Een praktijkgerichte benadering van Organisatie & Management. Docentenhandleiding



Vergelijkbare documenten
Verantwoording bij de zevende druk V Over de auteurs VII Inleiding 1

Bedrijfskunde (BDKVPAVF03) Les 1: introductie

Luc Aelen Pascal de Bruijn Dennis Dierx Sven Drissen Jorn Lutters Mark Peggen

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s

H2 Omgevingsinvloeden. organisaties staan in wisselwerking met de omgeving

Hoofdstuk 4 De marketing- omgeving

Organisatie en Management

Saxionstudent.nl Blok1

Oefenvragen Ondernemerskunde A - Businessplan & strategie

MVO-Control Panel. Instrumenten voor integraal MVO-management. Extern MVO-management. MVO-management, duurzaamheid en duurzame communicatie

Hoofdstuk 8 Besturing. m.u.v , 8.2.7, 8.5

Zelfdiagnostische vragenlijst verandercompetenties

Een marketingplan in twaalf stappen

STRATAEGOS CONSULTING

. Winstgevendheid door wenbaarheid. Wendbare organisaties bieden zekerheid voor de toekomst. 24 april 2012

UIT de arbeidsmarkt

3.2 De omvang van de werkgelegenheid

Hoofdstuk 1: Introducing strategy

DE AFDELING STRATEGIE MANAGEMENT VAN STRATEGIE NAAR EXECUTIE STRATAEGOS.COM

Paragraaf 2 De hedendaagse arbeids samenleving 2.1 wat is een arbeids samenleving?

The digital transformation executive study

Vakantiegedrag. Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van jou verwacht? Factoren die van invloed zijn op vakantiegedrag. Wat is vakantiegedrag?

Werkstuk Economie marketing

QUINN-MODEL. CompetenZa

WERKEN MET FREELANCERS IN JOUW ORGANISATIE?

ORGANISATIEDISSONANTIE

STRATEGIE IMPLEMENTATIE SUCCESFACTOREN

Ontwikkel missie, visie, doelstellingen, waarden en normen

Duurzame Ontwikkeling

Welkom. 2014: Innovatiekracht

MVO-Control Panel. Instrumenten voor integraal MVO-management. MVO en reorganisatie. Een model voor verantwoorde en succesvolle reorganisatie

L E A D E R S H I P G A M E. Train de trainer trailer

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ORGANISATIE & MANAGEMENT DINSDAG 8 MAART UUR. SPD Bedrijfsadministratie B / 6

Optimaal benutten, ontwikkelen en binden van aanwezig talent

Gids voor werknemers. Rexel, Building the future together

Uitwerkingen examen saunacentrum De Badhoeve

PORTERS VIJFKRACHTENMODEL

Praktijkboek Strategie Bruggen bouwen naar de toekomst Aimé Heene

Preview. What will. you do. to change. the world. today? Havo/VWO

Arnold Monshouwer. Business Club Bernisse

ICT-strategie Examennummer: Datum: 8 februari 2014 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur

Leergang Leiderschap voor Professionals

Het maken van een duurzaamheidsbeleid

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 5, Marketingbeleid

Duurzaam Inkopen in onderwijs. Betty de Keizer De Keizer Kennismakelaar

Waardecreatie op scherp

Strategische zelfanalyse

Wat is maatschappelijk verantwoord ondernemen?

NIMA B EXAMEN BUSINESS MARKETING ONDERDEEL B JANUARI 2016 VRAGEN EN ANTWOORDINDICATIES NIMA B BUSINESS MARKETING ONDERDEEL 1 (CASE)

ICT als aanjager van de onderwijstransformatie

Inhoud. Deel 1 Wat is een bedrijf? 17. Inleiding 14

Verkopen van Inkoop. Hoe bereik en betrek ik de interne klant uit het primaire proces?

Inleiding. Morgen. Whitepaper: Betrokkenheid in bedrijf

HOOFDSTUK 14: MERKEN BEHEREN OVER GEOGRAFISCHE GRENZEN EN MARKTSEGMENTEN

Hoe de strijd tussen Marketing en Verkoop oplossen?

1 Inleiding. 1.1 De thematiek

De toekomst van consultancy

Bedrijven die investeren in sociale innovatie hebben minder last van de crisis

GRIP OP MEER MET MINDER AMC SEMINAR AMSTERDAM 28 oktober 2010

The Netherlands of

De visie en doelen van de ondernemingsraad.

Expert groep PME / KMO Hoe een goede strategie ontwikkelen? Op een eenvoudige, andere en efficiënte manier

Naar de kern. Thema 1: De kern van het ondernemen ...

Nameting Scan Mijn Bedrijf

Een praktijkgerichte benadering van Organisatie en Management. Hoofdstuk 3 Strategisch management

Wat verwachten werkgevers van het onderwijs als het gaat om duurzaamheid?

Internationale Marketing H4. Week 1 1. Executive summary 2. Inhoudsopgave 3. Inleiding en achtergrond 4. Externe analyse

De leergang LHBM start bij voldoende belangstelling (minimaal acht deelnemers). Het streven is de leergang minimaal één maal per jaar te houden.

PESTLE. Gebruik van de tool Template Voorbeeld

Dwarsdwarsdwars hhhhhhhhhhhhhhh

Indexcijfer productie= indexcijfer werkgelegenheid x indexcijfer arbeidsproductiviteit 100

klaar voor een nieuwe toekomst

Leiderschap in Turbulente Tijden

Lever ook het kladpapier na afloop van het examen in bij de toezichthouder. Dit wordt vernietigd en niet meegenomen in de beoordeling.

Het Management Skills Assessment Instrument (MSAI)

Partner van duurzaamheid Duurzaamheidsbeleid Lensing Food B.V. Ruud Harmsen

Suriname: een potentiële outsourcing

Modern Leidinggeven. Nederlandse Vereniging voor biomedisch Laboratoriummedewerkers. Martine Ferment 17 april 2013 Veldhoven

Hoe schrijf je een invloedrijk advies? Of: zorg je ervoor dat de bestuurder luistert?

Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present)

sociale innovatie in de creatieve industrie onderzoek Beeld: Netwerk6

Senior communicatieadviseur

Eindexamen maatschappijleer vwo 2003-II

Introductie. Figuur 1 De actie van Coca Cola

De kritische consument

Goede tijden, slechte tijden. Soms zit het mee, soms zit het tegen

Het Vijfkrachtenmodel van Porter

Interview Alex Wynaendts, Aegon. Tekst: Martin Voorn. Kop

Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen

DEEL 1: DE CONTEXT VAN PUBLIC RELATIONS Hoofdstuk 2. Management en organisatie van public relations

Case: Bos Snoep bv (100 punten) ICT-strategie en -organisatie, hfdst. 2.3, p. 29

Werken in de 21 e eeuw

Habilis Executive Search. Productie en Techniek

ALGEMENE ECONOMIE /03

Heeft u zicht op de toekomst?!

STRATEGISCH BELEID EFFICIËNT EN ZICHTBAAR NAAR EEN CENTRUM VOOR REVALIDATIE

U heeft zojuist een voorbeeld ondernemingsplan gedownload vanuit MKB Bankadvies. Wij wensen u veel succes. Vragen?...info@mkbbankadvies.

EFQM model theoretisch kader

Managementondersteuning in de 21ste eeuw. Marianne Sturman, oprichter van Moneypenny

Transcriptie:

Een praktijkgerichte benadering van Organisatie & Management Docentenhandleiding

Woord vooraf Deze docentenhandleiding hoort bij de methode Een praktijkgerichte benadering van Organisatie en Management. Deze methode bestaat uit: een theorieboek, waarin een overzicht wordt gegeven van het vakgebied en de belangrijkste begrippen die gehanteerd worden en waarin een relatie gelegd wordt tussen theorie en praktijk een werkboek; aan de hand van verschillende soorten vragen en opdrachten die een praktijkgericht karakter hebben en die het interactief leren stimuleren, wordt de relatie tussen theorie en praktijk die in het theorieboek is gelegd verder uitgewerkt een website (www.organisatie-management.noordhoff.nl) met allerlei soorten vragen en opdrachten, waarbij de gebruiker uitgenodigd wordt tot probleemgericht en computerondersteund leren. Het werkboek en de website kunnen naast elkaar gebruikt worden en vullen elkaar aan een docentenhandleiding waarin u de volgende onderwerpen aantreft: de gebruiksmogelijkheden van de methode de uitwerkingen van alle opgaven en opdrachten. De uitwerkingen van de praktijkopdrachten, minicases en Praktijkcases zijn bedoeld als voorbeelduitwerkingen, er zijn meestal meerdere antwoordvarianten op de vragen mogelijk. Wij hopen dat deze docentenhandleiding zal bijdragen aan een optimale toepassing van de methode in het onderwijs. Wij zouden het zeer op prijs stellen van u opmerkingen, suggesties en kritieken te ontvangen, zodat wij deze in de volgende druk kunnen verwerken. Voorjaar 2012 Nick van Dam Jos Marcus Edwin Huijsman 2 Een praktijkgerichte benadering van Organisatie & Management

Inhoud Woord vooraf Gebruiksmogelijkheden van de methode 1 Denken over organisatie en management Theorievragen Praktijkopdracht Praktijkcase: Ahold: organisatie-onderzoek Minicase: Taylorisme versus eigen initiatief Hoofdstukcase: Zelfs het meest voortreffelijke bedrijf kan falen Vaardigheidscase: Organiseren Deel A Omgeving en Organisatie Specifieke case deel A: Vier tijdperken strategisch management bij Nike 2 Omgevingsinvloeden Theorievragen Praktijkopdracht Praktijkcase: International Food services: Internationalisering Minicase 1: Werken op de zaak, thuis of toch in het café? Minicase 2: Vetzucht in VS is kostenpost en groei-industrie Minicase 3: Weekendje Rome wordt weekendje Ameland Minicase 4: Global China Business Meeting: met Chinese ondernemers in hetzelfde schuitje Minicase 5: Onzekere wolkenkrabbers in Dubai Hoofdstukcase: Studeren bij Starbucks Vaardigheidscase: Omgevingsanalyse 3 Strategisch management Theorievragen Praktijkopdracht Praktijkcase: Van Klaveren bankiers: Onderzoek Minicase 1: BinckBank ziet in Italië vierde thuismarkt Minicase 2: Groeispurt Minicase 3: Telefoongids stapt in websites Minicase 4: Provimi verkoopt ook zijn divisie voor hondenvoer Minicase 5: AkzoNobel investeert een kwart meer in China Minicase 6: Bolmeyer BV Hoofdstukcase: Philips steviger op drie poten dan op één Vaardigheidscase: Doelen stellen 4 Samenwerking Theorievragen Praktijkopdracht Praktijkcase: Air Amsterdam: motieven voor samenwerking Minicase 1: Vliegwinkel en Cheap-Tickets gaan fuseren Minicase 2: Heineken koopt in Nigeria Minicase 3: TomTom: zelfstandig groeien is uitgangspunt Minicase 4: Outsourcing Minicase 5: Kabelmaker Draka blijft definitief in Europese handen Minicase 6: AH aast op tweehonderd winkels in België Hoofdstukcase: Nokia stapt over op Windows Phone 7 Docentenhandleiding 3

Vaardigheidscase: Onderhandelen Integrale case: Copyfix BV, deel A Integrale opdracht: Triodos Bank Deel B Mensen en Organisatie Specifieke case deel B: Het geheim van TomTom 5 Individu en groepen Theorievragen Praktijkopdrachten Praktijkcase: Conflict & kernkwadranten Minicase 1: Stress bij Karin en Nick Minicase 2: Motivatieproblemen bij Nuliver Minicase 3: Ons avontuur in de ruimte (door Richard Branson, oprichter Virgin Group) Hoofdstukcase: Hoe krijgen we de juiste mensen op de juiste plek? Vaardigheidscase 1: Omgaan met stress Vaardigheidscase 2: Ontwikkelen van succesvolle teams 6 Management Theorievragen Praktijkopdrachten Praktijkcase: Samenvatting van je lezing Minicase 1: Diversiteit Minicase 2: John Kotter over Leiderschap Hoofdstukcase: 'De manager is ook maar een mens' (Rudy Kor, organisatieadviseur en auteur) Vaardigheidscase: Feedback geven 7 Besluitvorming Theorievragen Praktijkopdrachten Praktijkcase: Vergadertroubles Minicase 1: Automobielindustrie in het slop Minicase 2: GHEA Minicase 3: Nieuwe vormen van organiseren Hoofdstukcase: Overnamegesprekken farmaciebedrijf Organon mislukt Vaardigheidscase: Creatieve besluitvorming Integrale case: Copyfix BV, deel B Integrale opdracht: Triodos Bank Deel C Structuur en Organisatie Specifieke case deel C: De grootste webshop van het land 8 Besturing Theorievragen Praktijkopdrachten Praktijkcase: Bedrijfsprocessen een toegevoegde waarde Minicase 1: Banken verdedigen in Tweede Kamer hoge bonussen Minicase 2: Hoe belangrijk is Corporate Social Responsibility Minicase 3: Zara zegeviert met omgekeerd bedrijfsmodel Minicase 4: Kosten-batenanalyse diefstalpreventie Minicase 5: Groot gat slecht voor motivatie Minicase 6: Requiem voor de raad van commissarissen Minicase 7: Aandelen populair bij raad van commissarissen Hoofdstukcase: KPMG, cutting through complexity Vaardigheidscase: Time management 4 Een praktijkgerichte benadering van Organisatie & Management

9 Structurering Theorievragen Praktijkopdracht Praktijkcase: Logica: organisatiestructuren en besturingsvarianten Minicase 1: Organisatiestructuur ING Group Minicase 2: Organisatiestructuur Koninklijke Ahold Minicase 3: Oxwam Minicase 4: De Amsterdamse Groothandels Unie Hoofdstukcase 1: HayGroup en TelecityGroup, maak een vergelijking Hoofdstukcase 2: Wat wil de generatie Einstein? Vaardigheidscase: Verwerven van macht 10 Organisatie in ontwikkeling Theorievragen Praktijkopdrachten Praktijkcase: Hogeschool INHolland: cultuurkenmerken Minicase 1: Onnodige hiërarchie verdwijnt: 'plat is prachtig' Minicase 2: Lima BV Minicase 3: Cultuur financiële instellingen werkt gokverslaving handelaren in de hand Minicase 4: De altijd lerende organisatie Hoofdstukcase: 'Als de consultancymethode ooit de moeite waard was, dan is het nu wel' Vaardigheidscase: Omgaan met veranderingen Integrale case: Copyfix BV, deel C Integrale opdracht: Triodos Bank Combicases HRM instrumenten en organisatieontwikkeling Reorganisatieadvies Staalbouw BV Continu verbeteren, meten is weten Docentenhandleiding 5

Gebruiksmogelijkheden van de methode De manier waarop de methode Een praktijkgerichte benadering van Organisatie en Management wordt gebruikt, is afhankelijk van de volgende factoren. Het belang van het vak binnen de studierichting Organisatie en Management kan een hoofdvak of een ondersteunend vak zijn binnen de studierichting. De nadruk kan liggen op het opdoen van kennis en begrip, het blijk geven van inzicht in de theorie of het kunnen toepassen ervan. Verder is het van belang te weten of het vak met deze methode wordt afgesloten, of dat er nog een verdieping komt in andere blokken. Het aantal contacturen voor hoor- en werkcolleges De docent dient rekening te houden met de verdeling tussen hoor- en werkcolleges. Verder moet worden bepaald wat er tijdens de hoor- en werkcolleges wordt gedaan. Gaat het om een summiere of een uitgebreide behandeling van de theorie? Hebben studenten in werkcolleges de gelegenheid om opgaven uit het werkboek te maken en delen uit de reader te lezen? Het beginniveau van de studenten Er kan gedifferentieerd worden naar studierichtingen in het hoger beroepsonderwijs en in het wetenschappelijk onderwijs. Verder dient de docent rekening te houden met de aanleg van de studenten voor kwalitatieve of kwantitatieve vakken in hun studie. Ten slotte kan het een rol spelen of er wordt gedoceerd aan voltijd- of deeltijdstudenten. De laatste groep beschikt veelal over werkervaring, waardoor de relatie tussen theorie en praktijk makkelijker kan worden gelegd. Het gekozen onderwijsmodel Bij de meeste onderwijsinstellingen worden voor het vak twee contacturen per week ingeruimd, afwisselend voor hoor- en werkcolleges. Er kan een onderscheid worden gemaakt tussen de volgende onderwijsmodellen. Aantal perioden Aantal weken Aantal contacturen per week Semestermodel 2 14 2 56 Trimestermodel 3 9 2 54 Kwartaalmodel 4 7 2 56 Totaal Uit dit overzicht blijkt dat het aantal contacturen op jaarbasis in alle drie de vormen ongeveer hetzelfde is. Het gebruik van additioneel lesmateriaal Naast deze methode kan ook gebruik worden gemaakt van reeds aanwezig lesmateriaal, zoals: syllabi extra opgaven en cases film- en videomateriaal ondersteunende (aanbevolen) literatuur examentraining. Het gebruik van de verschillende onderdelen van de methode Mede afhankelijk van de vorige genoemde factoren, kan gekozen worden voor de volgende gebruiksmogelijkheden van de methode, met een advies voor het aantal contacturen. Bij het opstellen van de tabel is uitgegaan van 26 effectieve collegeweken per jaar. Rekening houdend met de verplichte feestdagen en het gekozen onderwijssysteem semester, trimester, kwartaal kan het aantal effectieve collegeweken wellicht iets hoger liggen. 6 Een praktijkgerichte benadering van Organisatie & Management

Onderdeel van de methode Aantal contacturen 1 Theorieboek 26 39 2 Theorieboek en werkboek 39 52 3 Theorieboek, werkboek en additioneel lesmateriaal 52 78 Toelichting op het aantal contacturen 1 26 weken van 1 of 1,5 contactuur of 13 weken van 2 of 3 contacturen 2 26 weken van 1,5 of 2 contacturen of 13 weken van 3 of 4 contacturen 3 26 weken van 2 of 3 contacturen of 39 weken van 2 contacturen Docentenhandleiding 7

1 Denken over organisatie en management Stellingen en meerkeuzevragen 1 juist 17 juist 33 onjuist 2 onjuist 18 juist 34 onjuist 3 juist 19 onjuist 35 onjuist 4 onjuist 20 juist 36 A 5 juist 21 onjuist 37 C 6 juist 22 juist 38 A 7 juist 23 juist 39 B 8 onjuist 24 onjuist 40 A 9 onjuist 25 juist 10 onjuist 26 juist 11 onjuist 27 onjuist 12 juist 28 juist 13 juist 29 juist 14 onjuist 30 juist 15 onjuist 31 juist 16 onjuist 32 juist Theorievragen 1 Een medewerker heeft 'problemen' en kan de productiviteitsnormen niet halen. Beschrijf hoe een manager dit zou aanpakken vanuit de volgende ideeën: a Scientific Management Binnen deze denkrichting wordt vooral aan de meer 'technische' aspecten van werkzaamheden aandacht gegeven. Aandachtspunten zijn: het analyseren van de werkzaamheden van de medewerker, ook in relatie met andere medewerkers het analyseren van de taakverdeling binnen de afdeling waar de werkzaamheden plaatsvinden de selectie van de persoon. b Human Relations Gedacht kan worden aan de sociale verhoudingen binnen de afdeling waar de werkzaamheden plaatsvinden. Gekeken kan worden naar bijvoorbeeld de volgende aspecten: Is er voldoende aandacht voor het individu binnen de afdeling? Draagt de medewerker voldoende verantwoordelijkheid voor zijn werkzaamheden? Heeft de medewerker voldoende vrijheid bij het uitvoeren van zijn werkzaamheden? c Het revisionisme Deze stroming heeft de rationeel gerichte benadering van Scientific Management en de sociaal gerichte benadering van Human Relations gecombineerd. De manager zal dan ook aspecten van de antwoorden a en b nemen en ze in onderling verband brengen. Speciale aandacht zal worden besteed aan de motivatie van mensen en de wijze waarop mensen in een organisatie samenwerken. 8 Een praktijkgerichte benadering van Organisatie & Management

2 Geef een verklaring voor de toename van het aantal multinationale bedrijven van ongeveer 3.000 aan het begin van de 20e eeuw tot ongeveer 63.000 aan het eind van de 21e eeuw. Er is een aantal redenen voor de toename van het aantal multinationale bedrijven van het begin van de 20e eeuw tot het eind van de 21e eeuw te weten: De nationale overheden verloren macht en invloed. Technologische ontwikkelingen hebben ervoor gezorgd dat afstanden werden verkort en communicatie werd geoptimaliseerd. Meer knowhow kwam beschikbaar over verschillende markten en afnemersgroepen. Ondernemingen konden sneller inspelen op mondiale ontwikkelingen door het beschikbaar maken van financiële middelen voor investeringen, het openen van kantoren en fabrieken in verschillende landen, het aantrekken van werknemers enzovoort. 3 Organisatiekunde heeft als wetenschap een tweezijdig karakter. Leg uit wat dit betekent. Dit tweezijdig karakter bestaat uit: Een descriptief aspect: beschrijving van het gedrag van organisaties met de motieven en gevolgen. Een prescriptief aspect: advies over te volgen handelwijze en organisatie-inrichtingen. 4 'Binnen een sterk technologisch georiënteerde organisatie vindt men meer elementen terug van Scientific Management dan in een dienstverlenende organisatie.' Geef, beargumenteerd, je oordeel over deze stelling. Scientific Management dateert uit het begin van de twintigste eeuw. In die tijd maakte de industrie een grote bloei door. De industriële ontwikkeling stond centraal. Het bestuur en beheer van productieafdelingen verbeterden hierdoor aanzienlijk. Daarom wordt Scientific Management dan ook sterk gekoppeld aan technologisch georiënteerde organisaties. Daarentegen bestaan ook dienstverlenende organisaties uit processen, die zo efficiënt en effectief mogelijk moeten verlopen. Elementen van Scientific Management vinden we dus net zo goed terug in deze organisaties. 5 'Een organisatie die volgens het bureaucratisch model is opgebouwd heeft per definitie kenmerken als starheid, gebrek aan initiatief en creativiteit.' Geef je oordeel over deze stelling. Beargumenteer je antwoord. Een bureaucratische organisatie is een organisatie waar iedereen rationeel dient te functioneren, op vast omschreven wijze en waar alle processen volgens strikte regels dienen te geschieden. Bureaucratie is een manier (een denkmodel) waarlangs een organisatie is opgezet. Het is een manier van organiseren om bestuurlijke doelen zo goed mogelijk te realiseren. In het normale spraakgebruik heeft bureaucratie echter een andere betekenis. 6 Maslow onderscheidt een aantal behoeftecategorieën. Ga na om welke reden de studenten van je groep de opleiding volgen en plaats ze vervolgens in de behoeftepiramide. Een opleiding kan men om verschillende redenen volgen. Te denken valt aan: fysiologische behoefte: door het volgen van een opleiding krijgt men de beschikking over een beurs; hiermee kan men in het levensonderhoud voorzien zekerheid: door het volgen van een opleiding wordt een baan behouden c.q. verkregen acceptatie: omdat familieleden en/of kennissen dat ook doen erkenning: om een hogere functie te verkrijgen zelfontplooiing: uit persoonlijke belangstelling. Docentenhandleiding 9

7 Frederick Taylor en zijn ideeën (Scientific Management) staan tegenwoordig weer in de belangstelling. Welke verklaring kun je hiervoor geven? Frederick Taylor heeft zich vooral beziggehouden met een systematische, samenhangende bedrijfskundige benadering voor de wijze waarop de productie zou moeten worden georganiseerd. Zijn ideeën staan tegenwoordig weer in de belangstelling omdat de organisatie van productie momenteel in organisaties veel aandacht krijgt. Een oorzaak is de scherpe concurrentie op wereldniveau. Door de productie op bepaalde manieren te organiseren, kunnen concurrentievoordelen ontstaan. Anders gezegd: door bedrijfsprocessen ontstaat 'toegevoegde waarde'. Veel organisaties gaan samenwerkingsverbanden aan om schaalvoordelen in de productie te behalen. Een ander voorbeeld is de robotisering en de flexibiliteit die daardoor ontstaat bij het inzetten van productiecapaciteit. Voorbeelden van hedendaagse persoonlijkheden die zich met de organisatie van de productie bezighouden, zijn Michael Porter en Michael Hammer. 8 Geef aan wat er bedoeld wordt met de volgende zinsnede: 'Porter komt steeds vaker tot de conclusie dat uiteindelijk de omgeving van de organisatie de oorsprong is van duurzaam concurrentievoordeel'. Porter komt steeds vaker tot de conclusie dat uiteindelijk de omgeving van de organisatie de oorsprong is van duurzaam concurrentievoordeel, omdat uit onderzoek blijkt dat succesfactoren van ondernemingen vooral gecreëerd worden door een land of regio en niet zozeer door interne factoren. Een voorbeeld hiervan is het loonkostenniveau in bepaalde landen, waarop concurrentievoordelen van organisaties zijn gebaseerd. 9 Welke organisatietheorie denk je dat vooral is toegepast in de volgende organisaties en licht je antwoord toe. a Google Google is een kennisgerichte organisatie met hoogopgeleide en zeer getalenteerde medewerkers. Sleutelbegrippen voor deze organisatie zijn: innovatie, zelfsturend, ontplooiing van talent, technologie en research. Organisatietheorieën die een belangrijke rol spelen zijn gebaseerd op de human-relationsbeweging waarbij er veel nadruk ligt op de mens. b Dupont Dupont is een chemisch concern en een van de oudste multinationals. Sleutelbegrippen zijn: productiebedrijf, research en innovatie, veiligheid, voldoen aan wet en regelgeving, internationaal. Organisatietheorieën die een belangrijke rol spelen zijn gebaseerd op een combinatie van Scientific Management en General Management. c ING ING is een professionele, financiële dienstverlener. Werknemers met middelbare (beroeps)opleidingen tot en met academisch geschoolden. Sleutelbegrippen zijn: klantgerichtheid, innovatie van diensten, voldoen aan wet en regelgeving, internationaal. Organisatietheorieën die een belangrijke rol spelen zijn gebaseerd op de humanrelationsbeweging. Daarnaast worden in dit type organisatie ook elementen teruggevonden van de bureaucratie theorie van Weber. 10 Geef aan wat het verband is tussen Michael Hammers theorie van het herstructureren van bedrijfsprocessen en de theorie van 'de toegevoegde waarde' van Porter. Bij beide theorieën gaat het erom concurrentievoordelen te behalen in markten. Zowel bij Michael Hammer en Michael Porter spelen daarbij de bedrijfsprocessen een cruciale rol. Door het op een bepaalde manier organiseren van bedrijfsprocessen ontstaat een 'toegevoegde waarde' voor afnemers. 10 Een praktijkgerichte benadering van Organisatie & Management

11 Max Weber heeft door middel van het 'ideaaltype bureaucratie' een organisatie beschreven die volgens hem het meest doelmatig is. Michael Hammer verkondigt echter een mening die daar recht tegenover staat. Verklaar hoe beide personen tot hun mening zijn gekomen en geef aan welke rol de omgeving van de organisatie daarin gespeeld heeft. Max Weber en zijn 'ideaaltype bureaucratie': een organisatievorm die volgens hem het meest doelmatig is; dit komt omdat ieder mens in een dergelijke organisatie rationeel functioneert en een radertje in een goed geoliede machine is. Deze organisatie kan alleen 'ideaal' functioneren in een stabiele omgeving. Een stabiele omgeving wordt gekenmerkt door voorspelbaarheid en continuïteit. Michael Hammer verkondigt het tegenovergestelde omdat organisaties momenteel in een zeer veranderlijke omgeving (turbulent) opereren. Organisaties worden geconfronteerd met snelle technologische ontwikkelingen en moeten beschikken over een hoge mate van flexibiliteit om te kunnen overleven. Hierdoor is het niet mogelijk om organisaties te structureren langs de weg van bureaucratie. Organisaties dienen procesgericht te werken. 12 Wat houdt volgens Drucker de kennisrevolutie in? Wat stelde Drucker voor om tot een productiviteitsstijging te komen? In het verleden waren werkten grote aantallen mensen in landbouw en industrie. De kennisrevolutie houdt in dat er een verschuiving heeft plaatsgevonden van traditionele industrieën naar kennisindustrieën. Ongeveer 75% van de mensen kan als 'kenniswerker' worden aangemerkt. De arbeidsproductiviteit van de kenniswerker kan worden verhoogd door: activiteiten te schrappen die niet bijdragen tot waardevermeerdering van de onderneming het analyseren en opnieuw structuren van werk het uitbesteden van dienstverlenend werk buiten de organisatie het formeren van teams die goed passen bij bepaald type werk. 13 Intel heeft bekendgemaakt zich te gaan richten op de verkoop van pc's aan 'the next 2 billion consumers'. a Welke managementgoeroe ziet veel mogelijkheden voor bedrijven om zich te richten op ontwikkelingslanden? C.K. Prahalad. b Wat zou Intel kunnen doen om door te breken in deze markt? Intel zou producten kunnen ontwerpen die binnen het bereik zijn van mensen met lagere inkomens. Een voorbeeld hiervan is de Intel Classmate PC waarmee scholen in de derde wereld van goedkopere pc's kunnen worden voorzien. 14 Jim Collins heeft een aantal principes geformuleerd die succesvolle bedrijven onderscheid van de concurrentie. Geef een voorbeeld van de toepassing van een van deze principes bij: a KLM-Air France Technologie: KLM - Air France maakt zeer intensief gebruik van internet voor marketing, verkoop, customer service en inkoop. b Cisco Cultuur van discipline: werknemers van Cisco hebben persoonlijke doelstellingen en er is een sterke discipline om deze doelstellingen te realiseren. Verder is een grote 'drive' voor innovatie en wordt intern ondernemerschap gestimuleerd. Docentenhandleiding 11

15 Wat zijn volgens Gary Hamel de belangrijkste redenen voor het moeten vernieuwen van de managementprincipes? De belangrijkste redenen voor het vernieuwen van de managementprincipes zijn: noodzaak voor innovatie de kenniseconomie stelt nieuwe eisen het aantrekken en behouden van talent. 16 Wat zijn de voordelen voor werknemers van de celstructuur die door Eckart Wintzen was toegepast bij het voormalige BSO? De voordelen zijn: je kent alle werknemers van een cel een grote mate van zelfstandigheid veel mogelijkheden voor het nemen van initiatieven iedereen is klant- en resultaatgericht geen bureaucratie korte rapportagelijnen. Praktijkopdracht a De klas wordt verdeeld in vier subgroepen: die van Taylor en het Scientific Management, die van Likert en het revisionisme, die van Mintzberg en een groep die de jury is. b Elke groep bestudeert de ideeën van de drie stromingen. c Onder het toeziend oog van de jury wordt er een discussie gehouden tussen de vertegenwoordigers van de drie stromingen. d De discussie begint ermee dat elke groep de belangrijkste standpunten van zijn stroming formuleert. Vervolgens probeert de groep de andere groepen van haar gelijk te overtuigen, eventueel met behulp van praktijkvoorbeelden. e De jury wijst, na rijp beraad, de winnaar aan. Bij het beoordelen van de opdracht kan naar de volgende aspecten worden gekeken: Van belang is dat de student bij het uitvoeren van de opdracht de theorie verwerkt uit het theorieboek en eventueel ander materiaal. Deze opdracht beslaat de volgende delen van hoofdstuk 1: Frederick Taylor en het Scientific Management (paragraaf 1.6) Rensis Likert en het revisionisme (paragraaf 1.10) Henry Mintzberg (paragraaf 1.13). Ook van belang is hoe de student het een en ander beargumenteert en motiveert. Tevens van belang is hoe de student in de discussies participeert. De opdracht moet kort en bondig worden uitgewerkt. De jury kan bestaan uit een combinatie van docenten en studenten. Praktijkcase: Ahold: organisatieonderzoek Deze Praktijkcase heeft betrekking op de managementprincipes voor bedrijfsvoering die Tom Peters heeft geformuleerd. De managementprincipes zijn geformuleerd in zijn boek In Search of Excellence. Tom Peters wordt in paragraaf 1.13 behandeld. Informatiebronnen bij deze Praktijkcase zijn: Jaarverslag Ahold of website (www.ahold.nl) In Search of excellence van Tom Peters of website (www.tompeters.com) Zie website onder bedrijfsprofielen 12 Een praktijkgerichte benadering van Organisatie & Management

Minicase: Taylorisme versus eigen initiatief Vraag Zijn Taylorisme en handelingsvrijheid wel zo tegenstrijdig van karakter? Werkzaamheden dienen zo goed mogelijk op elkaar te worden afgestemd om de gestelde doelen te realiseren. Hiervoor zijn nauwkeurig opgezette processen en procedures nodig. De mensen werken binnen dit afgesproken kader. Hier vinden we veel aspecten van Scientific Management terug. Tegelijkertijd is het niet mogelijk alle situaties die zich kunnen voordoen, in processen en procedures te regelen. Unieke situaties vragen om unieke oplossingen. Een zekere handelingsvrijheid en eigen initiatief zijn noodzakelijk om deze situaties tot een goed einde te brengen. Taylorisme, handelingsvrijheid en eigen initiatief zijn dus geenszins tegenstrijdig, maar eerder aanvullend. Hoofdstukcase: 'Zelfs het meest voortreffelijke bedrijf kan falen' Vragen 1 Wat zijn recente bekende grote bedrijven die in de problemen zijn gekomen zoals Collins beschrijft in zijn boek How the Mighty Fall? Bekende Nederlandse voorbeelden zijn ING, ABN AMRO en Aegon. Deze bedrijven moesten ten tijde van de kredietcrisis (2009) overeind worden gehouden door middel van staatssteun. 2 Wat bedoelt Collins met bedrijven die too big to fail zijn? Met dit begrip wordt aangegeven dat deze bedrijven eigenlijk niet failliet kunnen gaan, omdat dit een desastreus effect zal hebben op de gehele economie. In het geval van de genoemde banken wordt dit ook wel het systeemrisico genoemd. Het hele systeem komt in gevaar als één groot bedrijf failliet dreigt te gaan. 3 Wat zijn de vijf grootste bedrijven ter wereld gebaseerd op omzet? En wat zijn de vijf grootste bedrijven op basis van marktwaarde? Verklaar het eventuele verschil tussen beide top 5-lijstjes met de in het interview beschreven mening van Collins. Raadpleeg de lijst van Forbes (www.forbes.com/global2000) voor de top 5. Volgens Collins kan een bedrijf in een bepaalde periode schijnbaar ongenaakbaar zijn (met een zeer hoge marktwaarde), maar even later zeer kwetsbaar blijken. Een voorbeeld hiervan is de Bank of America en een nog treffender voorbeeld is Enron. 4 Ben je het eens met Collins dat het mogelijk is dat er in de toekomst bedrijven zullen zijn met een omzet van meer dan 1 biljoen dollar? Motiveer je antwoord. Discussievraag met kernwoorden als bestuurbaarheid (big or small is beautiful) en grote bedrijven als gedeeltelijk alternatief voor democratieën. 5 Geef drie voorbeelden van mensen die jij echte grote leiders vindt. Motiveer je antwoord. Drie mogelijke voorbeelden: Richard Branson, Barack Obama en Steve Jobs Docentenhandleiding 13

Vaardigheidscase: Organiseren Opdracht Geef een antwoord op de volgende vragen waarbij je je rol als student of een bijbaan als voorbeeld kunt nemen. a Geef aan wat de belangrijkste functies zijn van je huidige rol. b Geef bij iedere taak aan wat de sub- of deeltaken zijn. c Benoem de kennis of vaardigheden waarover je moet beschikken om deze taken uit te voeren. Antwoordrichtlijn De student dient zelf een voorbeeld te geven. Een functie geeft het doel aan van de huidige rol. Voor het uitoefenen van een functie dient een aantal taken te worden uitgevoerd. De 'hoofdtaken' kunnen worden onderverdeeld in sub- of deeltaken. 14 Een praktijkgerichte benadering van Organisatie & Management

Deel A Omgeving en Organisatie Specifieke case deel A: Vier tijdperken strategisch management bij Nike a In de case zie je vier tijdperken. Geef per tijdperk aan: 1 Wat de (impliciete) missie was. 2 Wie de belangrijkste partijen waren. 3 Hoe de SWOT-analyse eruitzag. 4 Welke strategieën Nike hanteerde. 5 Wat de relatie is van de SWOT-analyse met de strategieën. Tijdperk 1 Tiger years 1 De missie was aanvankelijk goede hardloopschoenen verkopen, misschien wat erop verdienen. Daarna werd er gedacht aan winst maken en zelf ontworpen schoenen verkopen. 2 De belangrijkste partijen waren de klanten, producenten, leverancier op Amerikaanse markt en de overzeese schoenfabrikanten. 3 Voor de SWOT-analyse zijn O en T van belang. O Economisch: vraag van de afnemers in USA; de lage lonen in Aziatische landen zoals Korea en Taiwan; de koers van de yen (leidde tot goedkopere productie). Door het verlagen van de productiekosten kwam er meer geld vrij voor productontwikkeling en marketing. T De koers van de yen waardoor de arbeidskosten stijgen. Door de geografische afstand is het moeilijk om controle te houden over de productie en de kwaliteit. 4 De strategieën van Nike: product was een ster volgens BCG-matrix, Nike was marktleider in USA; marktpenetratie. 5 Groeiende markt, bijna monopoliepositie in het begin. Tijdperk 2 Tachtiger jaren 1 Missie: vernieuwend marktleider in USA, winst enzovoort. 2 Belangrijkste partijen: concurrentie, afnemers. 3 Voor de SWOT-analyse zijn van belang: S financiën, marketing, productontwikkeling, Nike Air. W gebrek aan strategisch inzicht? Namelijk dat een groeiende markt de concurrentie aantrekt. O concurrentie (werkt inspirerend). T concurrentie (haalt marktaandeel weg). 4 De strategie van Nike: innovatie. 5 De strategie is gerelateerd aan de opkomst van de concurrentie en de lage productiekosten door uitbesteding naar Azië. Tijdperk 3 Negentiger jaren 1 Missie: reputatie, diverse sportproducten, sociale verantwoordelijkheid, groei, winst enzovoort. 2 Belangrijkste partijen: gesponsorde teams en sterren, actiegroepen. 3 Voor de SWOT-analyse zijn van belang: S merk, logo, slogans, marktaandeel, financiën. W problematiek misstanden bij gecontracteerde fabrikanten. O nieuw en groter marktsegment (behalve atleten, ook teenagers die schoenen willen voor alledaags gebruik). T actiegroepen die bekendheid geven aan de misstanden in de sweatshops (maar ook als O: om beleid te wijzigen en meer aandacht te geven aan sociale verantwoordelijkheid). 4 De strategie van Nike: branding, sportsponsoring. 5 De strategie is gerelateerd aan de nieuwe doelgroep. Docentenhandleiding 15

Tijdperk 4 Nieuwe eeuw 1 Missie: marktleider mondiale markt, uitbreiding naar sportkleding e.d. 2 Belangrijkste partijen: consultants en juristen i.v.m. overnames. 3 Voor de SWOT-analyse zijn van belang: S merk, logo, slogans, marktaandeel, financiën. W problematiek misstanden. O globalisering van de markt. T actiegroepen. 4 De strategie van Nike: overnames, productontwikkeling. 5 De strategie is gerelateerd aan een nog 'internationalere doelgroep'. b De gehele case in beschouwing nemend: welke samenwerkingsverbanden heeft Nike in de loop van de tijd afgesloten? Wat waren de motieven, voor- en nadelen? Outsourcing/uitbesteden van de productie: in eerste instantie vanwege gebrek aan kennis; later vanwege lagere kosten en concurrentievoordelen. Bijzonder is dat Nike als eerste een primaire activiteit uitbesteedde. Nadelen: problemen met sociale verantwoordelijkheid door ontoereikende regels en toezicht en problemen met kwaliteitscontrole. Voordelen: Nike kon zich focussen op de sterke punten: marketing, sponsoring en productinnovatie. Overnames: vooral in het laatste tijdperk, gericht op zowel product- als marktontwikkeling. Mogelijke problemen i.v.m. organisatiecultuur van het overgenomen bedrijf, braindrain. Voordelen: kennis wordt ingekocht en hoeft niet zelf ontwikkeld te worden, dit maakt snelle resultaten mogelijk. 16 Een praktijkgerichte benadering van Organisatie & Management

2 Omgevingsinvloeden Stellingen 1 juist 17 juist 33 juist 2 onjuist 18 juist 3 juist 19 onjuist 4 onjuist 20 onjuist 5 onjuist 21 juist 6 onjuist 22 juist 7 juist 23 onjuist 8 juist 24 onjuist 9 onjuist 25 onjuist 10 onjuist 26 juist 11 onjuist 27 juist 12 juist 28 onjuist 13 onjuist 29 onjuist 14 juist 30 juist 15 juist 31 juist 16 onjuist 32 onjuist Theorievragen 1 a Zowel partijen als omgevingsfactoren oefenen invloed uit op organisaties. Wat is het verschil? Het belangrijkste verschil is dat partijen een directe invloed uitoefenen op organisaties, terwijl omgevingsfactoren meer een indirecte invloed uitoefenen. b Waarom is het onderkennen van dit verschil belangrijk? Organisaties kunnen (enige mate van) invloed uitoefenen op partijen. Omgevingsinvloeden zijn door organisaties niet te beïnvloeden. Uit omgevingsinvloeden vloeien omstandigheden voort waarmee organisaties in sterke mate rekening moeten houden. 2 Welke invloeden oefenen de volgende partijen uit op een organisatie? overheidsinstellingen media vermogensverschaffers concurrenten. De invloed van partijen is: Overheidsinstellingen beïnvloeden organisaties door hun regelgeving, subsidies, premies en informatie. De invloed is enerzijds inperkend en anderzijds stimulerend. Media beïnvloeden vooral de publieke opinie. Het aandachtsveld van de media is gericht op alles wat zich afspeelt in de samenleving en van enige betekenis is voor individuen. Vermogensverschaffers oefenen grote invloed uit, omdat zij beslissingen nemen over de financiering van de onderneming. Concurrentie bepaalt min of meer de speelruimte die organisaties hebben op de markt voor wat betreft productaanbod, prijs- en kwaliteitsniveau, keuze van distributie-uitgaven enzovoort. Docentenhandleiding 17

3 Politieke keuzes en veranderende opvattingen in de samenleving over het milieuvraagstuk zijn van invloed op het gedrag van organisaties. Geef enkele voorbeelden van veranderend gedrag van organisaties op het milieuvlak. Voorbeelden van veranderend gedrag van organisaties zijn: ontwikkeling van producten die tot een verminderde belasting van het milieu leiden ontwikkeling van milieuvriendelijker productiemethoden meer hergebruik van onderdelen en materialen. 4 Geef een verklaring voor het feit dat de economische groei van de afgelopen twintig jaar heeft geleid tot een sterke vervuiling van het milieu en verdere uitputting van natuurlijke hulpbronnen. Economische groei is een begrip uit de economische wetenschap waarmee de toename van het economische voorzieningenniveau van een volkshuishouding wordt bedoeld. Economische groei wordt vooral gemeten aan de stijging van het reëel nationaal inkomen of product. Economische groei zegt dus niets over de kwaliteit van het milieu. Er zijn de afgelopen twintig jaar meer goederen geproduceerd waarvoor veel grondstoffen zijn gebruikt (uitputting van hulpbronnen) en de productiemethoden hebben gezorgd voor een sterke vervuiling (bijvoorbeeld door de uitstoot van milieuschadelijke stoffen). 5 Wat zijn de belangrijkste gevolgen van de ontwikkelingen van de informatietechnologie voor organisaties? De wijze waarop werk wordt verricht zal fundamenteel veranderen. Er zal een integratie van functies optreden. Er zal een verandering in schaalvoordelen en besluitvorming optreden. 6 Waarom kunnen we de technologische ontwikkeling beschouwen als de motor van onze economie? Door technologische ontwikkelingen is er sprake van een continue verbetering van productiemethoden en innovaties van goederen en diensten. Belangrijke prikkels voor technologische innovaties vloeien voort uit de concurrentiestrijd. Hierdoor wordt de economie gestimuleerd en ontwikkelt die zich verder. 7 Een belangrijke demografische ontwikkeling voor de komende jaren is de vergrijzing. Wat kan dit betekenen voor de volgende partijen? overheid horeca diverse consumentenelektronica van Philips. Invloed op overheid: het belang van deze groep mensen wordt steeds groter in de totale bevolkingssamenstelling; hierdoor zal het overheidsbeleid aangepast moeten worden, onder andere: gezondheidsvoorzieningen stijging collectieve uitgaven heeft consequenties voor de herverdeling van inkomens stijging van de gemiddelde loonkosten: stimuleringsbeleid. Invloed op horeca/diverse consumentenelektronica van Philips: ontwikkelen van op deze groep gerichte goederen en diensten, rekening houdend met hun behoeften en wensen. 18 Een praktijkgerichte benadering van Organisatie & Management

8 Welke drie economische factoren bepalen in grote mate het succes van organisaties in Nederland? De volgende economische factoren bepalen het succes: groei van het nationaal inkomen inkomensverdeling internationale economische ontwikkelingen. 9 Leg uit hoe een verenigd Europa leidt tot een sterkere concurrentiepositie van de Europese bedrijven op de wereldmarkt. Dit wordt gerealiseerd door de volgende reacties binnen Europa: een verlaging van de inkoopkosten en de verkoopprijzen door schaalvergroting in de afzet een dwang tot grotere efficiency in de organisatie, productie en distributie, omdat de verkoopprijzen dichter bij de kostprijs van de producten komen liggen snellere aanpassing en een vergrote specialisatie door meer gebruik te maken van de vergelijkende kosten tussen de verschillende landen van de Europese Unie een groei van de innovaties door een toegenomen interactie op een grote dynamische interne markt op de lange termijn een aanzienlijk verstevigde uitgangspositie van het Europese bedrijfsleven op markten buiten de Europese Unie. 10 Waarom is het voor organisaties belangrijk om de maatschappelijke factoren serieus te nemen? Organisaties hebben alleen bestaansrecht omdat er binnen de maatschappij behoefte is aan de goederen en diensten die ze voortbrengen. Het gaat hierbij niet alleen om de goederen en diensten zelf, maar ook om de manier waarop ze voortgebracht worden in de ruimste zin van het woord (milieuverantwoordelijkheid, geluidshinder, ethische aspecten, medezeggenschap enzovoort). Tegenstellingen in organisatie- en maatschappelijke belangen kunnen uiteindelijk het bestaansrecht van de organisatie aantasten. 11 Welke maatschappelijke factoren vind je op dit moment belangrijk? Hoe beïnvloeden deze factoren bedrijven? Een belangrijke factor op dit moment is duurzaam ondernemen. Organisaties gaan hierbij steeds meer rekening houden met wensen uit de maatschappij. Bij duurzaam ondernemen kan een splitsing worden gemaakt naar drie dimensies: People, Planet en Profit. Voorbeeld People: Glazen plafond. Actief beleid binnen organisaties om meer vrouwen in de top te krijgen. Voorbeeld Planet: Autobedrijven die steeds meer bezig zijn met schonere auto's, auto's die rijden op elektriciteit en hybride voertuigen. Voorbeeld Profit: in tijden van crisis de mensen niet ontslaan, maar plaatsen in deeltijd-ww. 12 Welke waarde kunnen organisaties creëren voor de volgende partijen? hun klanten hun werknemers hun aandeelhouders de maatschappij. De waarde is: Klanten: producten en diensten die voorzien in de behoeften. Werknemers: prettige en stabiele werkomgeving, goede primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden, mogelijkheden tot zelfverwezenlijking. Aandeelhouders: korte- en langetermijn return-on-investment. Maatschappij: bijdrage aan milieu, veiligheid, gezondheid, financiën en werkgelegenheid. Docentenhandleiding 19

13 Noem vijf maatschappelijke thema's die van belang zijn voor duurzaam ondernemen. De vijf maatschappelijke thema's zijn: 1 sociaal-maatschappelijk 2 cultureel 3 politiek 4 ecologisch 5 economisch. 14 Wat wordt onder duurzaamheidsverslaggeving verstaan? Geef een treffend voorbeeld. Onder een duurzaamheidsverslag wordt verstaan een integrale rapportage van ondernemingen over sociale, ecologische en economische prestaties aan belanghebbenden. Praktijkopdracht a Analyseer welke partijen en omgevingsfactoren deze organisatie beïnvloeden en omgekeerd: hoe de organisatie haar invloed uitoefent. b Geef ook aan wat die invloed inhoudt en hoe sterk die invloed is. c Brainstorm over toekomstige ontwikkelingen: hoe zou die invloed over vijf jaar kunnen zijn? d Hoe zou de organisatie daarop tegen die tijd kunnen reageren/anticiperen? Bij het beoordelen van de opdracht kan naar de volgende aspecten gekeken worden: Van belang is dat de student bij het uitvoeren van de opdracht de theorie verwerkt van het theorieboek en eventueel van ander materiaal. Deze opdracht beslaat geheel hoofdstuk 1. Eventueel kan een keuze gemaakt worden tussen de partijen en de omgevingsfactoren. Tevens van belang is hoe de student het een en ander beargumenteert en motiveert. De opdracht moet kort en bondig worden uitgewerkt. Praktijkcase: International Food services: Internationalisering Deze praktijkcase heeft betrekking op politieke en culturele aspecten. Deze onderwerpen worden in het theorieboek behandeld in de volgende subparagrafen: 2.3.4 Economische factoren 2.3.5 Politieke factoren 2.3.6 Maatschappelijke factoren Informatiebronnen zijn onder andere: Ministerie van Economische Zaken (www.rijksoverheid.nl/ministeries/eleni) Nederlandse Krediet Maatschappij (www.denederlandsekredietmaatschappij.nl/) Landenreeks van het NOVIB en website (www.oxfamnovib.nl/) Sociaal Cultureel Planbureau (www.scp.nl/) Minicase 1: Werken op de zaak, thuis of toch in het café? Vragen 1 Tot welke omgevingsfactor behoort de trend van de derde werkplek? De derde werkplek komt voort uit maatschappelijke factoren zoals de door het individu gewenste vrijheid om daar te kunnen werken waar het hem uitkomt en de 'groene' trend. Ook wordt de derde werkplek mogelijk gemaakt door technologische factoren. 20 Een praktijkgerichte benadering van Organisatie & Management

2 Voor welk type organisaties levert deze trend kansen op en voor welke organisaties bedreigingen? Noem van elk drie voorbeelden. 2012 Noordhoff Uitgevers bv Het levert kansen voor cafés en lunchrooms, business centers en bibliotheken. Deze trend zal bedreigend zijn voor traditionele bedrijven die hun medewerkers niet kunnen of willen faciliteren om van deze trend gebruik te maken (bijvoorbeeld verzekeringsmaatschappijen). Te denken valt ook aan de vastgoed sector (er is veel minder kantoorruimte nodig), maar het is ook een bedreiging voor de cafés en lunchrooms die hun bedrijf niet aanpassen aan deze trend. 3 Zou deze trend doorbreken op de Nederlandse arbeidsmarkt? Geef je beargumenteerde mening. Discussievraag met kernwoorden als individueel belang versus organisatiebelang, productiviteit en managementstijl (sturen versus vrijheid). Minicase 2: Vetzucht in VS is kostenpost en groei-industrie Vragen 1 Welke omgevingsfactoren spelen een rol bij de toegenomen vetzucht van de Amerikaanse bevolking? Vooral economische factoren spelen een rol; er is een verband aangetoond tussen vetzucht en armoede. Daarnaast spelen ook maatschappelijke factoren (voorliefde voor fastfood) en politieke factoren (bemoeienis van de overheid) een rol. 2 Waarom is vetzucht zowel een kostenpost (bedreiging) als een groei-industrie (kans)? Vetzucht is vooral een kostenpost door de toenemende kosten van de gezondheidszorg. In het verlengde hiervan zien ook werkgevers hun kosten oplopen (hoger ziekteverzuim en lagere productiviteit). Voor bedrijven in de farmaceutische industrie biedt de toenemende vetzucht kansen op het gebied van afslankproducten. Ook voor gespecialiseerde afslankklinieken biedt de toenemende vetzucht kansen. 3 Welke rol moet volgens jou de Amerikaanse overheid spelen bij het bestrijden van vetzucht? De Amerikaanse overheid kan op verschillende manieren proberen de vetzucht te bestrijden. Te denken valt aan: opzetten van campagnes om gezonder eten te stimuleren en de gevaren van vetzucht te laten zien; opzetten van campagnes om tot meer bewegen te komen; afspraken maken met de levensmiddelenbranche om ervoor te zorgen dat de voeding gezonder wordt, misschien wel opgelegd; afspraken maken met bedrijven dat bedrijfskantines gezonder eten aanbieden, misschien wel opgelegd; afspraken maken met bedrijven dat bedrijfsfitness meer gepromoot wordt en misschien gesponsord. 4 Wat doet de Nederlandse overheid als het gaat om het bestrijden van overgewicht? Vanuit het ministerie van VWS zijn er verschillende campagnes opgestart om een gezonde levensstijl te stimuleren. Ook zijn er regels ingesteld om ongezonde producten met verzadigde vetten aan banden te leggen. Docentenhandleiding 21

Minicase 3: Weekendje Rome wordt weekendje Ameland Vragen 1 Welke omgevingsfactoren en partijen spelen een rol bij de situatie van de vakantieparken? De volgende factor en partijen spelen een rol bij de situatie van vakantieparken: de economische factor: de kredietcrisis; de consumenten; wetgeving overheid: de vliegtaks. 2 Wat is die rol en hoe zijn die verschillende invloeden met elkaar verweven? De consument heeft door de kredietcrisis minder geld te besteden of wil voorzichtig zijn en kiest daarom voor binnenlandse vakanties. Dat heeft een positief gevolg voor de vakantieparken in Nederland. Nog een reden om voor vakantie in eigen land te kiezen: de vliegtaks. 3 Welke omgevingsfactoren en partijen spelen een rol bij de situatie van de touroperators en vliegmaatschappijen? De volgende factor en partijen spelen een rol bij de situatie van touroperators en vliegmaatschappijen: de economische factor: de kredietcrisis; de consumenten; wetgeving overheid: de vliegtaks. 4 Wat is die rol en hoe zijn die verschillende invloeden met elkaar verweven? De consument heeft door de kredietcrisis minder geld te besteden of wil voorzichtig zijn en boekt daarom minder dure vakanties. Waarschijnlijk gaat het om de oudere consument die 's winters naar exotische warme oorden wil. De wintersportreizen worden niet/minder getroffen. Minicase 4: Global China Business Meeting: met Chinese ondernemers in hetzelfde schuitje Vragen 1 Welke factoren en partijen spelen een rol in de mondiale ontwikkelingen die in deze case zijn beschreven? Bij de mondiale ontwikkelingen in deze case spelen de volgende factoren een rol: economische factoren: financiële crisis, hoge valutareserves in China, hoge consumptiedrang in de Verenigde Staten, discrepantie tussen de reële en de virtuele economie. Demografische factoren: verschillende normen en waarden in de globale economie. Partijen: Chinese bedrijven met expansiedrang en westerse bedrijven die diensten en kennis aanbieden. 2 Wat voor rol spelen die invloeden en hoe zijn ze met elkaar verweven? De crisis beïnvloedt de hele wereld maar schept mogelijkheden voor expansiedrang van China, waar ook flinke reserves aanwezig zijn om die expansie te financieren. 3 Hoe reageren de diverse partijen op de ontwikkelingen? Een belangrijke consequentie die we zien is dat Chinese bedrijven mogelijkheden zien om in bepaalde sectoren via buitenlandse investeringen marktaandeel te kopen. In de case wordt gesproken over de financiële dienstverlening en elektronica. Een ander voorbeeld is dat Chinese bedrijven Europese en Amerikaanse autobedrijven kopen. 22 Een praktijkgerichte benadering van Organisatie & Management

Minicase 5: Onzekere wolkenkrabbers in Dubai Vragen 1 Welke factoren en partijen spelen een rol in de ontwikkelingen in Dubai? 2 Wat voor rol spelen die invloeden en hoe zijn ze met elkaar verweven? Antwoord vraag 1 en 2 Bij de ontwikkelingen in Dubai spelen de volgende factoren een rol: Economische factoren: de kredietcrisis, opkomende economieën, 'wispelturige' markt. Banken die geen leningen/hypotheken meer verschaffen. Politieke actoren: internationale regelgeving, financiële steun van de overheid aan Dubai. Panikerende speculanten. 1 Hoe reageren de diverse partijen op de ontwikkelingen? De overheid, Dubai en de bouwbedrijven vervolgen de ingeslagen koers. Hoofdstukcase: Studeren bij Starbucks Vraag Jouw onderwijsinstelling is zich aan het bezinnen op de toekomst onder de titel 'Studeren in 2020'. Na het lezen van voorgaand artikel is door de voorzitter van het College van Bestuur aan jouw projectgroep gevraagd om advies uit te brengen welk scenario jullie groep het meest waarschijnlijk vindt voor 2020. Van jullie groepje wordt verwacht dat de gemaakte keuze wordt beargumenteerd met aanvullende informatie, waarbij jullie ook de bronnen dienen aan te geven van deze informatie. Antwoordrichtlijn Mogelijke werkwijze: eerst de relevante partijen in de omgeving van de onderwijsinstelling benoemen en vervolgens de studenten laten aangeven hoe de verschillende scenario's uitpakken voor de verschillende partijen. Belangrijk is om de studenten te vragen om hun mening duidelijk te onderbouwen met feiten (bronnen). Vaardigheidscase: Omgevingsanalyse Opdracht Je bent de assistent van de voorzitter van het College van Bestuur van je Hogeschool of Universiteit. Jouw onderwijsinstelling is zich aan het bezinnen hoe ze in de toekomst het beste studenten kan aantrekken en wil dit vastleggen in een rapport, genaamd: 'Studeren in 2015'. Je bent gevraagd een voorstel uit te brengen, waarin wordt aangegeven over wat voor soort informatie het College van Bestuur moet beschikken en welke jaarlijks moet worden geanalyseerd. Maak zo'n voorstel. Geef ook de bronnen aan van deze informatie. Tip: raadpleeg internet. Antwoordrichtlijn Voorstel Soort informatie: leeftijdsopbouw bevolking doorstroom in voortgezet onderwijs Docentenhandleiding 23

vakkenkeuze voortgezet onderwijs beroepsmogelijkheden verschillende sectoren image Hogeschool/Universiteit bij: afgestudeerden bedrijfsleven/overheid voortgezet onderwijs decanen ontwikkeling van kosten voor studeren bereikbaarheid Bronnen Onder andere: Sociaal Cultureel Planbureau Centraal Bureau voor de Statistiek Ministerie van Onderwijs Ministerie van Economische Zaken 24 Een praktijkgerichte benadering van Organisatie & Management

3 Strategisch management Stellingen 1 onjuist 17 onjuist 33 juist 2 juist 18 juist 34 juist 3 onjuist 19 juist 35 onjuist 4 onjuist 20 onjuist 36 onjuist 5 juist 21 juist 37 juist 6 juist 22 juist 7 juist 23 onjuist 8 juist 24 juist 9 onjuist 25 juist 10 onjuist 26 juist 11 onjuist 27 juist 12 onjuist 28 juist 13 onjuist 29 onjuist 14 juist 30 juist 15 onjuist 31 juist 16 onjuist 32 onjuist Theorievragen 1 a Geef een definitie van het begrip 'strategisch management'. Strategisch management houdt in: het zorg dragen voor een juiste afstemming op de omgeving en het permanent op peil houden en ontwikkelen van bekwaamheden, die nodig zijn om eventueel noodzakelijke wijzigingen in de strategie te verwezenlijken. b Wat is het verschil tussen de 'klassieke' en de 'moderne' benadering van strategisch management? Bij de klassieke benadering is strategisch management synoniem aan strategische planning, bij de moderne benadering aan strategisch denken. 2 a Uit welke drie fases bestaat het klassieke proces van strategisch management? Dat bestaat uit de volgende drie fases: 1 situatieanalyse 2 strategievorming 3 planning en implementatie. b Waarom is strategisch management een cyclisch proces? Strategisch management is een cyclisch proces omdat periodiek de afstemming van de organisatie op de omgeving moet worden bekeken. Door voortdurende veranderingen in de omgeving zal de organisatie zich steeds moeten afvragen of de organisatie goed afgestemd is op haar omgeving. 3 Welke relatie bestaat er tussen visie, doelstellingen en strategie? Docentenhandleiding 25