PREADVIES VAN DE VEREENIGING 'HANDELSRECHT' 2000 Het eigen gezicht van het handelsrecht Mr R.Q.J. Klomp Prof. mr M.M. Mendel Prof. mr C.E. du Perron Mr A.C. van Schaick W.E.J. Tjeenk Willink - 2000
INHOUDSOPGAVE HETEIGEN GEZICHT VAN HET HANDELSRECHT Geschiedenis, bij wijze van inleiding MrR.Q.J. Klomp 1. Inleiding 2. Wat werd en wordt onder handelsrecht verstaan? 4 2.1 Middeleeuwse oorsprong 4 2.2 Een apart handelswetboek in Nederland? 5 2.3 De totstandkoming van het Wetboek van Koophandel 11 2.4 Eigen handelsrechtbanken? 19 2.5 Tussenconclusie 23 3. Het eigen gezicht van het handelsrecht in de negentiende-eeuwse literatuur 25 3.1 Enkele schrijvers 25 3.2 Tussenconclusie 36 3.3 Het preadvies van Molengraaff: Schaf de wettelijke verschillen af 37 4. Vermaatschappelijking van het handelsrecht in de negentiende eeuw? 48 4.1 Wat wordt onder vermaatschappelijking verstaan? 49 4.2 De criteria toegepast op het handelrecht aan het einde van de negentiende eeuw 51 4.3 De conclusies van Heyman en Valkhoff 57 4.4 Tussenconclusie 59 V
5. Het eigen gezicht van het handelsrecht in de twinstigste eeuw 5.1 DeWetvan2juli 1934 61 5.2 Tussenconclusie 65 5.3 Moderne literatuur 66 5.4 Tussenconclusie 75 6. Wat dacht men in 1899 over de toekomst van het handelsrecht? 77 7. Conclusie 80 VI
HET EIGEN GEZICHT VAN HET HANDELSRECHT De ondernemer, de consument en hun overeenkomsten Mr A.C. van Schaick 1. Inleiding 85 2. De relativiteit van de scheiding van handelsrecht en burgerlijk recht 87 3. Vercommercialisering van het burgerlijk recht 3a. Startpunt: de Franse Code civil en de Code de commerce 89 3b. Maatschappelijke veranderingen en het Duitse ADHGB 93 3c. Begunstiging van het goederenverkeer 98 3d. De situatie in Nederland 100 3e. Evaluatie 106 3f. Unificatiestreven 108 4. Divergente van burgerlijk recht en handelsrecht sinds 1950 4a. Relativering van het belang van de goederenomloop 109 4b. Relativering van het belang van de goederenomloop in Nederland 111 4c. Evaluatie 118 5. De relativiteit van de scheiding van handelsrecht en burgerlijk recht 5a. Het unificatiestreven doorkruist 119 5b. De noodzaak tot differentiatie 124 5c. Conclusie 128 VII
5. Het eigen gezicht van het handelsrecht in de twinstigste eeuw 5.1 DeWetvan2juli 1934 61 5.2 Tussenconclusie 65 5.3 Moderne literatuur 66 5.4 Tussenconclusie 75 6. Wat dacht men in 1899 over de toekomst van het handelsrecht? 77 7. Conclusie 80 VI
HET EIGEN GEZICHT VAN HET HANDELSRECHT De ondernemer, de consument en hun overeenkomsten Mr A.C. van Schaick 1. Inleiding 85 2. De relativiteit van de scheiding van handelsrecht en burgerlijk recht 87 3. Vercommercialisering van het burgerlijk recht 3a. Startpunt: de Franse Code civil en de Code de commerce 89 3b. Maatschappelijke veranderingen en het Duitse ADHGB 93 3c. Begunstiging van het goederenverkeer 98 3d. De situatie in Nederland 100 3e. Evaluatie 106 3f. Unificatiestreven 108 4. Divergente van burgerlijk recht en handelsrecht sinds 1950 4a. Relativering van het belang van de goederenomloop 109 4b. Relativering van het belang van de goederenomloop in Nederland 111 4c. Evaluatie 118 5. De relativiteit van de scheiding van handelsrecht en burgerlijk recht 5a. Het unificatiestreven doorkruist 119 5b. De noodzaak tot differentiatie 124 5c. Conclusie 128 VII
HET EIGEN GEZICHT VAN HET HANDELSRECHT Welke rol spelen in het handelsrecht de redelijkheid en billijkheid - met name in hun beperkende werking - in rechtsverhoudingen tussen ondernemers en wat behoort die rol te zijn? Prof. mr M.M. Mendel 1. Algemene opmerkingen 1.1 Probleemstelling 131 1.2 Begrenzing van het terrein 134 1.3 Terminologie: goede zeden en openbare orde, redelijkheid en billijkheid, misbruik van bevoegdheid, misbruik van recht 134 1.4 Redelijkheid en billijkheid nader beschouwd 137 1.5 Rechtszekerheid en redelijkheid en billijkheid 140 1.6 Rechtsverwerking 143 1.7 Algemene voorwaarden 144 A. WELKE ROL SPELEN IN HET HANDELSRECHT DE REDELIJKHEID EN BILLIJKHEID - MET NAME IN HUN BEPERKENDE WERKING - IN RECHTSVERHOUDINGEN TUSSEN ONDERNEMERS? 2. Buitenlands recht en internationale regelingen 2.1 Belgisch recht 148 2.2 Frans recht 150 2.3 Duits recht 152 2.4 Engels recht 156 2.5 Amerikaans recht 160 2.6 Unidroit Principles of International Commerciai Contracts 162 2.7 Andere Unidroit regelingen 169 2.8 Uncitral-regelingen 170 2.9 The ICC Agency Model Contract 172 Vili
3. Nederlands handelsrecht 3.1 Inleiding 173 3.2 Vennootschaps-en ondernemingsrecht 174 3.3 Vervoerrecht 189 3.4 Verzekeringsrecht 198 3.5 Industriele en intellectuele eigendom 205 3.6 Waardepapieren en documentaire kredieten 221 B. WAT BEHOORT IN HET HANDELSRECHT IN RECHTSVERHOUDINGEN TUSSEN ONDERNEMERS DE ROL TE ZIJN VAN DE REDELIJKHEID EN BILLIJKHEID, MET NAME IN HUN BEPERKENDE WERKING? 4.1 Inleiding 226 4.2 De Principles of European Contract Law 228 4.3 De opvatting van Tjittes 229 4.4 Conclusie 232 C. CONCLUSIES 233 IX
HET EIGEN GEZICHT VAN HET HANDELSRECHT Samenhangende rechtsverhoudingen in het handelsrecht Prof. mr C.E. du Perron 1. Inleiding 241 2. Wanneer bestaat er samenhang? 2.1 Inleiding 243 2.2 De Franse leer van de groepen van contracten 244 2.3 Netzvertrage 247 2.4 Vranken 248 2.5 De met het samenhangcriterium verbonden problemen 248 3. Rechtsgevolgen van samenhang in ketens waarbij een prestatie wordt uitbesteed 3.1 Inleiding 257 3.2 Onrechtmatigheid in uitbestedingsketens 258 3.3 Doorwerking in uitbestedingsketens 259 4. Tot slot een voorbeeld van andere gevolgen van eenheid: franchise 272 X