Nieuwegein \ vv & Aw^m x- Gemeentera; O f! L, " * ' i 'f - ï i Onderwerp Vorming regionaal bureau Leerplicht RMC Utrecht Zuid Datum 12 december 2012 Raadsvoorstel Afdeling Strategie Maatschappelijke Ontwikkeling portefeuillehouder H.J. van den Berg, MA 1 Onderwerp Vorming regionaal bureau Leerplicht RMC Utrecht Zuid Gevraagd besluit 1. Kennis te nemen van de rapportage' Haalbaarheid Regionalisering leerplicht en RMC subregio Utrecht Zuid'van KBA Nijmegen met bijlagen (bijgevoegd). 2. In te stemmen het ambtelijk advies (bijgevoegd) om per 1 augustus 2014 een regionaal bureau Leerplicht RMC Utrecht Zuid te vormen van de gemeenten Vianen, Lopik, IJsselstein en Nieuwegein. 3. Het college van B&W de opdracht te geven om een businesscase op te laten stellen waarin onder andere de financiële en personele consequenties van een regionaal bureau Leerplicht RMC van de gemeenten Vianen, Lopik, IJsselstein en Nieuwegein in kaart worden gebracht. 4. Het onderbrengen van de uitvoering leerlingenvervoer in het regionaal bureau mee te laten nemen in de businesscase. 3 Aanleiding en probleembeschrijving Gemeenten en scholen hebben van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) de opdracht gekregen te zorgen voor een sluitend systeem voor jongeren van school, werk en zorg om het aantal voortijdig schoolverlaters (VSV-ers) fors terug te dringen. Het streven is dat jongeren tot 23 jaar een startkwalificatie behalen om zo beter toegerust te zijn voor hun toekomst. Om dit doel te realiseren is een intensieve samenwerking tussen gemeenten onderling en tussen gemeenten en scholen noodzakelijk. Meerdere ontwikkelingen, zoals de invoering van de kwalificatieplicht en het IB-verzuimloket, hebben de afgelopen jaren de regionale samenwerking geïntensiveerd. Omdat de daling van het aantal VSV-ers in de subregio Utrecht Zuid achterblijft, is eind 2011 een onderzoek gestart naar de wenselijk- en haalbaarheid van regionalisering van de leerplicht en RMC. De uitkomsten van dit onderzoek zijn bekend (bijgevoegd) en hebben als input gediend voor een gezamenlijk ambtelijk advies van de vijf gemeenten (bijgevoegd).
Bladnummer 2/> Raadsvoorstel 12 december 2012 4 Gewenst maatschappelijk effect Het doel van een regionaal bureau leerplicht RMC van de gemeenten Vianen, Mieuwegein, IJsselstein en Lopik is om het aantal voorti; Jig schoolverlaters in de subregio Utrecht Zuid verder terug te dringen. Wanneer jongeren een startkwalificatie behalen zijn ze beter toegerust voor hun toekomst. 5 Bestaand beleidskader Leerplichtwet met als onderdeel de kwalificatieplicht Mie kinderen en jongeren die in Nederland wonen, zijn vanaf hun vijfde jaar leerplichtig: ze moeten dan verplicht naar school. Ze zijn volledig leerplichtig tot en met het schooljaar waarin ze 16 jaar worden. Jongeren die 16 jaar geworden zijn en nog geen kwalificatieplicht hebben, zijn kwalificatieplichtig tot hun 18 e jaar. Taken en bevoegdheden gemeente Als college van B&W hebben wij de taak toezicht te houden op de naleving van de leerplichtwet voor ouders en leerlingen en de aanvullende kwalificatieplicht. Deze taak hebben wij gemandateerd aan de leerplichtambtenaren. Op het gebied van de leerplicht en kwalificatieplicht heeft u als gemeenteraad een financiële taak. Elke gemeente moet tenminste 1 leerplichtambtenaar in dienst hebben. Wj leving Regionale v I- en Coördinatiefunctie (RMC) Jongeren tussen de 18 en 23 jaar zonder startkwalificatie vallen onder de RMCwetgeving. Dit houdt in, dat vanuit de RMC functie jongeren via een passend traject (opleiding, werk of een combinatie daarvan) alsnog gestimuleerd worden een startkwalificatie te behalen. RMC trajectbegeleiding is subregionaal georganiseerd. De RMC regio Utrecht, bestaat uit 4 subregio's, waarvan subregio Utrecht Zuid er een is. Tot de subregio Utrecht Zuid behoren de gemeenten Nieuwegein, Houten, IJsselstein, Vianen en Lopik. De gemeente Utrecht is centrumgemeente voor de RMC regio Utrecht en ontvangt van het Rijk middelen voor de uitvoering van de RMC-functie. Deze middelen worden verdeeld over de subregio's. Gemeente Nieuwegein is centrumgemeente van de subregio Utrecht Zuid en vertegenwoordigt de vijf gemeenten in bestuurlijk en ambtelijk overleg in de regio Utrecht. Dit na afstemming in bestuurlijk en ambtelijk overleg met de vijf gemeenten in de subregio.
Bladnummer 3/7 2013-019 Raadsvoorstel 12 december 2012 De notitie ' Kader op afstand zetten taken' van januari 2008 Deze notitie schetst het kader voor het op afstand zetten van de gemeentelijke taken. Deze notitie is dus ook het beleidskader voor de vorming van een regionaal bureau Leerplicht RMC Utrecht Zuid. In een nog op te stellen businesscase voor het regionaal bureau leerplicht RMC, worden de financiële, juridische en personele gevolgen van het bureau duidelijk. Zodra deze bekend zijn, kan getoetst worden of de vorming van een regionaal bureau voldoet aan hetgeen door u als kader is gesteld. De uitkomst van deze toets zal samen met het advies van de ondernemingsraad onderdeel zijn van het college- en raadsvoorstel om tot daadwerkelijke realisatie van het regionaal bureau leerplicht RMC Utrecht Zuid te komen. 6 Voorgestelde oplossing Op 23 november 2012 hebben de portefeuillehouders van de subregio Utrecht Zuid ingestemd met bijgevoegd ambtelijk advies van de vijf gemeenten dat gebaseerd is op de uitkomsten van het onderzoek en de aanbevelingen van Kenniscentrum Beroepsonderwijs Arbeidsmarkt Nijmegen (KBA). Op basis van het ambtelijk advies stellen wij voor: Voor de gemeenten Vianen, Lopik, IJsselstein en Nieuwegein een gezamenlijk bureau Leerplicht RMC in de subregio Utrecht Zuid te realiseren per 1 augustus 2014 en het college van B&W de opdracht te geven een businesscase te laten opstellen. Overwegingen KBA concludeert in haar onderzoek dat een regionaal bureau leerplicht RMC de beste voorwaarden voor succes biedt om voortijdig schoolverlaten terug te dringen. Deze conclusie wordt ondersteund door de gemeenten Vianen, Nieuwegein, Lopik en IJsselstein. De gemeente Houten is tot een ander standpunt gekomen. Hieronder een beschrijving van de belangrijkste overwegingen van de vijf gemeenten. Voordelen De gemeenten Vianen, Nieuwegein, IJsselstein en Lopik zien overwegend voordelen van een regionaal bureau Leerplicht RMC. Dit geldt ook voor de RMC. Hieronder een opsomming van de belangrijkste argumenten: > > > > Oorzaken en oplossingen voor schooluitval overstijgen gemeentegrenzen Scholen hebben locaties in meerdere gemeenten, jongeren gaan buiten hun woongemeenten naar school en veel zorg is regionaal georganiseerd. De leerplichtuitvoering is (vooral in kleine gemeenten) minder kwetsbaar Leerplichtambtenaren vervangen elkaar, wat de flexibele inzet verhoogt en continuïteit biedt in de leerplichtuitvoering. Schooluitval in het MBO kan beter worden aangepakt De meeste schooluitval vindt plaats op het MBO. MBO's hebben een regionale functie en dus is een gezamenlijk georganiseerde aanpak van uitval noodzakelijk. Het onderwijs wordt beter bediend Een regionaal bureau Leerplicht RMC betekent meer eenheid in dienstverlening^ één beleid, één protocol, één administratie, één aanspreekpunt.
Bladnummer 4/7 Raadsvoorstel 12 december 2012 > De regionale VSV opdracht kan beter worden uitgevoerd Het voeren van één administratie en samenwerking in de uitvoering betekent dat gemeenten en scholen samen sneller jongeren in beeld hebben die zijn uitgevallen of dreigen uit te vallen en dus ook sneller terug kunnen leiden naar een opleiding. Riscio's en aandachtspunten Naast bovenstaande voordelen van een regionaal bureau Leerplicht RMC zijn er ook aandachtspunten/ risico's. Enkele belangrijke aandachtspunten zijn: > Borgen lokale aanwezigheid/ nabijheid Voor een succesvolle aanpak van schooluitval, moeten scholen en leerplicht/ RMC nauw samenwerken en op elkaar kunnen rekenen. Omdat het Primair Onderwijs vooral lokaal gesitueerd is, is dit een belangrijk aandachtspunt bij de uitwerking. > Borging lokale binding gemeente Hiermee wordt de lokale binding van leerplicht bedoelt als het gaat om participatie in lokale (zorg)netwerken, maar ook bij lokale beleidsontwikkeling. Overwegingen Nieuweqein De gemeente Nieuwegein is in de subregio de grootste gemeente. Het argument van kwetsbaarheid speelt daardoor in mindere mate een rol bij de overweging. In Nieuwegein wordt de meerwaarde vooral gezien in de volgende punten: > De regionale VSV opdracht kan beter worden uitgevoerd > Het onderwijs wordt beter bediend > Schooluitval in het MBO kan beter worden aangepakt > Professionalisering medewerkers en verbetering kwaliteit uitvoering Overwegingen gemeente Houten Zoals uit bijgevoegd ambtelijk advies blijkt, kiest de gemeente Houten niet voor een regionaal bureau Leerplicht RMC in de subregio Utrecht. Veel van de PO- en VO leerlingen van de gemeente Houten kiezen voor een school binnen de eigen gemeentegrenzen of buiten de regio Lekstroom. Daarom ziet Houten geen meerwaarde in het volledig onderbrengen van de leerplichtfunctie in een regionaal bureau. Omdat de uitval onder Houtense leerlingen ook het grootst is in het MBO, gaat de voorkeur uit naar een intensieve samenwerking van de gemeente Houten met het regionaal bureau Leerplicht RMC van de overige gemeenten voor de aanpak van schooluitval in het MBO. 7 Alternatieven Het alternatief is om niet in te stemmen met de vorming van een regionaal bureau Leerplicht RMC in de subregio Utrecht van de gemeenten Vianen, Lopik, Dsselstein en Nieuwegein. Dit stellen wij niet voor, aangezien een verdere daling van het aantal voortijdig schoolverlaters in de subregio vraagt om een verdergaande vorm van regionale samenwerking. Een regionaal bureau Leerplicht RMC is op basis van het haalbaarheidsonderzoek van KBA de beste optie.
Bladnummer 5/7 Raadsvoorstel 12 december 2012 8 Financiële aspecten De financiële investeringen voor het vormen van een regionaal bureau Leerplicht RMC van de gemeenten Vianen, Lopik, Dsselstein en Nieuwegein, zijn onder te verdelen in korte en lange termijn investeringen. Op de korte termijn is het laten opstellen van een businesscase voor het regionaal bureau een kostenpost, op de lange termijn zijn er implementatiekosten. Omdat de aanbesteding voor het opstellen van een businesscase start na besluitvorming op dit punt, zijn de exacte kosten hiervan nog niet bekend. Verwacht wordt echter dat de kosten niet hoger zullen zijn dan 35.000. Deze kosten kunnen dan gedekt worden met het budget dat op de RMC begroting van de subregio Utrecht Zuid 2013/2014 bestemd is voor de vorming van een regionaal bureau Leerplicht RMC in de subregio Utrecht Zuid ( 35.000). Voor een inschatting van de implementatiekosten en een concreet voorstel voor bekostiging, is het nog te vroeg. De hoogte van deze kosten hangt namelijk af van de rechtsvorm die gekozen wordt, maar bijvoorbeeld ook van de uiteindelijk locatie van het bureau etc. Vooruitlopend op de hoogte van de implementatiekosten wordt nagegaan of vanuit de VSV-convenantsmiddelen bijgedragen kan worden aan de implementatie. Zowel de RMC-middelen als de VSV-convenantsmiddelen zijn gelden die de subregio Utrecht Zuid, via de gemeente Utrecht, van het Rijk ontvangt voor het terugdringen van het aantal voortijdig schoolverlaters. Tot slot geldt, dat bij de vorming van een regionaal bureau leerplicht RMC gestreefd wordt naar budgetneutraliteit: geen structurele meerkosten ten opzichte van de huidige situatie. 9 Communicatie aspecten Totstandkoming advies In elke gemeente zijn de leerplichtambtenaren, de afdelingshoofden en de betrokken portefeuillehouders en/ of de directie over de uitkomsten van het onderzoek geïnformeerd en door de beleidsadviseur VSV om input gevraagd voor een standpunt per gemeente. Ook vanuit RMC is een standpunt geformuleerd. Deze standpunten zijn vervolgens verwerkt in een gezamenlijk advies van de vijf gemeenten en RMC zoals bijgevoegd. Op 23 november 2012 hebben de portefeuillehouders van de vijf gemeenten het advies vastgesteld en is besloten het besluitvormingstraject te starten. Vervolgproces Wanneer u instemt met de vorming van een regionaal bureau Leerplicht RMC van de gemeenten Vianen, Lopik, Dsselstein en Nieuwegein, is de volgende stap een businesscase te laten maken voor het regionaal bureau Leerplicht RMC. Ook elke gemeente afzonderlijk stelt een businesscase op.
adnummer 6/7 Raadsvoorstel 12 december 2012 Wanneer de businesscase met daarin ook de financiële doorrekening van het regionaal bureau Leerplicht RMC gereed is en de ondernemingsraad om advies is gevraagd, vragen wij u in te stemmen met de realisatie van het regionaal bureau Leerplicht RMC en de implementatie te starten. Het streven is om het bureau op 1 augustus 2014 operationeel te laten zijn. Deze datum is gekozen, omdat het een gunstig moment is in verband met het ingaan van een nieuw schooljaar. Na de realisatie van het regionaal bureau Leerplicht RMC Utrecht Zuid, zullen het regionaal bureau en de gemeente Houten de samenwerking vormgeven voor het terugdringen van schooluitval in het MBO. 10 Juridische aspecten Zoals aangegeven bij het huidig beleidskader is het toezicht op de naleving van de leerplichtwet (waaronder ook de kwalificatieplicht) een wettelijke taak van het college van B&W. In een op te stellen businesscase voor het regionaal bureau Leerplicht RMC moet duidelijk worden in welke rechtsvorm het regionaal bureau gegoten gaat worden en wat o.a. de personele gevolgen zullen zijn. Wanneer dit bekend is, kan getoetst worden of het bureau past binnen het kader dat beschreven is in de notitie ' Kader op afstand zetten taken' van januari 2008. De uitkomst van deze toets zal onderdeel zijn van het college- en raadsvoorstel om tot daadwerkelijke realisatie van het regionaal bureau leerplicht RMC Utrecht Zuid te komen. In de notitie ' Kader op afstand zetten taken' staat ook de rol van de ondernemingsraad in het proces beschreven. Ook voor het advies van de ondernemingsraad geldt, dat deze onderdeel zal zijn van het college- en raadsvoorstel om tot daadwerkelijke realisatie van het regionaal bureau leerplicht RMC Utrecht Zuid te komen. De ondernemingsraad zal namelijk ook pas wanneer de businesscase gereed is, gevraagd worden een advies uit te brengen. 11 Risico's Zie 6. 12 Bijlagen - Eindrapportage KBA Regionalisering Leerplicht RMC Subregio Utrecht Zuid met bijlagen. - Ambtelijk advies gemeente Nieuwegein, Vianen, Lopik, IJsselstein en Houten.
Bladnummer 7/7 Raadsvoorstel 12 december 2012 2 013-01 burgemeester en wethouders, drs. P.C.M, van Elteren secretaris F.T.J.M. Backhuijs burgemeester
Nieuwegein 9 n i l ü13-01 Raadsbesluit De raad van de gemeente Nieuwegein; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 18 december 2012; gelet op de leerplichtwet, RCM wetgeving en de Algemene wet Bestuursrecht; besluit: 1. Kennis te nemen van de rapportage' Haalbaarheid Regionalisering leerplicht en RMC subregio Utrecht Zuid' van KBA Nijmegen met bijlagen (bijgevoegd). 2. In te stemmen het ambtelijk advies (bijgevoegd) om per 1 augustus 2014 een regionaal bureau Leerplicht RMC Utrecht Zuid te vormen van de gemeenten Vianen, Lopik, IJsselstein en Nieuwegein. 3. Het college van B&W de opdracht te geven om een businesscase op te laten stellen waarin onder andere de financiële en personele consequenties van een regionaal bureau Leerplicht RMC van de gemeenten Vianen, Lopik, IJsselstein en Nieuwegein in kaart worden gebracht. 4. Het onderbrengen van de uitvoering leerlingenvervoer in het regionaal bureau mee te laten nemen in de businesscase. Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 27 februari 2013. de griffier, de voorzitter,
2 013-01* gemeente Hoi ;Üjj,. «,.1» /JjgJ ^ schoo K"" /^J ^/jsse/steingemeentevianen ^ Wam Regionale Meld- en Coördinatiefunctie Voortijdig Schoolverlaten Geachte portefeuillehouders, Eind 2011 is besloten om een onderzoek uit te voeren naar de haalbaarheid van regionalisering leerpli ht. Er zijn vier scenario's uitgewerkt die uiteenlopen van afstemmen tot samenvoegen van leerplicht. Het strategisch beleidsoverleg (SBO) van de vijf gemeenten uit de subregio Utrecht Zuid hebben deze scenario's binnen de verschillende gemeenten besproken en brengen op basis hiervan een gezamenlijk advies uit naar de portefeuillehouders over regionalisering en de vorm van deze regionalisering. Aanleiding van het onderzoek Vanuit OCW is een intensieve samenwerking tussen gemeenten en scholen op het gebied van de VSV-aanpak steeds meer gestimuleerd. Een VSV-convenant is afgesloten en een verzuimloket ingevoerd. Deze ontwikkelingen en de achterblijvende daling van het aantal nieuwe VSV'ers in Utrecht-Zuid hebben geleid tot de vraag of de huidige, vooral lokale, organisatie van leerplicht in combinatie met de RMC-functie maximaal bijdraagt aan onze regionale VSV-opdracht, (het zorgen voor een sluitend systeem voor jongeren van school, werk en zorg) met als uiteindelijk doel het verminderen van het aantal voortijdig schoolverlaters. Kenniscentrum Beroepsonderwijs Arbeidsmarkt (KBA) heeft de opdracht gekregen dit te onderzoeken. Er is gekeken naar de huidige situatie met betrer g tot leerplicht/rmc en naar de haalbaarheid van regionalisering van leerplicht RMC. Gezien het feit dat veel jongeren uit de subregio Utrecht-Zuid een mbo-opleidi g bij een van de grote mboinstellingen gevestigd in de gemeente Utrecht volgen, is de gemeente Utrecht ook opgenomen in het onderzoek. Het onderzoek richt zich daarom op de vijf gemeenten in de subregio Utrecht-Zuid, plus de gemeente Utrecht. Onderzoek KBA De vraag over nauwere regionale samenwerking is in twee fases onderzocht. Allereerst heeft KBA gekeken naar de mogelijke opbrengsten van nauwere samenwerking tussen leerplicht en RMC voor individuele gemeenten, de subregio en de RMC regio Utrecht als geheel, kijkend naar zowel het beoogde maatschappelijke effect als de kosten. Dit is gebeurd op basis van een quick scan door met vertegenwoordigers van het onderwijs, RMC, leerplichtambtenaren, beleidsambtenaren, afdelingshoofden en wethouders van iedere gemeente te spreken. Vervolgens zijn er vier scenario's voor een nauwere regionale samenwerking op het gebied van leerplicht en RMC uitgewerkt en tegen elkaar afgewogen. Het betreft de volgende scenario's: 1. Gezamenlijk bureau leerplicht/ RMC Utrecht-Zuid (samenvoegen), (5-23 jaar) 2. Mbo-team met Utrecht, overige taken per gemeente (16-23 jaar) 3. Mbo-team zonder Utrecht, overige taken per gemeente (16-23 jaar) 4. Leerplicht blijft bij de afzonderlijke gemeenten (afstemmen) Bij ieder scenario is gekeken naar: organisatie en werkwijze; organisatie en personeel; bestuur en beleid; huisvesting en faciliteiten; samenwerking; en kosten. De kaders voor de scenario ; zijn getoetst aan de uitgangspunten: kwaliteitsverbetering, gezamenlijk optrekken, behoud van lokale sterke punten en huidig budget is uitgangspunt. Op basis van het onderzoek concludeert KBA dat alleen scenario 1 en 4 uitvoerbaar zijn. De beide scenario's met alleen een MBO-team leiden tot problemen in de leerplicht formatie voor primair en voortgezet onderwijs bij een aantal gemeenten. Scenario 1 biedt de beste voorwaarden voor succes. De leerplichtfunctie is bij samenvoeging het minst kwetsbaar en problematiek bij het MBO kan het best worden aangepakt. Immers de leerlir jen van het MBO komen uit verschillende gemeenten.
Gezamenlijke inzet is hierbij noodzakelijk. Aandachtspunten bij scenario 1 zijn de betrokkenheid en zeggenschap van de afzonderlijke gemeenten over de leerplichtuitvoering. Voor het opzetten van een regionaal bureau leerplicht zullen eenms ige kosten worden gemaakt, echter verwacht wordt dat de structurele kosten neutraal zullen zijn. D in tegenstelling tot de andere drie scenario's. Schema - Afwegingskader scenario's aan de hand van de uitgangspunten Scenario 2 Scenario 1 Scenario 3 30-team er Utrecht Scenario 4 Gezamenlijk Bureau Lee plicht MBO-team met L cht Lee gemei ten eitsverbetering Knelpunt kwetsbaarheid Knelpunt mbo Knelpunt versnippering Km )unt kwi Aansluiting I rplicht / RMC Posi Nega legatief atief Gezamenlijkheid gemeenten Tus sen de vijf gemeenten Met gemeente UI cht Positii Behoud lokale sterke punten Lokale aanwezigheid Sarr erking beleid / leerplicht Neutraa Kostenneutraal Structurele kosten Eenmalig kosten Nei Net. tief Totstandkoming ambtelijk advies De beleidsadviseurs van de vijf gemeenten hebben de uitkomsten van het onderzoeksrapport van KBA binnen de eigen organisatie besproken. Aan de hand van een door het strategisch beleidsoverleg (SI O) vooraf opgest Id format 2:ijn er door de beleidsadviseurs gesprekken gevoerd met leerplcht, RMC, afdelingshoofden en wethouders. Deze gesprekken hebben geleid tot een ambtelijk standpunt per gemeente en deze standpunten zijn in het SBO gedeeld. Op basis van deze input is dit gezamenlijk ambtelijk advies tot stand gekomen. Advies Het ïibo wil in gezamenlijkheid het volgende advies uitbrengen: een gezamenlijk bureau leerplicht en RMC van de gemeente Vianen, Nieuwegein, Lopik en IJsselstein, waarbij intensief afstemming plaats vindt met de gemeente Houten op het gebied van MBO. Vier van de vijf gemeenten zijn ambtelijk van mening dat een gezamenlijk bureau de beste mogelijkheid biedt om de knelpunten in het MBO aan te pakken zonder dat de leerplichtfunctie kwetsbaar wordt. De gemeente Houten heeft ambtelijk een ander standpunt ten opzichte van een gezamenlijk bureau leerplicht dan de overige vier gemeenten. De leerlingen van Houten in het primair en voortgezet onderwijs zijn lokaal georiënteerd. Regionaal samenwerken op dit niveau heeft voor de gemeente Houten geen meerwaarde. Uiteraard blijft afstemming op primair en voorgezet onderwijs nog steeds van belang. Op het MBO niveau ligt dit anders en is ambtelijk aangegeven dat Houten de voorkeur heeft om intensief samen te werken met het MBO-team van het gezamenlijk bureau leerplicht. Dit betekent dat de vier deelnemende gemeenten het gezamenlijk bureau leerplicht inclusief MBO team vormgeven, waarna tussen het gezamenlijk bureau leerplicht en Houten wederzijds samenwerking wordt gezocht op het gebied van MBO. Aandachtspunt bij het tot stand brengen van een gezamenlijk bureau leerplicht is het leerlingenvervoer. De administratieve werkzaamheden van leerplicht en leerlingenvervoer worden in een aantal gemeentes gecombineerd. Het advies is om de mogelijkheden van het onderbrengen van de uitvoering van het leerlingenvervoer bij het gezamenlijk bureau leerplicht te onderzoeken bij de uitwerking van het gezamenlijk bureau leerplicht. Vervolgstappen Wanneer u als portefeuillehouders het ambtelijk advies deelt, zal het advies voorgelegd worden aan de colleges van B&W en de gemeenteraden. Aan de colleges en de raden wordt de vraag gesteld of zij zich inhoudelijk kunnen vinden in deze wijze van samenwerking en afstemming. Daarbij wordt ook de ondernemingsraad betrokken. Na dit eerste go/ no go moment, wordt met de uitwerking (de hoevraag) gestart. Er wordt een gezamenlijke business case opgesteld waarin ook de financiële
consequenties duidelijk moeten worden. Hierin zullen ook opties worden meegenomen om op de financiële consequenties te kunnen sturen. Naast deze gezamenlijke businesscase, zullen per gemeente ook businesscases worden opgesteld, zodat voor elke gemeente inzichtelijk wordt hoe de nieuwe situatie zich verhoudt tot de huidige. Wanneer de vorm en financiële doorrekening van het bureau heeft plaats gevonden, zal gekeken worden naar de vorm en financiële doorrekening van afstemming op het gebied MBO tussen het gezamenlijk leerplichtbureau en de gemeente Houten. Hierbij moet rekening gehouden worden met de extra afstemming die noodzakelijk is tussen het bureau en Houten. Dit zal naar verwachting leiden tot structurele kosten in tegenstelling tot de neutrale kosten van het bureau. Planning: 23 november 2012 December 2012 Beoordeling advies door de portefeuillehouders Inhoudelijke akkoord voor gezamenlijk bureau leerplicht door de colleges Advies ter beoordeling voorleggen aan de OR Januari/ Februari 2013 Maart tot en met september September 2013 November 2013 November/Augustus 2013 Augustus 2014 Inhoudelijk akkoord voor gezamenlijk bureau leerplicht door de gemeenteraden. Opstellen business cases gezamenlijk en per gemeente Financieel akkoord en samenwerkingsvorm voor gezamenlijk bureau leerplicht door de colleges Financieel akkoord en samenwerkingsvorm voor gezamenlijk bureau leerplicht door de gemeenteraden Uitwerking gezamenlijk bureau leerplicht, opstellen implementatieplan Realisatie gezamenlijk bureau leerplicht Conclusie De portefeuillehouders worden gevraagd of zij kunnen instemmen met het advies, de vervolgstappen en de planning die hier zijn weergegeven.