ty-e ^ ^ ' ë SER '<97Q Drs. C.J.M. Spierings HET GEBRUIK VAN ARBEID EN MACHINES OP AKKERBOUWBEDRIJVEN Mededelingen en Overdrukken No.

Vergelijkbare documenten
15 Financiële reorganisatie

BSO Giekerk locatie nieuws

Dankzij uw reactie kunnen we onze ondersteuning en waardering van de vrijwilligers nog meer afstemmen op de noden en behoeften van de vrijwilligers.

WISKUNDE- HWTK PROEFTOETS- AT3 - OPGAVEN en UITWERKINGEN - EX 03 1.doc 1/11

Grondwater, wie. doet wat?

Locatienieuws. t Protternêst Februari Beste ouders/verzorgers,

Locatienieuws. BSO Giekerk Januari Beste ouders/verzorgers,

Locatienieuws. Piipba Februari Beste ouders/verzorgers,

Locatienieuws. POV Hummelhof Januari Beste ouders/verzorgers,

Optimising work environments.

Voorkennis + lijst met standaardintegralen

Hoofdstuk 11. Personeelsbeleid Leiden

Locatienieuws. POV Bistebus Januari Beste ouders/verzorgers,

Locatienieuws. POV Protternêst Januari Beste ouders/verzorgers,

Hoofdstuk 1 Grafieken en vergelijkingen

Locatienieuws. POV 't Healtsje BSO de Beamhutte Februari Beste ouders/verzorgers,

Afgeleiden berekenen met DERIVE

Wij adviseren deze definities ook in de verordening op te nemen, zodat er een duidelijk beeld gegeven wordt van alle begrippen.

Locatienieuws. POV Wâldpykjes Februari Beste ouders/verzorgers,

Noordhoff Uitgevers bv

Wijken voor bewoners Asset-Based Community Development in Nederland

Zomercursus Wiskunde. Katholieke Universiteit Leuven Groep Wetenschap & Technologie. September 2008

4.2.6 I. Betreft opgave 4.2.2: a. B f = {a, b } d. B f = {a, b, c } = C f II. Betreft opgave 4.2.4: e. B f e = IR + 0 = IR. f. B f f. g.

Noordhoff Uitgevers bv

Partou KDV Prins Frederiklaan 20, 0-4 jaar

Locatienieuws. BSO de Bistebus Februari Beste ouders/verzorgers,

Noordhoff Uitgevers bv

Wiskunde D Online uitwerking 4 VWO blok 4 les 1

Blok 3 - Vaardigheden

Locatienieuws. Oeps / de Roerganger Januari Beste ouders/verzorgers, Personele wisseling

Correctievoorschrift VWO 2017

Hoofdstuk 3 - Statistiek

Samenvatting Economie Markt: vraag en aanbod

Locatienieuws. KDV Mearkelân Februari Beste ouders/verzorgers, Welkom! Prietpraatje

Oefeningenexamen Projectieve Meetkunde: oplossingen

Noordhoff Uitgevers bv

Samenvatting 177. (b) (a) position (cm) wire Relative gain variation [%] 16

Blok 3 - Vaardigheden

Praktische opdracht - Statistiek met Excel

wiskunde A vwo 2017-I

Noordhoff Uitgevers bv

Noordhoff Uitgevers bv

Locatienieuws. Het Mierennest Februari Beste ouders/verzorgers, Landelijke wetswijziging Van Peuterspeelzaal naar Peuteropvang

Aanpak geweld Peelland

Locatienieuws. De Einekoer Januari Beste ouders/verzorgers, Hatsjoe!

Noordhoff Uitgevers bv

Vergelijk kwaliteit beheersmaatregelen bij werken op platte daken Toepassing van een methodiek

Hoofdstuk 1 Grafieken en vergelijkingen

Locatienieuws. BSO Mearkelân Februari Beste ouders/verzorgers,

Noordhoff Uitgevers bv

Locatienieuws. BSO Mijnheer Nilsson Januari Beste ouders/verzorgers,

ZMC is een van de grootste Europese producenten op het gebied van transportkettingen. Het bedrijf is opgericht in 1955.

VerzuimZorgPakket. verzekeringen. uw (financiële) klappenvangers. Goes, Bergen op Zoom, Middelburg, Spijkenisse, Terneuzen, Zierikzee.

Huishoudelijk Reglement van. Uitvaartvereniging De Laatste Eer Ursem-Schermer. statutair gevestigd Ursem

Hoofdstuk 9 - Overgangsmatrices

Wet- en regelgeving voor de externe verslaggeving

Wiskunde AEO V. Afdeling Kwantitatieve Economie. Uitwerking tentamen 6 januari 2010

Algemene voorwaarden. Artikel Definities 1 Doel van de verzekering 2 Grondslag van de verzekering 3. 4 Arbeidsongeschiktheid

WRINGING VOORBEELDEN VAN OP WRINGING BELASTE CONSTRUCTIES: op wringing belaste kokerligger 100. wringend moment

HBO-monitor 2011 Afgestudeerden

Blok 2 - Vaardigheden

Locatienieuws. Het Zonnetje Januari Beste ouders/verzorgers,

Hoofdstuk 7 Exponentiële formules

Hoofdstuk 5 - Verbanden herkennen

Noordhoff Uitgevers bv

Locatienieuws. KDV Poppestien Februari Beste ouders/verzorgers,

VAN DER LOUW GRAFISCH CENTRUM

1.4 Differentiëren van machtsfuncties

INTENTIEVERKLARING AS HUURDER STUDENTEN HUISVESTINGS COMPLEX BLUE GRAY AMSTERDAM

Noordhoff Uitgevers bv

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2005-II

Doorstromen of op tijd rijden? Of allebei? De besturing van knelpunten in het spoorwegnet

BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED PARTIËLE HERZIENING KIEVITSVELD. luchtkwaliteitsonderzoek GEMEENTE EPE

Groeien doe je maar 1 keer... Daarom 10 belangrijke voedingsfeiten

Noordhoff Uitgevers bv

Hoofdstuk 2 - Afstanden

Adres: Kerkstraat 26 Postcode en plaats: 3286 AK Klaaswaal Telefoonnummer: Datum start: 15 december 2012 Datum goedgekeurd:

Noordhoff Uitgevers bv

Noordhoff Uitgevers bv

Bijlage A bij hoofdstuk 1 1 Het kostprijsmodel van Dienst Regelingen 2 Tariefnota Bestuursraad

Hoofdstuk 5 - Kansen en statistiek

Actualisatie luchtkwaliteitonderzoek centrumplan Oldebroek

1 Functies die aan verandering onderhevig zijn

Noordhoff Uitgevers bv

Het eerste standaard lager programma voor extreme toepassingen, dat uit voorraad geleverd kan worden. SNR - Industry

Energienota gemeente Emmen

EEN SUCCCESVOLLE WEIDEVERNIEUWING BEGINT MET EEN BEWUSTE MENGSELKEUZE Deel A

De kleur van. In dit nummer o.a.: Denktank Staatsliedenbuurt Wooninitiatief TaDaiMah Actieve bewonerscommissies Uw huurcontract opzeggen

REACTIE VAN DE NEDERLANDSCHE BANK INZAKE DE CONSULTATIE VAN HET WETSVOORSTEL TER IMPLEMENTATIE VAN DE CAPITAL REQUIREMENTS DIRECTIVE (CRD IV)

Locatienieuws. De Bosplaats Januari Beste ouders/verzorgers,

1.3 De produktregel. Laat zien dat bijvoorbeeld [ x x. ] niet gelijk is aan 2x

Hoofdstuk 2 - Veranderingen

Hoofdstuk 6 - Differentiëren

Alternatieve groeibeheersing Primula

Locatienieuws. De Bijenkorf Januari Beste ouders/verzorgers,

Notatieafspraken bovenbouw, wiskunde B

Calculus I, 20/10/2014

Tentamen Signalen en Systemen 2: 3BB32, 10 maart 2009

2-1 öög. B.H. Perdok Drs. J. de Veer STEDUM - LOPPEESUM. Sociaal-economische en bedrijfseconomische verkenning van een ruilverkaveling

Voorwoord Hans Bruning

Transcriptie:

Drs. C.J.M. Spierings HET GEBRUIK VAN ARBEID EN MACHINES P AKKERBUWBEDRIJVEN Meeelingen en verrukken No. 37 Lanbouw-Economisch Instituut Conrakae 75 - Den Haag - Tel. 6.4.6 ty-e C " ^ ^ ' ë SER '<97Q verruk uit "Berijfsontwikkeling, eitie akkerbouw", Ie jaargang, no.3, juli 970

HET GEBRUIK VAN ARBEID EN MACHINES P AKKERBUWBEDRIJ VEN In e afgelopen twintig jaar hebben zich op e akkerbouwberijven ingrijpene veraneringen voorgeaan, zoals e sterke verminering van het aantal arbeiskrachten en e toegenomen mechasatie. De verminering van e arbeiskrachten ee zich het eerst voor bij e lanarbeiers, in een later staium bij e meewerkene zoons en e berij f shoofen. Het aantal lanarbeiers in e zeekleigebieen en e Veenkoloën aale van 956 tot 963 met ongeveer 50%. Het aantal berijfshoofen nam in eze gebieen tijens een wat langere perioe - tussen 950 en 965 - met ongeveer 20% af; het betrof hier groteneels berijfshoofen van berijven kleiner an 0 ha. In e akkerbouw is oor mechasatie, toepassing van chemische mielen, gewasvereeling, enz. e arbeisbehoefte aanzienlijk verminer. Het aantal maaiorsers in Neerlan steeg van 3 0 in 960 tot 605 in 965; in ezelfe perioe nam het aantal aarappelrooiers toe van 3 6 tot 6 076 en het aantal bietenrooiers van 442 tot 3 224. Deze ontwikkelingen hebben tot gevolg geha at e uitvoering van iverse werkzaamheen met machines van het iviuele berijf et renabel was. De verscheienhei van e gewassen en e veelhei van bewerkingen stellen e boer evenwel in staat voor elk gewas en voor elke bewerking afzonerlijk te overwegen of hij met eigen arbei en machines zal volstaan an wel gebruik zal maken van e hulp van anere berijven of instellingen. Aanpassing aan e gewijzige omstagheen is mogelijk oor inschakeling van loonwerkers, vorming van werktuigencoöperaties, samenwerking, inschakeling van berijfsverzorgingsiensten, en ergelijke. In verban met eze ontwikkeling en met e orgasatie van e werkzaamheen heeft het Lanbouw-Economisch Instituut oor miel van een enquête, een onerzoek ingestel bij ruim 300 akkerbouwers in e zeekleigebieen en e veenkoloën ). Daarbij is geïnformeer naar recente ontwikkelingen in e omvang en samenstelling van e arbeisbezetting, e mate waarin bij e prouktie gebruik wort gemaakt van e hulp van buiten het eigen berijf, naar e motieven en ervaringen van e akkerbouwers met betrekkingtot e iverse mogelijkheen, en naar e recente en mogelijke veraneringen ten aanzien van e vraag wie e oogst ) C.J.M. Spierings. Het overkoepelen gebruik van arbei en machines op akkerbouwberijven. LEI-publ. 2.8: 970 89 blz. grfk. Prijs f. 6,50

verricht. De akkerbouwers en hun berijf Het onerzoek heeft betrekking op 39 akkerbouwers en berijven. Ruim een ere van e geënquêteeren is woonachtig in het zuiwestelijk zeekleigebie, ruim een viere in e Veenkoloën en e verigen in e anere akkerbouwgebieen (Grongen, Nooroostpoler, ostelijk Flevolan, Wieringermeer, Haarlemmermeer, enz.). Iets meer an e helft van e akkerbouwers is jonger an 50 jaar, zoat e meesten al een jarenlange ervaring als boer achter e rug hebben. Bijna twee ere heeft agrarisch agonerwijs gevolg; 27% heeft een of meer jaren algemeen vormen onerwijs genoten. De in het onerzoek betrokken akker bouwberij ven hebben een gezamenlijke oppervlakte van 0 740 ha; het grootste geeelte (92%) aarvan is bouwlan. p e helft van het bouwlan woren verbouw, op een vijfe, op een zevene en op e rest gewassen als uien, spruiten, vlas, enz. Een ere van e onerzochte berijven is kleiner an ha, een ere heeft een oppervlakte van -40 ha en een ere is groter an 40 ha. Van e akkerbouwers heeft 43% in e afgelopen vijf jaar wijzigingen in het bouwplan aangebracht; e meeste hebben betrekking op een uitbreiing van het areaal en ten koste van het areaal hanelsgewassen en in minere mate van e. De arbeisbezetting en personeelsvoorzieng Uit het onerzoek is naar voren gekomen, at op 49% van e in het onerzoek betrokken akkerbouwberijven geen vaste arbeiers in looenst werken: op 28% is e boer e ege vaste arbeiskracht(" eenmansberijven"),op 2% werkt e boer met een of meer zoons of broers ("familieberijven"). p e overige 5% van e berijven werken naast e boer, en eventueel zijn meewerkene zoon(s), een of meer vaste arbeiers: op 35% één, op % twee en op 5% rie of meer arbeiers. p ruim twee ere van e berijven met vaste arbeiers is e arbei sbe zetting in e afgelopen vijf jaar verminer, als gevolg van techsche, economische en sociale ontwikkelingen. Dit leie er toe at het aantal berijven met vaste arbeiers in eze perioe is geaal - op het tijstip van onerzoek was it 5% van e onerzochte berijven, vijf jaar eerer 6% - en at van e eenmansberijven gestegen. In e nabije toekomst zullen er ongetwijfel nog meer eenmansberijven in e akkerbouw komen: ongeveer een vijfe van e boeren ie met vaste arbeiers werken heeft te kennen gegeven at bij vertrek van e arbeier eze et zal woren vervangen. Wat betreft.e meng over het eenmansberijf in e akkerbouw bleek uit het onerzoek at een kwart van e geënquêteeren het eenmansberijf positief beooreelt.terwijl 7% zich neutraal opstelt; twee ere liet zich in negatieve zin uit (tabel, blz. 6). Vergeleken met het arbeisbezettingstype blijkt at vooral e akker-

JT o <p^ Cf \ \ w \» t V.J V'-'"V --^o -._._.'.- " ' -»... V '..' -y~ '- oi S.' r v.' i» --' *-^ l ~~' v / * r /' ( Spreiing van e onerzochte akkerbouwberijven over e lanbouwgebieen 5

bouwers ie vaste arbeiers in ienst hebben een negatieve meng lieten horen (80%). Er zijn echter ook nogal wat boeren met een eenmansberijf ie zich op ezelfe wijze hebben geuit (49%). Degenen ie positief tegenover het eenmansberijf staan, vint men relatief het meest hij akkerbouwers ie al een eenmansberijf hebben (44%). Tabel. Arbeisbezettingstype en meng over het eenmansberijf (in %) Arbeisbezettingstype Berijven Meng over eenmansberijven Eenmansber ij ven "Familieberijven" Berijven met vast vreem personeel Totaal 28 2 5 00 positief 44 29 neutraal negatief 7 49 4 67 9 80 7 68 In totaal noemen e geënquêteeren 340 keer een naeel en 94 keer een vooreel van het eenmansberijf. Als naelen noeme men: moeilijkheen bij ziekte of ongeval, te grote lichamelijke of geestelijke inspanng, veel werk at men et alleen kan oen, enz. Als voorelen weren vermel at het financieel gunstiger is, makkelijker werkt en at het inschakelen van een loonwerker voorelen biet. Bij afwezighei, ziekte, ongeval, vakantie, e.. oet men in eerste instantie een beroep op e aneren ie op het berijf werkzaam zijn. Wanneer at et mogelijk is, met name op een eenmansberijf, zoekt men hulp in e nabije omgeving. In totaal was 7% van e akkerbouwers li van een berijfsvorzorgingsienst. Daarentegen vint 7% het wenselijk, at er een berijfsverzorgingsienst komt waarbij men vooral e naruk lege op het argument van "uitkomst in noosituaties". Deze wens wer het meest geuit oor boeren met een eenmansberijf. Verer stelt % van e geënquêteeren het op prijs als e personeelsvoorzieng streeksgewijs zou woren georgaseer. Het verlenen van hulp verloopt momenteel vrijwel geheel langs informele weg (eigen personeel, buurman, kens, familieli, e..). Uit het onerzoek krijgt men e inruk at er een zekere behoefte bestaat aan bepaale vormen van personeelsvoorzieng. De uitvoering van e werkzaamheen Granen, en nemen op e onerzochte berijven 85% van het beteele bouwlanareaal in beslag. Het werken met machines is an ook groteneels op eze gewassen gericht.

In hoeverre werken e akkerbouwers met eigen materieel en personeel en in hoeverre schakelen ze anere berijven of instellingen in? Het bleek at men op alle onerzochte akkerbouwberijven in meerere of minere mate met eigen machines werkt. Verer schakelt men op vrijwel alle berijven (94%) loonwerk in. p ongeveer twee ere van e berijven komt zelfs meer an een loonwerker; meestal omat e loonwerker et alle machines heeft of omat eze zich heeft gespecialiseer. p 67% van e berijven is sprake van een zekere mate van samenwerking,.w.z. at men een of meer machines ie e akkerbouwers al an et in gemeenschappelijk bezit hebben, gezamenlijk gebruikt. De machines, ie men gezamenlijk gebruikt, zijn: (precisie-) zaaimachine, pootmachine, sproeimachine, maaiorser, aarappelrooier, biètenrooier, e.. p 44% van e onerzochte berijven wort over-en-weer gewerkt, groteneels bij oogst- en transportwerkzaamheen en vooral bij. Vrijwel altij was hierbij het berijfshoof betrokken, ikwijls ook zijn zoon(s), en/of vaste arbei skr acht(en). Het gezamenlijk gebruik van machines gaat ikwijls gepaar met het werken op eikaars berijf, namelijk op 40% van e berijven. Tabel 2. Het werken met machines bij e teelt van, en Werkzaamheen Zaaien/poten Sproeien ogsten Transport Aantal berijven 38 278 274 38 278 274 38 278 274 38 278 274 Percentage berijven at werk verricht of laat verrichten oor miel van: eigen chines 78 47 6 22 24 2 20 28 8 70 60 67 6 4 7 8 6 4 26 5 5 23 6 5 62 55 5 55 56 40 59 4 8 samenwerking loonwerker werktuigen coöperatie 2 7 6 6 7 4 4 overige mogelijkheen ) - - 6 5 4 0 5 8 ) "verige mogelijkheen" zijn b.v.: eigen machines plus ie van een loonwerker of werktuigencoöperatie, eigen machines plus samenwerking, e.. 7

Uit tabel 2 blijkt at op een aanzienlijk aantal akkerbouwberijven iverse werkzaamheen et met machines van het eigen berijf woren uitgevoer, maar veelal met hulp van buiten het berijf, vooral in e vorm van loonwerk. Beziet men e te verrichten werkzaamheen afzonerlijk, an blijken er iverse verschilpunten te zijn. De gronbewerking, e verzorging en het transport van genoeme rie gewassen heeft meestal met eigen machines en personeel plaats. Voor het sproeien en oogsten schakelt men echter op vrij veel berijven een loonwerker in; ook het zaaien van gebeurt ikwijls oor een loonwerker. p ongeveer een vijfe van e geënquêteere berijven wort bij het zaaien en poten, sproeien, oogsten en transport met anere berijven samengewerkt; het meest gebeurt it bij e. Het aaneel van e werktuigencoöperatie in het werk op 39 akkerbouwberijven is betrekkelijk gering gebleken; haar betekes is nog het grootst bij het sproeien en oogsten. De oogst van akkerbouwgewassen Zoals uit tabel 2 blijkt, neemt het loonwerk een overwegene positie in bij het oogsten van en, resp. op 56% en 59% van e onerzochte berijven; bij het oogsten van wort op 40% van e berijven een loonwerker ingeschakel. Tabel 3. ogstwijze en arbeisbezettingstype (in %) Geoogst met behulp van eigen machines samenwerking loonwerker werktuigencooperatie 9 7 0 23 36 4 30 36 50 3 A rbei sberi jf s type eenmansberijven "familiebeberijven" 8 8 8 20 22 5 9 22 24 4 5 berijven met vast vreem pers. 73 65 72 55 55 60 45 37 46 50 53

Verer blijkt het oogsten met eigen machines en in samenwerking naar verhouing meer voor te komen bij e teelt van (resp. op 28% en 26% van e berijven) an bij (resp. 20% en 4%) en (resp. 8% en 5%). Inschakeling van een werktuigencoöperatie kwam meer voor bij e oogst van en an bij (resp. op 4%,4% en % van e berijven). Het oogsten met eigen machines komt vooral voor op grote berijven met een groot areaal, of. Het oogsten in samenwerking komt het meest voor op berijven van -40 ha. De loonwerker of werktuigencoöperatie wort ook wel op grote berijven ingeschakel maar an veelal voor één gewas; op e kleinere berijven gebeurt it aarentegen voor meerere gewassen, vooral als er sprake is van een klein areaal. Tabel 3 laat zien at inschakeling van eigen machines bij e oogst van, en vooral voorkomt op berijven waar een of meer vaste arbeiskrachten werkzaam zijn. Dit gelt - hoewel miner uielijk - ook voor e samenwerking met anere akkerbouwers. Inschakeling van een loonwerker of werktuigencoöperatie komt relatief op bijna evenveel eenmansberijven als op berijven met vast vreem personeel voor. Ervaringen met e uitvoering van pogstwerkzaamheen ver het algemeen maken egenen ie samenwerken bij e oogst vooraf betrekkelijk weig werkafspraken. Van e boeren ie een loonwerker laten komen neemt ongeveer twee ere meer an een maan van te voren contact met hem op. Vrijwel eman wenst echter een contract af te sluiten. De meeste akkerbouwers zijn tevreen over e gang van zaken bij e oogst, nagenoeg allen vinen e oor hen gekozen oplossing - eigen machines, loonwerk, e.. - e vooreligste, men was tevreen over e kwaliteit van het werk en e machines van e loonwerker en werktuigencoöperatie. Vrijwel alle akkerbouwers waren van meng at men op tij met e oogst ha kunnen beginnen en op tij ermee was gereegekomen (er wer in het voorjaar geënquêteer). Sins wanneer schakelen e geënquêteere akkerbouwers bij e oogst een loonwerker in of werken ze met aneren samen? ngeveer twee ere van egenen ie e oogst oor een loonwerker laten verrichten oet it al langer an vijf jaar. Samenwerking bij e oogst is echter van recenter atum: bij e graanoogst werkte 76% korter an vijf jaar samen, bij e aarappeloogst 55% en bij e oogst eveneens 55%. m welke reenen kiest men voor een bepaale oplossing? Voor inschakeling van een loonwerker of werktuigencoöperatie en voor samenwerking noemt men vooral economische motieven, zoals : "het is vooreliger ", "het zelf aanschaffen van machines is te uur", " het areaal is te klein", e.. In minere mate zijn arbeisorgasatorische reenen genoem, als: "te weig personeel", of "men kan aner werk oen als e loonwerker er is". Men werkt vooral met eigen machines om ree-

) SI s ).M eu s (D *-" 'S ««H m 42 i a CT} V c P. M «tf IN C tfî (M -^ co C m CM oo (N * m H 00 r<.m tl h en o m <u SP r-i «43 - "Si ). ho IN <N CM o co c > C C -C Ü c 6 e v + > m o c > 'S - m -a <D 'S bo S c -M > bo» 3 o qj gg I H e "gl m o. ) en oo C "* t- co C C * rh C 43 S eu SP W S I o SP a> o rh 00 = V o w D Ä o 00 > X! 00 o 00 rh U -: : 0

rien als: "het areaal is groot genoeg", "e loonwerker is te uur", "et van aneren afhankelijk willen zijn", "er is voloene personeel op het berijf aanwezig", enz. Recente veraneringen en mogelijke ontwikkelingen Hoe hebben e akkerbouwers zich aangepast aan e aling van het aantal arbeiskrachten en e toenemene mechasatie? p tamelijk veel berijven zijn er in e afgelopen vijf jaar veraneringen opgetreen met betrekking tot e vraag wie e oogstwerkzaamheen uitvoert. Betrekkelijk veel akkerbouwers ie vijf jaar geleen met eigen machines, en/of met nogal wat hanwerk werkten, laten e oogstwerkzaamheen nu oor aneren verrichten. Voor e oogst van en heeft ruim riekwart, voor ie van e helft van e akkerbouwers een loonwerker ingeschakel. pvallen was voorts e toeneming - bijna een verubbeling - van het percentage berijven, at in samenwerking is gaan rooien in plaats van at met eigen machines te oen of oor een loonwerker te laten oen (zie tabel 4 kolom 2 en 5). Welke veraneringen zijn er in e naaste toekomst te verwachten wat e uitvoering van e oogstwerkzaamheen betreft? p een vraag oor wie men bij een euwe keuze e oogst zou willen laten uitvoeren, blijken meer akkerbouwers an thans het geval is te willen samenwerken. Dit gelt voor alle rie e gewassen. Ien e wensen gerealiseer zouen woren, zou e overheersene positie van e loonwerker bij het rooien van e zijn overgenomen oor ie van e samenwerkene boeren. De toekomstige ontwikkeling wort echter oor velerlei factoren beïnvloe, zoals e techsche ontwikkeling van e oogstmachines, e arbei sbe zetting en e arbeisorgasatie, e financiële positie van e berijven, enz. In hoeverre het uiten van een voorkeur feitelijke veraneringen tot gevolg zal hebben, hangt an ook van eze factoren af. De resultaten van het onerzoek wijzen ettemin in e richting van verere toeneming van samenwerking op het terrein van machines en arbei, mee omat er een groeiene belangstelling is voor grote en gespecialiseere machines - bij voorbeel oogstmachines - ie over het algemeen een grotere capaciteit hebben an waaraan op het iviuele akkerbouwberijf behoefte bestaat. De investeringen welke hiermee gepaar gaan, kunnen evenwel ook voor e meestal kleine kring van samenwerkene akkerbouwers nog te hoog zijn. Men zal aarom eze grote gespecialiseere machines hoofzakelijk aantreffen bij een loonwerker of een werktuigencoöperatie. Voor e akkerbouwers kan it een stimulans betekenen om bepaale werkzaamheen oor eren (loonwerker, werktuigencoöperatie) te laten verrichten. Dit zou tot gevolg hebben at e samenwerking behalve op e oogstwerkzaamheen zich in toenemene mate gaat richten op werkzaamheen, ie met een zekere basisinventaris kunnen woren uitgevoer.