmethode toe te passen op de gemeentelijke programma s. Veel programma s moeten een beperkte bijdrage leveren aan de bezuinigingsopdracht. Strategische keuzes lijken zo te worden vermeden. In samenhang met de aangekondigde extra bezuinigingen op rijksniveau is naar ons idee meer nodig. Alleen het verminderen van kosten voor personeel blijft in deze categorie achter. Niet alleen in aantallen voorstellen, maar ook in verwachte opbrengst. In samenhang met de twee andere hoofdthema s overtreffen deze bezuinigingen de verwachte opbrengsten van het sluiten en versoberen van voorzieningen en het schrappen of fors beperken van subsidies. Alle gemeenten kondigen een korting aan op subsidies aan culturele- en welzijnsinstellingen. Bijvoorbeeld door een incidentele of structurele taakstelling. Dit loopt uiteen van incidenteel 0,5% tot structureel 7,69% bij de gemeente Den Haag. De kerngedachte daarbij is dat iedereen die te maken heeft met de besparings opdracht van de gemeente aangezet wordt om mee te denken over eventuele bezuinigingen. Wel willen gemeenten dat de verlaging van de subsidie leidt tot efficiënter en goedkoper werken, in plaats van te snijden in de programmering. Ook doen colleges een beroep op de ondernemerszin van de instellingen, om te zoeken naar andere financieringsbronnen en minder afhankelijk te worden van de gemeente. Het grootste aantal voorstellen om kosten te besparen betreft het sluiten en versoberen van voorzieningen. Zo besluiten gemeenten buurthuizen te sluiten of er het cursusaanbod fors te beperken. De 200.000+gemeenten zijn het meest concreet. Daar worden aantallen genoemd ten aanzien van formatiereductie en een inhuurstop. In de categorie 145.000 200.000 worden veelal aantallen FTE s genoemd. De kleinere gemeenten noemen alleen percentages. Veel bezuinigen zijn nog niet concreet uitgewerkt Ondanks de getoonde bezuinigsdrift blijken bij bijna tweederde van de onderzochte gemeenten de voorstellen nog niet compleet uitgewerkt. Dat geeft die gemeenten de mogelijkheid om de plannen nog aan te passen aan gewijzigde omstandigheden. De grootste gemeenten lijken het meest ver te zijn met de concrete uitwerking van de plannen. Alleen niet al hun bezuinigingsvoorstellen zijn al SMART 4 uitgewerkt. Kleine gemeenten wachten wat meer af hoe het regeerakkoord uitpakt. Willen gemeenten een kerntakendiscussie voeren of in samenspraak met stakeholders een deel van de bezuinigingen vaststellen, dan gebeurt dat nog in 2010 of in de eerste helft van 2011. Maar een dergelijke discussie kost tijd en is bedoeld om draagvlak te realiseren. Vraag is of voor de bezuinigingsuitdaging waar gemeenten voor staan een kerntakendiscussie wel toegevoegde waarde heeft en de gemeente belemmert in het uitvoeren van de haar taken. Als het tot het uitvoeren van de bezuinigingen komt, dan is het aan te bevelen dat de gemeente SMART opereert. Dat betekent dat een gemeente weet waar deze op termijn staat of wil staan. Daarbij is nagedacht over takenpakket in samenhang met consequenties inzake personeel, management cultuur en huisvesting. Krimp of groei van de gemeenteorganisatie vraagt een andere managementstijl. Bezuinigingen vergen tijd en zijn niet allemaal even effectief De vraag hoe realistische de bezuinigingsplannen zijn, kan op 2 manieren beantwoord worden: 4 SMART houdt in dat van de plannen het wat en het hoe in combinatie met het te bereiken doel, de randvoorwaarden en de datum waarop het gerealiseerd moet worden, scherp moet worden gevolgd. Tabel 5 Concreetheid van bezuinigingsvoorstellen Mate van concreetheid bezuinigingsvoorstellen Aantal gemeenten Geen zichtbare aandacht voor bezuinigingen - Bezuinigingen zijn wel genoemd, maar niet financieel en niet concreet uitgewerkt. 2 Bezuiniging is op hoofdlijnen financieel vertaald, maar de hoe-vraag is nog niet concreet 3 beantwoord. Bezuinigingen zijn financieel vertaald, maar nog niet uitgewerkt in concrete plannen. 8 Bezuinigingen zijn financieel vertaald en concreet en SMART uitgewerkt in concrete plannen. 7 Sectorvisie Gemeenten November 2010 4

Tabel 6 Tempo realisatie bezuinigingsvoorstellen Financieel: de kaasschaafmethode Efficiënter werken Organisatiewijzigingen Personeel: vacaturestop en stop inhuur derden Formatiereductie Verzelfstandiging of samenwerken (Shared Service Centers) Subsidies schrappen Sluiten of versoberen voorzieningen Uitbesteden snel (dit jaar) relatief snel (binnen 2 jaar) Op termijn (na 2 jaar) 1. vanuit een tijdsperspectief: hoeveel tijd is er nodig om bezuinigingsvoorstellen te realiseren; 2. vanuit een haalbaarheidsperspectief: leveren de voorstellen in deze coalitieperiode de geraamde bezuinigingen op. 1. Tijdsperspectief: realisatie meeste bezuinigingsvoorstellen vergt meer dan 2 jaar Het hanteren van de kaasschaafmethode en per direct stoppen met de inhuur van personeel en een vacaturestop zijn de bezuinigingsinstrumenten die op korte termijn ingezet kunnen worden en tot directe resultaten kunnen leiden. De overige voorstellen hebben meer voorbereidingstijd nodig, zoals het sluiten van voorzieningen en het doorvoeren van organisatiewijzigingen (tabel 6). Bezuinigingen of doelmatigheidswinst realiseren door verbetering van de inkoop of optimalisering van de huisvesting, is op korte termijn moeilijk te realiseren. Een groot deel van de inkopen door gemeenten loopt via aanbesteding aan de hand van openbare criteria. Deze contracten zijn meestal ofwel voor een bepaald project aangegaan of voor een bepaalde duur. Wordt een contract tussentijds opengebroken dan kost dat de openbreker geld. Dus een dergelijke maatregel levert niet direct een voordeel op. Op de vastgoedmarkt is op dit moment een overschot aan ruimte te huur. Dus als gemeenten hun huurcontracten aflopen of kunnen openbreken, kunnen ze per direct een voordeel halen. Hebben ze gebouwen in eigendom en willen ze deze verhuren of afstoten, dan is de kans groot dat dit niet meteen gaat lukken. De beoogde opbrengsten van het afstoten blijven dan uit. Besparingen ten aanzien van formatie en efficiënter werken zijn eigenlijk alleen te realiseren op de (middel)lange termijn. Gemeenten moeten met goed doortimmerde plannen komen, die afgestemd zijn met de medezeggenschapsorganen en de vakbonden. Daarna kan de uitvoering pas beginnen. Dat betekent dat de afronding niet voor 2013 is. Terugdringen van externe inhuur is niet altijd mogelijk. Tijdelijke inhuur kan een optie zijn voor menskracht met speciale expertise die tijdelijk nodig is en voor een tijdelijke uitbreiding in verband met extra vraag naar gemeentelijke dienstverlening. Tijdelijk zullen dan een aantal extra mensen nodig zijn om per gemeente zaken goed te regelen. Bij gemeenten blijft dus behoefte aan een flexibele schil. Gemeenten die het gebruik van het subsidie-instrument gaan beperken en voorzieningen gaan versoberen zullen dit zorgvuldig moeten doen met een procedure waar tijd en ruimte wordt ingebouwd waarin de subsidieontvangers en de gebruikers van de voorzieningen op het voorgenomen besluit mogen reageren. Er zal geen sprake van willekeur mogen zijn en als er een besluit wordt genomen zal dat weloverwogen moeten zijn. Dit om geen extra tijd te moeten investeren in eventuele juridische procedures achteraf. Daarom zal deze bezuiniging pas op termijn resultaten opleveren. 2. Haalbaarheidsperspectief: effectiviteit bezuinigingsvoorstellen loopt sterk uiteen De meeste bezuinigingsvoorstellen zijn effectief. Het meest effectief is het hanteren van de kaasschaafmethode, het instellen van een vacaturestop en een stop zetten op de inhuur van derden, naast het doorvoeren van een organisatiewijziging en uitbesteden. Vooral organisatiewijzigingen en formatiereductie kunnen meer opbrengen dan de beoogde bezuinigingen. Daarnaast kan in tijden van krapte op de arbeidsmarkt dit een extra voordeel zijn. Gemeenten zouden dus nu moeten komen met bezuinigingsvoorstellen op deze terreinen. Des te meer omdat er een uitstroom van 56.000 ambtenaren is voorspeld en de veranderende samenstelling van de bevolking ertoe leidt dat er minder aanbod is op de arbeidsmarkt. Sectorvisie Gemeenten November 2010 5

Tabel 7: Effectiviteit bezuinigingsvoorstellen Financieel: de kaasschaafmethode Efficiënter werken Organisatiewijzigingen Personeel: vacaturestop en stop inhuur derden Formatiereductie Verzelfstandiging of samenwerken (Shared Service Centers) Subsidies schrappen Sluiten of versoberen voorzieningen Uitbesteden 70-100% of meer 40-70% 40% of minder Het verzelfstandigen van bedrijfsonderdelen of het aangaan van samenwerkingsverbanden bijvoorbeeld in de vorm van shared services centres zijn het minst effectief. Voordat er van een bezuiniging sprake is, moet er veel in geld en tijd geïnvesteerd worden 5 (tabel 7). Bij uitbesteden moet de gemeente er rekening mee houden dat er een andere prijsstelling gebruikt zal gaan worden dan ten tijde dat de gemeente de taak uitvoerde. Bij het vaststellen van de gerealiseerde bezuiniging moet dus wel rekening gehouden met de uitgaven die gedaan zijn om tot die bezuiniging te komen: een per saldo bezuiniging dus. De financiële effecten van efficiënter werken zijn vaak moeilijk zichtbaar te maken. Zo betekent efficiënter werken dat er minder middelen ingezet worden om een taak uit te voeren. Vaak gaat hier een investering aan vooraf, bijvoorbeeld in ICT of digitalisering om de formatiereductie voor te bereiden. Gemeenten die het gebruik van het subsidie-instrument gaan beperken, zullen dit zorgvuldig moeten doen. Dit omdat de subsidieontvanger uitgaat van het subsidiebedrag en daar zijn uitgaven op heeft afgestemd. Subsidieontvangers zullen dan ook alles in het werk stellen om onder een korting of taakstelling uit te komen. Dus op papier is een taakstelling snel opgeschreven, maar is het uiterst onzeker of de bezuiniging ook daadwerkelijk en in z n geheel wordt gerealiseerd. Het snijden in voorzieningen gaat vaak gepaard met het teniet doen van eerder gedane investeringen. Dit vraagt een goede uitleg. Ook omdat op korte termijn financieel voordeel behaald kan worden, wat op de lange termijn tot 5 J. Strikwerda, Shared Service Centers II, Stichting Management Studies, Den Haag, 2010. extra uitgaven kan leiden. Voorbeeld is schoolzwemmen. In gemeenten met veel allochtone kinderen zullen weinig ouders de noodzaak zien om kinderen op jonge leeftijd te leren zwemmen, waardoor verdrinking op latere leeftijd als gevolg van het niet kunnen zwemmen vaker kan voorkomen. Ingeval een gemeente onderdelen wil verzelfstandigen dan zal de gemeente ofwel garant moeten staan of afspraken moeten maken met de nieuwe organisatie. De opbrengst van een dergelijk bezuinigingsvoorstel is dus ongewis, maar de kans is groot dat maar een beperkt deel van de beoogde opbrengst wordt gerealiseerd. Dit geldt eveneens voor de voorstellen om taken voortaan in samenwerking met anderen uit te voeren. Bezuinigingen vragen om ander management De meeste bezuinigingsvoorstellen hebben een groot of relatief groot effect op de organisatie. Alleen bij het toepassen van de kaasschaafmethode en het schrappen van subsidies is dat niet het geval. In de voorbereidingsfase voor het schrappen of beperken van subsidies en voor het uitbesteden en samenwerken in Shared Service Centers, moeten gemeenten meer werk verzetten. Dat moet meestal gebeuren door specialisten. Ingrijpen op de apparaatskosten door het sluiten of versoberen van voorzieningen, vacaturestops, formatiereductie hebben wel een groot effect op de gemeentelijke organisatie. Ook als het Shared Service Center draait en de uitbesteding een feit, is het effect van de maatregel groot. Voor de gemeentelijke organisatie levert dit onzekerheid en onduidelijkheid op ten aanzien van baanbehoud of taakvervulling met als consequentie: (tijdelijk) productieverlies. Om dit zoveel mogelijk te beperken is snel, adequaat, slim en consequent handelen geboden. Daarbij hoort ook een consequent uitgedragen eensluidende boodschap naar de organisatie. Slim handelen is nodig willen gemeenten met het uitvoeren Sectorvisie Gemeenten November 2010 6

Tabel 8 Effect op de organisatie Financieel: de kaasschaafmethode Efficiënter werken Organisatiewijzigingen Personeel: vacaturestop en stop inhuur derden Formatiereductie Verzelfstandiging of samenwerken (Shared Service Centers) Subsidies schrappen Uitbesteden Sluiten of versoberen voorzieningen Laag effect Midden Hoog effect van de bezuinigingsvoorstellen minimaal behoud van kwaliteit dan wel verbetering van de dienstverlening ten opzichte van voor de recessie en kredietcrisis. Slim kan door het anders organiseren van processen of systemen, het maken van afspraken met ketenpartners (verbonden partijen), het stellen van keuzen door een fundamentele herziening van beleid dan wel prioriteitstelling en een revisie van het personeelsbeleid en de managementstijl. Beoogd neveneffect daarbij is dat stakeholders extra gaan investeren of meer inspanningen gaan leveren. De managementstijl in tijden van groei is anders dan in perioden dat er ingekrompen moet worden. Mensen ontslaan omdat er andere werkprocessen zijn waar een andere formatie voor nodig is, vraagt een geheel andere aanpak (sense of urgency), houding en voorbereiding. Een goed doortimmert plan van aanpak met concrete (financiële) doelen en een consequente uitvoering ervan via heldere tijdslijnen is noodzakelijk. Diverse gemeenten kondigen in hun coalitieakkoord een andere manier van werken aan met een bijpassende managementstijl. Conclusie De effectiviteit van formatiereductie, organisatiewijzingen en uitbesteden zijn groot. De kans is reëel dat de voorstellen meer opbrengen dan wat is beoogd. Wil men dit bereiken, dan moet men er wel de tijd voor nemen. Maar de taakstelling waar gemeenten voor staan en het feit dat er deze coalitie periode 56.000 van de 180.000 ambtenaren uitstromen, is het uitvoeren van deze voorstellen zeker waard. Het is aan te bevelen daar nu mee te beginnen en nu bezuinigingsvoorstellen te maken die forse formatiereductie en organisatiewijzigingen realiseren. een vacaturestop en de inhuur van derden te beperken. Bezuiniging via de kaasschaafmethode heeft beperkt effect op de organisatie en kan ook meerdere jaren achter elkaar ingezet worden. Maar naarmate dit instrument vaker wordt ingezet, lopen de opbrengsten terug. Ook geldt de wet van de verminderende meeropbrengst: steeds forsere ingrepen zijn nodig om extra effect (i.c. bezuinigingen) te kunnen bereiken. Gemeenten die al veel ervaring hebben met bezuinigen zullen merken dat deze methode steeds vaker faalt en de opbrengst beperkt is of niet wordt gehaald. Bezuinigen op personeel via vacaturestops en vermindering van de inhuur van derden is ook effectief, maar heeft wel een groter effect op de organisatie. Een vacaturestop en het beperken van de inhuur kan gaan knellen en kan op de korte termijn kosteneffectief zijn, maar tot extra kosten leiden de lange termijn. Van efficiënter werken verwachten de gemeenten veel qua omvang, maar het tempo, de effectiviteit en het effect op de organisatie kunnen ervoor zorgen dat de resultaten enige tijd op zich laten wachten. Deze bezuinigingsvoorstellen kunnen leiden tot onrust binnen de gemeentelijke organisatie. De voorstellen die leiden tot verzelfstandiging of samenwerking en het sluiten of versoberen van voorzieningen vragen veel tijd en het is maar de vraag of ze effectief opbrengen wat men op dit moment wil. Ook heeft dit een groot effect op de organisatie wat veel vraagt van het management. Een aantal gemeenten moet op korte termijn bezuinigen. Zij kunnen quick wins het best behalen door kosten te verminderen met de kaasschaafmethode en het invoeren van Sectorvisie Gemeenten November 2010 7

Meer weten? Kijk op ING.nl Of bel met Willem Meijerman, sectormanager public sector 020 652 38 83 willem.meijerman@ing.nl Machel Nuyten sectoreconoom public sector 020 576 12 80 machel.nuyten@ing.nl Wilt u nieuwe publicaties per e-mail ontvangen? Ga naar ING.nl/kennis Disclaimer De informatie in dit rapport geeft de persoonlijke mening weer van de analist(en) en geen enkel deel van de beloning van de analist(en) was, is, of zal direct of indirect gerelateerd zijn aan het opnemen van specifieke aanbevelingen of meningen in dit rapport. De analisten die aan deze publicatie hebben bijgedragen voldoen allen aan de vereisten zoals gesteld door hun nationale toezichthouders aan de uit oefening van hun vak. Deze publicatie is opgesteld namens ING Bank N.V., gevestigd te Amsterdam en slechts bedoeld ter informatie van haar cliënten. ING Bank N.V. is onderdeel van ING Groep N.V. Deze publicatie is geen beleggingsaanbeveling noch een aanbieding of uitnodiging tot koop of verkoop van enig financieel instrument. Deze publicatie is louter informatief en mag niet worden beschouwd als advies. ING Bank N.V. betrekt haar informatie van betrouwbaar geachte bronnen en heeft alle mogelijke zorg betracht om er voor te zorgen dat ten tijde van de publicatie de informatie waarop zij haar visie in dit rapport heeft gebaseerd niet onjuist of misleidend is. ING Bank N.V. geeft geen garantie dat de door haar gebruikte informatie accuraat of compleet is. De informatie in dit rapport kan gewijzigd worden zonder enige vorm van aankondiging. ING Bank N.V. noch één of meer van haar directeuren of werknemers aanvaardt enige aansprakelijkheid voor enig direct of indirect verlies of schade voortkomend uit het gebruik van (de inhoud van) deze publicatie alsmede voor druk- en zetfouten in deze publicatie. Auteursrecht en rechten ter bescherming van gegevensbestanden zijn van toepassing op deze publicatie. Overneming van gegevens uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron wordt vermeld. In Nederland is ING Bank N.V. geregistreerd bij en staat onder toezicht van De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten. De tekst is afgesloten op 26 oktober 2010.