7.4. Borsttumoren. Borsttumoren

Vergelijkbare documenten
7.4. Borsttumoren. Borsttumoren

Lymfeknoop dissectie in borstcarcinoom, diagnostiek of therapie? Wim Demey, medische oncologie, Borstkliniek voorkempen

KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: BORSTKANKER Fase 1: validatie van de individuele resultaten Ziekenhuis 86

Wijzigingsdocument NBCA november 2015

Stadiering en triple diagnostiek van borst en oksel. Dr. P. Berteloot 10/2011

Senologische oncologie

KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER ( ) Individueel feedbackrapport Ziekenhuis 75

KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER ( ) Individueel feedbackrapport Ziekenhuis 78

KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER ( ) Individueel feedbackrapport Ziekenhuis 85

KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER ( ) Individueel feedbackrapport Ziekenhuis 16

7.4. Borsttumoren. Borsttumoren

KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: Invasieve borstkanker ( ) Individueel feedbackrapport Ziekenhuis 21

Baarmoedercarcinoom

EEN VERDACHT LETSEL IN DE BORST: WAT NU? Sofie Depuydt AZ Damiaan Oostende Vaatheelkunde en Senologie 21 februari 2017

Recente evoluties in behandeling van borstkanker Impact voor labo anatomopathologie. Dr Koen Traen OLV Borstkliniek Aalst

Laarbeeklaan Brussel. Oncologisch Handboek. Richtlijnen Urologie. Testis

Tumoren van het anaal kanaal

Vroegstadium borstkanker Medicamenteuze behandeling. Jan Drooger Internist-oncoloog Huisartsensymposium 20 september 2017

NABON Breast Cancer Audit. Pathologie

TESTISCARCINOOM WORK UP. 1. Workup verdachte massa in testis

artseninformatie COÖRDINEREND GESPECIALISEERD ONCOLOGISCH ZORGPROGRAMMA VOOR BORSTKANKER MULTIDISCIPLINAIR HANDBOEK ONCOLOGIE

Maligne melanoma Belang van sentinelklierbiopsie

POSTGRADUAAT HEELKUNDE

Maligne melanoma

J. Mamma aandoeningen

Less is more: Axillaire stagering en behandeling bij het mammacarcinoom

Maligne melanomen. Dr. N. Vancanneyt Prof. Dr. M. Stas Dienst Oncologische Heelkunde UZ Leuven

J. Mamma aandoeningen. Inhoudsopgave 01 J 02 J 03 J 04 J 05 J 06 J 07 J 08 J 09 J 10 J 11 J 12 J 13 J 14 J 15 J 16 J 17 J 18 J 19 J

Wat brengt 2015 voor de borstkliniek? Dr. Hetty Sonnemans Gynaecoloog

Therapie & Prognose. Dr. A. Janssen

NABON Breast Cancer Audit (NBCA)

Richtlijnen Senologie

Project Kwaliteitsindicatoren Borstkanker

Neo-adjuvante chemotherapie. Dr. J. Wagemans Dr. K. De Cuyper

Borstkanker bij de man: state of the art

Incidentie Behandeling Kostprijs

Individualized treatment in Breast Cancer op het scherpst van de snede

Factsheet NABON Breast Cancer Audit (NBCA)

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2016

Kankerregistratie AZ Groeninge incidentiejaar 2006 Incidentie op topografie

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018

Maligne melanoma

Investigatie van microcalcificaties dmv mammotoom dr. W. Aertsens dr. S. Dekeyzer

Incidentie op topografie

Speekselklier carcinoom

Kankerregistratie AZ Groeninge incidentiejaar 2006

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2017

10. Overzicht activiteiten Senologische oncologie

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018

Staging van het Bronchuscarcinoom

Hfdst 4: Borstkanker

Algemene opmerking: classificatie van toepassing op carcinomen met inbegrip van adenocarcinomen van de gastrooesofagale

NIERCARCINOOM WORK UP. Klinisch onderzoek. Labo. Urine-onderzoek. CAT abdomen/bekken met contrast. CT thorax.

Head and neck orofarynxcarcinomen formulier voor registratie nieuwe diagnose

Aandeel van patiënten met invasieve borstkanker waarbij een ER, PR en/of HER2 statusbepaling werd uitgevoerd vóór enige systemische behandeling

LANDELIJK REGISTRATIEFORMULIER MAMMATUMOREN. Zkh reg.nr: SIG code zkh: pagina 1 van 5. Datum:. Paraaf:.

Tx niet evalueerbaar T0 geen tumor

Richtlijnen Senologie

KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: BORSTKANKER ( ) Handleiding bij fase 1: Validatie van de individuele resultaten

Staat de radiotherapie indicatie ook vast na een complete respons op NAC?

Senologie. Cancernet van het NCI: ESMO minimal clinical recommendations (European Society of Medical Oncology)

BASISPRINCIPES VAN KANKER

artseninformatie COÖRDINEREND GESPECIALISEERD ONCOLOGISCH ZORGPROGRAMMA VOOR BORSTKANKER MULTIDISCIPLINAIR HANDBOEK ONCOLOGIE

BELEIDSLIJNEN BORSTCARCINOMA

De indicatoren omtrent borstkanker, die in kader van het VIP²-project worden opgevolgd zijn :

De indicatoren over borstkanker, die in kader van het VIP²-project worden opgevolgd zijn:

Pancreascarcinoom

Risicoberoepen. Rubber Leder Schilders Aluminium Chauffeurs zwaar transport Machinisten

Het effect van de behandeling van IMMUNOTHERAPIE op een ONCOLOGISCHE ULCUS ten gevolge van een MELANOOM Mathilde van der Eijk: Wondstoma Oncologie

BLAASCARCINOOM WORK-UP. 1. Workup hematurie. Anamnese en klinisch onderzoek. Cystoscopie met beschrijving van de tumor en diagram.

POSTGRADUAAT HEELKUNDE

Wanneer geen chemo? Sabine Linn Internist-oncoloog NKI-AVL

Evaluatie gebruik richtlijnen voor diagnostiek en behandeling van het mammacarcinoom

Genetica en borstkanker voor de patholoog

Jong = Pre-menopauzaal Hormonale Therapie Fertiliteitspreservatie. P. Neven MBC UZ Leuven

Peniscarcinoom. Regionale richtlijn IKMN, Versie: 1.1

Artsenteam. Dr. Yvan Heylen. Weyngaert

Pien de Haas en John de Klerk nucleair geneeskundigen Meander Medisch Centrum Amersfoort. 2e Mammacongres 28 januari 2011 Harderwijk

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2017

Kankerregistratie gebeurt volgens de richtlijnen van de Stichting Kankerregister

longtumoren stadia therapie prognose Els De Droogh Pneumologie ZNA Middelheim

EFFECT studie. Formulier primaire registratie

Chirurgische overbehandeling van borstkanker. Ann Smeets Oncologische Heelkunde MBC symposium 2018

Vlaams Indicatoren Project VIP²

Laarbeeklaan Brussel. Oncologisch Handboek. Richtlijnen KNO. Lip en mondholte

Mijn pathologieverslag begrijpen

2014 T4 tumoren/ thoraxwand doet mee, wat nu?

Vlaams Indicatoren Project VIP²: borstkankerindicatoren

Tekst werd ter goedkeuring voorgelegd aan de leden van de BIG-senologie.

Neurologische oncologie

Minder chirurgie na neo adjuvante chemotherapie?

Laarbeeklaan Brussel. Oncologisch Handboek. Richtlijnen Urologie. Blaas

Micrometastasen helpen je echt niet voor de indicatie voor aanvullende chemotherapie TEGEN: debat AvL 3 november Vivianne Tjan-Heijnen

Slokdarmcarcinoom

INLEIDING kwaliteitsindicatoren.

Transcriptie:

7.4. 1. TNM classificatie (UICC 2017) 1.1. Klinische classificatie 1.1.1 Primaire tumor (T) TX T0 Tis T1 T2 T3 T4 primaire tumor kan niet worden beoordeeld geen evidentie voor primaire tumor Carcinoma in situ Tis (DCIS) Ductaal carcinoma in situ Tis (LCIS) Lobulair carcinoma in situ Tis (Paget) Ziekte van Paget ter hoogte van de tepel is niet-geassocieerd met invasief carcinoom en/of carcinoma in situ van het onderliggende borstweefsel. Carcinoma s in het borstweefsel geassocieerd met de ziekte van Paget worden gecategoriseerd op basis van grootte en karakteristieken van het parenchymateuze letsel, hoewel de aanwezigheid van ziekte van Paget wel vermeld dient te worden. Tumor 2cm T1mi micro-invasie 0.1cm T1a > 0.1cm maar 0.5cm T1b >0.5 maar 1cm T1c > 1cm maar 2cm > 2cm maar 5cm > 5cm elke afmeting met directe uitbreiding in thoraxwand en/of huid (ulceratie of huid noduli) T4a uitbreiding in de thoraxwand (uitsluitend doorgroei in de musculus pectoralis is hierin niet inbegrepen) T4b oedeem, peau d orange, ulceratie van de huid, ipsilaterale satelliet noduli in de huid (opm. tepelretractie en indeuking van de huid: GEEN T4) T4c 4a + 4b T4d inflammatoir carcinoma 1.1.2 Regionale lymfeklieren (N) NX N0 N1 N2 N3 regionale klieren kunnen niet worden beoordeeld (bv. Voorafgaandelijk verwijderd) geen regionale kliermeta s metastasen naar beweeglijke ipsilaterale level I, II axillaire lymfeklier(en) Metastasering in ipsilaterale level I, II axillaire lymfeklieren die klinisch gefixeerd zijn, of in klinische gedetecteerde ipsilaterale mammaria interna lymfeklieren in afwezigheid van klinisch evidente axillaire lymfeklieren N2a Metastasen naar axillaire lymfeklieren gefixeerd aan andere klier of andere structuren N2b Metastasen enkel in klinisch zichtbare lymfekliermeta s in de mammaria interna keten zonder klinisch detecteerbare axillaire lymfekliermeta s metastasen in ipsilaterale infraclaviculaire level III axillair) lymfeklieren met of zonder level I, II axillaire kliermeta s; of in klinisch gedetecteerde metastasen in de ipsilaterale mammaria interna keten met klinisch evident level I, II axillaire lymfekliermeta s; of metastasen naar ipsilaterale supraclaviculaire lymfeklieren met of zonder betrokkenheid van de axillaire lymfeklieren of mammaria interna keten. Datum laatste revisie 09/10/2018 Hfdst. 7.4. Pg. 1.

N3a N3b N3c infraclaviculaire lymfekliermeta s metastasen naar axillaire lymfeklieren en in de mammaria interna keten supraclaviculaire lymfekliermeta s (ipsilateraal 1.1.3 Metastasen op afstand (M) M0 geen evidentie voor metastasen op afstand M1 metastasen op afstand 1.2. Pathologische classificatie 1.2.1 Primaire tumor (pt) Idem als ct 1.2.2 Regionale lymfeklieren (pn) pnx pn0 pn1 regionale lymfekliermeta s kunnen niet worden beoordeeld (niet verwijderd of voorheen reeds verwijderd) geen regionale lymfekliermeta s of geïsoleerde (clusters van) tumorcellen 0.2mm (ITC) metastasen in 1-3 ipsilaterale axillaire lymfeklieren en/of ipsilaterale interne mammaire klieren (microscopische meta s gedetecteerd door sentinel node dissectie maar niet klinisch/radiologisch zichtbaar) pn1mi micrometastasen >0.2mm en meer dan 200 cellen, maar 2mm pn1a 1-3 axillaire lymfekliermeta s, minstens 1 > 2mm pn1b mammaria interna meta s (microscopische of macroscopische meta s gedetecteerd door sentinel node dissectie maar niet klinisch/radiologisch zichtbaar) pn1c 1-3 axillaire meta s EN mammaria interna meta s (microscopische meta s gedetecteerd door sentinel node dissectie maar niet klinisch/radiologisch zichtbaar) pn2 4-9 ipsilaterale axillaire meta s OF in klinisch/radiologisch zichtbare ipsilaterale mammaria interna klieren in afwezigheid van axillaire klieren pn2a pn2b 4-9 axillaire meta s, minstens 1 > 2mm meta s in klinisch/radiologisch zichtbare mammaria interna klieren in afwezigheid van axillaire klieren pn3 metastasen zoals hieronder beschreven: pn3a pn3b pn3c 10 axillaire meta s, minstens 1 > 2mm OF meta s infraclaviculair ipsilaterale mammaria interna meta s, klinisch/radiologisch zichtbaar, met axillaire klieren OF > 3 axillaire klieren en microscopische of macroscopische mammaria interna meta s, gedetecteerd door sentinel node dissectie maar niet klinisch/radiologisch zichtbaar ipsilaterale supraclaviculaire lymfekliermeta s 1.2.3 Post-behandeling (ypn): Idem als cn. De melding sn wordt enkel gebruikt indien een sentinel node evaluatie werd uitgevoerd NA de behandeling. De X classificatie (ypnx) wordt gebruikt indien er geen okselevidement of sentinel na behandeling werd uitgevoerd. Datum laatste revisie 09/10/2018 Hfdst. 7.4. Pg. 2.

1.2.4 Metastasen of afstand (pm) pm1 microscopisch bevestigde metastasen op afstand. pm0 en pmx zijn GEEN geldige stadiëringen STADIERING Stadium 0 Tis N0 M0 Stadium I T1 N0 M0 Stadium IIA T0 N1 M0 T1 N1 M0 T2 N0 M0 Stadium IIB T2 N1 M0 T3 N0 M0 Stadium IIIA T0 N2 M0 T1 N2 M0 T2 N2 M0 T3 N1-2 M0 Stadium IIIB T4 N0-2 M0 Stadium IIIC elke T N3 M0 Stadium IV elke T elke N M1 2. Behandeling volgens stadium 2.1. Lobulair carcinoma in situ (kleincellig), ADH, VEA 2.1.1 Diagnose Klinisch onderzoek Bilaterale mammografie Pathologie: core biopsie of mammotoom biopsie 2.1.2 Behandeling Excisie radiologisch aangegeven zone 2.1.3 Follow-up Anamnese en KO minimum alle 12 maanden Echo borst alle 12 maanden Mammografie alle 12 maanden MRI eventueel 2.2. Ductaal carcinoma in situ en grootcellig LCIS met comedonecrose / pleiomorf lobulair carcinoma in situ 2.2.1 Diagnose Klinisch onderzoek Bilaterale mammografie Pathologie HR bepaling Eventueel NMR, bij multipele letsels en bij M. Paget steeds NMR. Datum laatste revisie 09/10/2018 Hfdst. 7.4. Pg. 3.

2.2.2 Behandeling Chirurgie A. Gelokaliseerd DCIS: brede excisie zonder sentinel of mastectomie + sentinel al dan niet met reconstructie Negatieve marges ( 2mm): RT na brede excisie. o Zo kleine tumor (<0,5cm, unicentrisch en laaggradig): eventueel excisie alleen. Marges (< 2mm): re-excisie B. Multipele letsels: brede excisie zonder sentinel of mastectomie + sentinel al dan niet met reconstructie Negatieve marges ( 2mm): RT na brede excisie. o Zo kleine tumor (<0,5cm, unicentrisch en laaggradig): eventueel excisie alleen. Marges (< 2mm): re-excisie C. Morbus Paget: resectie TAC (tepel areola complex) + radiotherapie. Of mastectomie + sentinel al dan niet met reconstructie; alternatief: radiotherapie alleen Systeembehandeling Tamoxifen gedurende 5 jaar bij patiënten met ER positieve tumoren. Bij contra-indicatie voor Tamoxifen AI als alternatief 2.2.3 Follow-up Anamnese en KO alle 6 maanden gedurende 5 jaar, nadien jaarlijks Mammografie alle 12 maanden Eventueel MRI 2.3. Invasief borstcarcinoma Stadium I, IIA, IIB of T3N1M0 2.3.1 Diagnose Anamnese en KO Labo Echo axilla Bilaterale mammografie en echografie Pathologie ER/PR/ Her2 Neu bepaling Optioneel MRI mammae Botscan Echo abdomen Rx thorax Gynaecologisch onderzoek Eventueel PET-scan (op basis van prognostische factoren) 2.3.2 Behandeling volgens stadium Neo-adjuvante behandeling o Fish-positieve tumoren 2cm o Triple negatieve tumoren o Overwegen bij stadium IIA, IIB, IIIA Datum laatste revisie 09/10/2018 Hfdst. 7.4. Pg. 4.

Chirurgie A. Brede excisie met sentinel biopsie of okselevidement Sentinel negatief of isolated tumor cells: geen aanvullend okselevidement Sentinel micrometa (tot 2mm), T1T2: geen aanvullend okselevidement Sentinel macrometa: okselevidement level I, II TENZIJ VOLDAAN AAN ALLE VOLGENDE CRITERIA o T1-T2 o 1 of 2 positieve sentinels zonder kapseldoorbraak o Radiotherapie van de gehele borst o Adjuvante systeemtherapie B. Mastectomie met sentinel biopsie of okselevidement (eventueel reconstructie) Sentinel negatief of isolated tumor cells: geen aanvullend okselevidement Sentinel micrometa (tot 2mm), T1T2: geen aanvullend okselevidement Sentinel positief: okselevidement level I, II TENZIJ VOLDAAN AAN ALLE VOLGENDE CRITERIA; optioneel okselevidement weglaten o T1-T2 o 1 of 2 positieve sentinels zonder kapseldoorbraak o Radiotherapie van de thoraxwand o Adjuvante systeemtherapie Alternatief voor okselevidement: aanvullende axillaire bestraling Radiotherapie A. Borst of thoraxwand zonder klierstreken Adjuvante bestraling borstcarcinomen na borstsparende heelkunde, of thoraxwand na mastectomie waarbij geen indicatie tot bestraling van de regionale klierstreken. Borst: altijd na borstsparende heelkunde Thoraxwand: o c/pt3 o c/pt4 o positieve snedevlakken o te overwegen bij: lymfovasculaire invasie: ifv andere risicofactoren, te bespreken op het MOC triple negatief: ifv andere risicofactoren (bv 2 cm, 50 jaar, LVI), te bespreken op het MOC B. Borst of thoraxwand met klierstreken Borst na borstsparende heelkunde of thoraxwand na mastectomie met indicatie tot klierbestraling o MSP klierstreken bij axillaire klieraantasting pn1-3 ( ook Nmi) o Mediaal/centraal gelegen tumor > 5mm diameter met minstens 1 van de volgende factoren MSP te overwegen pt3 ER negatief G3 LVI Te overwegen bij: tekening van de parasternale op SN scintigrafie en tumor groter dan 5mm o o Axilla level III Bij axillaire klieraantasting indien level III niet uitgeruimd Tributaire klierstreken (level I-II-III en de ruimte van Rotter) Indien aanwijzingen voor potentieel residuele tumorcellen in de axilla, op individuele basis te bekijken in het MOC, bvb. Datum laatste revisie 09/10/2018 Hfdst. 7.4. Pg. 5.

Tumor in de axilla achtergebleven > 4 klieren met macroscopische kapseldoorbraak Na neo-adjuvante chemo en massief positieve axilla pre-chemo onafhankelijk van de respons na chemo Onvoldoende klieren in okselevidement (< 6) Alternatief voor OE bij patiënten met ct1-2n0 met positieve SN (max. 2 positieve SN) waarbij er een indicatie is voor OE in 2 de tijd C. Fractionatie Hypofractionatie schema: (5fr /week) o Indien geen indicatie voor een boost: 16 x 2.66 Gy o Indien negatieve sectievlakken: 16 x 2.66 Gy op alle regio s EN 21 x 2.66 Gy op boost regio o Indien positief snedevlak: 16 x 2.66 Gy op alle regio s EN 23 x 2.66 Gy op boost regio Systeembehandeling De keuze van adjuvante systeembehandeling voor invasief borstcarcinoma zou gebaseerd moeten worden op de hormonale gevoeligheid, risicoprofiel van de tumor, leeftijd, menopauzale status en comorbiditeit van de patiënt. Tabel 1: Vervangende definities van intrinsieke subtypes van borstkanker Intrinsiek Klinisch-pathologische Opmerkingen subtype definitie Luminal A Luminal A ER- en PR-positief Her2-negatief Ki-67 laag (<20%) Luminal B* Luminal B (Her2 negatief) ER- of PR-positief Her2-negatief Ki-67 hoog ( 20%) Lokale kwaliteitscontrole van Ki-67 kleuring is belangrijk. Luminal B (Her2 positief) ER- of PR-positief Alle Ki-67 Her2 over-expressie of amplificatie Erb-B2 overexpressie luminal) Her2 positief (niet Her2 over-expressie of amplificatie ER- en PR- afwezig Basal-like Triple negatief ER en PR afwezig Her2 negatief * Sommige gevallen van over-expressie, zowel luminal als Her2 genen. Tabel 2: Aanbevelingen voor systeemtherapie voor subtypes Datum laatste revisie 09/10/2018 Hfdst. 7.4. Pg. 6.

Subtype Therapie Opmerkingen Luminal A Preferentieel endocriene Slechts enkelen behoeven chemotherapie (individueel therapie te bepalen). Eventueel in functie van genomische Luminal B (Her2 negatief) Luminal B (Her2 positief) Her2 positief (niet luminal) Endocriene +/- cytotoxische therapie Cytotoxische + anti-her2 + endocriene therapie Cytotoxische + anti-her2 therapie Cytotoxische therapie analyse Eventueel in functie van genomische analyse Laagrisico patiënten (vb. pt1a en kliernegatief) kunnen geobserveerd worden zonder adjuvante systeemtherapie Triple negatief (ductaal) Speciaal histologisch type* A. Endocrien responsief Endocriene therapie B. Endocrien nietresponsief Cytotoxische therapie *Speciale histologische types: endocrien responsief (cribriform, tubulair, mucineus en ander). Endocrien niet responsief (apocrien, medullair, adenoïd cystisch en metaplastisch). Chemotherapie Voor stadium I-III borstcarcinoma, gaat standaard de voorkeur naar een behandeling op basis van anthracyclines met of zonder taxanen. Voor lymfeklier positieve borstcarcinoma gaat standaard de voorkeur naar een behandeling op basis van taxanen en anthracyclines. Voor Her-2 positieve borstcarcinoma in behandeling met trastuzumab gaat de voorkeur naar opeenvolgende behandelingen met anthracyclines en taxanen om de totale dosis van anthracyclines te verminderen en derhalve ook de cardiotoxiciteit te verminderen. Vruchtbaarheidskwesties moeten worden besproken bij alle vrouwen met een onvoltooide kinderwens, vooraleer de borstkankertherapie wordt opgestart. Er is geen contra-indicatie voor chemotherapie tijdens de zwangerschap (>14 weken zwangerschap). Endocriene therapie Premenopausaal en HR + bij diagnose o Laag risico: pt1n0 en grade 1 en 2: TAM gedurende 5 a 10 jaar o Intermediair risico: OFS (ovariële functie suppressie) + TAM/AI TAM 10 jaren of 5 jaren (+ 3 jaar LET indien postmenopauze en N+) o Hoog risico: Grotere tumoren (>T1), LN +, Grade 3 OFS (ovariële functie suppressie) + TAM/AI <35 jaar: OFS (ovariële functie suppressie) + AI Postmenopausaal bij diagnose o AI voor 5 jaren, na 5 Jaren: eventueel 5 bijkomende jaren AI o AI voor 2 à 3 jaren: tamoxifen bijkomend om 5 jaren te voltooien o Tamoxifen voor 2 à 3 jaren: AI om 5 jaren te voltooien of 5 bijkomende jaren AI o Tamoxifen gedurende 4,5 à 6 jaren: AI gedurende 5 jaren of overweeg tamoxifen voor 5 bijkomende jaren Dames met CI voor AI of weigering of intolerant voor AI: tamoxifen gedurende 5 jaren of overweeg tamoxifen voor 10 jaren totaal We dienen steeds met de patiënten een compromis zoeken tussen de potentiële risico's van bijwerkingen en potentiële voordelen van het nemen van adjuvante endocriene behandeling van maximaal 10 jaar. Datum laatste revisie 09/10/2018 Hfdst. 7.4. Pg. 7.

Definitie menopauze Bilaterale ovariëctomie Ouder dan 60 jaar Jonger dan 60 jaar en amenorree meer dan 12 maanden zonder chemotherapie; en FSH en E2 postmenopauzaal. Cave menopauze bij patiënten onder LHRH of onder chemotherapie amenorree Trastuzumab Een jaar behandeling met adjuvant trastuzumab is geïndiceerd bij vrouwen met Her2-positieve, klierpositieve of hoog risico kliernegatieve borstkankers (tumor >1cm), vrouwen die een linker ventriculaire ejectiefractie hebben van 55% zonder belangrijke cardiovasculaire risico factoren, die chemotherapie kregen. Gedurende behandeling met trastuzumab moet de cardiale functie elke 3 maanden opgevolgd worden. 2.4. Lokaal gevorderd borstcarcinoma 2.4.1 Stadium IIIA, IIIB, IIIC: neoadjuvante therapie Anamnese en KO Labo CT thorax +- RX thorax Pathology Er en PR status en Her2 Neu, KI 67 Bilaterale mammografie Echo mammae Botscan Echo/CT of MRI Abdomen Gynecologisch onderzoek MRI PET-scan Echo axilla Core biopt, eventueel FNAC van klinisch positieve LN of SN zo klinisch negatieve LN. Overweeg SN pre-chemo Clipping van tumorbed in het kader van toekomstige heelkunde 2.4.2 Neoadjuvante systemische therapie +/- heelkunde Preoperatieve chemotherapie: antracyclines +/- taxanen A. Geen respons of PD: o mastectomie en level I-II lymfadenectomie als SN+ of indien geen SN is gebeurd voor start CT o of RT indien heelkunde niet mogelijk B. Partiele respons, geen lumpectomie mogelijk: mastectomie en level I-II lymfadenectomie SN+ of indien geen SN gebeurd is voor start CT C. Partiële respons, lumpectomie mogelijk, complete respons: lumpectomie met level I-II lymfadenectomie als SN+ of indien geen SN gebeurd is voor start CT. Preoperatieve endocriene therapie: te overwegen bij ouderen Datum laatste revisie 09/10/2018 Hfdst. 7.4. Pg. 8.

2.4.3 Adjuvante therapie Overweeg bijkomende adjuvante chemotherapie Endocriene behandeling bij hormoongevoelige tumoren RT op thoraxwand (zo mastectomie) of op borst met boost (zo lumpectomie) (indicaties zie supra) en overweeg supraclaviculaire regio en mammaria interna LN en axilla 3. Follow-up invasief borstcarcinoma Voorstel: Anamnese en KO alle 4-6 maanden gedurende 5 jaar, nadien jaarlijks Labo: minimum 1 x/ jaar Mammo-echografie alle 12 maanden Gynaecologisch nazicht alle 12 maanden behalve bij HRT. 4. Behandeling recidief Anamnese en KO Labo RX thorax Echo lever Botsan Overweeg Ct abdomen en Ct thorax Biopsie te nemen zo<mogelijk igv eerste relaps Bepaling Er/PR en Her2 Neu status PET-scan (optie) 4.1. Lokaal recidief Vooraf mastectomie: resectie zo mogelijk + Rt zo mogelijk en overweeg systeemtherapie Vooraf lumpectomie + RT: mastectomie + overweeg systeemtherapie 4.2. Systemisch recidief ER/PR + of bot/weke delen of asymptomatisch visceraal: endocriene therapie op basis van menopauzale status en voorafgaandelijke behandeling ER/PR negatief of symptomatisch visceraal of hormoon-refractair: Indien Her2 Neu FISH positief: Herceptine + chemo Indien Her2 Neu afwezig op FISH: chemotherapie 5. Behandeling gemetastaseerd borstcarcinoom Systeemtherapie: chemotherapie of endocriene therapie of targeted therapy. Lokale therapie: op basis van symptomen. 6. Erfelijke borsttumoren Zie www. kankerrichtlijnen.be Datum laatste revisie 09/10/2018 Hfdst. 7.4. Pg. 9.

7. Bronvermelding 1. NCCN The National Comprehensive Cancer Network. Clinical Practice Guidelines in Oncology. V.1.2005 http://www.nccn.org/professionals/physician_gls/pdf/breast.pdf 2. NCCN The National Comprehensive Cancer Network. V 3.2017 3. BJMO Belgium Journal of Medical Oncologie, 2016; 10; 92 4. American Joint Committee on Cancer: AJCC Cancer Staging Manual. 6 th ed. New York, NY: Springer, 2002. 5. Tekst van college (www.kankerrichtlijnen.be) 6. St. Gallen/Vienna 2017: A Brief Summary of the Consensus Discussion about Escalation and De- Escalation of Primary Breast Cancer Treatment Gnant M. Harbeck N. Thomssen C. Breast Care 2017;12:102-107 (DOI:10.1159/000475698). 7. San Antonio Breast Cancer Symposium, December 5-9, 2017 8. ESMO Clinical Practice Guidelines: Breast Cancer 9. JCO Journal of Clinical Oncology; Hughes K. 2013: Omitting axillary surgery Datum laatste revisie 09/10/2018 Hfdst. 7.4. Pg. 10.