GEMEENTE HOOGEVEEN BESTEMMINGSPLAN Buitengebied Noord, deelplan Noorder Hoofddiep (ongn.) in Nieuweroord Vastgesteld bij collegebesluit d.d. 10 november 2008
INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Bestaande situatie 3 2.1 Plangebied 3 2.2 Vigerende bestemmingsplan 3 2.3 bestaande situatie 4 3. Toekomstige situatie 4 4. Milieuaspecten 4 4.1 Wet Milieubeheer 5 4.2 Natuurbeschermingswet 5 4.3 Externe veiligheid 6 5. Ecologie 6 6. Archeologie 6 7. Planbeschrijving 6 6. Inspraak 6 7. Voorschriften 7 Plankaart Bijlagen Pagina 2
1. Inleiding De heer Van Dijk heeft verzocht om medewerking aan het realiseren van een nieuwe melkrundveehouderij op het perceel grond aan het Noorder Hoofddiep (ongenummerd) in Nieuweroord. De heer Van Dijk heeft op dit moment samen met zijn vader een melkrundveehouderij aan het Overeind 73 te 3998 JC in Schalkwijk (provincie Utrecht). De huidige vergunde veestapel bestaat uit 65 melk-en kalfkoeien, 48 stuks vrouwelijk jongvee, 77 vleeskalveren, 1 paard en 1 pony. De kavel van het bedrijf beslaat 75 hectare gras-en maisland en ligt verdeeld over 4 plekken in Schalkwijk en omgeving. De huidige rundveestal dateert uit 1976 en is hard aan vervanging toe. Hiervoor verleende de gemeente Houten echter geen medewerking vanwege de ligging van het bedrijf ten opzichte van de lintbebouwing in Schalkwijk (te korte afstand naar omwonenden) waardoor hier geen vergunning voor is gekregen. Gevolg was dat het bedrijf niet verder kon ontwikkelen. Doordat echter de grond kon worden verkocht, is gekeken naar een alternatieve locatie en deze is gevonden aan de aangeduide locatie aan het Noorder Hoofddiep in Nieuweroord. Over deze locatie heeft uitgebreid vooroverleg plaatsgevonden met de gemeente Hoogeveen waarbij is aangegeven dat het Bestemmingsplan Buitengebied Noord de mogelijkheid biedt voor het nieuwvestigen van een grondgebonden agrarisch bedrijf. Hiervoor is in het plan Buitenbied Noord een wijzigingsbevoegdheid ex artikel 11 van de Wet op de ruimtelijke ordening opgenomen. Om de verhuizing van de bestaande melkrundveehouderij van de gemeente Houten naar de gemeente Hoogeveen mogelijk te maken is een wijzigingsplan opgesteld als bedoeld in artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Onder de Wet ruimtelijke ordening die per 1 juli 2008 van kracht is geworden betreft dit een wijzigingsplan als bedoeld in artikel 3.6. 2. Bestaande situatie 2.1 Plangebied Het plangebied bestaat uit het perceel kadastraal bekend gemeente Hoogeveen sectie S, nummer 1223 plaatselijk bekend Noorderhoofddiep (ongenummerd) in Nieuweroord. 2.2 Vigerende bestemmingsplan Voor het plangebied is het bestemmingsplan Buitengebied Noord van kracht. Dit bestemmingsplan is door de gemeenteraad van Hoogeveen vastgesteld op 22 november 2007, en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van de provincie Drenthe op 27 mei 2008. Het perceel is niet voorzien van een doelbestemming in de gebiedsbestemming Landelijk Gebied II. Hieronder is een uitsnede van de vigerende plankaart weergegeven. Pagina 3
2.3 bestaande situatie Het perceel grond ligt aan het Noorder Hoofddiep naar Nieuweroord. Op het perceel is bebouwing aanwezig. De volgende woningen van derden staan in de omgeving van het nieuw op te richten agrarisch bouwperceel. Noorder Hoofddiep 22 op ongeveer 250 meter afstand. Noorder Hoofddiep 26 op ongeveer 180 meter afstand. Noorder Hoofddiep 59 op ongeveer 210 meter afstand. 3. Gewenste ontwikkeling Het plan is om de nieuwe melkrundveehouderij ruim op te zetten en compleet uit te voeren naar de huidige eisen en waar mogelijk naar te verwachten toekomstige eisen. In verband met hygiène-eisen wordt een schone en vuile weg gecreëerd die voldoende breed zijn voor het huidige vrachtvervoer. De woning komt voor het op de kavel aanwezige bos te liggen; deze plek is bewust gekozen doordat het, naast een prachtige locatie voor een bedrijfswoning, ook een zeer praktische plek is in verband met het overzicht over het bedrijfsgedeelte. De ligboxenstal biedt plaats voor het houden van 195 melk- en kalfkoeien met 136 stuks jongvee. De koeien worden gemolken door middel van melkrobots waarbij gebruik gemaakt wordt van weidegang. De melkveestal wordt bewust op de op de tekening aangegeven plek gesitueerd in verband met lichtinval en de aanvoer van frisse lucht. In verband met deze ventilatie wordt de stal niet direct achter het bos geplaatst; op deze plaats is een werktuigenloods annex machineberging en mogelijkheid voor de opfok van jongvee gesitueerd. Samengevat komt de indeling van het totale terrein op het volgende neer: Pagina 4
Bedrijfswoning van 600 m3. Ligboxenstal van 40 x 80 meter met aan de voorzijde aangebouwde ruimte voor tanklokaal en kantoor. Werktuigberging annex ruimte voor jongvee opfok van 20 x 70 meter. Ruwvoeropslag. De totale omvang van de agrarische huiskavel bedraagt circa 62 hectare. Hiervan is 30 hectare direct op het bouwblok aangesloten en 32 hectare ligt aan de Middenraai; tussen het laatste perceel wat is aangesloten op het bouwblok en het eerste perceel enigszins verderop liggen 3 andere percelen die niet behoren tot het land van de heer Van Dijk. Het land is in eigendom van de heer Van Dijk. Zoals in hoofdstuk 2.2. is aangegeven is het perceel niet voorzien van een doelbestemming binnen de gebiedsbestemming Landelijk Gebied II. De beoogde vestiging van een melkrundveehouderij past hierdoor niet binnen het bestemmingsplan. In het bestemmingsplan is echter in artikel 16 lid 2 een wijzigingsbevoegdheid voor het college opgenomen, voor het nieuwvestigen van een grondgebonden agrarisch bedrijf. Van de heer Van Dijk is geen bedrijfsplan gevraagd. Hier liggend de volgende argumenten aan ten grondslag: Het heer Van Dijk heeft samen met zijn vader in de gemeente Houten al een volwaardige melkrundveehouderij in eigendom. Direct aansluitend aan het agrarische bouwperceel heeft de heer Van Dijk ongeveer 30 hectare weide- en landbouwgrond aangekocht. Enkel het aantal melkkoeien en jongvee waar in Schalkwijk vergunning voor is verleend, vertegenwoordigt 78 Nederlandse grootte-eenheid (Nge). Daarnaast heeft de vigerende vergunning betrekking op het houden van 90 vleeskalveren en is het land buiten beschouwing gelaten. Uit deze LEI berekening blijkt dat het bedrijf voldoet aan de norm van minimaal 1 Volwaardige Arbeidskracht (VAK). 4. Milieu 4.1 Wet milieubeheer Het nieuw te vestigen bedrijf zal gebouwd worden op een perceel aan het Noorder Hoofddiep te Nieuweroord (kadastrale aanduiding S 01223). Op genoemd perceel zullen stallen worden gerealiseerd voor 195 melkkoeien en 136 stuks vrouwelijk jongvee. Het bedrijf is Wet milieubeheer plichtig en valt onder de werkingssfeer van het Besluit landbouw milieubeheer. Hiervoor dient een melding Besluit landbouw milieubeheer bij de gemeente Hoogeveen te worden ingediend. 4.2 Natuurbeschermingswet In de wijzigingsbevoegdheid is de voorwaarde opgenomen dat een besluit tot wijziging niet wordt genomen dan nadat een Natuurbeschermingswetvergunning is verkregen danwel is gebleken dat een Natuurbescherminswetvergunning niet aan de orde is. Pagina 5
Op 25 april heeft de gemeente Hoogeveen o.a. het volgende schriftelijk aan de heer Van Dijk, meegedeeld. Uit de verstrekte gegevens blijkt dat het te vestigen bedrijf op circa 2.800 meter van het Habitatrichtlijn gebied Mantingerzand is gelegen. Dit gebied is nog niet aangewezen op grond van artikel 10a of artikel 12 (voorlopige aanwijzing) van de Natuurbeschermingswet 1998. Dit betekent dat de vergunningplicht als bedoeld in artikel 19d Natuurbeschermingswet 1998 niet aan de orde is (AVBRvs d.d. 28 februari 2007, 200604026/1). Voor wat betreft de vraag in hoeverre er dan wel ruimte is voor rechtstreekse werking van artikel 6 lid 3 Habitatrichtlijn, overwegen wij het volgende. Uit vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State blijkt dat een richtlijn uit zichzelf aan particulieren geen verplichtingen kan opleggen en dat een bepaling van een richtlijn als zodanig niet tegenover een particulier kan worden ingeroepen Het rechtszekerheidsbeginsel verzet zich hiertegen. Zie bijvoorbeeld ABRvS d.d. 7 december 2005, 200501164/1. Dit betekent dat wij in dit geval niet aan artikel 6 lid 3 Habitatrichtlijn kunnen toetsen. Daarnaast vormt de Natuurbeschermingswet geen toetsingskader bij afhandeling van uw melding Besluit landbouw milieubeheer. Omdat bij de behandeling van een melding geen besluit wordt genomen, kan door derden niet worden verzocht alsnog een habitattoets uit te voeren. Dit in tegenstelling tot een procedure om een milieuvergunning waarbij door middel van een zienswijze de gemeente alsnog kan worden verzocht een habitattoets uit te voeren. 4.3 Externe veiligheid Aan de westzijde van het Noorder Hoofddiep ligt een tracé van 2 aardgastransportleidingen. Om te bepalen of deze beide gasleidingen in het kader van externe veiligheid de gewenste nieuwvestiging in de weg staat, is een deskundigenadvies gevraagd bij de Gasunie. De beide aardgastransportleidingen zijn bij de gasunie bekend onder de nummers A-503-KR-090 en A- 509-KR-113. De Gasunie heeft een plaatsgebonden risicoberekening gemaakt. De uitkomst die de Gasunie op 19 februari 2008 schriftlijk heeft vastgelegd is dat er bij de beide hiervoor genoemde leidingen geen sprake is van een plaatsgebonden risico. De brief van 19 februari 2008 is als bijlage in dit wijzigingsplan opgenomen. De conclusie is dat de bestaande aardgastransportleidingen geen belemmering vormt voor de nieuwvestiging. 5. Ecologie Het plangebied bestaat uit bouwland. In het gebied zullen naar verwachting enkele laagbeschermde zoogdieren en amfibieën voorkomen. Ook zullen aan de randen van het plangebied enkele broedvogels voorkomen. Het is gezien de huidige functie van het plangebied niet aannnemelijk dat middelzwaar tot streng beschermde soorten voorkomen in het gebied. Pagina 6
De werkzaamheden in het plangebied moeten voordat het broedseizoen begint of buiten het broedseizoen aanvangen. Hoewel hiervoor geen vaste periode aangegeven wordt, moet voor de meeste broedvogels rekening worden gehouden met een periode van 15 maart tot 15 juli. Om het risico van eventuele verstoring van amfibieën zo klein mogelijk te maken, wordt aanbevolen om de inrit naar het perceel aan te leggen in de winterperiode. Het plangebied ligt op ruim 9 km van het Dwingelderveld (Vogel- en Habitatrichtlijngebied) en op ca. 2,5 km van het Mantingerzand (Habitatrichtlijngebied). Verder ligt het plangebied buiten de EHS. Naar verwachting zullen geen significant negatieve effecten optreden op beschermde natuurgebieden. Het volledige onderzoeksrapport is als bijlage in dit wijzigingsplan opgenomen. 6. Archeologie Het perceel grond waarop het nieuw agrarisch bouwperceel komt te liggen valt op de kaart voor Archeologische waarden binnen een gebied dat is aangeduid met een lage verwachtingswaarde. Dit houdt in dat voor dit perceel geen archeologisch onderzoek hoeft te worden uitgevoerd. 7. Planbeschrijving De voorschriften van het bestemmingsplan Buitengebied Noord zijn van overeenkomstige toepassing verklaard. De bebouwingsvoorschriften van de doelbestemming Grondgebonden agrarisch bedrijf zijn dan ook conform het gestelde in artikel 4 lid 3 onder a van overeenkomstige toepassing op de ter plaatse gesitueerde grondgebonden agrarisch bedrijf op het perceel Noorder Hoofddiep (ongn.) in Nieuweroord. 8. Inspraak Het ontwerpwijzigingsplan is vanaf 11 september 2008 gedurende 6 weken ter inzage gelegd. Gedurende deze termijn zijn belanghebbenden in de gelegenheid gesteld om een zienswijze in te brengen. Binnen de gestelde termijn zijn geen zienswijzen bij ons college ingediend. Pagina 7
Voorschriften, deel uitmakend van het artikel 11 WRO wijzigingsplan Buitengebied Noord, deelplan Noorderhoofddiep ongenummerd in Nieuweroord Op het wijzigingsplan is het terzake bepaalde in de voorschriften van het bestemmingsplan "Buitengebied Noord, vastgesteld bij raadsbesluit van 22 november 2007, en op 27 mei 2008 goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Drenthe, en het bestemmingsplan Buitengebied Noord, deelplan Herziening vrijstellingsbepaling kleinschalig kamperen, vastgesteld bij raadsbesluit van 18 september 2008, van overeenkomstige toepassing. Aldus vastgesteld door Burgemeester en Wethouders op 10 november 2008 de secretaris, de burgemeester, Pagina 8