Hogeschool van Arnhem en Nijmegen



Vergelijkbare documenten
Hogeschool Utrecht, Instituut Archimedes

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

Hogeschool Rotterdam. Opleiding: Lerarenopleidingen Algemene vakken; hbo-bachelor Locatie: Rotterdam Varianten: voltijd/deeltijd/duaal

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe

Ontwikkelingen in afstudeerrichtingen lerarenopleidingen HAN ILS. 13 april 2016

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: Financial Services Management HBO bachelor, locatie Arnhem Croho: Varianten: voltijd & deeltijd

Hogeschool Utrecht. Lerarenopleidingen; hbo-master. Visitatiedata: 15, 16 en 17 september 2009

Besluit. College van Bestuur Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Postbus EJ ARNHEM

Fontys Hogescholen, Tilburg en Sittard

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Teamscan op accreditatiewaardigheid

Op weg naar de (academische) opleidingsschool

Toetsingskaders opleidingsschool en academische kop 2013

Hbo tweedegraadslerarenopleiding

AVANS Hogeschool, Breda

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Besluit. College van Bestuur van de Hanzehogeschool Groningen Postbus RM GRONINGEN

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Nadere uitwerking beoordeling educatieve minoren behorende bij wo-bacheloropleidingen

Protocol PDG en educatieve minor

Besluit. College van Bestuur van de Christelijke Hogeschool Windesheim Postbus GB ZWOLLE

Bijlage 1: Toetsingskader opleidingsschool

AVANS Hogeschool, Tilburg

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Engineering van de Hogeschool Utrecht

es Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Besluit. Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus CA LEIDERDORP

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

Christelijke Hogeschool Windesheim

Christelijke Hogeschool Windesheim, Zwolle

WINDESHEIM IN ZWOLLE: UNIEKE MASTER VOOR HET BEROEPS- ONDERWIJS. Inspirators voor de toekomst

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte opleidingsbeoordeling van de NVAO (Stcrt, 2014, nr 36791).

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO

Besluit. College van bestuur. Hanzehogeschool Groningen. Postbus RM GRONINGEN

Protocol TNO Educatieve Master

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO

Hogeschool INHOLLAND, Rotterdam

luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Saxion Hogeschool

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM

De NVAO beoordeelt het onderwerp doelstellingen opleiding derhalve voldoende.

Visitatiedata: 14 en 15 februari 2008 en 26 september 2008

Overzicht curriculum VU

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Beoordelingskader Kader voor de beperkte toets nieuw Associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 9832).

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Locatie: Arnhem Opleiding: Bedrijfseconomie, hbo bachelor; Croho: Varianten: voltijd en deeltijd

Informatie werkplekleren

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte opleidingsbeoordeling van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791).

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. HBO-Bacheloropleidingen Chemie Biologie en Medisch laboratoriumonderzoek

Fontys Hogescholen, Eindhoven

Besluit. College van bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM

Hogeschool Arnhem en Nijmegen

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte toets nieuwe opleiding van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791).

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bestuurskunde/Overheidsmanagement van de NHL Hogeschool

Besluit. Raad van bestuur. Saxion Hogescholen. Postbus KB ENSCHEDE

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf

Chemie van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Social Work van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool INHolland, Amsterdam

Hogeschool Utrecht, Utrecht

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de NHL Hogeschool

Ontwerpkaders: Leeruitkomsten. Versie 1.0/ november Ontwerpkaders: Leeruitkomsten/versie 1.0/november

Advies van het visitatiepanel Samenvatting bevindingen en overwegingen van het panel.

Visitatiedata: 20 en 21 februari 2008

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie (na herstel) aan de opleiding hbobachelor

Protestants-Christelijke Hogeschool Marnix Academie

Beoordelingskader Kader voor de beperkte toets nieuw associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 9832).

Fontys Hogeschool Tilburg

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie

Informatievergadering. Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding

Hogeschool Domstad. Opleiding: Opleiding leraar basisonderwijs hbo-bachelor Croho: Varianten: voltijd/deeltijd

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO

: 6 december 2016 : 5 maart Beoordelingskader Beoordelingskader voor de uitgebreide toets nieuwe opleiding van de NVAO (Start. 2014, nr 36791).

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden

Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden

Hogeschool Zeeland, Vlissingen

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Locatie: Nijmegen Opleiding: Opleidingskunde, hbo bachelor Varianten: Voltijd en deeltijd

Hanzehogeschool Groningen, Groningen

Hanzehogeschool Groningen, Groningen

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

{nvao. Uit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Technische Informatica van de Hogeschool Dirksen B.V.

Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg

Hogeschool Utrecht. Huidtherapie, hbo-bachelor. Farmakunde, hbo-bachelor. Visitatiedatum: 16 maart 2006

Ontwerpkaders: Onderwijs. Versie 1.0/november 2016

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor. Hogeschool Utrecht

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

es luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Toegepaste Wiskunde van de Hogeschool van Amsterdam

Hogeschool voor de Kunsten Utrecht

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden Opleiding: Commerciële Economie, hbo bachelor Croho: Varianten: voltijd, deeltijd

College van Bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM. 1. Inleiding

Transcriptie:

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: Lerarenopleidingen Algemene Vakken; hbo-bachelor, Croho-nummers z.o.z. Locatie: Nijmegen Varianten: voltijd/deeltijd Visitatiedata: 20, 21, en 22 april 2009 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, december 2009

2/133 NQA - visitatie HAN: Lerarenopleidingen Algemene Vakken; hbo-bachelor (vt/dt)

Overzicht CROHO-nummers Cluster Talen Croho Bachelor Opleiding leraar VO tweedegraads in Nederlands 35198 Voltijd en deeltijd Bachelor Opleiding leraar VO tweedegraads in Frans 35196 Voltijd en deeltijd Bachelor Opleiding leraar VO tweedegraads in Engels 35195 Voltijd en deeltijd Bachelor Opleiding leraar VO tweedegraads in Duits 35193 Voltijd en deeltijd Cluster Exact Bachelor Opleiding leraar VO tweedegraads in Natuurkunde 35199 Voltijd en deeltijd Bachelor Opleiding leraar VO tweedegraads in Scheikunde 35261 Voltijd en deeltijd Bachelor Opleiding leraar VO tweedegraads in Wiskunde 35221 Voltijd en deeltijd Bachelor Opleiding leraar VO tweedegraads in Biologie 35301 Voltijd en deeltijd Cluster M en M Bachelor Opleiding leraar VO tweedegraads in Aardrijkskunde 35201 Voltijd en deeltijd Bachelor Opleiding leraar VO tweedegraads in Geschiedenis 35197 Voltijd en deeltijd Bachelor Opleiding leraar VO tweedegraads in Economie 35202 Voltijd en deeltijd Bachelor Opleiding leraar VO tweedegraads in Pedagogiek 35204 Voltijd en deeltijd NQA - visitatie HAN: Lerarenopleidingen Algemene Vakken; hbo-bachelor (vt/dt) 3/133

4/133 NQA - visitatie HAN: Lerarenopleidingen Algemene Vakken; hbo-bachelor (vt/dt)

Inhoud Inhoud 5 Deel A: Onderwerpen 7 1.1 Voorwoord 9 1.2 Inleiding 10 1.3 Werkwijze 11 1.4 Oordeelsvorming 12 1.5 Oordelen per facet en onderwerp 13 Deel B: Facetten 19 Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding 21 Onderwerp 2 Programma 24 Onderwerp 3 Inzet van personeel 39 Onderwerp 4 Voorzieningen 43 Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg 46 Onderwerp 6 Resultaten 50 Deel C: Nadere onderbouwing van opleidingsspecifieke facetten 55 Deel D: Bijlagen 87 Bijlage 1: Onafhankelijkheidsverklaring panelleden 88 Bijlage 2: Deskundigheden panelleden 107 Bijlage 3: Bezoekprogramma 121 Bijlage 4: Overzichtslijst van door de opleiding ter inzage gelegd materiaal 127 Bijlage 5: Domeinspecifieke referentiekader en opleidingscompetenties 133 NQA - visitatie HAN: Lerarenopleidingen Algemene Vakken; hbo-bachelor (vt/dt) 5/133

6/133 NQA - visitatie HAN: Lerarenopleidingen Algemene Vakken; hbo-bachelor (vt/dt)

Deel A: Onderwerpen NQA - visitatie HAN: Lerarenopleidingen Algemene Vakken; hbo-bachelor (vt/dt) 7/133

8/133 NQA - visitatie HAN: Lerarenopleidingen Algemene Vakken; hbo-bachelor (vt/dt)

1.1 Voorwoord Dit rapport is het verslag van het panel dat in opdracht van NQA de Lerarenopleidingen Algemene Vakken van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen heeft onderzocht. Het beschrijft de werkwijze, de bevindingen en de conclusies. Het onderzoek heeft plaatsgevonden in het kader van de accreditatie van hogere beroepsopleidingen. Het onderzoek is begonnen in maart 2009, toen het zelfevaluatierapport bij NQA is aangeleverd. Als onderdeel van het onderzoek heeft het panel de opleidingen gevisiteerd op 20, 21 en 22 april 2009. Het panel bestond uit: De heer drs. H. Noordhof (voorzitter; opleidingsdeskundige); De heer drs. W.R. van den Berg (werkvelddeskundige); Mw. dr.ir. H.C. Kneppers (vakdeskundige Mens en Maatschappij; domeinpanellid Economie); De heer dr. E.J. Kwakernaak (vakdeskundige Talen; domeinpanellid Duits); De heer drs. J.N.W.M. Deuss (vakdeskundige Exacte vakken; domeinpanellid Scheikunde); Mevrouw L.H.M. Bruggink (studentpanellid); De heer drs. L.S. van der Veen (NQA-auditor). Aan het panel zijn adviseurs toegevoegd op de onderscheiden opleidingsdomeinen: Mevrouw drs. T.J.G. van der Heijden (adviseur Nederlands) Mevrouw S. Collins-Fyfe (adviseur Engels) Mevrouw drs. S. de Vries (adviseur Frans) De heer J.H.E. Dirx (adviseur Wiskunde) Mevrouw drs. A. Herwig (adviseur Biologie) De heer dr. H. Vos (adviseur Natuurkunde) De heer dr. L.J.A.E. Vankan (adviseur Aardrijkskunde) De heer drs. C.A.M.J. Bogaerts (adviseur Geschiedenis) Mevrouw drs. P. Göbel (NQA-auditor) Mevrouw Y. Griffioen (NQA-auditor) Dit panel voldoet aan de eisen zoals gesteld in het document Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties van de NVAO (oktober 2007). Het panel beschikt over relevante werkvelddeskundigheid en over vakdeskundigheid. Onder vakdeskundigheid wordt verstaan het vertrouwd zijn met de meest recente ontwikkelingen en vertrouwd met lesgeven en beoordeling en toetsing minstens op het niveau/oriëntatie van de te beoordelen opleiding. Daarnaast beschikt het panel over onderwijsdeskundigheid, studentgebonden deskundigheid en visitatiedeskundigheid (zie bijlage 2). Naar aanleiding van het verzoek van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aan de NVAO in november 2007 is bijzondere aandacht besteed aan de kwaliteit van de panels voor de visitaties van de lerarenopleidingen. In verband daarmee heeft voorafgaand aan de visitaties overleg plaatsgevonden met de NVAO over de samenstelling van de panels voor deze visitaties. Tijdens dat overleg zijn de samenstelling van de panels en de kwaliteit van de panelleden besproken. NQA - visitatie HAN: Lerarenopleidingen Algemene Vakken; hbo-bachelor (vt/dt) 9/133

Het rapport bestaat uit vier delen: Deel A: een hoofdrapport, het Onderwerprapport, waarin de oordelen van het panel over de basiskwaliteit van de opleiding op onderwerpniveau worden uitgesproken met daarbij de overwegingen waarop die oordelen zijn gebaseerd. Het gaat hier om oordelen in de gradatie positief/negatief. Tevens wordt hier het eindoordeel geformuleerd. Deel B: een Facetrapport waarin op facetniveau door het panel oordelen en argumenten ter onderbouwing van dat oordeel worden gegeven. De oordelen gaan uit van de vierpuntsschaal (onvoldoende, voldoende, goed en excellent) conform het voorschrift van de NVAO. Uitzondering hierop is facet 2.6, als gevolg van aanvullende instructies van de NVAO wordt hier het oordeel voldaan of niet voldaan gegeven. Dit Facetrapport vormt de basis van het Onderwerprapport. Deel C: bevat een aanvullende onderbouwing voor de facetten 2.1, 2.2, 2.3, 2.7, 2.8, 6.1. Deel D: hierin zijn alle relevante bijlagen opgenomen. 1.2 Inleiding De Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) verzorgt bachelor- en masteropleidingen voor ongeveer 27.000 studenten. De opleidingen zijn verdeeld over vier faculteiten in Arnhem en Nijmegen: de Faculteit Economie en Management; de Faculteit Educatie; de Faculteit Gezondheidszorg, Gedrag en Maatschappij; en de Faculteit Techniek. Daarnaast is er de Informatica en Communicatie Academie. De Faculteit Educatie kent de volgende instituten: - het Instituut voor Leraar en School (ILS) - het Instituut PABO - de Afdeling Opleidingskunde. Het ILS was tot januari 2007 een samenwerkingsverband van de Radboud Universiteit Nijmegen en de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, voor het opleiden van eerste- en tweedegraads leraren. Vanaf januari 2007 is er sprake van twee instituten, ILS-HAN en ILS- RU. Dit visitatierapport heeft betrekking op de opleidingen van ILS-HAN, verder te noemen ILS. ILS verzorgt bacheloropleidingen in voltijd en deeltijd voor tweedegraads docenten in twaalf vakken. De opleidingen worden in Nijmegen aangeboden en zijn verdeeld in drie clusters: - Talen: Nederlands, Duits, Engels, Frans - Mens & Maatschappij: Aardrijkskunde, Geschiedenis, Economie, Pedagogiek - Exact: Wiskunde, Biologie, Scheikunde, Natuurkunde. Studenten kunnen binnen de voltijdvariant tevens een kopopleiding van een jaar volgen. Afgestudeerden ontvangen de titel Bachelor of Education. Daarnaast zijn er vier masteropleidingen: Nederlands, Engels, Economie en Wiskunde. Aan de bacheloropleidingen van ILS studeren per 1 oktober 2008 in totaal 1484 studenten, waarvan 1100 in de voltijdvarianten en 384 in de deeltijdvarianten. Het onderwijs aan de bacheloropleidingen wordt verzorgd door 124 docenten in een formatieomvang van 84,17 fte 10/133 NQA - visitatie HAN: Lerarenopleidingen Algemene Vakken; hbo-bachelor (vt/dt)

voor het hele instituut (inclusief master- en commerciële opleidingen) en 62,94 fte voor de bacheloropleidingen. De directie ILS is verantwoordelijk voor alle processen in de organisatie. Het managementteam, bestaande uit twee directieleden, drie clustercoördinatoren en de coördinator van de ILS-academie, stelt de kaders voor onderwijsontwikkeling en organisatie vast. 1.3 Werkwijze De beoordeling van de opleiding door het panel verliep volgens de werkwijze zoals die is neergelegd in het Beoordelingsprotocol van NQA. Deze werkwijze wordt hieronder beschreven. Het onderzoek vond plaats op basis van het domeinspecifieke referentiekader dat voor de opleiding geldt (zie facet 1.1). NQA onderscheidt drie fasen in het visiteren: de voorbereidingsfase, het eigenlijke bezoek door het panel en de rapportagefase. Hieronder volgt een korte toelichting per fase. De voorbereidingsfase Allereerst heeft een NQA-auditor het zelfevaluatierapport gecontroleerd op kwaliteit en compleetheid (de validatie) en daarmee op bruikbaarheid voor de visitatie. Vervolgens bereidden de panelleden zich in de periode maart/april inhoudelijk voor op het bezoek, dat plaatsvond op 20, 21 en 22 april 2009. Zij bestudeerden het zelfevaluatierapport (en bijlagen), formuleerden hun voorlopige oordelen op basis van argumenten en zij formuleerden vraagpunten. Zij gaven hun bevindingen door aan de NQA-auditor. Op basis van een overzicht van voorlopige oordelen inventariseerde de NQA-auditor tenslotte kernpunten en prioriteiten voor materialenonderzoek en gesprekken. Tijdens een voorbereidende vergadering is het bezoek door het panel voorbereid. De opleiding heeft in haar zelfevaluatierapport kenbaar gemaakt voor welk domeinspecifiek referentiekader zij kiest. De NQA-auditor heeft met de domeindeskundigen in het panel bekeken of sprake is van adequate domeinspecifieke doelstellingen, of dat nadere aanvulling dan wel nadere specificatie nodig is. In het facetrapport is aangegeven op welke landelijke beroeps- en opleidingsprofielen het domeinspecifieke kader (en het opleidingsprogramma) is gebaseerd. Het bezoek door het panel NQA heeft een bezoekprogramma ontwikkeld voor de (dag-)indeling van het bezoek door het panel dat is aangepast aan de specifieke situatie van de opleiding (bijlage 3). Er vonden gesprekken plaats met het opleidingsmanagement, docenten, studenten, afgestudeerden en met werkveldvertegenwoordigers. Aan het begin en tijdens het bezoek heeft het panel ter inzage gevraagd materiaal bestudeerd. Tussen de gesprekken door heeft het panel ruimte ingelast om de bevindingen uit te wisselen en te komen tot gezamenlijke en meer definitieve (tussen-)oordelen. De bevindingen zijn door de panelleden beargumenteerd. Aan het einde NQA - visitatie HAN: Lerarenopleidingen Algemene Vakken; hbo-bachelor (vt/dt) 11/133

van het bezoek heeft de voorzitter een mondelinge terugkoppeling gegeven van enkele indrukken en ervaringen van het panel, zonder expliciete oordelen uit te spreken. Specifieke werkwijze visitaties lerarenopleidingen 2009 Naar aanleiding van het verzoek van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aan de NVAO in november 2007 is de visitatie uitgebreid met een extra bezoekdag. Tijdens deze extra dag is dieper ingegaan op het hbo-niveau, door middel van intensieve bestudering en bespreking van door studenten gemaakte werkstukken, toetsen, portfolio s et cetera. Bovendien zijn er extra afstudeerproducten bestudeerd. Er zijn extra gesprekken gevoerd met (derde- en vierdejaars) studenten, docenten en externe begeleiders/beoordelaars. Tevens is er een extra gesprek gevoerd met docenten en externe begeleiders/beoordelaars over het gerealiseerde afstudeerniveau (zie bijlage 3: bezoekprogramma). Bij de bestudering van het studiemateriaal en tijdens de gevoerde gesprekken op beide dagen is bijzondere aandacht besteed aan de verhouding tussen de vakinhoud (kennisbasis) en de meer algemene didactiek. Tenslotte heeft het panel, zoals gebruikelijk, aandacht besteed aan de docent-studentratio, het aantal contacturen, het aantal door studenten bestede uren, het opleidingsniveau van de docenten en aan de verbeteringen sinds de vorige visitatie. Over de inrichting van de visitaties voor de lerarenopleidingen is vooraf overleg gevoerd met de NVAO. De fase van rapporteren Door NQA is, op basis van de bevindingen van het panel, een tweeledige rapportage opgesteld, bestaande uit een facetrapport en een onderwerprapport, waarin de kwaliteit van de opleiding is beoordeeld. Met dit rapport kan de opleiding accreditatie aanvragen bij de NVAO. De opleiding heeft in juli 2009 een concept van het facetrapport (deel B en C) voor een controle op feitelijke onjuistheden ontvangen. Naar aanleiding daarvan zijn enkele wijzigingen aangebracht. In het Onderwerprapport (deel A) wordt door NQA een oordeel op de onderwerpen en op de opleiding als geheel gegeven. Dit rapport is in november 2009 voor een controle op feitelijke onjuistheden aan de opleiding voorgelegd. Het definitieve rapport is door het panel vastgesteld in november 2009. Het visitatierapport is uiteindelijk in december 2009 ter beschikking gesteld aan de opleiding, die het samen met de accreditatieaanvraag kan indienen bij de NVAO. 1.4 Oordeelsvorming In dit hoofdstuk wordt per onderwerp een oordeel uitgesproken op basis van weging van de facetten die van dat onderwerp deel uitmaken. Bij deze weging spelen de beslisregels zoals die door NQA in het Beoordelingsprotocol zijn geformuleerd en nader uitgewerkt in de notitie Handreiking voor oordeelsvorming een belangrijke rol. Tevens is bij de beoordeling rekening gehouden met accenten die de opleiding eventueel legt, het domeinspecifieke kader en een vergelijking met andere relevante opleidingen op een aantal aspecten. 12/133 NQA - visitatie HAN: Lerarenopleidingen Algemene Vakken; hbo-bachelor (vt/dt)

Het eindoordeel is voorzien van een aanvullende tekst als sprake is van: weging van de oordelen op facetniveau; benchmarking; generieke bevindingen die het facetniveau overschrijden; bepaalde accenten respectievelijk best practices. In de oordelen per onderwerp wordt steeds een herhaling gegeven van de oordelen op de facetten gevolgd door een weging die leidt tot het eindoordeel. De (uitgebreide) argumentatie is te vinden in het facetrapport. Daar waar een argumentatie/beoordeling voor de deeltijd afwijkt van de voltijd, is dit expliciet vermeld. Indien niet vermeld, gelden voor de deeltijdopleidingen dezelfde argumentatie/oordelen als voor de voltijdopleidingen, aangezien de deeltijdopleidingen inhoudelijk volledig overeenkomen met de voltijdopleidingen. Alleen de organisatie van het onderwijs verschilt. Beoordeling van de afzonderlijke opleidingen Deel B bevat de beoordeling van de 12 opleidingen op alle facetten van het accreditatiekader. Deel C bevat de adviezen van de adviseurs voor de verschillende opleidingen op de facetten 2.1, 2.2, 2.3, 2.7, 2.8 en 6.1. Deze adviezen dienen als aanvullende onderbouwing van de oordeelsvorming door het kernpanel. Het Instituut voor Leraar en School (ILS) voert centraal beleid ten aanzien van de uitvoering van de lerarenopleidingen. Dat neemt niet weg dat de opleidingen daarbinnen de nodige ruimte hebben met betrekking tot de specifieke invulling. Dat blijkt ook uit de beschrijvingen in deel C. Het panel constateert enerzijds dat er nog duidelijke verschillen in aanpak zijn, maar dat anderzijds de uitvoering steeds meer wordt gestroomlijnd overeenkomstig de ILSkaders. Het panel heeft deze situatie nadrukkelijk in zijn oordeelsvorming betrokken en heeft getracht deze zo goed mogelijk in zijn rapportage tot uiting te brengen. 1.5 Oordelen per facet en onderwerp Totaaloverzicht van oordelen op facet- en onderwerpniveau G = goed V = voldoende Vo = voldaan O = onvoldoende P = positief N = negatief NQA - visitatie HAN: Lerarenopleidingen Algemene Vakken; hbo-bachelor (vt/dt) 13/133

Cluster Talen Onderwerp/Facet Nederlands Engels Duits Frans vt dt vt dt vt dt vt dt Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding 1.1 Domeinspecifieke eisen G G G G G G G G 1.2 Niveau bachelor G G G G G G G G 1.3 Oriëntatie HBO bachelor G G G G G G G G Totaaloordeel P P P P P P P P Onderwerp 2 Programma 2.1 Eisen HBO V V V V V V V V 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud G G G G G G G G programma 2.3 Samenhang in opleidingsprogramma G G G G G G G G 2.4 Studielast G G G G G G G G 2.5 Instroom G G G G G G G G 2.6 Duur Vo Vo Vo Vo Vo Vo Vo Vo 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud G G G G G G G G 2.8 Beoordeling en toetsing V V V V V V V V Totaaloordeel P P P P P P P P Onderwerp 3 Inzet van personeel 3.1 Eisen HBO G G G G G G G G 3.2 Kwantiteit personeel V V V V V V V V 3.3 Kwaliteit personeel G G G G G G G G Totaaloordeel P P P P P P P P Onderwerp 4 Voorzieningen 4.1 Materiële voorzieningen V V V V V V V V 4.2 Studiebegeleiding G G G G G G G G Totaaloordeel P P P P P P P P Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg 5.1 Evaluatie resultaten G G G G G G G G 5.2 Maatregelen tot verbetering V V V V V V V V 5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, G G G G G G G G alumni en het beroepenveld Totaaloordeel P P P P P P P P Onderwerp 6 Resultaten 6.1 Gerealiseerd niveau V V V V V V V V 6.2 Onderwijsrendement V V V V V V V V Totaaloordeel P P P P P P P P 14/133 NQA - visitatie HAN: Lerarenopleidingen Algemene Vakken; hbo-bachelor (vt/dt)

Cluster Mens & Maatschappij Onderwerp/Facet aardrijkskunde geschiedenis economie pedagogiek vt dt vt dt vt dt vt dt Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding 1.1 Domeinspecifieke eisen G G G G G G G G 1.2 Niveau bachelor G G G G G G G G 1.3 Oriëntatie HBO bachelor G G G G G G G G Totaaloordeel P P P P P P P P Onderwerp 2 Programma 2.1 Eisen HBO V V V V V V V V 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma G G G G G G G G 2.3 Samenhang in opleidingsprogramma G G G G G G G G 2.4 Studielast G G G G G G G G 2.5 Instroom G G G G G G G G 2.6 Duur Vo Vo Vo Vo Vo Vo Vo Vo 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud G G G G V V G G 2.8 Beoordeling en toetsing G G V V G G G G Totaaloordeel P P P P P P P P Onderwerp 3 Inzet van personeel 3.1 Eisen HBO G G G G G G G G 3.2 Kwantiteit personeel V V V V V V V V 3.3 Kwaliteit personeel G G G G G G G G Totaaloordeel P P P P P P P P Onderwerp 4 Voorzieningen 4.1 Materiële voorzieningen V V V V V V V V 4.2 Studiebegeleiding G G G G G G G G Totaaloordeel P P P P P P P P Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg 5.1 Evaluatie resultaten G G G G G G G G 5.2 Maatregelen tot verbetering V V V V V V V V 5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld G G G G G G G G Totaaloordeel P P P P P P P P Onderwerp 6 Resultaten 6.1 Gerealiseerd niveau V V V V V V V V 6.2 Onderwijsrendement V V V V V V V V Totaaloordeel P P P P P P P P NQA - visitatie HAN: Lerarenopleidingen Algemene Vakken; hbo-bachelor (vt/dt) 15/133

Cluster Exact Onderwerp/Facet wiskunde natuurkunde scheikunde biologie vt dt vt dt vt dt vt dt Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding 1.1 Domeinspecifieke eisen G G G G G G G G 1.2 Niveau bachelor G G G G G G G G 1.3 Oriëntatie HBO bachelor G G G G G G G G Totaaloordeel P P P P P P P P Onderwerp 2 Programma 2.1 Eisen HBO V V V V V V V V 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma G G G G G G G G 2.3 Samenhang in opleidingsprogramma G G G G G G G G 2.4 Studielast G G G G G G G G 2.5 Instroom G G G G G G G G 2.6 Duur Vo Vo Vo Vo Vo Vo Vo Vo 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud G G G G G G G G 2.8 Beoordeling en toetsing V V V V V V V V Totaaloordeel P P P P P P P P Onderwerp 3 Inzet van personeel 3.1 Eisen HBO G G G G G G G G 3.2 Kwantiteit personeel V V V V V V V V 3.3 Kwaliteit personeel G G G G G G G G Totaaloordeel P P P P P P P P Onderwerp 4 Voorzieningen 4.1 Materiële voorzieningen V V V V V V V V 4.2 Studiebegeleiding G G G G G G G G Totaaloordeel P P P P P P P P Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg 5.1 Evaluatie resultaten G G G G G G G G 5.2 Maatregelen tot verbetering V V V V V V V V 5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld G G G G G G G G Totaaloordeel P P P P P P P P Onderwerp 6 Resultaten 6.1 Gerealiseerd niveau V V V V V V V V 6.2 Onderwijsrendement V V V V V V V V Totaaloordeel P P P P P P P P 16/133 NQA - visitatie HAN: Lerarenopleidingen Algemene Vakken; hbo-bachelor (vt/dt)

Doelstellingen opleiding De drie facetten zijn voor alle opleidingen en alle varianten als goed beoordeeld. Het oordeel op het onderwerp is voor alle opleidingen derhalve positief. Programma De facetten 2.2, 2.3, 2.4, 2.5 en 2.7 zijn voor alle opleidingen en alle varianten als goed beoordeeld. Facet 2.1 is voor alle opleidingen en alle varianten als voldoende beoordeeld. Facet 2.8 is voor de opleidingen Aardrijkskunde en Economie als goed, voor de overige opleidingen als voldoende beoordeeld. Aan facet 2.6 is voor alle opleidingen en alle varianten voldaan. Het oordeel op het onderwerp is voor alle opleidingen derhalve positief. Inzet van personeel De facetten 3.1 en 3.3 zijn voor alle opleidingen en alle varianten als goed beoordeeld. Facet 3.2 is voor alle opleidingen en alle varianten als voldoende beoordeeld. Het oordeel op het onderwerp is voor alle opleidingen derhalve positief. Voorzieningen Facet 4.2 is voor alle opleidingen en alle varianten als goed beoordeeld. Facet 4.1 is voor alle opleidingen en alle varianten als voldoende beoordeeld. Het oordeel op het onderwerp is voor alle opleidingen derhalve positief. Interne kwaliteitszorg De facetten 5.1 en 5.3 zijn voor alle opleidingen en alle varianten als goed beoordeeld. Facet 5.2 is voor alle opleidingen en alle varianten als voldoende beoordeeld. Het oordeel op het onderwerp is voor alle opleidingen derhalve positief. Resultaten De beide facetten zijn voor alle opleidingen en alle varianten als voldoende beoordeeld. Het oordeel op het onderwerp is voor alle opleidingen derhalve positief. Totaaloordeel Op grond van voorgaand schema en de inhoudelijke onderbouwing daarvan blijkt dat twaalf opleidingen op de zes onderwerpen positief scoren. De conclusie is dat het totaaloordeel over de twaalf opleidingen positief is. NQA - visitatie HAN: Lerarenopleidingen Algemene Vakken; hbo-bachelor (vt/dt) 17/133

18/133 NQA - visitatie HAN: Lerarenopleidingen Algemene Vakken; hbo-bachelor (vt/dt)

Deel B: Facetten NQA - visitatie HAN: Lerarenopleidingen Algemene Vakken; hbo-bachelor (vt/dt) 19/133

20/133 NQA - visitatie HAN: Lerarenopleidingen Algemene Vakken; hbo-bachelor (vt/dt)

Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding Facet 1.1 Domeinspecifieke eisen Nederlands Goed Aardrijkskunde Goed Wiskunde Goed Frans Goed Geschiedenis Goed Natuurkunde Goed Duits Goed Economie Goed Scheikunde Goed Engels Goed Pedagogiek Goed Biologie Goed Criterium - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Het Instituut voor Leraar en School (ILS) van de HAN leidt studenten op tot docent voortgezet en beroepsonderwijs. De opleidingen gaan uit van de competenties en bekwaamheidseisen vo en bve volgens de Wet Beroepen in het Onderwijs (Wet BIO). Het curriculum van de opleidingen is gebaseerd op de zeven SBL-competenties, die tot stand zijn gekomen onder regie van de Stichting Beroepskwaliteit Leraren, in samenwerking met leraren en andere belanghebbenden in het werkveld. De SBLcompetenties zijn: Interpersoonlijk competent, Pedagogisch competent, Vakinhoudelijk vakdidactisch competent, Organisatorisch competent, Competent in het samenwerken met collega s, Competent in het samenwerken met de omgeving, en Competent in reflectie en ontwikkeling. ILS heeft de doelstellingen voor de opleidingen uitgewerkt in De ruggengraat van de lerarenopleiding. Deze bestaat uit vier wervels: de zeven (SBL) competenties, vijf beroepstaken, de vijf Dublin descriptoren en de vak- en generieke kennisbasis. De student moet aan het eind van de studie bewijzen dat hij in staat is competent te handelen in de vijf beroepstaken op hbo-bachelorniveau. De vijf beroepstaken zijn: Lesgeven en trainen in het vak/leergebied; Begeleiden van lerende(n); Ontwikkelen van leerarrangementen in het vak/leergebied; Bijdrage aan de onderwijsorganisatie; en Ontwikkelen van vakdeskundigheid. De beroepstaken zijn gevalideerd door de werkveldadviescommissie van ILS. Per beroepstaak kunnen studenten zich in een aantal competenties ontwikkelen. Dit is in De ruggengraat van de lerarenopleiding inzichtelijk gemaakt. Zo komen bij de beroepstaak Ontwerpen van leerarrangementen in het vak/leergebied de competenties Vakinhoudelijk vakdidactisch competent, Organisatorisch competent, Competent in het samenwerken met collega s en Competent in reflectie en ontwikkeling aan de orde. Het panel is van mening dat ILS de doelstellingen op zorgvuldige wijze heeft uitgewerkt. De competenties zijn op zinvolle wijze gekoppeld aan de beroepstaken. Deze laatste zijn relevant voor het beroep. Studenten moeten bij afstuderen voldoen aan de competenties op niveau 3 (vergelijk 1.2) en krijgen de titel Bachelor of Education in de betreffende opleiding. NQA - visitatie HAN: Lerarenopleidingen Algemene Vakken; hbo-bachelor (vt/dt) 21/133

Via ADEF blijven de opleidingen betrokken bij de ontwikkelingen in de landelijke set bekwaamheidseisen. ILS bewaakt samen met de werkveldadviescommissie de actualiteit en relevantie van de eindkwalificaties (vergelijk 5.3). In de jaarlijkse kwaliteitszorgcyclus van ILS is een evaluatie van de eindkwalificaties opgenomen. Elke drie jaar worden ze geëvalueerd in de interne audits. Volgens de jaarlijkse NVAO-quickscan (vergelijk 5.1) en het jaarlijkse klanttevredenheidsonderzoek hanteren de opleidingen de landelijke bekwaamheidseisen. Bij de ontwikkeling van de SBL-competenties heeft een internationale oriëntatie op en vergelijking van beroepsprofielen plaatsgevonden. ILS onderhoudt veel contacten met partnerinstellingen in het buitenland, zoals in Engeland en de Verenigde Staten, en heeft ongeveer veertig samenwerkingscontracten met in het buitenland geaccrediteerde lerarenopleidingen. Docenten gaan regelmatig naar deze opleidingen met het oog op afstemming van studieonderdelen (waaronder stages) die door studenten in het buitenland worden gevolgd. Het niveau van de opleidingen is daarbij onderwerp van gesprek. ILS stelt vast dat een vergelijking van het niveau van de opleidingen niet altijd goed is te maken, gezien verschillen in de opleidingsstelsels. Facet 1.2 Niveau bachelor Nederlands Goed Aardrijkskunde Goed Wiskunde Goed Frans Goed Geschiedenis Goed Natuurkunde Goed Duits Goed Economie Goed Scheikunde Goed Engels Goed Pedagogiek Goed Biologie Goed Criterium - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: In het Bestuurscharter Lerarenopleidingen wordt de koppeling beschreven tussen de competenties volgens de Wet BIO en de Dublin descriptoren. De relatie tussen de SBLcompetenties en de Dublin descriptoren is in een matrix inzichtelijk gemaakt (bijlage bij zelfevaluatierapport). Kennis en inzicht betreft voor de competentie Pedagogisch competent bijvoorbeeld de kennis van theorieën en modellen op het gebied van ontwikkeling en opvoeding en van identiteitsontwikkeling en culturele bepaaldheid. In De ruggengraat van de lerarenopleiding zijn de beroepstaken en competenties uitgewerkt naar drie niveaus: hoofdfasebekwaam (niveau 1, propedeusefase), lio-bekwaam (niveau 2, hoofdfase) en startbekwaam (niveau 3, eindfase). Per niveau zijn voor elke Dublin descriptor richtvragen opgesteld voor leraren en studenten. In de propedeuse- en hoofdfase krijgen studenten op basis daarvan formatieve feedback op hun ontwikkeling ten opzichte van de Dublin descriptoren. In de eindfase zijn de richtvragen geformuleerd als kwaliteitseisen. De Dublin descriptoren 22/133 NQA - visitatie HAN: Lerarenopleidingen Algemene Vakken; hbo-bachelor (vt/dt)

worden in de eindfase summatief beoordeeld in het assessment startbekwaam (vergelijk 2.8 en 6.1). De beroepstaken zijn eveneens per niveau uitgewerkt. De bij de beroepstaak behorende competenties (vergelijk 1.1) zijn uitgewerkt in gedragsindicatoren. De opleidingen maken gebruik van de door ADEF ontwikkelde twee kennisbases, die door het onderwijsveld zijn gelegitimeerd en gevalideerd: - de generieke kennisbasis is gericht op het pedagogisch-didactisch handelen in brede zin en heeft betrekking op de gehele set competenties behalve de vakinhoudelijke competentie; - de vakspecifieke kennisbasis is gericht op de vakinhoud van de afzonderlijke (school)vakken en de vakdidactiek. Hiermee wordt het hbo-bachelor kennisniveau bewaakt. ILS neemt deel aan het landelijke K3-project (kennisbasis, kennistoetsen en kennisbank) van de HBO-raad waarmee de kennisbasis in de lerarenopleidingen steviger verankerd gaat worden. De generieke kennisbasis is inmiddels landelijk vastgesteld. De vaststelling van de vakinhoudelijke kennisbases voor de vakken aardrijkskunde, geschiedenis, Duits, Engels, biologie, natuurkunde, scheikunde en wiskunde is in een afrondend stadium. De formulering voor de overige vakken is in volle gang. Ter versterking van de onderzoeksfunctie is met ingang van 2008-2009 gestart met de invoering van een onderzoekslijn in de opleidingen. Daartoe zijn de inhoud en het niveau van de vereiste onderzoekscompetenties geëxpliciteerd. Facet 1.3 Oriëntatie HBO bachelor Nederlands Goed Aardrijkskunde Goed Wiskunde Goed Frans Goed Geschiedenis Goed Natuurkunde Goed Duits Goed Economie Goed Scheikunde Goed Engels Goed Pedagogiek Goed Biologie Goed Criteria - De eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. - De eindkwalificaties weerspiegelen het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een hbo-opleiding vereist is of dienstig is. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: ILS heeft haar beroepsbeeld beschreven in Integraal Beroepsbeeld op niveau (2008). Het is geconcretiseerd in vijf beroepstaken (vergelijk 2.1), betekenisvolle taken die door de beroepsbeoefenaar in de praktijk worden uitgevoerd. Het beroepsbeeld is ontstaan in dialoog met het werkveld en wordt periodiek met vertegenwoordigers daarvan besproken (vergelijk 5.3). ILS heeft in zijn beroepsbeeld drie specifieke accenten gelegd. In de eerste plaats is er bijzondere aandacht voor de beheersing van vakkennis in relatie tot NQA - visitatie HAN: Lerarenopleidingen Algemene Vakken; hbo-bachelor (vt/dt) 23/133

competentieontwikkeling. Met het oog daarop is de ontwikkeling van de vakinhoudelijke en vakdidactische competentie in alle beroepstaken aanwezig. Tevens is er een specifieke beroepstaak, ontwikkelen van vakdeskundigheid, waarin de vakinhoudelijke en vakdidactische competentie centraal staat. In de tweede plaats legt ILS een bijzonder accent op duurzaam leren, onder meer via reflectie en ontwikkeling. Docenten moeten continu in staat zijn de transfer te maken van maatschappelijke en wetenschappelijke ontwikkelingen naar hun lespraktijk. Dat vereist een reflectieve en onderzoekende houding. Dit krijgt aandacht in de competentie competent in reflectie en ontwikkeling en in de beroepstaak ontwikkelen van onderwijsarrangementen. Het derde accent betreft het verwerven van vaardigheden op het gebied van drama en logopedie, omdat het beroep van leraar hoge eisen stelt aan expressieve vaardigheden, zoals het gebruik van de stem en de spraak en het expressief en effectief kunnen presenteren. Alle opleidingen leiden op tot een tweedegraads bevoegdheid. De tweedegraads leraar kan werkzaam zijn in het bve, het vmbo en klas 1 t/m 3 van havo/vwo. Bij de lerarenopleiding Pedagogiek ligt de focus op het bve, omdat pedagogiek als vak alleen bestaat in deze sector. Momenteel zijn er ook ontwikkelingen in het voortgezet onderwijs om aan pedagogiek gerelateerde vakken te geven, bijvoorbeeld Persoonlijke ontwikkeling in de basisvorming. Studenten Pedagogiek van ILS-HAN kunnen ook steeds meer in deze setting hun werkplekleren vormgeven. Met betrekking tot de aansluiting van de opleidingen bij actuele ontwikkelingen heeft de werkveldadviescommissie een adviserende rol. Ook via de begeleiding en beoordeling van studenten in de (opleidings)scholen zijn docenten van ILS op de hoogte van ontwikkelingen in het veld. Onderwerp 2 Programma Facet 2.1 Eisen HBO Nederlands Voldoende Aardrijkskunde Voldoende Wiskunde Voldoende Frans Voldoende Geschiedenis Voldoende Natuurkunde Voldoende Duits Voldoende Economie Voldoende Scheikunde Voldoende Engels Voldoende Pedagogiek Voldoende Biologie Voldoende Criteria - Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. - Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied/de discipline. - Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. 24/133 NQA - visitatie HAN: Lerarenopleidingen Algemene Vakken; hbo-bachelor (vt/dt)

(Zie voor een nadere onderbouwing per opleiding deel C van dit rapport) Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Het onderwijs, zowel de voltijd- als de deeltijdvarianten, is gericht op de ontwikkeling van de zeven SBL-competenties, geconcretiseerd in gedragsindicatoren op drie niveaus. Het functioneren in de beroepspraktijk is leidraad bij de inrichting van het leerproces. Het onderwijs is ingericht volgens de vijf beroepstaken (vergelijk 1.1), die de basis vormen voor het programma en de toetsing. Beroepstaken zijn betekenisvolle en complexe taken zoals die door beroepsbeoefenaren in de praktijk worden uitgevoerd. De vakdidactiek is de verbindende schakel tussen de beroepstaken waardoor de vakcomponent en de beroepscomponent met elkaar verbonden worden. In de onderwijseenheden werken studenten aan hun competentieontwikkeling binnen één of meer beroepstaken. Er wordt gebruik gemaakt van praktijkvoorbeelden en van materialen en methoden uit de beroepspraktijk. Het panel stelt vast dat alle opleidingen hun onderwijs consequent inrichten volgens de vijf beroepstaken en dat studenten daarbinnen aan hun competentie-ontwikkeling werken. De opleidingen maken gebruik van de twee landelijke kennisbases, voor de generieke beroepscomponent en voor de vakcomponent. De relevantie en actualiteit worden geborgd via ADEF. De landelijke kennisbasis per vak wordt per 2009-2010 definitief in het curriculum verwerkt. In datzelfde jaar worden pilots voor de landelijke kennistoetsing in de propedeuse ingevoerd (vergelijk 1.2). In de studiewijzers van de onderwijseenheden wordt verplichte en aanbevolen literatuur vermeld. Structurele contacten met de universitaire wereld en deelname aan internationale netwerken zoals ATEE (Association for Teacher Education in Europe) en CARN (Collaborative Action Research Network) dragen bij aan actualisatie daarvan. In de syllabi bij de onderwijseenheden zijn recente artikelen opgenomen. Het panel stelt vast dat de literatuur voor alle opleidingen voldoende relevant en actueel is en van een passend niveau. Studenten mogen naar eigen keuze gebruik maken van alternatieve leerbronnen. Ze kunnen, afhankelijk van de leervraag in verband met hun competentieontwikkeling, een keuze maken voor projecten uit een projectenbank. Ze kunnen tevens gebruik maken van internationale leerbronnen, zoals vakexcursies of de jaarlijkse facultaire studiereis. Ze kunnen tevens een vrije minor in het buitenland doen. De vakdidactiek is de verbindende schakel tussen de vakinhoudelijke en de beroepscomponent. De vakinhoud is volgens werkveldvertegenwoordigers die het panel heeft gesproken bij ILS van oudsher sterk ontwikkeld. Dit wordt bevestigd door alumni, zij het dat er over Nederlands op dit punt kritische opmerkingen zijn. Studenten vinden dat de vakinhoud en de pedagogisch/didactische onderdelen goed over de opleiding zijn verdeeld. In het begin van de studie ligt het accent op het vak, vanaf het tweede jaar verschuift het naar de pedagogiek en didactiek. In de eerste drie leerjaren is het ontwikkelen van onderzoeksvaardigheden onderdeel van het curriculum in de vorm van theorie- en vaardigheidstrainingen, project- en onderzoeksopdrachten en leerwerktaken. Studenten ontwikkelen een onderzoekende houding door het opzetten, uitvoeren, rapporteren en evalueren van onderzoek. NQA - visitatie HAN: Lerarenopleidingen Algemene Vakken; hbo-bachelor (vt/dt) 25/133

In het vierde jaar voert de student een afstudeeropdracht uit in de vorm van een onderzoek. Studenten kunnen onderzoek doen op het gebied van een vak of van vakdidactiek. Ze kunnen ook kiezen voor een onderwijskundig onderwerp, zoals activerende didactiek. De afstudeeropdracht is bij voorkeur gebaseerd op een onderwerp uit de praktijk (lio-stage). Met de invoering van het competentiegerichte onderwijs is ILS gestart met ILS-brede onderzoeksopdrachten (vergelijk 6.1). Het panel stelt vast dat onderzoek in de curricula van de verschillende opleidingen weliswaar aan de orde komt, maar in beperkte mate. ILS heeft vanaf 2007-2008 een beleid ingezet om de onderzoekscomponent in het curriculum te versterken. In het kader van de Dieptepilots Opleidingsscholen zijn experimenten gestart waarbij studenten onderzoek verrichten binnen de opleidingsscholen. In de daarop volgende jaren zijn de docenten geprofessionaliseerd op het gebied van de begeleiding van het afstudeeronderzoek. In de opleidingsteams is geïnvesteerd in het ontwikkelen van een gemeenschappelijk kader voor de opzet, inrichting en beoordeling van de onderzoekslijn in het curriculum. Dit heeft geleid tot de Notitie Onderzoekscomponent ILS-HAN Niveau Startbekwaam. Tevens is er een uniform beoordelingskader voor het afstudeeronderzoek vastgesteld. Afgezien van de opleidingen Moderne Vreemde Talen hebben studenten in 2008-2009 het afstudeeronderzoek uitgevoerd op basis van de nieuwe beleidslijn. De afstudeeronderzoeken worden volgens het nieuwe beoordelingskader beoordeeld. Vanaf 2009-2010 werken alle opleidingen van ILS volgens hetzelfde kader en volgens identieke richtlijnen voor het afstudeeronderzoek. Het gesprek van het panel met opleidingsmanagers bevestigt deze lijn. Onderzoeksvaardigheden kwamen voorheen impliciet in de onderwijseenheden aan de orde en zijn het afgelopen jaar geëxpliciteerd in de onderzoekslijn. Het panel heeft tevens gesproken met een aantal lectoren. Zij geven aan dat binnen de opleidingen sterk wordt gewerkt aan de verdere ontwikkeling van de onderzoekscomponent. Daar is volgens hen ook reden voor. Er is met de invoering van de nieuwe onderzoekslijn volgens hen een goede ontwikkeling in gang gezet. Actuele beroepssituaties worden, zo stelt het panel vast, in de programma s van alle opleidingen vertaald in casuïstiek, projecten, leerwerktaken, simulaties, excursies, et cetera. Werkplekleren is integraal onderdeel van de onderwijseenheden en stellen studenten in staat om hun beroepsvaardigheden te ontwikkelen. De werkplekken worden georganiseerd door het Bureau Extern. In het werkplekleren maken studenten kennis met verschillende schooltypen en diverse onderwijsconcepten. In de onderwijseenheden wordt de transfer van de praktijk naar de theorie en andersom gemaakt. Praktijkervaringen van studenten zijn expliciet onderdeel van het onderwijs. Studenten werken op de werkplek aan leerwerktaken op basis van hun leervragen. Daarnaast krijgen ze leerwerktaken mee van de opleiding. In de propedeuse omvat het werkplekleren 18 weken van 1 dag per week. In de hoofdfase leren studenten op de werkplek gedurende 17 weken van 2 dagen per week en gedurende 9 weken 4 dagen per week. In de eindfase doen de studenten een lio-stage, vier dagen per week gedurende 20 weken (blokstage) of twee dagen per week gedurende 40 weken (lintstage). 26/133 NQA - visitatie HAN: Lerarenopleidingen Algemene Vakken; hbo-bachelor (vt/dt)

De lio verricht taken die een beginnend docent op school verricht, onder begeleiding op afstand van de schoolpracticumdocent. Naast deze werkzaamheden op de werkplek hebben de studenten 19 opleidingsdagen op het ILS. Tijdens deze dagen staat het CTMmodel centraal. Dat houdt in: Collegiaal ondersteunend leren volgens de methode van intervisie ( Collen ); Thema s waarbij wordt aangesloten op de ervaringen in de stagepraktijk met ruimte voor vakdidactiek; en Mentoring. Voorts wordt de student begeleid bij het samenstellen van het portfolio voor het dossier startbekwaam. Als voorbereiding op de lio-stage stelt de student onder meer een leerwerkplan op dat als vertrekpunt dient voor de verdere competentieontwikkeling. Deeltijdstudenten hebben de mogelijkheid om leerwerktaken uit te voeren in hun eigen werkomgeving. Afhankelijk van de mogelijkheden in de werksituatie van de student en de begeleiding op de werkplek wordt er meer of minder begeleiding en sturing geboden door de instituutsbegeleider om de vereiste competenties te kunnen ontwikkelen. De opleidingscoördinator heeft tot taak de actualiteit en de beroepsgerichtheid van het programma te bewaken. Docenten hebben tot taak actuele ontwikkelingen in de onderwijspraktijk te vertalen naar het onderwijs. De studiegidsen van de opleidingen zijn besproken in de werkveldadviescommissie. De acht lectoraten leveren bijdragen aan de opleidingen. Zo hebben ze een rol gespeeld ten aanzien van de conceptvorming van de onderzoekslijn, adviseren ze docenten op onderzoeksgebied, dragen ze bij aan de professionalisering en visie-ontwikkeling van docenten en ondersteunen ze op het gebied van innovatie van leerarrangementen en van toetsvormen. Bovendien hebben ze in een aantal gevallen een begeleidende rol ten aanzien van de academische opleidingsscholen (dieptepilots), waarbij ze docenten en lio-studenten begeleiden en scholen in het doen van onderzoek. ILS kent een commissie Internationalisering die adviseert met betrekking tot buitenlandstages en internationalisering in het curriculum. Via het Bureau Buitenland van de Faculteit Educatie en het International Office van de HAN onderhoudt ILS relaties met circa 70 lerarenopleidingen over de gehele wereld. Samen met de PABO wordt een internationale klas gevormd voor buitenlandse en Nederlandse studenten. ILS streeft ernaar dat 25 studenten per jaar minimaal een half jaar in het buitenland verblijven. Iedere vijf jaar wordt een nota internationalisering vastgesteld. ILS heeft recent een coördinator Internationalisering aangesteld met als taak om het internationale karakter van de curricula gestructureerd vorm te geven. Uit het Studenttevredenheidsonderzoek 2008 blijkt grote tevredenheid over het studiemateriaal, de praktijkgerichtheid, de voorbereiding op de beroepspraktijk, de aansluiting op de actualiteit, het contact met de beroepspraktijk, de aansluiting van het werkplekleren op het onderwijs en de mate waarin de docenten op de hoogte zijn van de beroepspraktijk. Ook de onderwijsevaluaties 2008, de evaluatie van de lio-stage 2008, het Klanttevredenheidsonderzoek 2008 en de HBO-Monitor geven een positief beeld. Uit de gesprekken met studenten blijkt in het algemeen tevredenheid over het werkplekleren en over de lio-stage. De opbouw van het werkplekleren over de vier studiejaren wordt gewaardeerd. De stages nemen in het programma een prominente plaats in en brengen studenten goed in contact met de beroepspraktijk. Ze stellen hen in staat zich de vereiste competenties eigen te maken. In het algemeen blijken de opleidingen over voldoende werkplekken te beschikken. Studenten kunnen kiezen uit een NQA - visitatie HAN: Lerarenopleidingen Algemene Vakken; hbo-bachelor (vt/dt) 27/133

lijst van het Bureau Extern. Deeltijdstudenten geven aan dat er weinig met hun voorkeuren wordt gedaan. Dat levert voor hen nogal eens problemen op in verband met de afstand. Het panel is op grond van materiaalbestudering en gesprekken van mening dat de opleidingen hun studenten in voldoende mate voorbereiden op het beroep van leraar. Het panel is op basis van materiaalbestudering en gesprekken van oordeel dat de opleidingsprogramma s de actuele ontwikkelingen in het vakgebied en de beroepspraktijk weerspiegelen en dat ze mogelijkheden tot de ontwikkeling van beroepsvaardigheden bieden. De gebruikte vakliteratuur is in het algemeen relevant en actueel en is van een passend niveau. Het panel komt tot het oordeel voldoende vanwege de onderzoekscomponent in het curriculum. Het panel vindt de nieuw ingezette onderzoekslijn veelbelovend. De resultaten ervan zijn echter nog niet over de volle breedte zichtbaar. Facet 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma Nederlands Goed Aardrijkskunde Goed Wiskunde Goed Frans Goed Geschiedenis Goed Natuurkunde Goed Duits Goed Economie Goed Scheikunde Goed Engels Goed Pedagogiek Goed Biologie Goed Criteria - Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. - De eindkwalificaties van de doelstellingen zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. - De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheden om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. (Zie voor een nadere onderbouwing per opleiding deel C van dit rapport) Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De studenten werken aan hun competentieontwikkeling binnen de vijf beroepstaken (vergelijk 2.1). In alle beroepstaken komen meerdere SBL-competenties aan de orde. In een tabel in het zelfevaluatierapport is dit inzichtelijk gemaakt. Het programma van de opleiding is opgebouwd naar de drie niveaus - hoofdfasebekwaam, lio-bekwaam, startbekwaam - die overeenkomen met de drie fasen: propedeuse, hoofdfase en eindfase. De niveaus hebben betrekking op de mate van zelfstandigheid en verantwoordelijkheid; de mate van complexiteit van de context; en de mate van volledigheid van handelen. Competenties, beroepstaken en gedragsindicatoren zijn ILS-breed goed uitgewerkt in het document De ruggengraat van de lerarenopleiding (april 2009) (vergelijk 1.1). In de studiewijzers zijn per onderwijseenheid de beroepstaken en competenties opgenomen die aan de orde komen. Het panel stelt op basis van materiaalbestudering vast dat de 28/133 NQA - visitatie HAN: Lerarenopleidingen Algemene Vakken; hbo-bachelor (vt/dt)

competenties goed in de beroepstaken en in de opleidingsprogramma s aan de orde komen. De opleidingen zijn met de implementatie van het competentiegerichte onderwijs tot en met het tweede jaar gevorderd. De relatie tussen de beroepstaken en competenties enerzijds en de onderwijseenheden anderzijds wordt voortdurend verfijnd. Studenten volgen een verdiepende of een verbredende minor, meestal aan het eind van de hoofdfase. Ze kunnen kiezen uit de minorencatalogus van de HAN of zelf een minor samenstellen met een relatie tot het beroepsprofiel. In een vrije minor kunnen studenten onder andere kiezen voor een stage in het buitenland (ongeveer 30% van de voltijdstudenten ILS kiest daarvoor) of aan een universiteit. Het programma van een vrije minor moet worden goedgekeurd door de examencommissie. De beleidsmedewerker kwaliteitszorg bewaakt de vertaling van de eindkwalificaties naar het programma en de concretisering ervan in de onderwijseenheden. Hierover is regelmatig overleg binnen clusters en/of opleidingsteams en tussen docenten die dezelfde onderwijseenheid verzorgen. ILS heeft recent een beleidsmedewerker Onderwijsontwikkeling aangesteld die onder meer de vertaling van de eindkwalificaties naar het programma en de concretisering ervan in de onderwijseenheden op systematische wijze moet aansturen. Volgens het Studenttevredenheidsonderzoek 2008 zijn studenten tevreden over herkenbaarheid van de competenties in de programmaonderdelen en de mate waarin de onderdelen bijdragen aan het ontwikkelen van de beoogde competenties. Uit het Alumnionderzoek 2008 blijkt tevredenheid over de aansluiting van de eindkwalificaties bij de inhoud van de opleiding en de uitoefening van het beroep. Facet 2.3 Samenhang in opleidingsprogramma Nederlands Goed Aardrijkskunde Goed Wiskunde Goed Frans Goed Geschiedenis Goed Natuurkunde Goed Duits Goed Economie Goed Scheikunde Goed Engels Goed Pedagogiek Goed Biologie Goed Criterium - Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma. (Zie voor een nadere onderbouwing per opleiding deel C van dit rapport) Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Het programma van de opleidingen is opgebouwd naar drie niveaus: hoofdfasebekwaam, lio-bekwaam, startbekwaam. Deze komen overeen met de drie fasen: propedeuse, hoofdfase en eindfase. In de propedeuse oriënteert de student zich op het beroep aan de hand van de vraag wil en kan ik leraar worden?. In de hoofdfase richt hij zich op de vraag hoe wil ik mijn docentschap invullen? en in de eindfase op de vraag wie ben ik als leraar?. De niveaus hebben betrekking op de mate van zelfstandigheid en verantwoordelijkheid; de mate van complexiteit van de context; en de mate van volledigheid van handelen. De niveaus zijn uitgewerkt in de gedragsindicatoren van de NQA - visitatie HAN: Lerarenopleidingen Algemene Vakken; hbo-bachelor (vt/dt) 29/133

competenties en in de beroepstaken. Per fase is inzichtelijk op welk niveau de studenten binnen de beroepstaken werken aan de competenties. De samenhang in de opleidingsprogramma s wordt in de eerste plaats gerealiseerd door de beroepstaken en de daarbij behorende competenties. Alle onderwijseenheden zijn daaraan gerelateerd. Om vanuit de beroepstaken de integratie tussen theorie en praktijk te realiseren wordt gebruik gemaakt van leerwerktaken. Dat zijn complexe taken/opdrachten die de studenten tijdens het werkplekleren op de opleidingsscholen uitvoeren en waarbij verschillende competenties kunnen worden geoefend. Er worden meerdere leerwerktaken aangeboden. Ze kunnen worden gedefinieerd door de ILS-opleiding, door de opleidingsschool of door de ILS-opleiding en de opleidingsschool gezamenlijk. In de eindfase kan de student zelf leerwerktaken formuleren, passend in zijn ontwikkelingstraject. De leerwerktaken bieden de studenten naar de mening van het panel goede mogelijkheden om de theorie in de praktijk toe te passen. Ze vormen een prima verbinding tussen de theorie en de praktijk. De leerwerktaken zijn relevant en passen goed bij de beroepstaken. Het panel stelt op basis van materiaalbestudering en gesprekken vast dat in de opleidingsprogramma s sprake is van een goede inhoudelijk opbouw. De wijze waarop dat wordt vormgegeven verschilt per (cluster van) opleiding(en). De eerste twee studiejaren ligt het accent in het algemeen op de vakkennis, daarna krijgt de beroepsvoorbereiding steeds meer de overhand. De complexiteit van de beroepstaken neemt gedurende de studie toe. Ook de samenhang tussen de vakinhoud en de vakdidactiek komt naar de mening van het panel goed tot haar recht. Binnen de onderwijseenheden komen de vakkennisbasis, de generieke kennisbasis en het werkplekleren aan bod. De verdeling van de generieke kennisbasis over de drie fasen is ILS-breed vastgesteld, die van de vakkennisbasis wordt door de opleidingen bepaald. Het panel stelt op basis van materiaalstudie en gesprekken vast dat de horizontale samenhang binnen de onderwijseenheden goed tot zijn recht komt. De horizontale samenhang komt tot uiting in de koppeling tussen stage en terugkomdagen en in die tussen vakinhoud en vakdidactiek in de onderwijseenheden. In de studiegidsen is goed zichtbaar hoe de horizontale samenhang is geborgd in de summatieve competentiebeoordelingen, waarin parallel lopende onderwijseenheden geïntegreerd worden getoetst. De minor moet passen binnen het kader van het beroep en aansluiten bij de ambities en talenten van de student. De student moet de samenhang tussen de major en de minor verantwoorden. Deze verantwoording wordt beoordeeld door de studieloopbaanbegeleider. In het geval van een vrije minor beslist de examencommissie. De opleidingscoördinator is verantwoordelijk voor de bewaking van de samenhang in het curriculum. De samenhang is onderwerp van gesprek tijdens het overleg binnen de clusters en/of opleidingsteams en tussen de docenten van een onderwijseenheid. Volgens het Studenttevredenheidsonderzoek 2008 zijn studenten tevreden over de samenhang in het programma. Ook uit het exitonderzoek (2008), de HBO-Monitor (2007) en het alumnionderzoek (2008) van ILS blijkt tevredenheid op dit punt. 30/133 NQA - visitatie HAN: Lerarenopleidingen Algemene Vakken; hbo-bachelor (vt/dt)