- Bij de juiste combinatie van de 4P s (marketingmix) kunnen marketingdoelen gerealiseerd worden. 1. Prijs 2. Product 3. Plaats 4.

Vergelijkbare documenten
Hoofdstuk 16 Marketing

[ download de bijlage voor afbeeldingen, schema's en markeringen die niet gekopieerd konden worden]

Mangement & Organisatie (M&O) In Balans HAVO Hoofdstuk 16, 17, 18 en 19

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 16 t/m 19

Desk research: Gebeurt vanachter het bureau. De onderzoeker maakt gebruik van materiaal dat al eerder voor andere doeleinden is gebruikt.

Samenvatting M&O Hoofdstuk 16,17,18,19

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 6, Het product- en prijsbeleid

Boekverslag door B woorden 9 mei keer beoordeeld

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 7 t/m 12

Samenvatting door M woorden 5 mei keer beoordeeld

6,9. Samenvatting door een scholier 1802 woorden 9 september keer beoordeeld

5,6. Samenvatting door R woorden 7 juli keer beoordeeld

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 5, Marketingbeleid

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 5 en 6

-Het nastreven van continuïteit, en daarmee samenhangend bij een onderneming

M&O VWO 2011/

6,2. Samenvatting door een scholier 1556 woorden 26 oktober keer beoordeeld

5.1 Marketingbeleid. 5.2 Productbeleid

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 17 t/m 20

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 23 t/m 27

Marketing concept = het lokken van de consument om jou product te verkopen.

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 3 en 4: De Firma

Hoofdstuk 19. Prijs en distributiebeleid. Veel verkopen is niet moeilijk als je een hele lage prijs vraagt.

5, Marketingmix. 7.2 Omgevingsfactoren. Samenvatting door een scholier 2590 woorden 12 oktober keer beoordeeld. Onderdeel 3 Marketing

Bijvoorbeeld prijzen zoals 89,99 lijkt veel goedkoper dan 90,00. Doordat het product goedkoper lijkt verkopen de winkels meer

De vier p s worden in onderlinge samenhang toegepast, waardoor we spreken van de marketingmix.

Samenvatting Management & Organisatie de firma

Samenvatting door een scholier 1651 woorden 29 maart keer beoordeeld

Een product is het geheel van materiële en immateriële eigenschappen van een goed of een dienst.

Marketing is een onderdeel van het organisatiebeleid. Veel verkopen (afzet) voor een goede prijs (omzet)

Werkstuk Economie marketing

Samenvatting door een scholier 5552 woorden 2 juni keer beoordeeld

4,8. Samenvatting door een scholier 1391 woorden 13 juni keer beoordeeld. H9 Marketingmix

6,9. Samenvatting door een scholier 2059 woorden 14 januari keer beoordeeld. 2. Wat is Marketing:

Boekverslag door W woorden 20 juni keer beoordeeld. M&O Hoofdstuk

M&O H.17 Marketing 1. Marketingaspecten

Samenvatting M&O H 12 t/m H19 + H27

Praktische opdracht Management & Organisatie Eigen produkt verkopen

voorbeeldhoofdstuk havo M&O

Samenvatting Economie Consument & Producent

Marketing: Het maken en uitvoeren van plannen voor het vergroten of het behouden van de afzet.

Samenvatting Management & Organisatie De Firma

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 9, 10, 11, 12

Hoofdstuk 20. Communicatiebeleid

Samenvatting Economie Consument en Producent

7,7. Begrippenlijst door een scholier 5003 woorden 17 januari keer beoordeeld

Dit bestand niet correct? Meld misbruik op Saxionstudent.nl Blok1

7.6. Boekverslag door M woorden 22 juni keer beoordeeld

Samenvatting Management & Organisatie H3 + 4: De fima

Aan de slag met excel

3 Productontwikkeling en de productlevenscyclus 69

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 3

ANTWOORDEN MARKETING. Antwoorden Marketing

Eco samenvatting; hs 2 + 5

Marketing Woordverklaring: Markt-getting o Naar de markt brengen o Aan de klant bezorgen

les 1 inleiding marketing HMC 1. Wat is marketing?

Hoofdstuk 12 Productontwikkeling en levenscyclusstrategieën

Inleiding. 1.2 Communicatie. Boekverslag door I woorden 12 januari keer beoordeeld

3,3. Samenvatting door een scholier 4039 woorden 11 maart keer beoordeeld

Marketingbeleid AFDELING

Commerciële calculaties

Kennisportfolio Hoofdfase blok 1. Vakken gedurende dit blok: - Management - Marketingcommunicatie - Marketing - Bedrijfseconomie - Engels - Recht

Concurrentiestrategieën

Samenvatting Economie hoofdstuk 3 management en organisatie

Communicatie is het uitwisselen van gedachten, gevoelens, ideeën en informatie tussen mensen. De

Marketing. De basisprincipes. Acco Leuven / Den Haag. Katheline De Lembre

Samenvatting Management & Organisatie Marketing

detaillistenpromotie onderdelen promotiemix Hand-out detaillistenpromotie, paragraaf 9.1 promotie gepland Retailmarketing hoofdstuk 9, paragraaf 9.

Leveranciers en afnemers mogen samenwerken, maar er zijn grenzen

Communicatie = het uitwisselen van gedachten, gevoelens, ideeën en informatie tussen mensen

Beoordelingsformulier

Economie Module 3. De marktstructuur is het geheel van kenmerken van de markt die het marktevenwicht beïnvloeden.

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 7 (Management in beweging)

Economie Module 3 H1 & H2

Commerciële calculaties

Eindexamen m&o vwo 2005-I

Hoe groot is het marktaandeel van onderneming B? Vul een geheel getal in (zonder decimalen).

Noordhoff Uitgevers bv

Eindexamen m&o vwo 2004-II

Internationale Marketing H4. Week 1 1. Executive summary 2. Inhoudsopgave 3. Inleiding en achtergrond 4. Externe analyse

Inhoud. Onderwijseenheid 1 Onderzoek en acquisitie 11. Onderwijseenheid 2 Verkopen 45

Deze examenopgaven bestaan uit 7 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

Samenvatting Management & Organisatie Marketing 1 (lesbrief)

Commerciële calculaties

Hoofdstuk 15 Geïntegreerde marketingcommunicatiestrategie

Marketingplan. HAK Appelmoes. Opdrachtgever: Datum: 05/01/2010. Dhr. H.H. van Nieuwenhuijze. Inge van Wanrooij Caroline Krouwel

Inhoud. DEEL 1 Marketing en marketingomgeving Marketing en marketingconcept Marketingomgeving Markt- en vraagbegrippen 53

Periode 1 Les 1. 4P s, 4C s & het SIVA-model

7,3. Samenvatting door een scholier 5875 woorden 28 mei keer beoordeeld

het eigen vermogen is de waarde van de bezittingen verminderd met de schulden. De debet en credit kant moeten in balans zijn.

Accountmanagement Het op doelgerichte en gestructureerde wijze aangaan, onderhouden en ontwikkelen van duurzame profijtelijke relaties met accounts.

Economie Pincode klas 4 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 3: We gaan voor de winst Exameneenheid: Arbeid en productie

NIMA Marketing-A. Inhoudsopgave. Les 1. Les 4. Les 2. Les 5. Les 3. Marketing, een moderne denkdiscipline

Het Vijfkrachtenmodel van Porter

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstukken 12, 13, 14 en 17

Commerciële calculaties

Saxionstudent.nl Blok1

College 4. Video Kotler (25min) Bespreken video (20 min) Theorie H 11 Productbeleid (60 min)

Michelin Pilot Power 2CT Plaatsbeleid;

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 5 (Management in Beweging)

Transcriptie:

Samenvatting door een scholier 1792 woorden 6 juli 2008 6,6 56 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans M&O H16, H17, H18 en H19 Marketingbeleid: - Is een onderdeel van het totale organisatiebeleid, dus zijn de marketingdoelen afgeleid van de organisatiedoelen. - De wensen van de consumenten staan centraal. Niveaudoelstellingen: 1. Hoogste niveau / Topmanagement: - Strategische beslissingen en doelstellingen. - Lange termijn beslissingen. 2. Middenkader niveau / Middenmanagement: - Tactische beslissingen en doelstellingen. - Middellange termijn beslissingen. 3. Uitvoerend niveau / Werkvloer: - Operationele beslissingen en doelstellingen. - Korte termijn beslissingen. 4 Voorbeelden van marketingdoelstellingen: 1. Behalen van een bepaalde afzet. 2. Vergroten van het marktaandeel. 3. Behalen van een bepaalde winst. 4. Verbeteren van het imago. Marketinginstrumenten / 4P s: - Bij de juiste combinatie van de 4P s (marketingmix) kunnen marketingdoelen gerealiseerd worden. 1. Prijs 2. Product 3. Plaats 4. Promotie Marktonderzoek: - Organisaties leren hiermee de wensen van de consument kennen, kent 2 soorten: 1. Deskresearch: - Gezeten achter t bureau verzamel je gegevens die je verwerkt tot bruikbare info. 2. Fieldresearch: https://www.scholieren.com/verslag/30061 Pagina 1 van 8

- Dan ga je het veld in: enquête, laboratorium, observatie Marktaandeel: - Zegt iets over de marktpositie van de onderneming. Berekening marktaandeel: 1. Afzet onderneming in bepaald gebied gedurende bepaalde periode x100% Totale afzet in een bepaald gebied gedurende een bepaalde periode 2. Omzet onderneming in bepaald gebied gedurende bepaalde periode x100% Totale omzet in een bepaald gebied gedurende een bepaalde periode Mogelijke marktposities: 1. Marktleider 2. Marktuitdager 3. Marktvolger 4. Marktmuis Marktsegmentatie: - De totale markt opsplitsen in min of meer homogene deelmarkten. - Elk marktsegment vraagt om een andere combinatie van de 4P s. Homogene deelmarkten: - Kopers reageren in n bepaald segment op dezelfde wijze op de 4P s. Marktsegmentatiestrategieën: 1. Ongedifferentieerde marketing: - 1 Product in 1 variant op de markt brengen. - Onderneming houdt geen rekening met de individuele voorkeuren van de koper. Voordeel: Hierdoor is massaproductie wel mogelijk dus minder kosten. Ndeel: Werkt pas goed bij weinig concurrentie en het een homogeen goed is. 2. Gedifferentieerde marketing: - 1 Product in meerdere varianten op de markt brengen. - Onderneming houdt wel rekening met de individuele voorkeuren van de koper. Nadeel: Hierdoor is massaproductie niet mogelijk dus er ontstaat leegloop. Werkt pas goed bij veel concurrentie en het een heterogeen goed is. 3. Geconcentreerde marketing: - Met 1 product richt je je op 1 klein marktsegment. - Onderneming houdt wel rekening met de individuele voorkeuren van de koper. Nadeel: Kost wat centen. Leegloop: - Doordat er meerdere varianten van een goed gemaakt worden staan zo nu en dan bepaalde machines stil omdat je moet omschakelen dus meer kosten. Niet-commerciële organisaties doen aan marketing voor: 1. Belangstelling te trekken voor hun doel bij hun doelgroepen. 2. Product van hun te verkopen aan hun doelgroepen. Materiële eigenschappen van een product: - Eigen eigenschappen + de toegevoegde eigenschappen door de producent. Immateriële eigenschappen van een product: https://www.scholieren.com/verslag/30061 Pagina 2 van 8

- De toegevoegde eigenschappen door de consument: status, imago, goede naam. Productmix: - Kenmerken van een product: 1. Kwaliteit: Deels meetbaar en deels objectief 2. Vormgeving: Rond, vierkant 3. Verpakking: Kent 3 functies: 1. Technische functie - Noodzaak, bescherming, vervoer 2. Commerciële functie 3. Communicatieve functie - Tekst, productinfo, datum. 4. Garantie en service 5. Assortiment 6. Merk 7. Imago Het merk kan bestaan uit: 1. Naam 2. Symbool 3. Teken / Logo Fabrikantenmerken: 1. Fabrikantennaam is verbonden aan het merk 2. Hiermee kan helaas geen onderscheid worden gemaakt van de concurrenten. 3. Er is onderscheid in soorten merken: 1. A-merken- Hoge prijs, op veel verkooppunten verkrijgbaar. 2. B-merken - Gemiddelde prijs, op minder verkooppunten verkrijgbaar. 3. C-merken - Goedkope prijs, op weinig verkooppunten verkrijgbaar. Huismerken: 1. Detaillisten-/winkeliernaam is verbonden aan het product. 2. Hiermee kan wel onderscheid worden gemaakt van de concurrenten. Paraplumerken: - Kan gebruikt worden door zowel fabrikantenmerken als huismerken. - Alle producten worden dan aangeboden onder 1 naam. Waarom maak je bij gereedschap wel gebruik van een paraplumerk en bij voedingsmiddelen niet? - Gereedschap: Kwaliteit wordt bepaald door technische eigenschappen. - Voedingsmiddelen: Kwaliteit is subjectief: vind de consument 1 product vies, dan zal alles van dat merk wel vies zijn. Private labels: - In opdracht van een ander brengt de fabrikant een product met een andere naam op de markt: huismerken Wat zijn de voordelen van het voeren van een fabrikantenmerk door de winkelier? 1. Fabrikant betaalt de reclame. 2. Fabrikant betaalt de garantie. 3. Het geeft de winkelier een goede naam. Wat zijn de voordelen van het voeren van een huismerk door de winkelier: https://www.scholieren.com/verslag/30061 Pagina 3 van 8

1. Klant krijgt binding met de winkel. 2. Meer winst op die producten. 3. Je kan er goed mee concurreren. 4. De naam van de winkel staat op de verpakking. De 5 fasen van n productiecyclus in de juiste volgorde worden puntsgewijs gekenmerkt: 1. Prijs 2. Product 3. Plaats / Distributie 4. Promotie 5. Conclusie: - Winst - Concurrentie 1. Introductiefase: 1. Hoogst 2. 1 Of beperkt productievariant aangeboden. 3. Distributieapparaat moet nog worden opgezet. 4. Hoogst 5. - Geen - Nauwelijks 2. Groeifase: 1. Daalt licht 2. Uitbreiding van productievarianten. 3. Verkoopplaatsen stijgt. 4. Daalt 5. - Stijgt - Stijgt sterk 3. Rijpheidsfase: 1. Daalt sterk 2. Uitbreiding van productievarianten. 3. Verkoopplaatsen blijft gelijk 4. Stijgt 5. - Stijgt licht - Stijgt 4. Verzadigingsfase: 1. Stabiel 2. Vooral productieverbeteringen 3. Verkoop via een nieuwe soort van verkopen. 4. Stijgt 5. - Daalt - Hoogst 5. Neergangsfase: 1. Stijgt 2. Veel uitbreidingen van productievarianten worden ingetrokken. https://www.scholieren.com/verslag/30061 Pagina 4 van 8

3. Verkoopplaasten daalt sterk 4. Weinig 5. - Daalt sterk - Daalt sterk Welke factoren beïnvloeden de duur van de levenscyclus en de omvang van de afzet? 1. Snelheid van de technische ontwikkeling 2. De concurrentie 3. Mate waarin het nieuwe product door de afnemers wordt geaccepteerd. 3 Strategieën om de verkoopprijs vast te stellen: 1. Kostengeoriënteerde methode: - Verkoopprijs = kosten + winst 2. Afnemersgeoriënteerde methode / Vraaggeoriënteerde methode: - Verkoopprijs = grote van de vraag 3. Concurrentiegeoriënteerde methode - Verkoopprijs = afhankelijk van de prijzen van de concurrenten. Vraaggeoriënteerde methode: - Heeft een onderneming de volgende mogelijkheden: 1. Penetratiepolitiek - Nieuw product op een bestaande markt. - Begint met een lage prijs om zo snel mogelijk een zo groot mogelijk marktaandeel te veroveren / stay-out pricing. - Later een hoge prijs wanneer het marktaandeel verovert is. Voordeel: Grootschalige productie dus kostenvoordelen. 2. Afroompolitiek: - Nieuw product op een nieuw of bestaande markt. - Inspelen op het koopgedrag van de consumenten. - Begint met een hoge prijs voor diegene die bereid zijn het dan toch al te kopen. - Steeds een lagere prijs wanneer de kopers van zo n fase afnemen. 3. Psychologische prijzen: - 9,95 klinkt veel meer goedkoper dan 10,03. 4. Prijskortingen: - 3 Halen 2 betalen. Hoe kun je afroompolitiek succesvol laten verlopen? 1. Het moet gaan om een nieuw product. 2. Het moet gaan om een duurzaam consumptiegoed. 3. Moeten voldoende kopers zijn in elke fase van het prijsbeleid. 4. Er is nog geen / weinig concurrentie. 5. Er moet sprake zijn van een bepaald koopgedrag van mensen. Hoe stellen niet-commerciële organisaties de prijs vast? - Ze kiezen uit 3 mogelijkheden: 1. Verkoopprijs gelijk stellen aan de kostprijs (kosten p.s.) - Er wordt geen verlies gemaakt. https://www.scholieren.com/verslag/30061 Pagina 5 van 8

2. verkoopprijs vaststellen beneden de kostprijs / niet-monetaire prijs. - Er wordt verlies gemaakt maar dat is acceptabel om het doel te bereiken Probleem: Geld dat de organisatie tekort komt moet ergens vandaan komen. 3. Producten gratis ter beschikking stellen. - Er wordt veel verlies gemaakt. Probleem: Zie 2 maar dan erger. Verschil tussen groothandel en kleinhandel: Groothandel: 1. Levert aan winkeliers/detaillisten, maar nooit aan de consument. 2. Houdt grote voorraden aan waardoor de kleinhandel dit minder hoeven te doen. 3. Door inkoop van grote hoeveelheden krijgt een groothandel korting waardoor zij weer hun prijs lager kunnen stellen. 4. Winkeliers kunnen vaak een krediet krijgen (leverancierskrediet). 5. Werken vaak regionaal. Kleinhandel: 1. Levert aan de consument 2. Maakt het voor de consument mogelijk kleine hoeveelheden op de juiste plek te kopen. 3. Voldoende parkeergelegenheid is belangrijk. Tussenschakels: - Producent interesseert goede tussenschakels voor de verkoop van zijn product: 1. Kredietverlening 2. Bijzondere aanbiedingen 3. Geven van cadeaus 4. Maken van reclame Distributiekanaal: - De weg die het product aflegt van producent naar consument. - Soms zijn er op die weg geen / weinig of veel tussenschakels waardoor men dus onderscheid maakt tussen directe- en indirecte distributie. Verschil tussen directe- en indirecte distributie: Directe distributie: - De goederen gaan rechtstreeks van producent naar afnemer, geen tussenschakels. Doel: Distributiekosten zo laag mogelijk te houden. VB: Internet kopen Indirecte distributie: - Tussen producent en consument zitten 1 of meer schakels. - Waar hangt het aantal tussenschakels vanaf? 1. Omzet die behaald kan worden. 2. Distributiekosten Indirecte kanaal: - Korte indirecte kanaal: Er is sprake van 1 tussenschakel - Lange indirecte kanaal: Er is sprake van meer dan 1 tussenschakels. Lange indirecte kanalen hebben nadelen: https://www.scholieren.com/verslag/30061 Pagina 6 van 8

1. Hoge distributiekosten 2. Hogere prijzen voor de consument. 3. Inzet voor het product is niet bij elke tussenschakel even groot. Keuze bij de distributie van goederen: 1. Pushstrategie: - Producent probeert tussenschakels over te halen om zijn product in hun assortiment op te nemen. 2. Pullstrategie: - Producent probeert de consument te overtuigen van zijn product waardoor de consument het product gaat vragen in de winkel. De winkelier moet het dan wel opnemen in zijn assortiment. Nadeel: Veel geld kwijt aan promotie. Promotie: - Alle vormen van commerciële en niet-commerciële communicatie tussen aanbieder en afnemer. - Veel organisaties doen aan promotie d.m.v. het instrument persoonlijke verkoop - wordt uitgevoerd door vertegenwoordigers. Voordeel persoonlijke verkoop: 1. Je kan persoonlijk inspelen op de wensen van de klant. 2. Er is een betere discussie mogelijk over de eigenschappen van het product. 3. Terugkoppeling naar de onderneming toe van informatie gaat veel beter. 4. Je kan de klant beter overtuigen. Welke voordelen heeft massacommunicatie ten opzichte van persoonlijke verkoop? 1. Goedkoper per bereikte afnemer. 2. Je kan veel meer personen in 1 keer bereiken. 3. Gaat veel sneller. Taken van vertegenwoordigers: 1. Contact onderhouden met afnemers. 2. Verstrekken van informatie aan afnemers. 3. Serviceverlening 4. Informatie verzamelen voor eigen onderneming. Verschil tussen individuele reclame en collectieve reclame: Individuele reclame: - Fabrikant maakt reclame voor zijn eigen product. Collectieve reclame: - Fabrikanten maken gezamenlijk reclame voor hun goed / dienst. Verschil tussen themareclame en actiereclame: Themareclame: 1. Gericht op het kweken en onderhouden van merkbekendheid. 2. Gericht op de lange termijn. 3. Gericht op de verbetering van het imago van het product. Actiereclame: 1. Gericht op de korte termijn. 2. Gericht op het stimuleren van de verkoop van een bepaald product. 4 Vormen van communicatiemiddelen: https://www.scholieren.com/verslag/30061 Pagina 7 van 8

1. Visuele: (TV, Youtube, Papier) 2. Audio: (Combinatie van beeld en geluid) 3. Multimedia: (Combineer je meerdere media) 4. Interactieve: (Dan betrek je de afnemer in het communicatieproces) Stakeholders: - Alle belanghebbende met wie de onderneming rekening moet houden. Public-Relations: Doel: Beïnvloeden van personen van wie de mening over de onderneming van belang kan zijn. - Gericht op het verbeteren van het imago van de onderneming en op het wegnemen van bepaalde vooroordelen bij het publiek. - Kan gedaan worden via: 1. Advertentie 2. Free-publicity 3. Open dagen 4. Campagne 5. Internet Hoe bepaal je het medium? 1. Wat is je doelgroep? 2. Wat zijn de kosten van het medium? 3. Wat is de aard van het product? Sociale marketing: - Gericht op het welzijn van de consument en minder op de welvaart van de consument: ideële reclame. Non-profit organisaties: - Kent de volgende marketing: 1. Conversie marketing; - Probeert de negatieve houding van afnemers om te buigen tot een positieve. 2. Demarketing: - Probeert de vraag naar een product / dienst af te remmen. 3. Contramarketing: - Probeert ongewenst gedrag te verminderen of te laten verdwijnen. VB. 18.3 VB. 19.4 https://www.scholieren.com/verslag/30061 Pagina 8 van 8