Meerjarenbegroting. 22 april 2014, definitieve conceptversie

Vergelijkbare documenten
BEGROTING bij ongewijzigd beleid Werkvoorzieningschap De Sluis

Meerjarenbegroting 2016 ev

Algemeen Bestuur 9 juli Agendapunt 4. Onderwerp Jaarplan 2015 en gewijzigde Begroting 2015.

Jaarplan & Begroting. Conceptversie DB d.d. 9 oktober 2015

advies Jaarrekening 2013 Gemeenschappelijke Regeling Breed

Registratienummer: GF Datum collegebesluit: 19 mei 2014 Agendapunt: 12

Aan de gemeenten in de GR Breed Griffier ter attentie van gemeenteraad. Datum: 31 maart 2014 Onderwerp: gewijzigde begroting 2015

Oplegnotitie begroting 2017

uw brief van: ons kenmerk: bijlage(n): datum: juni 2015

Financiële gevolgen van het beëindigen van tijdelijke contracten in de sociale werkvoorziening

Aan de gemeenteraad. Registratienummer: GF Datum: 8 mei 2012 Agendapunt: 18. Behandelend ambtenaar: De heer C. Tiemersma

Managementsamenvatting

Definitief bijgestelde begroting 2015 van Vixia BV en GR

Begroting Openbaar lichaam Ferm Werk

: agendapunt : Onderwerp : Vergadering Algemeen Bestuur Hameland

Financieel economisch verslag

FINANCIEEL ECONOMISCH VERSLAG

Financieel economisch verslag

Inhoud. Voorwoord 5. Begroting NTW overzicht per bedrijf 10. Begrote investeringen [3]

Raadsvoorstel Nummer:

Individuele rapportage bedrijfsvergelijkend onderzoek Cedris 2013

Aan de gemeenteraad van Alphen aan den Rijn; Kaag en Braassem Nieuwkoop

De raad van de gemeente Emmen Ontwikkeling, Beleid en Directiestaf. uw kenmerk bijlage behandeld door M.J. Visser

AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders

B&W Vergadering. Dossiernummer 1637 Vertrouwelijk Vergaderdatum 25 april 2017 Agendapunt Zaaknummer Gemeenteraad

Gewijzigde begroting 2015 Breed als zelfstandige GR, geen onderdeel Werkbedrijf

Notitie tijdelijke dienstverbanden medewerkers Risse

BaanStede. Denkt mee. Werkt mee.

BEGROTING Werkvoorzieningschap De Sluis

Jaarverslag. Wij staan graag tot uw dienst! Duurzaam ondernemen met hoofd en hart

FINANCIEEL ECONOMISCH JAARVERSLAG

EMCOBGROEP. College van Burgemeester en Wethouders van de deelnemende gemeenten Emmen, Coevorden en Borger-Odoorn

Onderwerp: voorstel tot vaststelling van de No

- oo~ FEB :09. BuslncssPost

Financieel verslag Derde Kwartaal d.d. 13 december DSW Rijswijk en omstreken

Begroting 2017 NV Empatec

In de begrotingen van PAUW Bedrijven wordt uitgegaan van onderbouwingen en aannames. Hiervoor wordt verwezen naar de betreffende documenten.

Openbaar Lichaam Sociale Werkvoorziening Drechtsteden

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

IW4 vooruitblik op de jaren 2019, 2022 en 2028

Gewijzigde begroting 2012

Concept. Primaire Begroting 2015

Managementsamenvatting

Jaarrekening: Overige gegevens: Jaarrekening 2010 van Permar Energiek BV I N H O U D S O P G A V E : -Balans per 31 december

Subsidieresultaat A V. NTW (netto toegevoegde waarde) B

3 e Tussenrapportage Transitie Hameland. Bestuursrapportage 1 e kwartaal 2016

Raadsvoorstel. Status: Besluitvormend. Agendapunt: 8. Lokale uitvoering Participatiewet. Datum: 13 mei Decosnummer: 192

Gewijzigde begroting 2011 versie 2

uw brief van: ons kenmerk: bijlage(n): datum: juni 2014

Financieel verslag 2017

5 e Tussenrapportage Transitie Hameland. Bestuursrapportage 3 e kwartaal 2016

Ingekomen stukken. Vergadering : 22 januari 2015

VOORSTEL AAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS. Behandeld door: J.Woltersd.d Afdeling/Cluster: SEM Telefoonnr.

7 e Tussenrapportage Transitie Hameland

Wat gaat het kosten? Baten & lasten totaal. Bedragen * Inkomsten Lasten Bijdrage gemeente

FINANCIEEL ECONOMISCH VERSLAG

GR SW ''FRYSLÂN'' Begroting 2015

Aan de Raad. 1. Aanleiding Het voorstel wordt aan de raad voorgelegd in zijn kaderstellende rol

Subsidieresultaat A V. NTW (netto toegevoegde waarde) B N

Herziene begroting Promen 2012

Jaarverslag Sportbedrijf Deventer Smeenkhof 12a Deventer sportbedrijfdeventer.nl

Eerste Kwartaal verslag

Begroting Gemeenschappelijke Regeling Bedrijf voor Werk en Re-integratie. Versie: Definitief 2.0 ( )

Concept Advies. Begroting 2015 Gemeenschappelijke Regeling BREED

onderwerp Zienswijze SWA ontwerp programmabegroting 2016 en SWA meerjarenbegroting

Ontwerpbegroting Vixia 2014

Financieel verslag Prognose d.d. 25 maart DSW Rijswijk en omstreken

Managementsamenvatting

Paragraaf Financiering

FINANCIEEL ECONOMISCH VERSLAG

HAVENSCHAP MOERDIJK. Concept Begroting 2018

3. Beoogd resultaat Vaststellen van de concept begrotingen 2018 van Wedeka bedrijven en de EMCO-groep.

GR SW ''FRYSLÂN'' Begroting 2014

Onderstaande tabel geeft het verloop weer van onze huidige langlopende geldleningen.

Voorstel raad en raadsbesluit

VOORSTEL AAN DE RAAD: VERGADERING 3 juni 2014

Raadsinformatieavond. dinsdag 22 april Transitieplan UW


Presentatie voor Primaire begroting 2018 Schap WAA Venlo eo

FINANCIEEL RESULTAAT 2016

Strategieën gericht op het wegwerken van tekorten op de SW Workshop conferentie Weg naar werk 2020 Utrecht d.d. 11 november 2015

Financiële begroting 2016

123WatEenSite C. van de PC Teststraat ZZ Alblasserdam

Begroting Bedrijfsresultaat

Afwijking Prognose vs Begroting

Portefeuillehouder van der Laan Datum collegebesluit 28 april 2015 Opsteller Cor Tiemersma Registratie GF Agendapunt

Onderwerp: Conceptbegroting 2012 van het Werkvoorzieningschap Weert e.o. De Risse en De Risse Holding BV.

VERGADERING GEMEENTERAAD 2014

C o n c e p t. Beleidsbegroting Alescon 2017, inclusief meerjarenraming tot en met 2020

De gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw). Hiervoor ontvangen zij een Rijkssubsidie.

Onderwerp: Jaarverantwoording 2015 en Primaire Begroting 2017 GR WAA

25 april 2012 OPENBAAR LICHAAM CREMATORIA TWENTE

Stichting IMpact de nieuwe ATB-organisatie

JAARSTUKKEN Stichting De Wissel

Een financieel toekomstperspectief voor het sw-bedrijf na 2013

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

Voorstel raad en raadsbesluit

BEGROTING 2015 WERKVOORZIENINGSSCHAP ZUID-KENNEMERLAND

PARAGRAAF 3 FINANCIERING

J A A R STUKKEN Energiek BV. Permar Energiek BV Ede

Transcriptie:

- 2018 Meerjarenbegroting 22 april, definitieve conceptversie

Inhoudsopgave 1. Inleiding 1 1.1 leeswijzer 2 2. Afsluiting Wet sociale werkvoorziening 3 2.1 Uitstroom sw-medewerkers 3 2.2 Consequenties uitstroom 4 2.2.1 Kaderformatie 4 2.2.2 Opbrengsten 4 2.3 Subsidieresultaat 5 2.4 Uitstroom tijdelijke dienstverbanden 6 3. op hoofdlijnen 2018 8 3.1 Toelichting 8 4. Verplichte paragrafen 12 4.1 Weerstandvermogen 12 4.2 Financiering 12 4.3 Verbonden partijen 13 4.4 Risicoparagraaf 14 Bijlage I Meerjarenbegroting -2018

Meerjarenbegroting -2018 1. Inleiding De Participatiewet Al vanaf 2011 bereidt de sociale werkvoorziening in Nederland zich voor op nieuwe wetgeving. In 2011 en 2012 gingen we uit van de Wet Werken Naar Vermogen, vanaf spreken we over de Participatiewet. De naam is weliswaar anders, de kern van beide (concept) wetten verschilt niet zo veel. Het was en is wetgeving die niet meer uitgaat van het huidige concept van gesubsidieerde banen voor arbeidsgehandicapten en een eigen Collectieve arbeidsovereenkomst. Het nieuwe uitgangspunt is regulier werken en voor medewerkers die niet zelfstandig het Wettelijk Minimum Loon (WML) kunnen verdienen ontvangen werkgevers een subsidie die is gebaseerd op de verminderde loonwaarde van de medewerker. Inmiddels is de Participatiewet aangenomen door de Tweede Kamer en - gelet op het gesloten begrotingsakkoord van het kabinet met een aantal oppositiepartijen - lijkt ook de besluitvorming in de Eerste Kamer positief voor de nieuwe wet te verlopen. Dat betekent dat de sociale werkvoorziening vanaf 1 januari te maken zal krijgen met de Participatiewet. Voor de bedrijfstak sociale werkvoorziening - waar nu landelijk nog ongeveer 100.000 sw-medewerkers in werken - betekent dit langzaam maar zeker een teruggang in omvang. Omdat op basis van de Participatiewet nog wel een indicatie beschut werk wordt verstrekt, zal er in enige mate een voorziening overblijven. Maar de wijze waarop deze voorziening wordt gerealiseerd staat niet vast. Dat kan zoals we gewend zijn middels een centrale afdeling waar een aanzienlijk aantal personen werkzaamheden uitvoeren, maar het kan ook dat beschut werk lokaal en privaat en in kleinere groepen wordt georganiseerd. Kortom, de sociale werkvoorziening als instituut zullen we gaan loslaten. Positie Hameland Hameland, als gemeenschappelijke regeling van vijf gemeenten voor de uitvoering van de sociale werkvoorziening, wordt logischerwijs direct geraakt door de invoering van de Participatiewet. De betrokken gemeenten hebben tot dusver geen beslissing genomen over hoe zij de Participatiewet willen uitvoeren. Door de gemeenteraadsverkiezingen van 19 maart jl. zal deze beslissing door de nieuwe Colleges van Burgemeester en Wethouders worden genomen. Gelet op het tijdspad van collegevorming is het niet reëel binnen enkele maanden al dit besluit te verwachten. Dit betekent dat Hameland nog steeds dient uit te gaan van het met het bestuur afgesproken scenario: Hameland richt zich op de doelgroep Wsw en er vindt binnen de gemeenschappelijke regeling geen nieuwe instroom van de doelgroep van de Participatiewet plaats. De reden hiervoor is dat de gemeenten niet gezamenlijk de Participatiewet willen uitvoeren. Het kenmerk van een gemeenschappelijke regeling is juist dat een gemeentelijke taak in gezamenlijkheid wordt uitgevoerd. Oftewel: door het ontbreken van een gezamenlijke visie op de uitvoering van de Participatiewet voldoet de gemeenschappelijke regeling Hameland voor de uitvoering van deze wet niet voor de vijf aangesloten gemeenten. Hameland in transitie Vanuit het ontbreken van een gezamenlijke visie is in een nieuwe horizon voor Hameland bepaald. Deze is samenvattend als volgt beschreven: De basis van de gemeenschappelijke regeling Hameland is en blijft de sociale werkvoorziening. Hameland streeft naar betere resultaten op het gebied van haar kerntaak: het aan het werk krijgen en houden van nu nog 1.500 swmedewerkers. Dat doet Hameland door een goed inzicht in de kwaliteiten van de mensen te krijgen, een goede match dankzij met name detacheringen bij reguliere werkgevers en een adequate begeleiding aan de hand van een trajectplan. Gemeenten gaan niet gezamenlijk de nieuwe doelgroep van de Participatiewet bij Hameland onderbrengen. Gemeenten kunnen er wel voor kiezen onderdelen van Hameland in te zetten. Dat wordt in principe niet gedaan onder de vlag van de gemeenschappelijke regeling. Zo zullen er nieuwe entiteiten ontstaan vanuit nieuwe samenwerkingen. Een belangrijk uitgangspunt is dat de opgebouwde expertise van Hameland niet 1

Meerjarenbegroting -2018 verloren gaat. Binnen enkele jaren kan dit er toe leiden dat onderdelen van Hameland buiten de gemeenschappelijke regeling worden geplaatst in een andere entiteit (publiek dan wel privaat) en dat er onvoldoende bestaansrecht van de gemeenschappelijke regeling zal zijn. De gemeenten gaan vooralsnog niet in gezamenlijkheid verplichtingen aan in het kader van de uitvoering van de Participatiewet. Vanuit deze nieuwe horizon is een zestal aandachtspunten bepaald: 1. verrekening tekort in gemeenschappelijke regeling; 2. mogelijke vervreemding Hacron Groen en Hacron Schoon; 3. meewerken aan maatwerkoplossingen (ongeveer 20%); 4. meewerken aan lokale invulling afdeling beschut werken ; 5. mogelijk separaat organiseren van de afdeling beschut werken ; 6. standpunten gemeenten (Participatiewet) vertalen in definitief toekomstbeeld Hameland. Het eerste aandachtspunt is gerealiseerd. Besluitvorming op de andere aandachtspunten kunnen een directe impact hebben op de meerjarenbegroting van Hameland. Het is erg lastig hiermee op voorhand bij het opstellen van de begroting rekening te houden. Daarom gaat Hameland in eerste instantie uit van de kernopdracht: het bedienen van de sw-medewerkers. Dat bepaalt het meerjarenperspectief. Meerjarenperspectief Op basis van voorgaande zijn er twee belangrijke aspecten die het meerjarenperspectief bepalen. Het eerste aspect is dat er vanaf 1 januari geen nieuwe instroom van mensen met een sw-indicatie meer zal plaatsvinden. Vanaf dat moment geldt de Participatiewet. Medewerkers die op 31 december in dienst zijn van Hameland, behouden wel gewoon hun bestaande rechten en plichten op basis van de Wsw. Hameland krijgt dus te maken met een daling van de te bedienen populatie. Vanaf tot en met 2018 zullen ongeveer 320 sw-medewerkers (275,6 fte) regulier uitstromen, daarnaast zal ervan uitgaande dat de tijdelijke contracten niet worden verlengd nog eens een groep van circa 130 personen (109,5 fte) uitstromen. Deze daling heeft consequenties voor de inkomsten (minder detacheringsvergoedingen) en de uitgaven (verhoudingsgewijs een daling van het ondersteunende niet-gesubsidieerde personeel). Daarnaast zal rekening moeten worden gehouden met frictiekosten. Het tweede aspect betreft de daling van het subsidiebedrag. Dit subsidiebedrag is in nog 26.000 per SE, vanaf zal dit gemiddeld met ongeveer 660 per SE per jaar dalen naar 22.700 in 2019. Door deze daling zal het subsidieresultaat van Hameland met miljoenen euro s verslechteren, ondanks de daling van het aantal sw-medewerkers. Het positieve operationele resultaat van Hameland zal het negatieve subsidieresultaat niet kunnen opvangen. Het financiële eindresultaat van Hameland zal dus negatief zijn, wat een groot beslag zal leggen op de financiële middelen van de gemeenten. 1.1 Leeswijzer Hoofdstuk twee gaat in op de verwachte uitstroom van de sw-medewerkers en de consequenties die deze uitstroom heeft voor de kaderformatie, de opbrengsten en het subsidieresultaat. Op basis hiervan presenteren we vervolgens in hoofdstuk drie een begroting op hoofdlijnen. Hoofdstuk vier behandelt ten slotte de verplichte paragrafen van de meerjarenbegroting: weerstandsvermogen, financiering, verbonden partijen en de risicoparagraaf. 2

Meerjarenbegroting -2018 2. Afsluiting Wet sociale werkvoorziening Zoals hiervoor is aangegeven zal de Wsw worden afgesloten. Dit betekent dat er vanaf 1 januari geen nieuwe instroom meer zal plaatsvinden. Wat betekent dit voor de afname van het volume van het aantal sw-medewerkers in de komende jaren? En welke impact heeft dit op de omvang van de kaderformatie en de opbrengsten. Daarnaast dienen we stil te staan bij het subsidieresultaat. Bij dit aspect speelt de daling van het subsidiebedrag een grote rol. Al deze elementen komen hierna aan bod, waarbij we ten slotte nog ingaan op de tijdelijke dienstverbanden. 2.1 Uitstroom sw-medewerkers Al eerder heeft Hameland aan de gemeenten een berekening verstrekt over de uitstroom van het aantal sw-medewerkers in de komende jaren. Deze berekening is medio gemaakt op basis van de toen bekende gegevens. Voor deze begroting hebben we een nieuwe berekening opgesteld, op basis van de meest actuele informatie (tot en met februari ). Ontwikkeling reguliere uitstroom Bij de berekening zijn we uitgegaan van de eindstand februari van alle personen met een vast dienstverband (voor tijdelijke dienstverbanden zie hierna) en hebben we vervolgens de pensioengerechtigde leeftijd berekend. Dit levert uiteraard een uitstroom op in de komende jaren. Daarnaast gaan we uit van een overige uitstroom. Er zijn personen die bijvoorbeeld verhuizen of helaas eerder overlijden dan de pensioengerechtigde leeftijd. Op basis van historie stroomt jaarlijks ongeveer 1,75% uit op grond van overige redenen. Leeftijd en overige uitstroom geeft het volgende geprognosticeerde beeld van de reguliere uitstroom: Gemeente 2016 2017 2018 Totaal Aalten 7,8 12,4 12,0 14,4 46,6 Berkelland 16,6 10,8 11,4 15,3 54,1 Haaksbergen 2,9 2,0 4,0 3,6 12,5 Oost Gelre 15,8 13,6 17,3 12,1 58,8 Winterswijk 16,8 10,0 12,6 12,0 51,4 Buitengemeenten 1,0 2,0 1,4 1,0 5,4 Totaal Hameland 60,9 50,8 58,7 58,4 228,8 Ontwikkeling uitstroom tijdelijke dienstverbanden Hameland heeft ook nog te maken met een aanzienlijke groep sw-medewerkers met een tijdelijk dienstverband. Deze personen zijn de afgelopen jaren (2011 ) ingestroomd om de taakstelling optimaal te benutten. Op deze wijze zijn 130 personen bemiddeld naar werk en is de wachtlijst Wsw aanzienlijk geslonken. Gelet op de Participatiewet hebben deze sw-medewerkers echter een tijdelijk dienstverband, zodat de gemeenten nog de keuze hebben deze personen a) onderdeel te laten blijven van de Wsw of b) ze in te laten stromen in de Participatiewet. Hierover dient in een beslissing te worden genomen. Hierna is het aantal tijdelijke dienstverbanden per gemeente in fte weergegeven: Gemeente Aalten 22,2 Berkelland 22,2 Haaksbergen 19,1 Oost Gelre 22,7 Winterswijk 22,3 Buitengemeenten 1,0 Totaal Hameland 109,5 3

Meerjarenbegroting -2018 In paragraaf 2.4 staan we expliciet stil bij de impact van de uitstroom van de sw-medewerkers met een tijdelijk dienstverband. 2.2 Consequenties uitstroom Bij de consequenties van de uitstroom voor de kaderformatie en de opbrengsten zijn we uitgegaan van de reguliere uitstroom. 2.2.1 Kaderformatie (lees: kosten) De huidige kaderformatie bestaat uit 84,5 fte. Deze formatie bestaat voor 66,5 fte uit niet-gesubsidieerd personeel en voor 18,0 fte sw-medewerkers. Met deze formatie worden alle sw-medewerkers begeleid en ondersteund (van werkbegeleider en werkcoach tot adviseur HRM, controller en leidinggevenden). Eind kende Hameland een formatie van 1.363 fte sw-medewerkers. De verhouding tussen de kaderformatie en de formatie van sw-medewerkers is dus 1:16,1 fte (op 16 fte sw-medewerkers werkt 1 fte kaderlid). Voor wat betreft de daling van de kaderformatie gaan we uit van dit verhoudingsgetal. In principe dient de kaderformatie dus met 1 fte af te nemen indien er 16 fte sw-medewerkers uitstromen. We gaan ervan uit dat de uitstroom van nog wordt ingevuld zodat er optimaal gebruik gemaakt wordt van de taakstelling. En gelet op de impact van de uitstroom van de mensen met een tijdelijk dienstverband - zie paragraaf 2.4 - wordt deze uitstroom nog niet meegenomen in de meerjarenbegroting. Dit betekent dat we uitgaan van de uitstroom zoals weergegeven in paragraaf 2.1. Dit geeft de volgende rekenkundige daling van de kaderformatie: 2016 2017 2018 Daling aantal fte sw-medewerkers n.v.t. 60,9 50,8 58,7 58,4 Aantal fte sw-medewerkers einde van het jaar 1.360 1.299,1 1.248,3 1.189,6 1.131,2 Kaderformatie einde van het jaar 84,5 81,2 78,0 74,4 70,7 Verhouding kaderformatie vs sw-medewerkers 16,1 16,0 16,0 16,0 16,0 * De waarden in bovenstaande tabel zijn gebaseerd op de geprognosticeerde uitstroom. In totaal dient de kaderformatie tot en met 2018 dus met 13,8 fte te dalen. Het effect hiervan zal een reductie zijn van circa 200.000 op jaarbasis, inhoudende de salariskosten niet-gesubsidieerd. Wel dient gemeld te worden dat deze besparing in kosten niet één-op-één geëffectueerd zal kunnen worden. Op welk moment gaat Hameland bijvoorbeeld de 2,0 fte adviseur HRM terugbrengen? En wat betekent de daling van het aantal sw-medewerkers voor de formatie van de werkcoaches (nu gemiddeld 1 fte werkcoach op 100 fte sw-medewerkers) of de werkbegeleiders (nu gemiddeld 1 fte werkbegeleider op 25 fte sw-medewerkers bij beschut werk)? In de praktijk betekent de daling van de kaderformatie in relatie tot de daling van de formatie van de swmedewerkers dat er frictiekosten zullen ontstaan (zie ook risicoparagraaf). Indien de gemeenten besluiten alle sw-medewerkers met een tijdelijke aanstelling in te laten stromen in de Participatiewet (lees: geen dienstverband meer bij Hameland), dan daalt de kaderformatie in met nog eens 6,8 fte (109,5 fte tijdelijke dienstverbanden : 16 fte). Zie ook paragraaf 2.4 en de risicoparagraaf op pagina 14. 2.2.2 Opbrengsten In de opbrengsten is voor de komende jaren een gezonde commerciële ambitie neergelegd. In de laatste maanden zijn duidelijke signalen waar te nemen dat de economie weer begint aan te trekken. Er is een groeiende capaciteitsvraag bij inleners en ook opdrachtgevers besteden meer werk uit bij Beschut Werk van Hameland. 4

Meerjarenbegroting -2018 De groei in omzet wordt daarentegen wel enigszins getemperd doordat de omvang van de Wsw doelgroep die de komende jaren afneemt. De toegevoegde waarde, zijnde de omzet minus de direct omzet gerelateerde kosten, ontwikkelt zich de komende jaren als volgt: Jaar Toegevoegde waarde 6.460.000 2016 6.323.000 2017 6.198.000 2018 6.042.000 2.3 Subsidieresultaat Het subsidieresultaat wordt bepaald door de volgende elementen: subsidie van de rijksoverheid; loonkosten sw-medewerkers, inclusief sociale lasten en pensioenpremies; vervoerskosten sw-medewerker, zowel reguliere vergoeding woon-werkverkeer als de kosten vervoer op maat voor die sw-medewerkers die niet zelfstandig naar het werk kunnen reizen; scholingskosten sw-medewerkers (opleidingen en trainingen). Om ten aanzien van bovenstaande een goed beeld te krijgen, wordt hieronder het subsidieresultaat van Hameland van weergegeven. Daarbij is uitgegaan van de taakstelling van, bestaande uit de taakstelling van de vijf gemeenten die ze bij Hameland uitvoeren (samen afgerond 1.364 SE) en de taakstelling die Hameland voor andere gemeenten uitvoert (afgerond 34 SE): 1.398 SE. De realisatie lag hier iets onder (1.392 SE). Per saldo gaf de gerealiseerde taakstelling het volgende subsidieresultaat: 1. Wsw-subsidie 36.341.000 Loonkosten sw-medewerkers 29.189.000 Loonkosten begeleid werken 399.000 Sociale lasten 4.457.000 Pensioenpremies 3.063.000 Vervoerskosten sw-medewerkers 963.000 Scholingskosten sw-medewerkers 23.000 ---------------- 2. Totaal personeelskosten sw-medewerkers 38.094.000 Subsidieresultaat (1-2) - 1.753.000 Dit negatieve subsidieresultaat is ontstaan vanuit een subsidiebedrag van afgerond 26.100 per SE (in is de subsidie eenmalig met 100 per SE opgehoogd, in bedraagt de subsidie daarom 26.000 per SE). Vanaf daalt het subsidiebedrag per SE naar een bedrag van 22.700 in 2019. Uitgaande van een gelijkmatige daling (- 660 per SE per jaar) geeft dit de volgende subsidiebedragen: Jaar Subsidie per SE 26.000 25.340 2016 24.680 2017 24.020 2018 23.360 2019 22.700 5

Meerjarenbegroting -2018 Op basis van deze subsidiebedragen, een loonkostenniveau waar de nullijn is aangehouden voor de komende jaren en de daling van het aantal sw-medewerkers met een vast dienstverband (zie paragraaf 2.1, reguliere uitstroom) is het subsidieresultaat in de komende jaren berekend. Hierna wordt de ontwikkeling van het subsidieresultaat van Hameland per jaar weergegeven: Jaar Subsidieresultaat - 2.416.000-2.498.000 2016-3.244.000 2017-3.922.000 2018-4.504.000 In het verlengde hiervan kan ook het subsidieresultaat van de gemeente inzichtelijk worden gemaakt. Hierbij is de berekening niet per inwoner gerealiseerd maar is het gezamenlijke gemeentelijke subsidieresultaat op basis van de deelname in de gemeenschappelijke regeling verdeeld over de gemeenten. Uiteraard is gerekend met prognoses, de werkelijkheid kan er anders uit gaan zien (in ) 1 : Jaar 2016 2017 2018 Aalten -528.509-546.600-723.700-869.900-1.001.700 Berkelland -592.585-612.500-790.300-959.700-1.112.500 Haaksbergen -180.245-186.400-246.200-303.200-350.000 Oost Gelre -554.631-573.500-739.300-885.600-999.400 Winterswijk -560.030-579.000-744.500-903.600-1.040.400 Totaal -2.416.000-2.498.000-3.244.000-3.922.000-4.504.000 Het negatieve subsidieresultaat is opgenomen in de meerjarenbegroting, die hierna in hoofdstuk 3 op hoofdlijnen wordt weergegeven. Eerst gaan we nog in op de impact van de eventuele uitstroom van medewerkers met een tijdelijk dienstverband. 2.4 Uitstroom tijdelijke dienstverbanden De sw-medewerkers met een tijdelijk dienstverband (109,5 fte) stromen in op het niveau van het Wettelijk Minimum Loon (WML) en houden dit WML op basis van de Cao Wsw maximaal 5 jaar (onder de voorwaarde dat de medewerker een trajectplan heeft). De rijkssubsidie voor deze groep voldoet dus nu nog in ruime mate om de salariskosten te betalen. Deze groep heeft voor een positief subsidieresultaat van afgerond 287.000. Uiteraard zal dit door de daling van het subsidiebedrag en een lichte stijging van de loonkosten steeds minder positief worden. Naast dit nu nog positieve subsidieresultaat zorgt deze groep medewerkers in ook voor een geschatte opbrengst aan detacheringstarieven van afgerond 556.000. Het totale positieve saldo van deze groep in bedraagt naar verwachting dus 843.000. Het niet verlengen van de tijdelijke dienstverbanden heeft derhalve een directe impact op de begroting van Hameland (zie risicoparagraaf in hoofdstuk 4). Behalve de financiële impact voor de begroting van Hameland is er tevens een aantal andere effecten van het niet verlengen van de dienstverbanden te benoemen: 1 Let op: de getoonde bedragen wijken af van een eerder aan de gemeenten verstrekt overzicht. Hierbij werd namelijk uitgegaan van een loonkostenstijging van 1,5% per jaar, in deze tabel is voor de gehele periode de 0-lijn gehanteerd. In 2019 is het subsidieresultaat hierdoor afgerond geen - 6,5 miljoen maar - 4,5 miljoen. 6

Meerjarenbegroting -2018 behouden de gedetacheerde sw-medewerkers (nu 44 fte maar dit aantal neemt normaal gesproken nog toe in de loop van ) hun werkplek aangezien de werkgever wellicht niet bereid is de sw-medewerker in dienst te nemen en te gaan werken met een loonkostensubsidie (conform systematiek Participatiewet); indien hiervan sprake is, kan de werkgever op een andere wijze bediend worden in het capaciteitsvraagstuk dat ontstaat en zit de werkgever met een capaciteitsgat ; de mogelijke impact van het eventueel stoppen van het werk op de betreffende persoon; de impact op de begroting van de gemeente. Het wel verlengen van de tijdelijke contracten heeft zoals gezegd een positief effect op de begroting (zeker de eerste jaren nog), maar er zijn ook duidelijke kanttekeningen te plaatsen. Ten eerste wordt Hameland als vehikel niet verkleind maar in stand gehouden. Dit is niet conform de visie zoals neergelegd in Hameland in transitie. Daarnaast behouden de medewerkers indien zij op 31 december nog beschikken over een dienstverband, tijdelijk of vast, hun rechten op basis van de Wsw. Daarbij zal het subsidieresultaat van deze groep op termijn verslechteren door een daling van het subsidieresultaat en een stijging van de loonkosten. Omdat de gemeenten nog geen definitief besluit hebben genomen over de wijze waarop met de dienstverbanden dient te worden omgegaan én omdat de uitstroom per eind een enorme impact heeft op de begroting van Hameland, is de uitstroom van tijdelijke dienstverbanden nog niet doorgerekend in de meerjarenbegroting. Wel staat dit aspect uiteraard benoemd in de risicoparagraaf. 7

Meerjarenbegroting -2018 3. op hoofdlijnen - 2018 De vorige meerjarenbegroting (-2017) was opgesteld zonder rekening te houden met de Participatiewet. Op het moment van opstellen van die meerjarenbegroting was het namelijk nog onzeker of de nieuwe wet door zou gaan. Inmiddels kunnen we hier wel vanuit gaan en dienen we de elementen die hiervoor zijn beschreven in de meerjarenbegroting te verwerken. Hieronder staat de meerjarenbegroting op hoofdlijnen beschreven: (bedragen X 1.000) 2016 2017 2018 A. Totaal bedrijfsopbrengsten 7.244 7.109 6.985 6.831 B. Totaal bedrijfskosten 2 6.504 6.289 6.024 5.775 C. Operationeel resultaat (A-B) 740 820 961 1.056 D. Subsidieresultaat 3-2.498-3.244-3.922-4.504 E. Buitengewone baten/lasten - -382-374 -405 F. Resultaat voor gemeentelijke bijdrage -1.758-2.806-3.335-3.853 (C+D+E) G. Bijdrage gemeenten in tekort 1.758 2.806 3.335 3.853 H. Resultaat voor bestemming (F+G) 0 0 0 0 3.1 Toelichting Ad A Bedrijfsopbrengsten Na enige jaren van recessie lijkt zij het voorzichtig de vraag naar invulling van personeelscapaciteit met sw-medewerkers bij inleners weer toe te nemen. Een ontwikkeling die reeds in de eerste maanden van haar vruchten begint af te werpen, met name de plaatsingen in groepsverband kennen een stijgende lijn. Inleners weten Hameland meer en meer te vinden en Hameland wordt in staat gesteld samen met hen duurzame afspraken te maken over de personele invulling van hun capaciteitsvraag. De economische kentering en de positieve reacties over de samenwerking met Hameland zijn ook merkbaar in het aanbod van werkpakketten voor Beschut Werk. In de eerste maanden van zijn reeds enige (langdurige) samenwerkingen met opdrachtgevers aangegaan, waarbij Hameland op een gestructureerde wijze samen met opdrachtgevers uitvoering kan geven aan hun productievraag. In de begroting is dan ook commerciële ambitie opgenomen passend bij deze ontwikkelingen. Doordat dat Wsw doelgroep een dalende tendens kent, zal de absolute omvang van de opbrengst een hiermee gepaard gaande daling kennen. De daling in formatie heeft zoals eerder vermeld een direct effect op de omvang van de bedrijfsopbrengsten. De opbrengst per fte stijgt in de jaren - 2018 met ongeveer 9%. De overige bedrijfsopbrengsten bestaan nagenoeg volledig uit verhuur van onroerend goed, Hameland heeft alle panden die zij niet in eigen gebruik heeft langdurig verhuurd. 2 In de programmabegroting wordt deze post gevormd door de salariskosten niet-gesubsidieerd, afschrijvingen, overige bedrijfskosten en het saldo van de algemene dekkingsmiddelen. 3 Rijksvergoeding minus de salarissen Wsw en begeleid werken (conform de landelijke definitie is dit inclusief de kosten voor vervoer op maat en de opleidingskosten Wsw). 8

Meerjarenbegroting -2018 Ad B Bedrijfskosten Als gevolg van de afgelopen jaren doorgevoerde kanteling van de organisatie, met bijbehorende personele reorganisaties, kent Hameland inmiddels een kostenstructuur die tot de laagste binnen de sector mag worden gerekend. In liggen de bedrijfskosten rond de 4.500 per arbeidsjaar (SE). Doordat de bedrijfskosten deels een vast karakter kennen, zullen deze dus niet evenredig met de daling van het aantal sw-medewerkers mee fluctueren. In de bedrijfskosten worden vooralsnog geen grote wijzigingen verwacht, behoudens de daling in de salariskosten voor niet-gesubsidieerde kaderleden. Daarnaast zijn - behalve de externe kosten voor vervoer op maat - nu ook de kosten gepaard gaande met de eigen uitvoering van het vervoer op maat geëlimineerd uit de bedrijfskosten en ten laste gebracht van het subsidieresultaat. Als gevolg van de krimpende sw-doelgroep zal de ondersteunende kaderformatie naar rato in omvang teruggebracht moeten worden. Over de looptijd van deze begroting - c.q. de begrotingsjaren t/m 2018 - in totaal met 13,8 fte. Dit levert een daling van personele kosten niet-gesubsidieerd op van uiteindelijk ongeveer 200.000 per jaar. Op pagina 4 van de Programmabegroting (bijlage I) zien we ten slotte een aanzienlijke stijging van de overige personeelskosten: van 408.000 in naar 859.000 in en 704.000 in. Onder de overige personeelskosten vallen diverse posten maar de stijging wordt vooral veroorzaakt door de posten uitzendkrachten en personeelsvoorzieningen. Dit is hieronder inzichtelijk gemaakt (getallen zijn afgerond), waarbij voor en is uitgesplitst welke posten voor de wijzigingen zorgen: Overige personeelskosten Rekening Uitzendkrachten / deta s: - Ziektevervanging 76.000 42.000 - Innovatiehub 40.000 40.000 - Werkbegeleiders 100.000 - Ondersteuning werkbedrijf 160.000 - Interim directeur 78.000 - Interim strategisch adviseur 52.000 - Frictie transitie 170.000 ----------- ----------- Totaal 87.000 376.000 382.000 Overige personeelskosten Rekening Personeelsvoorzieningen: - Bijdrage personeelsvereniging 12.000 2.000 - Kerstpakketten 57.000 47.000 - Overige personeelskosten 43.000 20.000 - Tijdelijke formatie mdw verkoop 50.000 - Tijdelijke formatie werkcoach 60.000 ----------- ----------- Totaal 41.000 222.000 69.000 De stijging in komt met name door het toevoegen van extra tijdelijke formatie in verband met het creëren van voldoende rust binnen het werkbedrijf. Daarnaast is er een medewerker verkoop voor 1 jaar aangesteld ten behoeve van het binnenhalen van werkpakketten voor werken binnen en is er tijdelijk 1,0 fte werkcoach noodzakelijk in verband met de intensievere begeleiding van de nieuwe instroom. Tevens heeft Hameland ingezet op de innovatiehub voor de coördinatie van de structurele inzet van gemiddeld 7 á 8 studenten. 9

Meerjarenbegroting -2018 In vervalt de tijdelijke formatie. Daar tegenover staat de inhuur van de directeur en de strategisch adviseur á 130.000 (de gezamenlijke salariskosten voor beide functionarissen bedroeg 208.000, derhalve levert dit een besparing op van bijna 80.000 4 ). Daarnaast houden we rekening met frictiekosten door de transitie van Hameland (mogelijk tijdelijke invulling / ondersteuning van de kaderformatie). Ten slotte wordt naar verwachting bespaard op de overige personeelskosten en de ziektevervanging. Ad C Operationeel resultaat Het operationeel resultaat, gedefinieerd als het resultaat dat Hameland in haar bedrijfsuitoefening zelf kan beïnvloeden, volgt in de begrotingsjaren de positieve trend die de afgelopen jaren is ingezet. In bedroeg het operationeel resultaat 746.000. In de begroting is, gezien de ten tijde van het opstellen van de begroting negatieve economische marktomstandigheden, een voorzichtige positie ingenomen voor de door Hameland te behalen resultaten. De laatste maanden laten een duidelijk herstel zien, zowel voor wat betreft de detacheringsopbrengsten alsook voor de opbrengsten voor werkzaamheden uitgevoerd bij Beschut Werk. Deze ontwikkelingen zijn door vertaald in een positiever toekomstbeeld, waardoor het operationeel resultaat in het resultaat van zal benaderen. Wel is hierbij uiteraard rekening gehouden met de krimp in de te bedienen doelgroep, waardoor de absolute omvang van het resultaat enigszins zal dalen. De operationele resultaten in de begrotingsjaren tot en met 2018 laten een positieve ontwikkeling zien. Als gevolg van de krimpende Wsw formatie zal Hameland haar bedrijfskosten in overeenstemming moeten brengen op de dien ten gevolge dalende absolute omvang van de bedrijfsopbrengsten. De grootste besparing zal voortvloeien uit aanpassingen in omvang van de kaderformatie, die in evenredigheid van de krimp binnen de sw-formatie zal krimpen. Ad D Subsidieresultaat Het subsidieresultaat is vanuit de bedrijfsvoering van Hameland nauwelijks te beïnvloeden. De sw-medewerkers blijven ook na de invoering van de Participatiewet rechten ontlenen aan de Cao Wsw. Ontwikkelingen binnen deze Cao zijn onbekend, maar zullen geen gelijke tred volgen met de negatieve ontwikkeling van het toegekende subsidiebedrag per arbeidsjaar. In de begroting is, op verzoek van de gemeenten, de nullijn aangehouden en er is derhalve niet geanticipeerd op de gevolgen van landelijke Cao ontwikkelingen en stijging van premies sociale verzekeringen. Hiertegenover staat een sterke daling van de rijksbijdrage per SE, van 26.000 per SE in tot 22.700 per SE in 2019. Hierdoor zal het subsidieresultaat de komende jaren in een snel tempo verslechteren (zie hoofdstuk 2). Naast de loonkosten Wsw vallen ook de kosten voor vervoer op maat onder het subsidieresultaat. In is Hameland gestart om het vervoer op maat voor haar werknemers grotendeels in eigen beheer uit te voeren. Als gevolg hiervan worden forse besparingen voorzien, een ontwikkeling waar in de begroting in enige mate was voorzien. De uiteindelijke besparingen zullen echter hoger uitvallen. Voor de begrotingsjaren tot en met 2018 zijn deze besparingen in volle omvang meegerekend. Uiteindelijk zal de daling van het subsidiebedrag, naar uiteindelijk 22.700 per arbeidsjaar in 2019, inhouden dat het negatieve subsidieresultaat in 2018 voor Hameland naar verwachting - 4.504.000 zal bedragen. 4 De kosten van de directeur in zijn als frictiekosten in de reorganisatiekosten geboekt en voorzien in de jaarrekening en de salariskosten van de strategisch adviseur zijn voor nog onderdeel van de reguliere personeelskosten niet-gesubsidieerd. 10

Meerjarenbegroting -2018 Ad E Buitengewone baten en lasten Per 1 januari zal er geen instroom binnen de Wsw meer plaatsvinden en daarmee zal de omvang van deze doelgroep in de komende jaren sterk reduceren. Op dit moment hebben de gemeenten nog geen standpunt ingenomen hoe en in welke vorm (delen van) Hameland kan en zal worden ingezet voor de nieuw door de gemeenten te bedienen doelgroep vanuit de Participatiewet. In deze begroting is vooralsnog dan ook gerekend met een afbouwscenario binnen de Wsw, waardoor de omvang van het kaderpersoneel zal moeten worden aangepast aan de dalende omvang van het aantal sw-medewerkers. Deze daling zal inhouden dat de niet-gesubsidieerde kaderformatie naar verwachting met 13,8 fte zal moeten worden teruggebracht. Hiervoor is in deze begroting rekening gehouden met frictiekosten die met deze reductie gepaard gaan. Ad F Resultaat voor bestemming Zoals eerder vermeld en in lijn met de afgelopen jaren herhaaldelijk aangekondigde ontwikkeling, worden de gemeenten, en daarmee de programmarekening van Hameland, de komende jaren geconfronteerd met forse bezuinigingen binnen de subsidietoekenning voor de resterende sw-medewerkers. De resultaten uit bedrijfsuitoefening van Hameland maken de komende jaren een positieve ontwikkeling door, echter gezien de forse kortingen op de Wsw subsidie kan deze ontwikkeling de subsidietekorten van de gemeenten niet opvangen. Op basis van de geprognosticeerde personeelsontwikkelingen Wsw (verhouding in de gemeenschappelijke regeling Hameland) zal de bijdrage per gemeente er als volgt uit komen te zien (in ): Jaar 2016 2017 2018 Aalten 384.700 626.000 739.700 856.900 Berkelland 431.100 683.500 816.100 951.700 Haaksbergen 131.100 213.000 257.800 299.400 Oost Gelre 403.600 639.500 753.000 855.000 Winterswijk 407.500 644.000 768.400 890.000 Totaal 1.758.000 2.806.000 3.335.000 3.853.000 Let op: het getoonde tekort is exclusief het eventuele effect van het beëindigen van de tijdelijke dienstverbanden (zie paragraaf 2.4 en de risicoparagraaf 4.4). 11

Meerjarenbegroting -2018 4. Verplichte Paragrafen 4.1 Weerstandsvermogen De gehanteerde definitie van het weerstandsvermogen is: de mate waarin Hameland in staat is middelen vrij te maken om bestand te zijn tegen ontstane tegenvallers van enige materiële omvang, zonder dat dit leidt tot het moeten herzien van ingezet beleid en de daaraan verbonden doelstellingen en afgeleide activiteiten. Dit komt feitelijk neer op de vrije reserves. Het weerstandsvermogen bedraagt per ultimo iets meer dan 2% van het balanstotaal ( 279.000). Een vrij aanwendbaar vermogen van deze omvang is te gering voor de omvang van de organisatie, echter door de gemeenten zijn garantiestellingen afgegeven voor de jaren en. Gelet op het in deze meerjarenbegroting gepresenteerde tekort zullen de gemeenten ook in de toekomst garant dienen te staan en zullen zij in hun weerstandsvermogen rekening dienen te houden met de deelname in Hameland. Ondanks het feit dat Hameland er in geslaagd is om de bedrijfskosten fors te reduceren ten opzichte van het verleden, zodat deze passen bij de bedrijfsopbrengsten, zal de afname van de sw-doelgroep een drukkend effect op het operationele resultaat hebben. Een afname van het aantal sw-medewerkers zal niet (direct) gepaard kunnen gaan met een afname van de bedrijfskosten omdat deze deels een vast karakter kennen. Door de inkrimping van de doelgroep zal het aantal niet-gesubsidieerde kaderleden verminderd moeten worden, een inkrimping die mogelijkerwijs zal leiden tot frictiekosten. De loonkosten Wsw liggen structureel hoger dan de ontvangen subsidie. Omdat in de periode - 2019 de subsidie een afbouw zal kennen van 26.000 naar 22.700 per SE loopt het subsidietekort in deze jaren dan ook verder op. Het tekort van de programmarekening wordt dan ook grotendeels veroorzaakt door het negatieve subsidieresultaat. Een voor Hameland heel belangrijk doch onduidelijk element betreft de invoering van de Participatiewet per 1 januari. Op dit moment hebben de deelnemende gemeenten nog niet beslist hoe de uitvoering van deze nieuwe wet vorm zal krijgen en welke rol hierin voor Hameland eventueel is weggelegd. Zodra hierover besluitvorming heeft plaatsgevonden zal de doelstelling van Hameland met betrekking tot de opbouw van het weerstandsvermogen mogelijk opnieuw moeten worden bezien en kunnen de risico s in kaart worden gebracht. 4.2 Financiering Financiering wordt enkel aangetrokken ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak. Financiering met vreemd vermogen wordt zoveel mogelijk beperkt door primair het eigen vermogen te gebruiken, teneinde het renteresultaat te optimaliseren. Belangrijk is duurzaam toegang tot de financiële markten te behouden tegen acceptabele condities. Ten aanzien van de financiële risico s staat beheersbaarheid voorop. De vermogens- en (rente)resultaten van de organisatie dienen te worden beschermd tegen ongewenste financiële risico s, zoals renterisico s, liquiditeitsrisico s en kredietrisico s. Het koers- en valutarisico is en blijft tot een minimum beperkt. Koersrisico s worden immers beperkt door uitzettingen in de vorm van rekening-courant en deposito s te laten plaatsvinden. Verder worden leningen uitsluitend verstrekt, aangegaan of gegarandeerd in euro s. Aan- en verkoop in buitenlandse valuta s worden in principe niet aangegaan. Voor de beheersbaarheid van het renterisico wordt gewerkt met de kasgeldlimiet en de renterisiconorm, zoals hierna weergegeven in tabelvorm. 12

Meerjarenbegroting -2018 Kasgeldlimiet Omschrijving 2016 2017 2018 Omvang begroting per 1 januari (grondslag) 50.704 48.947 46.781 44.555 1. Toegestane kasgeldlimiet in procenten van de grondslag 8,20% 8,20% 8,20% 8,20% in een bedrag 4.158 4.014 3.836 3.654 Renterisiconorm Omschrijving 2016 2017 2018 Basisgegevens 1a Renteherziening op vaste schuld o/g 0 0 0 0 1b Renteherziening op vaste schuld u/g 0 0 0 0 2 Netto herziening op vaste schuld 0 0 0 0 3a Nieuw aangetrokken vaste schuld 0 0 0 0 3b Nieuw verstrekte lange leningen 0 0 0 0 4 Netto nieuw aangetrokken vaste schuld 0 0 0 0 5 Betaalde aflossingen 777 427 427 200 6 Herfinanciering 0 0 0 0 7 Renterisico op vaste schuld 0 0 0 0 Renterisiconorm 8 Stand van de vaste schuld per 1 januari 2.719 1.942 1.515 1.088 9 Het bij Min. Regeling vastgesteld % 20% 20% 20% 20% 10 Renterisiconorm 544 388 303 218 Toets renterisiconorm 11 Ruimte (+) / overschrijding (-) 544 388 303 218 4.3 Verbonden partijen Er is sprake van een deelneming wanneer Hameland aandelen in een B.V. of N.V. heeft. Het aanhouden van aandelen is op zich een risicodragend financieel belang, waarmee stemrecht gemoeid is. Daarmee is er sprake van zowel een bestuurlijk als een financieel belang en dus een verbonden partij. In het kader van de wet FIDO mag Hameland alleen deelnemingen hebben vanwege het publieke belang en indien Hameland ook daadwerkelijk invloed wil kunnen uitoefenen. Het houden van een aandelenbelang als belegging - en dus zonder wenselijk bestuurlijk belang - is op grond van de wet FIDO niet toegestaan. Hameland kent ultimo het begrotingsjaar als gemeenschappelijke regeling zelf twee verbonden partijen: 1. Beheer Openbare ruimte Gelderland B.V. (BOG). Binnen BOG zijn per 1 januari 2010 de buitendienst activiteiten voor de gemeente Oost Gelre ondergebracht, die in onderaanneming worden uitgevoerd door de joint venture Hacron VOF. De vennootschap BOG is gevestigd in Lichtenvoorde en Hameland is enig aandeelhouder. Het eigen vermogen per ultimo boekjaar bedraagt afgerond 266.000. 2. Hameland Trading Company B.V. (HTC). HTC fungeert als houdstermaatschappij voor twee verbonden vennootschappen. Aan de ene kant is dit Hameland Hacron Garten- und Landschafstbau GmbH te Bocholt. Hierin vinden de groenvoorzieningactiviteiten in Duitsland 13

Meerjarenbegroting -2018 plaats die in onderaanneming aan Hacron VOF zijn uitbesteed. Aan de andere kant is dit Hameland Participaties B.V.. Onder deze vennootschap zijn in 2011 Hamel Participatie I B.V. en Hamel Participatie II B.V. opgericht om te fungeren als moedermaatschappij van de in 2011 opgerichte joint ventures, respectievelijk Hacron VOF en Vervoersbedrijf Oost Nederland VOF. Per 1 januari is Vervoersbedrijf Oost Nederland V.O.F. ontbonden. Ten slotte bevindt zich onder Hameland Participaties B.V. de vennootschap Hamel Participatie III B.V., zijnde de moedermaatschappij van Hameland Facilitair VOF. Het eigen vermogen van HTC per ultimo bedraagt afgerond 435.000. 4.4 Risicoparagraaf In de begroting zijn de volgende risico s te onderkennen: In de begroting is, op verzoek van de gemeenten, de nullijn aangehouden en er is derhalve niet geanticipeerd op de gevolgen van landelijke Cao ontwikkelingen en stijging van premies sociale verzekeringen (HTC, ambtelijk en Wsw-personeel). Met name voor wat betreft de Wsw-populatie kan het financiële effect op de begroting van Hameland groot zijn. Een stijging van de loonkosten Wsw met 1,5%, bijvoorbeeld door een afgesloten Cao, leidt tot een kostenstijging van 500.000. In de jaren en heeft er een aanzienlijke instroom in Wsw dienstverbanden plaatsgevonden, om optimaal invulling te kunnen geven aan de Wsw taakstellingen van de deelnemende gemeenten. Gezien de invoering van de Participatiewet zijn aan deze groep mensen tijdelijke arbeidsovereenkomsten aangeboden met een afloop uiterlijk ultimo. Er bestaat op dit moment nog geen duidelijkheid of deze dienstverbanden - in welke vorm dan ook - worden voortgezet. Het niet doorzetten heeft naast sociale effecten voor betrokken medewerkers ook zeker een nadelige effect voor de inleners waar deze medewerkers aan het werk zijn, dan wel voor de uitvoering van werkpakketten binnen Beschut werken. Het is evident dat in voorkomend geval van totale uitstroom van deze groep medewerkers met een tijdelijk dienstverband, dit zijn weerslag zal hebben op de begroting van Hameland. Uitstroom van deze groep sw-medewerkers (circa 130 personen) heeft o.a. de volgende mogelijke gevolgen voor de begroting : o Instroom van de sw-medewerkers binnen de cao Wsw geschiedt de eerste vijf jaar tegen het Wettelijk Minimum Loon. De loonkosten voor deze groep liggen in dan ook onder het subsidiebedrag wat voor hen wordt verkregen. Zij dragen daarmee bij aan een reductie van het negatieve subsidieresultaat, het positieve subsidieresultaat voor deze groep in bedraagt circa 287.000. o Medewerkers binnen de Wsw zijn loonvormend aan het werk, dan wel in een beschutte werkomgeving, dan wel in een detacheringsvorm bij reguliere werkgevers in de regio. Deze groep medewerkers zal naar verwachting in een totale opbrengst kunnen genereren van afgerond 556.000, indien de dienstverbanden voort worden gezet. o Uitstroom van deze groep SW-medewerkers zal gevolgen hebben voor de omvang van het kaderpersoneel, die inkrimping kan mogelijkerwijs gepaard gaan met additionele frictiekosten. In de huidige Wsw zijn bepalingen opgenomen omtrent de financiering van arbeidsplaatsen voor inwoners van andere gemeenten. Op dit moment bestaat er nog geen duidelijkheid hoe de financiering van deze arbeidsplaatsen zal plaatsvinden na invoering van de Participatiewet. Hameland loopt derhalve een mogelijk financieel risico voor circa 30 arbeidsplaatsen, tegen een subsidiebedrag van 25.340 (voor ) bedraagt dit risico afgerond 760.000. 14

Meerjarenbegroting -2018 De daling van het aantal sw-medewerkers zal leiden tot een daling in de kaderformatie niet-gesubsidieerd. Een daling die rekenkundig kan worden vastgesteld, maar in de praktijk afhankelijk zal zijn van de afname van het aantal sw-medewerkers binnen bepaalde werksoorten. Behalve dat krimp in niet-gesubsidieerde formatie gepaard zal gaan met eventuele afvloeiingskosten zal afname van de te bedienen doelgroep in de komende jaren ook kunnen leiden tot frictiekosten als (delen van) werkprocessen niet in afdoende mate kunnen worden ondersteund c.q. uitgevoerd. Het resultaat van de joint ventures van Hameland staat sterk onder druk. In deze begroting is voorzichtigheidshalve geen rekening gehouden met resultaat uit deelnemingen, behoudens de resultaten vanuit BOG. Indien de negatieve lijn van zich doorzet, is het mogelijk dat er een verlies uit deelneming zal optreden. Dit zou kunnen oplopen tot een verlies uit deelneming van enkele tonnen. 15

Bijlage I Financiële begroting -2018

Financiële begroting -2018 1. Programmabegroting Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Netto-omzet 13.569 14.089 13.122 Som der bedrijfsopbrengsten 13.569 14.089 13.122 Kosten van grond- en hulpstoffen 257 0 0 Overige directe kosten 7.221 7.247 6.662 Toegevoegde waarde 6.091 6.842 6.460 Overige bedrijfsopbrengsten 767 742 784 Bedrijfsopbrengsten 6.858 7.584 7.244 Salarissen Wwb 37 28 29 Salarissen niet-gesubsidieerd personeel 4.155 4.550 4.215 Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa 494 600 520 Overige bedrijfskosten 1.533 2.227 1.904 Som der bedrijfslasten 6.219 7.405 6.668 Aandeel in resultaat van ondernemingen waarin wordt 0 190 0 0 0 245 deelgenomen Saldo van financiële baten en lasten 83 0 116 81 Saldo van de algemene dekkingsmiddelen 0 107 116 0 0 164 Operationeel resultaat 746 63 740 Onvoorziene baten en lasten Incidentele baten en lasten 2.645 0 0 0 0 0 2.645 0 0 0 0 0 Wsw subsidie 36.341 36.414 34.737 Salarissen Wsw en begeleid werken 38.094 38.831 37.235 Subsidieresultaat Wsw 1.753 2.417 2.498 Bijdrage gemeenten in tekort 3.652 2.354 1.758 Bijdrage gemeenten in tekort 3.652 2.354 1.758 Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening voor bestemming 0 0 0 Toevoegingen aan reserves 0 0 0 Onttrekkingen aan reserves 0 0 0 Resultaat na bestemming 0 0 0 Totaal der lasten/baten 54.519 54.519 53.599 53.599 50.646 50.646 1

Financiële begroting -2018 MJB 2016 MJB 2017 MJB 2018 Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Netto-omzet 12.625 12.137 11.631 Som der bedrijfsopbrengsten 12.625 12.137 11.631 Kosten van grond- en hulpstoffen 0 0 0 Overige directe kosten 6.302 5.939 5.589 Toegevoegde waarde 6.323 6.198 6.042 Overige bedrijfsopbrengsten 786 787 789 Bedrijfsopbrengsten 7.109 6.985 6.831 Salarissen Wwb 29 29 29 Salarissen niet-gesubsidieerd personeel 4.037 3.862 3.674 Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa 517 448 397 Overige bedrijfskosten 1.898 1.894 1.888 Som der bedrijfslasten 6.481 6.233 5.988 Aandeel in resultaat van ondernemingen waarin wordt 0 245 0 245 0 245 deelgenomen Saldo van financiële baten en lasten 53 36 32 Saldo van de algemene dekkingsmiddelen 0 192 0 209 0 213 Operationeel resultaat 820 961 1.056 Onvoorziene baten en lasten Incidentele baten en lasten 382 0 374 0 405 0 382 0 374 0 405 0 Wsw subsidie 32.430 30.225 27.988 Salarissen Wsw en begeleid werken 35.674 34.147 32.492 Subsidieresultaat Wsw 3.244 3.922 4.5024 Bijdrage gemeenten in tekort 2.806 3.335 3.853 Bijdrage gemeenten in tekort 2.806 3.335 3.853 Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening voor bestemming 0 0 0 Toevoegingen aan reserves 0 0 0 Onttrekkingen aan reserves 0 0 0 Resultaat na bestemming 0 0 0 Totaal der lasten/baten 48.892 48.892 46.729 46.729 44.506 44.506 2

Financiële begroting -2018 1.1 Toelichting op de programmabegroting Toegevoegde waarde Toegevoegde waarde 6.091 6.842 6.460 De toegevoegde waarde is als volgt samengesteld: Arbeidsontwikkeling Bedrijfsopbrengsten 13.569 14.089 13.122 Kosten grond- en hulpstoffen en overige directe kosten 7.478 7.247 6.662 Toegevoegde waarde 6.091 6.842 6.460 Overige bedrijfsopbrengsten Huuropbrengsten 608 641 625 Dienstverlening t.b.v. derden 159 101 159 Totaal 767 742 784 De huuropbrengsten betreffen de verhuur van (gedeeltes) van bedrijfspanden. Lonen, salarissen en sociale lasten Wsw-personeel Loonkosten Wsw-werknemers 29.189 29.519 28.382 Sociale lasten 4.457 4.849 4.799 Pensioenpremies 3.063 3.149 2.919 Vervoerskosten Wsw 963 697 740 Scholingskosten 23 118 21 Totaal 37.695 38.332 36.861 Loonkostensubsidies begeleid werken Loonkosten Wsw-werknemers 399 499 374 Totaal 399 499 374 3

Financiële begroting -2018 Lonen, salarissen en sociale lasten Wwb-personeel Loonkosten Wwb-werknemers 32 23 24 Sociale lasten 4 4 4 Pensioenpremies 1 1 1 Vervoerskosten 0 0 0 Scholingskosten 0 0 0 Totaal 37 28 29 Salarissen niet-gesubsidieerd personeel Salarissen niet-gesubsidieerde medewerkers 3.231 3.482 3.250 Sociale lasten 435 498 505 Pensioenpremies 432 460 416 Scholingskosten 57 111 44 Totaal 4.155 4.550 4.215 Afschrijvingen Afschrijvingen op immateriële vaste activa 0 0 0 Afschrijvingen op materiële vaste activa met een economisch nut 494 600 520 Totaal 494 600 520 Overige bedrijfskosten Overige personeelskosten 408 859 703 Huurkosten 71 86 120 Onderhoudskosten 285 270 250 Energie en brandstoffen 67 168 196 Verzekeringen en belastingen 120 127 132 Kosten dienstverlening derden 105 118 138 Verkoop en commerciële kosten 15 71 78 Magazijn- en expeditiekosten 4 8 7 Indirecte productiekosten 42 55 44 Diverse overige bedrijfslasten 416 466 236 Totaal 1.533 2.227 1.904 4

Financiële begroting -2018 Wsw subsidie Omvang rijksvergoeding Wsw 36.341 36.414 34.737 Totaal 36.341 36.414 34.737 Gemeentelijke bijdrage Gemeentelijke bijdrage 1.048 0 0 Bijdrage gemeenten in tekort 2.604 2.354 1.758 Totaal 3.652 2.354 1.758 Incidentele baten/lasten Reorganisatiekosten -2.645 0 0 Bijdrage detachering niet-gesubsidieerd Hacron 1.766 1.781 0 Kosten inzet detachering nietgesubsidieerd Hacron -1.766-1.781 0 Diversen 0 0 0 Saldo -2.645 0 0 Algemene dekkingsmiddelen Aandeel in resultaat uit deelnemingen 190 0 245 Financiële baten 63 62 58 Financiële lasten 146 178 139 Saldo financieringsruimte -83-116 -81 Saldo algemene dekkingsmiddelen 107-116 164 5

Financiële begroting -2018 Mutaties in reserves Resultaat voor bestemming 0 0 0 Dotatie algemene reserve 0 0 0 Totaal dotaties 0 0 0 Onttrekking algemene reserve 0 0 0 Totaal onttrekkingen 0 0 0 Resultaat na bestemmingen 0 0 0 1.2 Uiteenzetting van de financiële positie Investeringen Materiële vaste activa Een overzicht van de investeringen in materiële vaste activa is onderstaand opgenomen. Het betreffen uitsluitend activa met een economisch nut. Gronden en terreinen Bedrijfsgebouwen Vervoermiddelen Machines, apparaten en installaties Overige materiële vaste activa Totaal Boekwaarde per 1 januari 989 3.269 156 1.441 346 6.201 Aanschaffingen 0 0 0 25 105 130 989 3.269 156 1.466 451 6.331 Desinvesteringen 0 0 0 0 0 0 Afschrijvingen -19-148 -34-173 -146-520 Boekwaarde per 31 december 970 3.121 122 1.293 305 5.811 Afschrijvingspercentages 2,5% 2,5% 20,0% 10,0% 10,0% Financiering Vaste schulden Saldo per 01-01- Nieuwe leningen Aflossing en Saldo per 31-12- Rente begrotings - jaar Bank Nederlandse Gemeenten 871 0 109 762 31 Bank Nederlandse Gemeenten 817 0 91 726 40 Ned. Waterschapsbank 681 0 227 454 22 Bank Nederlandse Gemeenten 350 0 350 0 11 Totaal 2.719 0 777 1.942 104 6

Financiële begroting -2018 Reserves en voorzieningen Algemene reserve Saldo per 1 januari, na bestemming resultaat vorig begrotingsjaar 279 279 Mutaties in reseves 0 0 Resultaat begrotingsjaar 0 0 Saldo per 31 december 279 279 7