Buitengebied Zuid, Herziening 2007, deelplan Coevorderstraatweg 109

Transcriptie

1 Vo

2 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Bestaande situatie Plangebied Vigerende bestemmingsplan Toelichting bestaande situatie 4 3. Gewenste ontwikkeling 4 4. Milieu 4 5. Planbeschrijving 7 6. Inspraak 7 Voorschriften 8 Plankaart 9 Pagina 2

3 1. Inleiding Op 12 februari 2011 heeft de gemeente Hoogeveen een verzoek ontvangen van Autoreparatiebedrijf Smink om bestemmingsplanwijziging van perceel Coevorderstraatweg 109 te Nieuweroord. Het perceel Coevorderstraatweg 109 heeft de bestemming Woning in het bestemmingsplan Buitengebied Zuid Herziening De gemeente is verzocht de bestemming het perceel te wijzigen in de bestemming Bedrijven, categorie B2.Hiertoe dient een wijzigingsprocedure zoals omschreven in artikel 3.6 Wro te worden doorlopen. 2. Bestaande situatie 2.1 Plangebied Het plangebied bestaat uit het perceel kadastraal bekend gemeente Hoogeveen sectie K, nummer 4020, plaatselijk bekend als Coevorderstraatweg 109 te Nieuweroord. 2.2 Vigerende bestemmingsplan Het plangebied is gelegen in het bestemmingsplan Buitengebied Zuid herziening Dit bestemmingsplan is door de gemeenteraad van Hoogeveen vastgesteld op 22 november 2007 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van de provincie Drenthe op 27 mei Het perceel heeft de gebiedsbestemming Landelijk gebied II. Hieronder is een uitsnede van de vigerende plankaart weergegeven. Pagina 3

4 2.3 Toelichting bestaande situatie Het perceel is gelegen aan de Coevorderstraatweg 109 te Nieuweroord. Op het perceel rust de doelbestemming Woning. Daarnaast vinden er bedrijfsmatige activiteiten plaats in de vorm van een autoreparatiebedrijf. 3. Gewenste ontwikkeling Coevorderstraatweg 109 Zoals in hoofdstuk 2.2 is aangegeven heeft het perceel de doelbestemming Woning binnen de gebiedsbestemming Landelijk gebied II. De planologische situatie voldoet niet aan de situatie ter plekke. Het perceel zal de bestemming Bedrijven, categorie B2 moeten krijgen. In artikel 14 lid 1 van het bestemmingsplan Buitengebied Zuid, herziening 2007, is een bevoegdheid opgenomen om onder bepaalde voorwaarden het bestemmingsplan te kunnen wijzigen. Deze voorwaarden zijn: 1. De bedrijfsactiviteit uitsluitend is toegestaan in combinatie met de woonfunctie; 2. De bedrijfsactiviteit zoveel mogelijk plaatsvindt binnen de gebouwen, met dien verstande dat met uitzondering van buitenopslag bedrijfsactiviteiten kunnen worden uitgeoefend op het bijbehorende erf; 3. bij de maatvoering zo goed mogelijk wordt aangesloten bij de bestaande hoofdvorm; 4. wordt gestreefd de landschappelijk verstorende bebouwing af te breken; 5. geen onevenredige afbreuk mag worden gedaan aan de bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van nabijgelegen (agrarische) bedrijven en woningen; Aan de bovenstaande voorwaarden is of wordt op de volgende manier voldaan: 1. Het perceel wordt bewoond door de initiatiefnemer. 2. De bestaande agrarische bebouwing wordt gebruikt als autoreparatiebedrijf. 3. Er vinden geen verbouwingen plaats ten hoeve van het bedrijf, de maatvoering is dus passend bij de bestaande hoofdvorm. 4. De opstallen op het perceel zijn allen in gebruik ten behoeve van het autobedrijf. 5. Omliggende bedrijven ondervinden geen hinder van de aanwezigheid van het bedrijf. 4. Milieu 4.1 Geluid Bij een wijzigingsplan wordt een inventarisatie gemaakt van de geluidsbelasting in het plangebied op grond van de Wet geluidhinder. Daarbij kan het gaan om geluid afkomstig van lucht-, rail- of wegverkeer en/of van bedrijven. Ook wordt bekeken of er wettelijk vastgestelde geluidszones binnen het plangebied vallen. Wegverkeerslawaai Het plangebied ligt binnen de geluidszone (250 m) van de Coevorderstraatweg. Op het perceel is reeds een woning aanwezig met een aantal bijgebouwen. Aangezien het een bestaande woning is hoeft er geen toetsing plaats te vinden aan de normen voor wegverkeerslawaai. Pagina 4

5 Industrielawaai Er vinden kleinschalige bedrijfsactiviteiten plaats in de bestaande bijgebouwen. De activiteiten bestaan uit reparatie van landbouwvoertuigen en auto s. Het bedrijf valt onder het Activiteitenbesluit. Hierin zijn geluidnormen opgenomen. De geluidbelasting veroorzaakt door de bedrijfsactiviteiten moeten voldoen aan de geluidnormen op de dichtstbijzijnde woning van derden. In dit geval is de dichtstbijzijnde woning Coevorderstraatweg Bodem Er zijn geen bodemonderzoeksgegevens bekend van het plangebied. In het noorden en ten westen van het het plangebied zijn mogelijk gedempte watergangen aanwezig. Deze watergangen zijn vermoedelijk gedemt met grond uit de directe omgeving, die voornamelijk geen ernstige verontreinigingen bevat, maar daarover bestaat geen zekerheid. Alleen een milieuhygiënisch bodemonderzoek kan hierin duidelijkheid verschaffen. Gedempte watergangen krijgen daarom standaard een aanduiding potentieel ernstig verontreinigd. Het betreft hier slechts een functieverandering van de lcoatie, waarbij geen veranderingen in de bebouwing optreden. Bij eventueel toekomstige bouwactiviteiten is het gebruikelijk dat de kwaliteit van de bodem wordt onderzocht. Te allen tijde dient verontreinigde bodem op een verantwoorde wijze te worden afgevoerd. 4.3 Externe veiligheid Stationaire risicobronnen Binnen of in de nabijheid van het plangebied liggen geen risicovolle bedrijven die onder het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (Bevi) vallen. Er hoeft dan ook geen rekening gehouden te worden met veiligheidscontouren rondom stationaire risicobronnen. Route gevaarlijke stoffen Binnen of in de nabijheid van het plangebied bevinden zich geen vastgestelde transportroutes voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg waarvoor op basis van de Wet Vervoer Gevaarlijke Stoffen (WVGS) en de Nota Risico Normering Vervoer Gevaarlijke Stoffen (RNVGS) veiligheidsafstanden in acht moeten worden genomen bij eventuele planontwikkeling. Buisleidingen In of in de nabijheid van het plangebied liggen geen hoge druk aardgasleidingen. Het plangebied ligt niet binnen een plaatsgebonden risicocontour of in het invloedsgebied waarbinnen het groepsrisico verantwoord moet worden. Hoogspanningslijnen Binnen het plangebied lopen geen hoogspanningslijnen. Het is daarom niet noodzakelijk om in enige vorm uitvoering te geven aan het voorzorgsbeleid (brief 24 december 2004 Staatssecr. Van Geel) inzake de magnetische velden veroorzaakt door hoogspanningslijnen. Pagina 5

6 4.4 Luchtkwaliteit Op 15 november 2007 is de Wet luchtkwaliteit in werking getreden. Het plan moet voldoen aan de luchtkwaliteitseisen die hierin zijn neergelegd. Op grond van de wetgeving gelden grenswaarden ten aanzien van zwaveldioxide, stikstofdioxide, zwevende deeltjes, lood, koolmonoxide en benzeen. Deze geven het kwaliteitsniveau van de buitenlucht aan dat op een bepaald tijdstip bereikt moet zijn. De Wet Luchtkwaliteit verplicht bij het maken van ruimtelijke plannen de gevolgen voor de luchtkwaliteit mee te wegen. Luchtkwaliteitseisen vormen onder de Wet luchtkwaliteit geen belemmering voor ruimtelijke ontwikkeling als (onder meer) een project niet in betekenende mate bijdraagt aan de luchtverontreiniging. Een project draagt niet in betekende mate bij aan de luchtverontreiniging als de 3% grens niet wordt overschreden. Het betreft een bestaande bebouwing en bedrijfsactiviteiten, waarbij alleen sprake is van een functiewijziging. Het project zal niet in betekende mate bijdragen aan de luchtverontreiniging en een luchtkwaliteitsonderzoek is niet noodzakelijk. 4.5 Water Het betreft reeds bestaande bebouwing en activiteiten. Het plan betreft alleen een functieverandering van bestaande bebouwing en heeft geen invloed op de waterhuishouding. Er is geen waterschapsbelang. Deze conclusie is getrokken naar aanleiding van een digitale watertoets. Het proces van de watertoets is goed doorlopen conform de Handreiking Watertoets III. 4.6 Ecologie In het bestemmingsplan dient rekening te worden gehouden met Europese en nationale wetgeving en beleid ten aanzien van de natuurbescherming. Hierin wordt onderscheid gemaakt tussen gebiedsbescherming en soortenbescherming. Voor wat betreft de gebiedsbescherming geldt dat het plangebied op ca. 75 meter ligt van de dichtstbijzijnde Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Het dichtstbijzijnde gebied dat is aangewezen als Speciale Beschermingszone (SBZ) in de zin van de Europese Vogel- of Habitatrichtlijn betreft het Natura 2000 gebied, het Matingerzand en ligt binnen een straal van 3 km van het plangebied. Aangezien de bestemmingsplanwijziging alleen een conserverend karakter heeft, is aantasting van de functionaliteit van de EHS of het Mantingerzand niet aan de orde. Wel verdient dit specifieke aandacht bij ruimtelijke ontwikkelingen binnen het bestemmingsplangebied. Bij de soortenbescherming is de Flora- en faunawet van belang en eventueel het provinciaal soortenbeleid. In de Flora- en faunawet wet is bepaald dat beschermde dieren die in de wet zijn of worden aanwezen, niet gedood, gevangen of opzettelijk verontrust mogen worden, dat planten niet geplukt of verzameld mogen worden en dat het niet is toegestaan om nesten, holen of andere vaste rust- verblijfplaatsen van dieren te Pagina 6

7 beschadigen, vernietigen of te verstoren. Het bevoegd gezag kan onder voorwaarden een ontheffing van de verbodsbepalingen verlenen. Volgens de Nationale databank zijn in het plangebied en de nabije omgeving geen juridisch zwaarder beschermde soorten uit de Flora- en faunawet (Tabel 2/3 soorten) - met uitzondering van broedvogels - of bedreigde of ernstig bedreigde soorten van Rode lijsten bekend. Aangezien het gaat om een functiewijziging en geen ruimtelijke ontwikkeling waarbij eventuele natuurwaarden in het plangebied verloren kunnen gaan, is het uitvoeren van een uitgbreide natuurtoets niet noodzakelijk. Bij ruimtelijke ingrepen en activiteiten in het plangebied dient altijd rekening gehouden te worden met de mogelijke aanwezigheid van beschermde soorten uit de Flora- en faunawet. Voor elk voornemen waarvan niet met zekerheid is uit te sluiten dat er effecten op beschermde soorten optreden is een toetsing aan de Flora- en faunawet noodzakelijk. Omdat alleen sprake is van een functiewijziging wordt het bestemmingsplan op het punt van vigerende natuurwet- en regelgeving uitvoerbaar geacht 4.7 Archeologie Volgens de IKAW ligt het plangebied in een gebied met een middelhoge archeologische verwachtingswaarde. Aangezien er geen bebouwing wordt gesloopt of nieuwbouw wordt gerealiseerd in het plangebied is een archeologisch onderzoek ten behoeve van de bestemmingswijziging niet noodzakelijk. Indien bij toekomstige graafwerkzaamheden onverhoopt toch archeologische grondsporen worden aangetroffen en / of archeologische vondsten worden gedaan, dient hiervan direct melding te worden gemaakt bij de gemeente Hoogeveen en de provinciaal archeoloog van het Drents Plateau. 4.8 Duurzaamheid Hoogeveen streeft naar een duurzame ontwikkeling. Dit kan zich in verschillende vormen uiten. Een van de meest bekende begrippen is het duurzaam bouwen. Hierbij wordt bij nieuwbouw of renovatie van gebouwen vooral gelet op de gebruikte materialen en het energieverbruik. Dit kan ook breder worden getrokken tot duurzame stedenbouw of duurzame ontwikkeling. Dan gaat ook de inrichting van de omgeving een rol spelen. 5. Planbeschrijving De voorschriften van het bestemmingsplan Buitengebied Zuid, herziening 2007, zijn overeenkomstige van toepassing verklaard. De bebouwingsvoorschriften van de doelbestemming Bedrijven, categorie B2 zijn dan ook conform het gestelde in artikel 5 lid 3 onder c van overeenkomstige toepassing op de ter plaatse aanwezige gronden en bebouwing, zoals aangegeven op de plankaart bij dit bestemmingsplan, en plaatselijk bekend als Coevorderstraatweg 109 te Nieuweroord. 6. Inspraak Het ontwerpwijzigingsplan heeft vanaf 29 juni 2011 gedurende 6 weken ter inzage gelegen. In deze periode zijn geen zienswijzen ingediend. Pagina 7