S t a g e w e r k p l a n Student Academie voor Beeldende Vorming Naam: Sonja van de Valk Telefoonnummer: 0648174505 Studentnummer: 2705141 e-mail: sonjavandevalk@hotmail.com Stage Studiejaar: 2016-2017 VT/DT/Duaal: Verkorte deeltijd Stageperiode: 05-09-2016 tot 31-12-2016 Soort stage (blok/lint/lio): Lint Stage 1, 2, 3, 4: drie Stageschool Naam school: ROC Tilburg, School voor ICT & Mediatechnologie SchoolOpleider - SO : Lisette Acda Adres: Kasteeldreef 122, 5046 Tilburg WerkPlekBegeleider - WPB : Sil de Reuver InstituutsOpleider - IO : Johannes Monheim Sla dit document op als: "Werkplan_Eigen_Naam.doc op je eigen pc"
Lees dit eerst Vul eerst de sterkte-zwakte analyse in (blz. 2). Gebruik die om je leervragen en activiteiten in te vullen bij de competenties (blz. 3 e.v.). Begin eerst met een paar leervragen/gedragsindicatoren. Vul dat later aan met een paar andere, aan de hand van de ervaringen die je opdoet (in overleg met je begeleiders). Noteer van tijd tot tijd wat je gedaan en bereikt hebt. Neem de laatste versie van dit document op in je portfolio. 1. Interpersoonlijk competent Stel je eerst op de hoogte van de omschrijving van de competenties uit de Competentiegids. Formuleer daarna in eigen woorden wat het voor jou betekent en zorg dat jouw formulering de lading dekt. (aanduidingen: zie relevante competentieprofiel) (Hoe ga ik daar aan werken?) (concrete producten voor portfolio?) A 1.1 communiceert effectief door het hanteren van verbale en non-verbale technieken Begin hier Formuleer hier je eigen leervragen. Doe dat zo concreet mogelijk. Ga uit van je sterkte-zwakte analyse, resultaten van eerdere stages en andere ervaringen. Kies bij elke leervraag een gedragsindicator uit de competentiegids (met juiste niveau). Hieraan ga je werken. Overleg, indien nodig, met je begeleiders. Formuleer een concrete activiteit bij elke leervraag Overleg eventueel met medestudenten. Jullie kunnen elkaar helpen bij het uitwerken van activiteiten. Formuleer bondig! LEES DIT GOED: De voorpagina is als formulier uitgevoerd: de (grijze) invoervelden vul je in. De invoer is beperkt gehouden. Ga met muis, cursortoets of TAB-toets naar een volgend veld. Pagina 1 en 2 zijn beschermd; haal deze bescherming er niet af! Daarna kun je vrij invullen. Laat de indeling en de koppen intact! BEGELEIDERS (FCD EN SPD) NOTEREN FEEDBACK IN ROOD BIJ DE TEKST VAN DE STUDENT. Denk aan concrete, tastbare producten die je in je portfolio kunt opnemen: Geschreven commentaar van SPD/OD/ FCD of medestudenten, aangevuld met jouw reflectie. Zelf gemaakte werkbladen, proefwerken, lesvoorbereidingen, lesformulieren. Kopieën van producten van leerlingen. Video-opnames Door jou gemaakte observaties en verslagen van gesprekken. Enz. etc.
Sterkte-zwakteanalyse Geef hier een (korte) omschrijving van je sterke en zwakke punten. Deze haal je uit: eindevaluatie van je vorige stage (voor ouderejaars studenten) de voorbereiding van je stage (voor eerstejaars studenten) andere persoonlijke ervaringen Omschrijf je sterke punten: Omschrijf je zwakke punten: - een open houding naar zowel leerlingen als docenten toe; - ik durf vragen te stellen en neem initiatief; - kom afspraken na, verantwoordelijkheidsgevoel; - kan goed plannen. - grenzen bepalen en ze ook daadwerkelijk stellen; - termen en technieken eigen maken; - dieper ingaan op antwoorden van leerlingen; - stemgeluid, volume
B. Vermogen tot Reflectie en Ontwikkeling Het leggen van verbanden tussen kunsttheoretisch, pedagogisch en beeldend handelen en dit zonodig verbeteren. Je bent je bewust van je sterke en zwakke kanten als docent, door te reflecteren en ze blijven te ontwikkelen. (aanduidingen: zie relevante competentieprofiel) (concrete producten voor portfolio?) - Welke leerdoelen voor de volgende stage heb ik naar aanleiding van deze stage? - Hoe vraag ik op tijd hulp? - Wat zijn mijn sterke kwaliteiten? B.4 je hebt een goed beeld van je sterke en zwakke kanten, en je hebt een persoonlijke methode om aan je ontwikkeling te werken Door wekelijks (reflecterende) gesprekken te voeren met mijn WPB over mijn functioneren, waarbij ik de kernpunten van het gesprek noteer en zijn feedback meeneem. Wekelijks een kort reflectieverslag volgens het STARRT-model, waarbij ik inga op situaties uit de lespraktijk. Aangevuld met feedback van mijn WPB.
C. Pedagogisch vermogen Je handelt bewust en creëert een veilig sociaal klimaat in de groep. Je kijkt naar de individuele leerling en de persoonlijke behoeftes van een leerling. (aanduidingen: zie relevante competentieprofiel) (concrete producten voor portfolio?) - Hoe kan ik leerlingen aanspreken op het gedrag? - Hoe handig ik wanneer er tussen leerlingen een conflict ontstaat? - Hoe vergroot ik de betrokkenheid van leerlingen tijdens een les? - Hoe test ik of leerlingen mijn uitleg begrepen hebben? - Hoe zorg ik voor de juiste klasopstelling tijdens een uitleg? - Hoe maak ik aan het begin van de les contact met de groep? C.1 je verantwoordt je pedagogische opvattingen C.3 je onderzoekt en toetst mogelijkheden om het sociaal klimaat in de groep te verbeteren; je creëert een veilige leeromgeving - Door de leerlingen te observeren en te begeleiden tijdens de les, ben ik beter in staat om mijn pedagogische opvattingen te beargumenteren. - De kennis die ik heb opgedaan (tijdens de observaties) toe te passen in mijn lessen. Iedere leerling/klas is verschillend en hierbij wil ik mijn lessen op aanpassen. Een voorbeeld hiervan kan zijn; door de leerlingen in groepjes te laten werken om het sociale klimaat in de groep te verbeteren. - Door wekelijks reflecties te schrijven volgens het STARRTmodel en gebruik te maken van relevante vakliteratuur. En lesopnames te maken in het begin en aan het einde van mijn stage. - Aantonen met behulp van lesvoorbereidingsformulieren/ werkbladen met evaluatie en feedback van mij WPB. C.4 je herkent en benoemt ontwikkelings- en gedragsproblemen bij leerlingen - Door klassen/leerlingen te observeren en te interviewen over hun ontwikkelings- en gedragsproblemen. Daarnaast een interview met de zorgcoach. - Door verslag te doen van een interview met de zorgcoach en een leerling over ontwikkelings- en gedragsproblemen.
D. Didactisch vermogen De ontwikkeling van leerlingen vergroten door didactische en vakinhoudelijke kennis, vaardigheden en ervaringen over te dragen naar de leerlingen toe. (aanduidingen: zie relevante competentieprofiel) (concrete producten voor portfolio?) - Hoe vergroot ik mijn termen en technieken? - Welke beoordelingsvorm heeft mijn persoonlijke voorkeur? - Op welke manier kan ik variatie aanbrengen tijdens mijn uitleg? - Hoe stel ik open vragen? D.1 je ontwerpt lessen en lessenseries, en zorgt voor variatie en een heldere opbouw; je kunt methodisch verantwoord lesmateriaal ontwerpen waaronder digitaal en kan dit materiaal in je lessen inzetten; je bent in staat een vaklokaal stimulerend in te richten - Door lessen te ontwikkelen over het huisstijlhandboek en daarnaast andere bestaande lessen (zo nodig) aan te passen. * Deze opdracht is al uitgevoerd tijdens stage 2, daarbij heb ik een lessenreeks fotografie bedacht en uitgevoerd. Voor aanvulling van deze opdracht voer ik hem nog eens in het verkort uit. - Lesvoorbereidingsformulieren, lesmateriaal en resultaten/ eindwerken van de leerlingen zelf. D.3 je constateert en analyseert leerproblemen; je zorgt voor een betrouwbare evaluatie van leerproces en leerresultaat - Door leerlingen te observeren en te interviewen om leerproblemen te onderzoeken en daarnaast in gesprek te gaan met de zorgcoach. - Aanwezig te zijn bij tussentijdse beoordelingsmomenten en eindbeoordelingen. - Door verslag te doen van een interviews met een leerling en een zorgcoach over leerproblemen. - Het toevoegen van beoordelingsformulieren en eindwerken van leerlingen.
E. Interpersoonlijk vermogen Je communiceert doelgericht, stelt je open en oprecht op in een sociaal verband. (aanduidingen: zie relevante competentieprofiel) (concrete producten voor portfolio?) - Hoe toon ik mijn betrokkenheid? - Hoe geef ik aan als me iets niet lukt? - Hoe werk ik aan mijn zelfvertrouwen voor de klas? E.1 je toont betrokkenheid en enthousiasme op de ABV en in je stageschool - Door kansen te grijpen die voorbij komen, bijvoorbeeld het meehelpen aan een open dag. - Door leerlingen te begeleiden en betrokken te zijn bij de projecten en hun leerproces. - Mijn betrokkenheid is terug te lezen in de wekelijkse reflecties die ik schrijf volgens het STARRT-model. - Tijdens de open dag maak ik foto s zodat ik een beeldend verslag kan laten zien van mijn betrokkenheid.
F. Vermogen tot samenwerking Dat je een bijdrage kunt leveren aan een gezamenlijk proces of product en duidelijk kunt communiceren binnen een groep. (aanduidingen: zie relevante competentieprofiel) (concrete producten voor portfolio?) - Hoe vraag ik hulp aan collega s? F.1 je kunt kritiek verwerken en ernaar handelen - Door wekelijks evaluatie gesprekken te houden met mijn WPB en de feedback verwerken/ernaar handelen tijdens mijn lessen. Gesprekken met mijn IO en SO na een lesbezoek of een beoordeling. - Door wekelijks reflecties te schrijven volgens het STARRTmodel met feedback van mijn WPB. Aanvullend op de feedback van mijn WPB, neem ik het feedback van mij IO en SO ook mee in reflecties.
G. Omgevingsgerichtheid Volgt relevante ontwikkelingen in mijn omgeving/school en benut deze kennis voor de organisatie, het vakgebied en de opdracht. (aanduidingen: zie relevante competentieprofiel) (concrete producten voor portfolio?) - Hoe kan ik in mijn lessen aansluiten op de belevingswereld van mijn leerlingen? - Hoe kan ik mijn leerlingen relevante en eigentijdse opdrachten aanbieden? G.2 je houdt je op de hoogte van werk en ideeën van kunstenaars en/of vormgevers uit eigen en andere culturen, en laat je daardoor inspireren voor zowel eigen werk als dat van leerlingen - Door onderzoek te doen naar kunstenaars en/of vormgevers uit eigen en andere culturen en mij hierdoor te laten inspireren door de informatie te gebruiken voor een les. - Door het maken van inspirerend lesmateriaal over kunstenaars en/of vormgevers. G.3 je kunt culturele evenementen selecteren op hun bruikbaarheid voor educatieve doeleinden; je verzamelt en verwerkt informatie van de culturele infrastructuur van de stageomgeving, en benut deze informatie actief - Onderzoek doen naar de culturele infrastructuur van de stageschool en mijn WPB adviseren over activiteiten die interessant kunnen zijn voor de opleiding. - Verslag doen van een interview met mijn WPB over de culturele voorzieningen die de stageschool aanbiedt. Ik benut de informatie actief door schriftelijk met ideeën voor culturele activiteiten te komen. Datum (dd-mm-jjjj): 25-09-2016 Beoordeling van FCD: