whitepaperapril 2011 Absenteïsme in de privésector Algemene trend: voorzichtig positief Ondernemingen met risico op verzuimcultuur



Vergelijkbare documenten
Crisis doet arbeiders minder en bedienden meer verzuimen

Enkele kerncijfers mbt ziekteverzuim Enkele stellingen Geïntegreerde gedragsmatige verzuimaanpak Modulaire opbouw

WHITE PAPER. Het absenteïsme in België Kosten, benchmarks, medische redenen en personeelstevredenheid. Powered by

Bijna 7 Belgische werknemers op 10 hebben een goed evenwicht tussen werk en privéleven

Hoge werkbelasting, demotivatie, pesterijen en ongezonde leefstijl doen ziekteverzuim drastisch toenemen

1. Ziekteverzuim op de Belgische arbeidsmarkt

Vision de l absentéisme

Leve de verzuimcultuur?

Absenteïsme. Actueel? Agenda. Gastcollege Artevelde Hogeschool oktober 2014

Jonge en oude werknemers even gemotiveerd, maar ook even gestrest

whitepaperapril 2013 Absenteïsme in 2012 Indicator met stijgend belang Evolutie in de Belgische privésector Mogelijke invloed van een eenheidsstatuut

Hoog ziekteverzuim in Limburg

Personeelsverloop in de privésector

Bijna 70% van de Belgen is tevreden over de leiderschapsstijl van zijn baas

Figuur 1: Verzuimpercentage onderwijzend personeel en ondersteunend personeel in het primair onderwijs en voortgezet onderwijs ( ).

Monitor 2016Q4 15 Pag. MONITOR FLEXI-JOBS

Arbeidsovereenkomst voor voltijdse werknemers tewerkgesteld in de ambassades en diplomatieke missies

Emilie Dequeker Guy Verbrugghe Frederik Librecht

Ziekteverzuim met succes aanpakken

Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013

De loonkloof tussen vrouwen en mannen in België. Samenvatting rapport 2011

Duidelijke stijlbreuk wat betreft het personeelsverloop in 2010

Ter beschikking gesteld door ACV-metaal Picanolgroup

Sectorfoto PSC

Inhoudsopgave. Alle verzuimgrootheden worden berekend exclusief zwangerschap, tenzij anders vermeld.

WERK = WERK. naar een werknemersstatuut voor arbeiders en bedienden

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013

JAARVERSLAG PERSONEEL

Einde van de overeenkomst

Vernet Health Ranking

Ziekteverzuim anno 2002

PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015

Inhoudsopgave. Alle verzuimgrootheden worden berekend exclusief zwangerschap, tenzij anders vermeld.

Nachtarbeid Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 juni 2007 (84.302) Arbeid op zon en feestdagen... 4

JURIDISCHE ACTUA Studentenarbeid 2017 INHOUD. Het sluiten van een studentenovereenkomst. Fiscale aspecten van studentenarbeid

Eenheidsstatuut? Een geslaagd g huwelijk?

Vlaams ontwerpdecreet in de maak om educatief verlof te herzien Acerta ziet voordeel op vlak van duurzame inzetbaarheid

De loonkloof tussen vrouwen en mannen in België Rapport 2014

Ecocheques. paritair comité 309. Rechtsbronnen. Definitie. Betrokken werknemers. Bedrag en toekenningsvoorwaarden

Nog teveel ondernemingen kunnen niet inschatten of ze in de problemen zitten

Studenten combineren voor tal van redenen hun studies met een job.

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN

Out Sim. Handleiding te lezen voor gebruik

Profiel en tevredenheid van uitzendkrachten. In samenwerking met

ARBEIDSOVEREENKOMST - DIENSTENCHEQUES

Eindejaarspremie. Verplichting tot betalen van een eindejaarspremie

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN

IK HEB EEN NIEUWE JOB GEVONDEN VIA HAYS

2011/5 De (in)stabiliteit van huwelijken in België

ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR ARBEIDER - DEELTIJDS

Vernet Viewer Q Voorbeeldorganisatie

Arbeidsovereenkomst voor deeltijdse werknemers tewerkgesteld in de ambassades en diplomatieke missies

De vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29).

Arbeiders/ bedienden: wegwerken van discriminaties!

Werkloosheidscijfers Tijdelijke werkloosheid Faillissementen

1 Beschrijving van de activiteiten in de sector op basis van de Nace-Bel nomenclatuur

ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR STUDENTEN BEDIENDE BELPAALDE DUUR

PERSBERICHT Brussel, 24 september 2015

ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR STUDENTEN

Jaarlijkse vakantie: de spelregels

Arbeidsovereenkomst - Student

PERSBERICHT Brussel, 30 september 2013

ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR STUDENTEN

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN 11/12/2007

Draag Zorg voor Uw Zorg = Zorg voor Uw Talent!

Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid

Arbeidsongevallen uitzendkrachten Hoofdstuk 2

ARBEIDSOVEREENKOMST - ARBEIDER BEPAALDE DUUR DEELTIJDS

Duaal leren, dat is vaardigheden ontwikkelen op school én op de werkvloer. Dat biedt heel wat voordelen voor alle partijen. Als jongere vind je na je

Sectorrapport: Social Profit

De periode van het gewaarborgd loon begint te lopen de dag volgend op deze carensdag.

Ziekteverzuim April BEGRIPPEN

Hoe lees ik mijn loonbrief?

Arbeiders en bedienden van de makelarij en van de verzekeringsagentschappen

Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid

Toelichting Berekening Verlof

Als jij er bent, wint iedereen! Het vernieuwde aanwezigheidsbeleid

Groentenconservennijverheid

INFORMATIEDOCUMENT Jaarlijkse vakantie 2013 van de volledig werklozen

Hoog aantal vastgoedtransacties in het afgelopen trimester. De vastgoedmarkt herpakt zich na een relatief rustige maand maart

European Sick Leave Index Voorbeeldklant

II. Intredes in primaire arbeidsongeschiktheid met een duur van de arbeidsongeschiktheid groter dan 28 dagen... 11

Coll0ectieve arbeidsovereenkomst van 15 oktober 2010 ( )... 6

ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR STUDENTEN

PERSBERICHT Brussel, 25 juni 2013

De inflatie zakte in juni nog tot 1,5 punten. De daaropvolgende maanden steeg de inflatie tot 2,0 in augustus (Bron: NBB).

Jaarlijkse vakantie 2018

4. Het Belgische arbeidsrecht

DE VEILIGHEIDSGRADEN VAN DE GRAFISCHE SECTOR

onderbroken dienst (d.i. vanaf 4 uur tussen 2 diensten): + 30%

NIEUWE OPZEGTERMIJNEN VANAF Toepassing in de tijd van de nieuwe reglementering

Sector van de vlasbereiding

INFORMATIESESSIE. Inhoud

Agenda. De onzichtbare medewerker. Een resultaatsgerichte aanpak van verzuim. Inzicht krijgen in ziekteverzuim. Verzuimbeleid

ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR BEPAALDE DUUR (ARBEIDER / BEDIENDE )

SJABLOON VOOR ONTHAALBROCHURE

1 Beschrijving van de activiteiten in de sector op basis van de Nace-Bel nomenclatuur

NIEUWSBRIEF ABANTE VZW DECEMBER 2010

Welzijn zoekt personeel (M/V)

Transcriptie:

whitepaperapril 2011 Absenteïsme in de privésector Benchmark België 2010 Algemene trend: voorzichtig positief Ondernemingen met risico op verzuimcultuur Tips voor een leeftijdsbewust verzuimbeleid

Inhoud I. Verzuimcijfers: volgt u ze ook op? 3 II. Wie voerde dit onderzoek uit? 4 III. Hoe is dit onderzoek gevoerd? 5 A. Een representatieve steekproef van 254.305 werknemers 5 B. Door werkgevers geregistreerd verzuim 5 C. Terminologie 5 D. Berekeningsmethode van de belangrijkste verzuimindicatoren 7 IV. Algemene trend: voorzichtig positief 9 V. Leeftijdsbewuste verzuimanalyse 12 VI. Cijfers 17 A. Kost van het ziekteverzuim 17 B. Belangrijkste verzuimindicatoren 18 C. Bradford Factor van het ziekteverzuim 20 D. Startdag en duur van ziekteverzuim 21 E. Topdagen voor ziekteverzuim 22 F. Verzuimindicatoren volgens kenmerken werkgever 23 G. Verzuimindicatoren volgens kenmerken werknemer 26 1

Rechten van intellectuele eigendom De gebruiker erkent dat alle verstrekte informatie en gegevens eigendom zijn van Securex Corporate EESV en verbindt zich ertoe er geen wijzigingen in aan te brengen. De gehele of gedeeltelijke reproductie, verspreiding, verkoop, verdeling of wijziging van bestanden, terbeschikkingstelling aan het publiek en/of hergebruik in welke vorm ook, aanpassingen en gebruik voor commerciële doeleinden van alle informatie en gegevens is verboden, tenzij met voorafgaande schriftelijke toestemming van Securex. Het is evenzeer verboden de gegevens elektronisch op te slaan en te gebruiken voor onwettige doeleinden. De verstrekte informatie mag worden gereproduceerd in niet-commerciële publicaties en presentaties, mits voldaan wordt aan volgende 2 voorwaarden: 1. een voorafgaande schriftelijke mededeling aan hrresearch@securex.eu, met vermelding van de gegevens die gereproduceerd worden en het medium waarin gereproduceerd wordt; en 2. de volgende bronvermelding bij de reproductie: Securex. Ver. Uitg.: Frank Vander Sijpe, Securex Corporate EESV, Tervurenlaan 43, 1040 Brussel BTW BE 0877 510 104 2

I. Verzuimcijfers: volgt u ze ook op? De interesse in deze white paper over verzuimcijfers blijkt elk jaar opnieuw uit de talrijke vragen van HR-verantwoordelijken naar de beschikbaarheid van de nieuwe cijfers, de sterke persaandacht die dit thema keer op keer krijgt, het aantal downloads van deze white paper op onze website, en de bereidwilligheid van de lezers/gebruikers om deze te evalueren en de nodige input te geven voor de volgende versie. Het belang van registratie, analyse, benchmarking en opvolging van verzuimcijfers hoeven we dus niet meer te benadrukken. Dat bevestigen ook de getuigenissen van enkele HR directors in de white paper van vorig jaar. Dat verzuimcijfers en voornamelijk de frequentie een belangrijke signaalfunctie vervullen om problemen te detecteren en actie te nemen om de motivatie van werknemers te verhogen, toonden we bovendien aan in de white paper Werken aan verzuim 1. De evaluatie van de white paper Absenteïsme in de privésector Benchmark België 2009 liet ons toe het aantal bladzijden grondig te beperken tot de meest gewaardeerde onderdelen. We bespreken enkel de globale evolutie en enkele belangrijke trends. De cijfers vindt u in een apart hoofdstuk. In deze white paper vindt u: de berekeningsmethode van de belangrijkste verzuimindicatoren. de algemene evolutie van het ziekteverzuim, bij arbeiders en bedienden, en een beschrijving van het type onderneming met risico op een verzuimcultuur in 2010. enkele adviezen voor een leeftijdsbewuste verzuimanalyse en voor een beperking van uw verzuimkost. de cijfers: globaal en volgens statuut (kost, belangrijkste verzuimindicatoren, Bradford Factor, startdag, duur en topdagen); volgens kenmerken werkgever en werknemer (belangrijkste verzuimindicatoren). Maar vindt u geen: getuigenissen van ondernemingen die rond ziekteverzuim werken. Over de communicatie van verzuimcijfers getuigden enkele HR directors in de white paper van vorig jaar. Andere getuigenissen vindt u op www.securex.be. Voor een volledig overzicht van best practices kan u bij onze consultants terecht. verzuimcijfers van elk paritair comité waarvoor onze steekproef voldoende groot is. U kan uw verzuimcijfers met deze van uw specifieke sector (of een referentiegroep op maat van uw onderneming) vergelijken bij een opleidingstraject of verzuimaudit. 1 U kan deze en andere white papers gratis downloaden op www.securex.be/whitepapers. 3

II. Wie voerde dit onderzoek uit? Securex biedt specifieke expertise, advies en innovatieve oplossingen in alle domeinen van het beheer van het menselijk kapitaal. Tot zijn klantenportfolio behoren particulieren, starters en zelfstandigen, maar ook kleine, middelgrote en grote ondernemingen. In mei 2009 herpositioneerde Securex zijn merk, met een vernieuwd logo, de baseline human capital matters en 6 kerncompetenties: HR Services, Health & Safety, HR Insurance, HR Consulting, Social Admin en HR Research. Securex biedt een brede waaier aan producten en diensten, gaande van een ziekenfonds voor particulieren, loonadministratie en aangepaste verzekeringsproducten tot en met specifiek advies over rekrutering, health & safety, talent management en personeelsonderzoek voor zelfstandigen en bedrijven. Securex behaalde in 2009 een omzet van 226 miljoen euro. In België telt Securex 1.500 medewerkers verdeeld over 26 regionale kantoren. Zij verzorgen de dienstverlening voor meer dan 150.000 particulieren en bedrijven, voor meer dan 110.000 zelfstandigen en voor 5.400 bevoorrechte partnerboekhouders, -makelaars en -accountants. Securex is ook actief in Luxemburg en Frankrijk. Een team van ervaren onderzoekers binnen Securex HR Research voerde deze wetenschappelijke studie uit. 4

III. Hoe is dit onderzoek gevoerd? A. Een representatieve steekproef van 254.305 werknemers De steekproef van de Belgische arbeidsmarkt in 2010 bestaat uit 254.305 werknemers en 25.480 werkgevers uit de privésector. Uit de vergelijking met de RSZ populatiegegevens 2 blijkt dat onze steekproef voor de omvang van ondernemingen, statuut, geslacht, leeftijd en werkregime een goede weerspiegeling is van de Belgische arbeidsmarkt 3. Voor de regionale verdeling is dit minder het geval. Daarom corrigeren we de verzuimcijfers met een wegingsfactor die specifiek is voor elke provincie 4. De steekproef is over de tijd heen vrij stabiel gebleken, net als de Belgische arbeidsmarkt. Onze verzuimcijfers zijn representatief voor de globale Belgische werkgeversmarkt over de jaren 2001 tot en met 2010. B. Door werkgevers geregistreerd verzuim Voor de berekening van de verzuimstatistieken maakten we een selectie uit het klantenbestand van het Sociaal Secretariaat van de Groep Securex. De criteria die we hiervoor gebruikten, leest u hieronder. We lieten elke werkgever of juridische entiteit op Belgisch grondgebied toe in de steekproef die minstens één werknemer tewerkstelt die minimaal één dag in de betreffende periode heeft gewerkt. Een onderneming met meerdere uitbatingzetels telt als één werkgever. Ondernemingen uit de publieke sector maken geen deel uit van deze steekproef. Elke werknemer die 1) minimaal één dag in de betreffende periode heeft gewerkt, en 2) een contract heeft voor meer dan 30 dagen, namen we ook op in de steekproef. Volgende groepen sloten we uit: uitzendwerkers, jobstudenten voor een periode van 23 dagen, zelfstandigen, actieve vennoten en (brug)gepensioneerden. Huisbedienden en werknemers met een leercontract namen we wel op. C. Terminologie Absenteïsme Deze studie heeft als doel u een globaal beeld te geven van het verzuim in de Belgische arbeidsmarkt. We kijken daarbij naar verzuim door ziekte en privéongevallen ( ziekteverzuim ) en verzuim door arbeidsongevallen. Dit zijn de twee meest relevante verzuimredenen omdat werkgevers vooral deze wensen te beperken. Verzuim door zwangerschap, door gewettigde afwezigheid 5 en door ongewettigde afwezigheid 6 bespreken we niet. 2 www.rsz.fgov.be 3 Analyse via de ChiKwadraat aanpassingstoets. De juiste wetenschappelijke methodologie bepaalden we in samenwerking met de academische wereld. 4 Deze wegingsfactoren verkrijgt u op aanvraag. De duidelijke ondervertegenwoordiging bijvoorbeeld van Limburg resulteert in de hoogste wegingsfactor van de reeks. 5 Gewettigde afwezigheid: schorsing in de uitvoering van de arbeidsovereenkomst gebaseerd op een akkoord tussen werkgever en werknemer. De werkgever is aan de werknemer geen loon verschuldigd. 6 Ongewettigde afwezigheid: afwezigheden die buiten elke wettelijke regeling vallen en zonder voorafgaand akkoord van de werkgever. 5

Gemiddeld aantal werknemers Dit is het gemiddeld aantal hoofden per maand in de bestudeerde periode. Elke maand waarin een werknemer voor minstens één dag een contract had, telt hij voor 1/12de of 1/3de mee naargelang het verzuimcijfer voor een kalenderjaar of een trimester wordt berekend. Aantal actieve werknemers Dit is het aantal hoofden met een lopend contract op de laatste dag van de bestudeerde periode. Werknemers met een contract dat niet meer actief was op de laatste dag van de bestudeerde periode, tellen we niet mee. Aantal ziektemeldingen Het aantal ziektemeldingen is het aantal nieuw begonnen verzuimperiodes. Indien een afwezigheid door ziekte startte in december 2009 en voortduurde in 2010, dan tellen we deze niet mee voor het aantal ziektemeldingen in 2010. Bij verlenging of herval rekenen we geen nieuwe ziektemelding. Aantal verzuimdagen Het aantal verzuimdagen is het totaal aantal niet-gepresteerde werkdagen door ziekte of arbeidsongeval in de bestudeerde periode. Voor een afwezigheid door ziekte die gestart is in december 2009 tellen we de verzuimdagen vanaf 1 januari mee voor het aantal verzuimdagen in 2010. Een werkdag beschouwen we als niet-gepresteerd vanaf één uur ziekteverzuim. Aantal te presteren werkdagen Een kalenderjaar telt 261 te presteren werkdagen voor een voltijdse equivalent: 365 - (52 weekends x 2 dagen). Feest- en vakantiedagen beschouwen we als te presteren omdat ze betaald zijn door de werkgever. Hiermee cijferen we ook de verschillen tussen ondernemingen en sectoren weg. Bij het bepalen van dat aantal te presteren werkdagen houden we rekening met de begin- en/of einddatum van een arbeidscontract. Een voltijdse werknemer wiens contract beëindigd werd op 15 januari telt 10 te presteren werkdagen in 2010. Voor deeltijdse werknemers tellen we het aantal dagen waarop ze geacht worden te presteren, onafhankelijk van het aantal te presteren uren per dag: 50% verdeeld over 5 voormiddagen geeft 5 te presteren werkdagen per week, terwijl 50% verdeeld over maandag, dinsdag en woensdagvoormiddag 3 te presteren werkdagen per week betekent. Naast de deeltijders zijn er ook werknemers die gedurende 6 of zelfs 7 dagen per week werken, maar die het aantal uren per week van een voltijdse werknemer niet overschrijden. We werken hier volgens hetzelfde principe als voor de deeltijders. Het aantal te presteren dagen per week is in dit geval 6 of 7 in plaats van 5. 6

D. Berekeningsmethode van de belangrijkste verzuimindicatoren Verzuimpercentages Het ziekteverzuimpercentage is het aantal werkdagen op 100 dat niet werd gepresteerd door ziekte of privéongeval. Dit percentage berekenen we voor een welbepaalde groep werknemers (bv. alle arbeiders in België) in een welbepaalde referentieperiode (bv. een kalenderjaar). De niet-gepresteerde werkdagen splitsen we op in functie van de lengte van de verzuimperiode waar ze deel van uitmaken: eerste maand van de afwezigheidsperiode, tweede tot twaalfde maand van de afwezigheidsperiode, dertiende maand en later. Ziekteverzuim 0-1 maand in % = Ziekteverzuim > 1 maand - 1 jaar in % = Ziekteverzuim > 1 jaar in % = Ziekteverzuim totaal in % = Arbeidsongevallen totaal in % = Aantal verzuimdagen door ziekte tijdens de eerste maand van elke afwezigheid (kort of lang) in de bestudeerde periode x 100 Aantal te presteren werkdagen in de bestudeerde periode Aantal verzuimdagen door ziekte tijdens de tweede tot de twaalfde maand van elke afwezigheid in de bestudeerde periode x 100 Aantal te presteren werkdagen in de bestudeerde periode Aantal verzuimdagen door ziekte tijdens het tweede en eventueel volgende jaren van elke lange afwezigheid in de bestudeerde periode x 100 Aantal te presteren werkdagen in de bestudeerde periode Totaal aantal verzuimdagen door ziekte in de bestudeerde periode x 100 Aantal te presteren werkdagen in de bestudeerde periode Totaal aantal verzuimdagen door arbeidsongeval in de bestudeerde periode x 100 Aantal te presteren werkdagen in de bestudeerde periode Frequentie De frequentie van het ziekteverzuim is het gemiddeld aantal ziektemeldingen per werknemer in de bestudeerde periode (bv. een kalenderjaar). Frequentie = Aantal ziektemeldingen in de bestudeerde periode Gemiddeld aantal werknemers in de bestudeerde periode Gemiddelde duur per afwezigheid De gemiddelde duur van een afwezigheid door ziekte berekenen we via het totale aantal verzuimdagen door ziekte in de referentieperiode, gedeeld door het aantal ziektemeldingen in dezelfde periode. Dit cijfer mag u niet zien als een absoluut gegeven, aangezien we geen informatie hebben over de reële duur van elke afwezigheid. Wel kan u de gemiddelde duur van afwezigheden over verschillende groepen werknemers of verscheidene kalenderjaren vergelijken. Gemiddelde duur per afwezigheid = Aantal verzuimdagen door ziekte in de bestudeerde periode Aantal ziektemeldingen in de bestudeerde periode Gemiddelde duur per werknemer De gemiddelde duur per werknemer (of het aantal verzuimdagen per werknemer) is het gemiddeld aantal werkdagen in de referentieperiode waarvoor een werknemer zich heeft ziek gemeld. We tellen hiervoor alle verzuimdagen van alle afwezigheidperiodes op. Gemiddelde duur per werknemer = Aantal verzuimdagen door ziekte in de bestudeerde periode Gemiddeld aantal werknemers in de bestudeerde periode 7

Aandeel verzuimers Het aandeel werknemers dat in de referentieperiode minstens één werkdag afwezig was door ziekte of privéongeval. Het complement hiervan noemen we het nulverzuim. We werken met aandeel verzuimers zodat u alle verzuimindicatoren in dezelfde richting kan lezen: hoe lager, hoe beter. Aandeel verzuimers (%) = Gemiddeld aantal werknemers met ziekteverzuim in de bestudeerde periode x 100 Gemiddeld aantal werknemers in de bestudeerde periode Aandeel werknemers volgens frequentie Het aandeel van alle werknemers dat zich in de referentieperiode X maal afwezig meldde door ziekte of privéongeval. Deze parameter berekenen we voor frequenties 0, 1, 2, 3, 4 en 5 of meer. Aandeel werknemers met frequentie X (%) = Gemiddeld aantal werknemers met X ziektemeldingen in de bestudeerde periode x 100 Gemiddeld aantal werknemers in de bestudeerde periode Opmerking: iemand met frequentie 0 in een bepaald kalenderjaar kan toch verzuimdagen hebben en dus geen nulverzuimer zijn. Dit is het geval wanneer zijn enige verzuimperiode startte vóór de aanvang van het besproken kalenderjaar. Bradford Factor Classic De Bradford Factor Classic meet voor een periode van 12 maanden de mate waarin het ziekteverzuim van elk van de werknemers storend is voor de onderneming. Het meest storende ziekteverzuim, de frequentie, kwadrateren en vermenigvuldigen we met het aantal verzuimdagen. Onderstaande formules gelden voor voltijdse werknemers die voor de volledige bestudeerde periode een contract hadden. Voor de andere werknemers corrigeren we het aantal verzuimdagen voor de duur van hun contract in de bestudeerde periode en voor deeltijds werk. Voor de frequentie doen we dit voor de duur van het contract. Individuele Bradford Factor Classic = Frequentie² x Aantal verzuimdagen door ziekte in de bestudeerde periode Percentiel x Bradford Factor Classic = Bij rangordening van alle actieve werknemers volgens hun individuele Bradford Factor Classic bevindt (100-X)% van de werknemers zich boven percentiel X en X% eronder Voor werknemers met 10 verzuimdagen door ziekte in de bestudeerde 12 maanden, kan de score voor de Bradford Factor Classic enorm variëren afhankelijk van de frequentie van hun ziekteverzuim. Bijvoorbeeld: Eén ziektemelding voor een periode van 10 dagen geeft 10 punten (i.e. 1 x 1 x 10). Vijf ziektemeldingen voor periodes van 2 dagen geeft 250 punten (i.e. 5 x 5 x 10). Tien ziektemeldingen voor periodes van 1 dag geeft 1000 punten (i.e. 10 x 10 x 10). 8

IV. Algemene trend: voorzichtig positief Voor het eerst in zes jaar buigt de negatieve trend van het ziekteverzuim om. Het totale ziekteverzuimpercentage van Belgische werknemers bleef in 2010 status quo. Maar het aantal werknemers dat afwezig is door ziekte daalde voor het eerst in zes jaar. Ook het korte en het frequente ziekteverzuim tonen een eerder dalende trend. Hetzelfde geldt voor de totale kost van het ziekteverzuim. Het lange ziekteverzuim steeg echter significant. Het totale ziekteverzuimpercentage steeg in 2010 (5,68%) nauwelijks t.o.v. 2009 (5,58%; grafiek 1.1). Het korte ziekteverzuim en de frequentie van het ziekteverzuim kenden voor het eerst sinds 2004 een eerder dalende tendens. Het korte ziekteverzuim daalde in 2010 lichtjes 7 : 2,19% versus 2,26% in 2009 (grafiek 1.2). Belgische werknemers meldden zich in 2010 ook iets minder vaak ziek dan in 2009. Gemiddeld was een werknemer 1,14 keer afwezig door ziekte, in vergelijking met 1,18 keer in 2009 (grafiek 2.1). De afgelopen zes jaar stegen het korte en frequente ziekteverzuim jaarlijks. Het middellange ziekteverzuim steeg nauwelijks van 1,67% in 2009 naar 1,74% in 2010. Het lange ziekteverzuim steeg significant van 1,65% naar 1,75% (grafiek 1.2), dit laatste vooral door een stijging bij de bedienden (1,06% versus 0,95% in 2009). Figuur 1: Ziekteverzuimpercentage volgens kalenderjaar Figuur 2: Frequentie (FR) (grafiek 1) en gemiddelde duur per afwezigheid (GD) (grafiek 2) volgens kalenderjaar Gemiddelde duur uitgedrukt in aantal werkdagen (grafiek 2) 7 Het korte ziekteverzuim is het percentage ziekteverzuim tijdens de eerste maand van elke afwezigheid (gewaarborgd loon). De evolutie tussen 2009 en 2010 is niet significant. 9

Trendbreuk: het aantal werknemers dat afwezig is door ziekte daalt voor het eerst in zes jaar De dalende tendens van het korte en frequente ziekteverzuim gaat hand in hand met een significante daling van het percentage verzuimers. Voor het eerst na een bijna continue stijging van het percentage verzuimers sinds 2004 (45,5%) daalt het aandeel verzuimende werknemers van 52,54% in 2009 naar 51,01% in 2010 (grafiek 3.1). Minder werknemers bleven dus minstens één dag thuis door ziekte. Deze dalende trend geldt zowel voor arbeiders als bedienden, al is ze sterker voor deze laatsten (grafiek 3.2). De trendbreuk had zich bij de arbeiders al in 2009 ingezet. Figuur 3: Percentage verzuimers volgens kalenderjaar totaal (grafiek 1) en volgens statuut (grafiek 2) Ondernemingen met risico op een verzuimcultuur Ondanks de positieve evolutie, vormen de verzuimende werknemers nog altijd een meerderheid in heel wat ondernemingen. Deze ondernemingen kampen mogelijks met een verzuimcultuur waarin werknemers het als normaal beschouwen zich afwezig te melden. Ondernemingen met 50 werknemers of meer: daar blijft meer dan de helft van de werknemers minstens één dag per jaar afwezig door ziekte. In ondernemingen met 1000 werknemers of meer zijn er dat zelfs meer dan zes op tien. Antwerpen, Limburg, Oost-Vlaanderen en Vlaams Brabant: ook daar ligt het percentage verzuimers hoger dan 50. Ondernemingen met veel vrouwelijke werknemers hebben sneller met een verzuimcultuur te maken. Maar liefst 56% van de werkende vrouwen bleef in 2010 minstens één dag ziek thuis. Ondernemingen met veel jonge werknemers maken meer kans op een meerderheid verzuimers. De groep werknemers van 25 tot 34 jaar telt ruim 55% verzuimers. 10

Ondernemingen met veel arbeiders van 35 jaar of ouder. Het percentage werknemers met minstens één verzuimdag is gelijk voor arbeiders en bedienden tot 34 jaar (grafiek 6.1). Vanaf 35 jaar daalt dit percentage. Maar bij oudere bedienden heeft u minder snel met een verzuimcultuur te maken dan bij oudere en jongere arbeiders. 11

V. Leeftijdsbewuste verzuimanalyse De naderende schaarste op de arbeidsmarkt stimuleert steeds meer organisaties tot een leeftijdsbewust personeelsbeleid. U zoekt maatregelen om uw werknemers langer aan het werk te houden. Dergelijk beleid hoeft echter niet alleen een retentiebeleid te zijn. Integreer ook uw verzuimen gezondheidsbeleid hierin. Startpunt is dan een leeftijdsbewuste verzuimanalyse. En hiervoor heeft u vergelijkingsmateriaal nodig. Nagenoeg elke HR-verantwoordelijke stelt vast dat jongeren eerder frequent en ouderen eerder langdurig verzuimen. Enkel met benchmarkcijfers kan u het ziekteverzuim van uw jonge en oudere werknemers correct beoordelen. We geven u de meest relevante. Het ziekteverzuim van mannen en vrouwen evolueert op dezelfde wijze met het ouder worden en bespreken we verder niet. Het onderscheid tussen de statuten komt wel uitgebreid aan bod. Maar eerst geven we u de globale verschillen tussen jong en oud, en hun evolutie in de tijd. Oudere werknemers verdelen hun verzuimdagen meer dan vroeger over meerdere periodes Jongeren verzuimen frequent en voor korte periodes. En ouderen verzuimen minder vaak, maar gedurende langere periodes. Deze algemene trend stellen we elk jaar vast, ook in 2010. We merken echter ook dat deze trend vervaagt. De verschillen tussen jong en oud worden kleiner. Het totale ziekteverzuimpercentage en dus de totale duur van het verzuim is sinds 2001 in elke leeftijdsgroep gestegen. Maar het type verzuim verandert ook. Dit is vooral merkbaar bij de oudere werknemers. Zij verdelen hun verzuimdagen meer dan vroeger over meerdere kortere periodes (frequentie stijgt en gemiddelde duur per afwezigheid daalt; figuur 4). Bij jongere werknemers is vooral het laatste jaar een verandering merkbaar. De globale dalende trend van de frequentie van het verzuim in 2010 is het sterkst bij hen (grafiek 4.1). Figuur 4: Frequentie (FR) (grafiek 1) en gemiddelde duur per afwezigheid (GD) (grafiek 2) volgens leeftijd en kalenderjaar 12

Ziekteverzuim oudere arbeider kost niet meer dan ziekteverzuim jongere arbeider Dit kan u afleiden uit grafiek 5.1. Het ziekteverzuim mag dus geen obstakel zijn om oudere arbeiders aan te werven of te behouden. Wel dient u de loonspanning tussen oudere en jongere bedienden aan te pakken, want de directe kost van een verzuimdag stijgt bij bedienden lineair met de leeftijd (grafiek 5.2). Hierdoor stijgt ook de totale verzuimkost van bedienden met hun leeftijd (grafiek 5.1), ondanks de daling van hun korte verzuim (grafiek 6.2). Figuur 5: Gemiddelde directe verzuimkost per werknemer (grafiek 1) en gemiddelde kost per verzuimdag (grafiek 2) volgens leeftijd en statuut in 2010 Berekeningen op basis van ziekteverzuim en gemiddeld bruto maandloon volgens gegevens van de RSZ en de Nationale Bank Ouder worden doet dus niet vaker of langer verzuimen, althans niet binnen de periode van het gewaarborgd loon. Oudere werknemers tellen minder verzuimers (grafiek 6.1), verzuimen gemiddeld minder frequent (grafiek 7.1) en tellen minder verzuimdagen binnen de periode van het gewaarborgd loon (kort verzuim; grafiek 6.2). Enkel de gemiddelde duur per afwezigheid stijgt met de leeftijd (grafiek 7.2). Maar dit ligt slechts in beperkte mate aan het ouder worden. Vooral de aard van het werk beïnvloedt de gezondheid en zorgt voor lange afwezigheden bij oudere werknemers 8. Het hoge ziekteverzuimpercentage van arbeiders is vooral te wijten aan de lange verzuimperiodes van de oudere werknemers. De gemiddelde duur van afwezigheden stijgt met de leeftijd, en deze stijging is duidelijk sterker voor arbeiders dan voor bedienden (grafiek 7.2). 8 Zie ook het Securex onderzoek naar de oorzaken van ziekteverzuim in de white paper Werken aan verzuim die u gratis kan downloaden op www.securex.be/whitepapers. 13

Figuur 6: Percentage verzuimers (grafiek 1) en kort verzuim (grafiek 2) volgens leeftijd en statuut in 2010 Figuur 7: Frequentie (grafiek 1) en gemiddelde duur per afwezigheid (grafiek 2) volgens leeftijd en statuut in 2010 14

Deeltijds werk zorgt voor lagere verzuimkost bij jongste en oudste werknemers Bij deeltijdse werknemers tellen de jongsten en de oudsten minder verzuimers (grafiek 8.1), verzuimen deze gemiddeld minder frequent (grafiek 9.1) en tellen ze minder verzuimdagen binnen de periode van het gewaarborgd loon (grafiek 8.2) dan de werknemers van 24 tot 54 jaar. De jongste en oudste deeltijdse werknemers tellen ook minder verzuimers (grafiek 8.1) en verzuimen minder frequent dan hun voltijds werkende maar even oude collega s (grafiek 9.1). Deeltijds werk kan dus voor een lagere verzuimkost zorgen aan het begin en aan het einde van de loopbaan. Figuur 8: Percentage verzuimers (grafiek 1) en kort verzuim (grafiek 2) volgens leeftijd en werkregime in 2010 Figuur 9: Frequentie (grafiek 1) en gemiddelde duur per afwezigheid (grafiek 2) volgens leeftijd en werkregime in 2010 15

Enkel tips voor een leeftijdsbewust verzuimbeleid: Integreer uw leeftijdsbewust verzuim- en gezondheidsbeleid in uw leeftijdsbewust personeelsbeleid. Werk met benchmarkcijfers volgens leeftijd op maat van uw onderneming (sector, omvang, regio) en verifieer of het ziekteverzuim van uw jongere en oudere werknemers specifiek is voor hun leeftijdsgroep of voor hun werkomgeving. Werf oudere arbeiders aan en stuur ze niet op brugpensioen. Hun verzuim kost niet meer dan dat van hun jongere collega s. Werk een strategie uit om de loonspanning tussen jongere en oudere bedienden te verkleinen. Motiveer uw frequente (jonge) verzuimers door hen de zinvolheid van hun job toe te lichten, meer autonomie, keuze en duiding te geven, het gevoel van verbondenheid binnen het team en met de organisatie te verhogen en hun competenties te verhogen of hun talenten te benutten 9. Beperk de impact van het werk op de gezondheid en de lange afwezigheden van uw (oudere) arbeiders (en bedienden) door de fysieke (en emotionele) werkbelasting te verlagen. Werk een degelijk gezondheidsbeleid uit. Zo kan u het ziekteverzuim in toom houden in organisaties met een groot risico op vergrijzing. Ondernemingen met een belangrijke arbeiderspopulatie hebben nog meer baat bij een gezondheidsbeleid dat de impact van het werk op de gezondheid beperkt. Overweeg meer deeltijds werk voor de oudste en jongste werknemers. 9 Zie ook de adviezen in de white paper Werken aan verzuim die u gratis kan downloaden op www.securex.be/whitepapers. 16

VI. Cijfers A. Kost van het ziekteverzuim Tabel 1: Directe kost van één dag ziekteverzuim Inbegrepen in de directe kost: % bruto maandloon Arbeider* Bediende** Gewaarborgd bruto maandloon 5,2% 122 189 Idem + vakantiegeld + eindejaarspremie + patronale kost 8,6% 201 312 * Gemiddeld bruto maandloon arbeider volgens gegevens van de RSZ en de Nationale Bank: 2.338 ** Gemiddeld bruto maandloon bediende volgens gegevens van de RSZ en de Nationale Bank: 3.627 Tabel 2: Directe kost van het ziekteverzuim per werknemer in een volledig jaar Arbeider* Bediende** Aantal dagen ziekteverzuim in 2010 (binnen periode gewaarborgd loon) 6,73 4,91 Directe kost per werknemer in 2010*** 1.301 1.530 * Gemiddeld bruto maandloon arbeider volgens gegevens van de RSZ en de Nationale Bank: 2.338 ** Gemiddeld bruto maandloon bediende volgens gegevens van de RSZ en de Nationale Bank: 3.627 *** Inbegrepen: kosten gewaarborgd maandloon + patronale kost + pro rato eindejaarspremie en vakantiegeld Tabel 3: Kost van het ziekteverzuim voor een werkgever een voorbeeld Voorbeeld: onderneming met 200 medewerkers Gemiddelde directe kosten voor een werknemer (gewaarborgd loon)* 264 / dag Indirecte kosten** 660 / dag Totaal 924 / dag Gemiddelde afwezigheidsduur per jaar*** 5,7 dagen Totaal directe kosten 5,7 dagen x 200 werknemers x 264 = 300.960 Totaal kosten voortvloeiend uit absenteïsme 5,7 dagen x 200 werknemers x 924 = 1.053.360 * Gewaarborgd loon: door de werkgever gewaarborgd loon voor een afwezigheidsperiode van maximaal 30 kalenderdagen ** Reorganisatie, tijdelijke vervanging, vermindering van de kwaliteit van de service, overuren, 10 *** Aantal verzuimdagen per werknemer binnen een periode van gewaarborgd loon Tabel 4: Kost van het ziekteverzuim voor het geheel van werkgevers in België in 2010 Arbeider* Bediende** Directe kost*** 1.203.644.371 1.872.736.496 Indirecte kost**** 3.009.110.927 4.681.841.241 Totaal 4.212.755.289 6.554.577.737 * Gemiddeld bruto maandloon arbeider volgens gegevens van de RSZ en de Nationale Bank: 2.338 ** Gemiddeld bruto maandloon bediende volgens gegevens van de RSZ en de Nationale Bank: 3.627 *** Inbegrepen: kosten gewaarborgd maandloon + patronale kost + pro rato eindejaarspremie en vakantiegeld **** Indirecte kost = 2,5 x directe kost 10 Op basis van meerdere wetenschappelijke onderzoeken en een studie uitgevoerd door Securex HR Research, kunnen we bevestigen dat de indirecte kosten 2,5 tot 3 keer hoger liggen dan de directe kosten. 17

B. Belangrijkste verzuimindicatoren Tabel 5: Verzuimpercentages volgens kalenderjaar % ziekte % arbeidsongeval 0-1 maand > 1 maand - 1 > 1 jaar totaal totaal 2001 1,86 1,40 1,06 4,31 0,49 2002 1,91 1,46 1,13 4,50 0,48 2003 1,97 1,42 1,37 4,76 0,46 2004 1,88 1,47 1,57 4,91 0,47 2005 1,99 1,42 1,72 5,12 0,44 2006 1,99 1,43 1,68 5,11 0,44 2007 2,13 1,48 1,62 5,23 0,41 2008 2,19 1,56 1,56 5,30 0,42 2009 2,26 1,66 1,65 5,58 0,41 2010 2,19 1,74 1,75 5,68 0,40 Tabel 6: Frequentie en duur van het ziekteverzuim volgens kalenderjaar % verzuimers Frequentie afwezigheid werknemer 2001 43,95 0,86 12,71 10,96 2002 46,25 0,91 12,38 11,31 2003 47,15 0,96 12,41 11,86 2004 45,50 0,92 13,27 12,22 2005 48,15 0,99 12,76 12,59 2006 48,05 1,01 12,42 12,55 2007 50,36 1,09 11,85 12,89 2008 51,19 1,13 11,61 13,13 2009 52,54 1,18 11,65 13,72 2010 51,01 1,14 12,33 14,01 Gemiddelde duur uitgedrukt in aantal werkdagen Figuur 10: Aandeel werknemers volgens frequentie van het ziekteverzuim 18

Tabel 7: Verzuimpercentages volgens statuut % ziekte % arbeidsongeval Statuut # werknemers 0-1 maand > 1maand - 1 jaar > 1 jaar totaal totaal Arbeider 122.441 2,58 2,47 2,60 7,64 0,73 Bediende 131.903 1,88 1,16 1,06 4,10 0,14 Tabel 8: Frequentie en duur van het ziekteverzuim volgens statuut Statuut # werknemers % verzuimers Frequentie afwezigheid werknemer Arbeider 122.441 52,89 1,15 16,45 18,85 Bediende 131.903 49,48 1,13 8,95 10,10 Gemiddelde duur uitgedrukt in aantal werkdagen Figuur 11: Aandeel arbeiders (grafiek 1) en bedienden (grafiek 2) volgens frequentie van het ziekteverzuim 19