Stichting Pensioenfonds Akzo Nobel JAARVERSLAG 2007



Vergelijkbare documenten
PENSIOENREGLEMENT UNISYS PENSIOENKAPITAALPLAN PENSIOENREGLEMENT UNISYS COMBI PENSIOEN UNISYS PENSIOENREGLEMENT, 12E NOTA VAN WIJZIGING

Geef pensioen de aandacht die het verdient. Jaarbericht Stichting Pensioenfonds

Reglement arbeidsongeschiktheidspensioen Stichting Voorzieningsfonds Getronics

Bijlagen. Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland. Versie 1 januari 2013 PENSIOENREGLEMENT UNISYS PENSIOENKAPITAALPLAN

Overzicht Nederlands sociaal en arbeidsrecht en voorschriften van informatieverstrekking

Aanvullend reglement Pensioenopbouw boven Salarisgrens (hoog)

stichting pensioenfonds wonen

Informatiebijeenkomst Pensioenen: actueler dan ooit. Oktober 2013

Stichting Pensioenfonds Ford Nederland Pensioenreglement

Uitvoeringsreglement Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Waterbouw

Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze- en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven

Stichting Pensioenfonds Caribisch Nederland. Uitvoeringsreglement als bedoeld in artikel 11f van de Pensioenwet ambtenaren BES

Addendum 2 bij het Pensioenreglement Sanoma 2009 pensioenregeling, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland, contractnummer

Aandachtspuntenlijst reglementen rechtstreekse regeling

ADDENDUM BIJ DE PENSIOENOVEREENKOMST

Addendum 2 bij het Pensioenreglement pensioenregeling A, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland, contractnummer

Betreft: Startbrief in verband met toetreding tot de pensioenregeling

REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE

DNB en AFM zijn op grond van de Europese pensioenrichtlijn (2003/31/EG) verplicht om te dit overzicht te publiceren.

Aanvullend reglement Pensioenopbouw boven salarisgrens (laag)

STICHTING PENSIOENFONDS VAN DE METALEKTRO AANVULLEND REGLEMENT. Pensioenopbouw boven de Salarisgrens (hoog) voor het personeel van <naam onderneming>

Stichting Metro Pensioenfonds Populair jaarverslag 2008

Aanvullend reglement

Stichting Pensioenfonds Trespa. Brochure Pensioenregeling

Voorstel van wet houdende invoering van de Pensioenwet (Invoerings- en aanpassingswet Pensioenwet)

Aanvullend pensioenreglement "Excedent middelloon "

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Uitkeringsovereenkomst

Pensioenregeling Stichting pensioenfonds Groothandel Vegro

2013 verkort in beeld. Ontwikkelingen. Pensioenen Beleggingen Organogram

Kemira Rotterdam B.V.

Samenvatting DEPF reglementen Per 1 januari 2015

Startbrief SBZ 1. Inhoud van de basispensioenregeling.

Startbrief. 1. Algemeen. Waardeoverdracht. Informatie die u geeft. Wanneer bent u deelnemer in de Basisregeling?

Reglement Versleepregeling

Communicatieplan Stichting Brocacef Pensioenfonds

Communicatieplan Stichting Brocacef Pensioenfonds

Stichting Pensioenfonds Allianz Nederland. Waardeoverdracht in dienst

AANVULLENDE PENSIOENREGELING

Update! WIJZIGINGEN PENSIOENREGELING PER 1 JANUARI bpfhibin.nl

Aanvullend reglement. Pensioenopbouw boven Salarisgrens (laag) Reglement Pensioenopbouw boven Salarisgrens (laag)

Datum Briefnummer Behandeld door Doorkiesnummer N.W. Dijkhuizen 630

Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 1 <Uitkeringsovereenkomst> <Premieovereenkomst>

Samenvatting DEPF reglementen Per 1 januari 2016

27 september Deelnemersvergadering

REGLEMENT EXCEDENT ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSPENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE

Samenvatting DEPF reglementen

Collectieve Arbeidsovereenkomst over pensioenen. Tronox Pigments (Holland) B.V. Rotterdam-Botlek

Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze- en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven

Info over de PENSIOENWET voor Ondernemingspensioenfondsen. Nieuwe verdeling verantwoordelijkheden tussen werkgever, werknemer en pensioenuitvoerder

Pensioeninformatiebijeenkomst over herstelplan 2009

De beschikbare premieregeling: de feiten op een rij

Communicatieplan Stichting Brocacef Pensioenfonds

Stichting Pensioenfonds Gasunie

STICHTING PENSIOENFONDS AKZO NOBEL JAARRAPPORT 2008

Grondslagen StiPP verklaring financiële en actuariële gelijkwaardigheid 2016

Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze- en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven

Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 1A <Uitkeringsovereenkomst> <Premieovereenkomst>

Stichting Pensioenfonds SABIC

REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE

Grens volledige indexatie 141% 1 114% 115% complex 125% Indexatie 2.53% 0.00% 0.00% 0.00% 0.00%

Aanvullend reglement Extra Pensioenopbouw Boven de Salarisgrens 2015

Kemira Rotterdam B.V.

Toeslag- verlening Uitgave mei 2015

R E G L E M E N T voor P R E - P E N S I O E N. van Stichting Sportfondsen Pensioenfonds te Amsterdam

BESCHIKBARE PREMIE REGELING (DC Pensioenfonds)

PENSIOENREGLEMENT V OVERGANGSREGELING VOOR DEELNEMERS GEBOREN OP OF NA 1 JANUARI 1950

Communicatieplan. Stichting Pensioenfonds NEG Nederland. Communicatieplan Pensioenfonds NEG v

Stichting Pensioenfonds Buizerdlaan. Waardeoverdracht uit dienst

Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 3 Premieovereenkomst

- U bent actief deelnemer - U bent actief deelnemer én u neemt via uw werkgever deel aan de aanvullende pensioenregeling - U bent arbeidsongeschikt

In deze nieuwsbrief geven wij u informatie over de financiële situatie en andere belangrijke ontwikkelingen binnen het SPAN fonds.

Toelichting. Uniform Pensioenoverzicht Uitkeringsovereenkomst

Einde dienstverband en uw pensioen

Aanvullend reglement

Wat is pensioen? Pensioen is inkomen voor als u later stopt met werken. Pensioen is ook inkomen voor uw nabestaanden als u overlijdt.

REGLEMENT AANVULLINGSREGELINGEN PER 1 JANUARI 2006 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HANDEL IN BOUWMATERIALEN

VERKORT JAARVERSLAG 2016

Bijlage 1 bij de pensioenovereenkomst

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht 2017 Uitkeringsovereenkomst

Stichting Pensioenfonds Gasunie

Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht einde deelneming <Uitkeringsregeling> <Premieregeling>

Het AVEBE Pensioen samengevat

VERKORT JAARVERSLAG 2017

Stichting Pensioenfonds Allianz Nederland. Waardeoverdracht uit dienst

Actuariële en Bedrijfstechnische Nota. Nota, waarin het beleid van het fonds op alle relevante gebieden beschreven wordt.

Uit dienst bij ABN AMRO pensioen laten staan of meenemen?

Buitengewone vergadering van deelnemers 22 november 2010

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Belangenvereniging SPD De Pensioenwet vanaf 1 januari 2007

Oudedagregelingen. 6b.19 6b.20 6b.21 6b.22 6b.23 6b.24 6b.25 6b.26 6b.27 6b.28 6b.29. 6b.30 6b.31. 6b.32. 6b.33 6b.34 6b.35

UITVOERINGSOVEREENKOMST MET REXEL NEDERLAND B.V.

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

HERSTELPLAN 31 maart 2009

Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 3 Premieovereenkomst

Uw persoonlijke gegevens De heer X. Deelnemer Geboren op: 2 januari 1972 Deelnemersnummer: Uw partner Y. Partner Geboren op: 5 februari 1975

Informatiebijeenkomst Pensioenfonds KPN Pensioengerechtigden. Oktober 2013

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Voor wie is deze toelichting? Het Uniform Pensioenoverzicht. Uw persoonlijke gegevens

Info over de PENSIOENWET voor Bedrijfstakpensioenfondsen. Nieuwe verdeling verantwoordelijkheden tussen werkgever, werknemer en pensioenuitvoerder

Reglement deelnemersraad BPF Bouw

Uniform Pensioenoverzicht <eejj>

Transcriptie:

Stichting Pensioenfonds Akzo Nobel JAARVERSLAG 2007

INHOUD P ERSONALIA... 3 Bestuur...3 Deelnemersraad...3 Verantwoordingsorgaan...4 Fondsorganisatie...4 V ERSLAG... 5 Algemeen...5 Pensioenwet...7 Organisatiestructuur van het fonds...9 P ENSIOENEN...12 Ontwikkelingen...12 Pensioenwet...12 Hoofdlijnen pensioenregeling 2007...16 Waardering pensioenverplichtingen...18 Voorziening pensioenverplichtingen...20 B ELEGGINGEN...21 Economie en omgevingsfactoren...21 Ontwikkelingen bij het fonds...22 Performance...22 Vastrentende waarden...24 Aandelen...24 Onroerende zaken...25 Commodities...25 Valuta...26 Interest Rate Swaps...26 U ITVOERING...27 Algemeen...27 Kosten...28 V OORUITZICHTEN...30 J AARREKENING 2007...31 Balans*...31 Staat van baten en lasten...32 Actuariële analyse*...33 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling...35 Toelichting op de balans per 31-12-2007...40 Toelichting op de staat van baten en lasten...49 O VERIGE GEGEVENS...53 Vaststelling bestuur...53 Actuariële verklaring...53 Accountantsverklaring...54 Financiële overeenkomst met Akzo Nobel Nederland...55 Belangrijke cijfers 1998-2007...56 V ERKLARENDE WOORDENLIJST...57

PERSONALIA Situatie per 1 januari 2008 BESTUUR mr G.J. Niezen (voorzitter) 3) 2** R.P. Prins (vice voorzitter / secretaris) 3) 1 B.H. Bel AA 2** mr P.B. van der Boor 1 drs H. Brouwer 3) 2*** dr J.H. Dopper 1 F.J.M. Duijnstee 2*** L.F.L. Gering 2* drs E.A. Henstra RC 1 mw. drs. M.G. Kleinsman RC 1 drs H.C.B. van der Zee RA 2* drs C.W. van Zuijlen 3) 1 1 = werkgeverslid, benoemd door Directie Akzo Nobel Nederland bv 2 = werknemerslid, benoemd door de (*) deelnemersraad, (**) deelnemersraad, gepensioneerden (***) vakorganisaties 3 = dagelijks bestuur DEELNEMERSRAAD W.J.M. Adriaanse RA (voorzitter) 2 mr ing. H. Kasperts 2 J.G.M. van den Berg 1 mr E.H. Reerink 2 W.C. Bouw 1 ir J.H. Rigterink 2 C.C. van den Brink 1 drs H.M. Rijn 2 ing. W. Burger 2 ir P.G. Tjallema (secretaris) 2 A.P. den Butter RA 2 J.J. Schinkel 2 ing. L.A. van Driel 1 mw. G. van der Veen Weggemans 2 ing. H.J. van Herwijnen 2 B.J. Vierdag 2 drs J.P.H. Juffermans 2 T. van Waart 2 1 = 4 actieven, benoemd door de CORAN (Centrale Ondernemingsraad Akzo Nobel Nederland bv) 2 = 14 gepensioneerden, via directe verkiezingen benoemd door gepensioneerden S TICHTING P ENSIOENFONDS A KZO N OBEL J AARVERSLAG 2007 3

VERANTWOORDINGSORGAAN Situatie per 28 mei 2008 mr J.W. Rossing 1 drs Th.J.A. Luijckx RA 1 P. Drijfhout 2* J.M.J. Schothuis 2 mr B.C.M.I. Beusmans 3** ir J.T.V.M. Geusgens 3 1 werkgeverslid, benoemd door de directie Akzo Nobel Nederland bv 2 werknemerslid, benoemd door de deelnemersraad 3 gepensioneerde, benoemd door de deelnemersraad * op voordracht van de vakorganisaties ** op voordracht van de VGAN FONDSORGANISATIE Uitvoeringsorganisatie Directie: A.A.M. Bolwerk RA Secretariaat bestuurszaken: J.P. van der Wal Pensioenzaken: APF Achmea Vermogensbeheer: Syntrus Achmea Vermogensbeheer Actuaris Towers Perrin Accountant PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. 4 J AARVERSLAG 2007 S TICHTING P ENSIOENFONDS A KZO N OBEL

VERSLAG ALGEMEEN Financiële positie De graadmeter voor de financiële positie van het fonds - de dekkingsgraad - daalde van 146,2% eind 2006 naar 143,6% eind 2007. Op basis van 4% rekenrente daalde de dekkingsgraad van 141,8% naar 130,0%. Bij de vaststelling van de dekkingsgraad wordt de achtergestelde lening van 100 mln niet in aanmerking genomen. De voornaamste redenen van deze daling zijn: de 5-jaarlijkse aanpassing aan de nieuwste overlevingstafels het vanaf 2007 rekening houden met toekomstige (lagere) sterfte ontwikkelingen het lagere totale rendement dan de rekenrente en een extra toeslag van 1,7% bovenop de Consumenten Prijs Index (CPI alle huishoudens totaal) van 1,3%. Al met al geven de verplichtingen een beter beeld van de toekomstige (hogere) uitbetalingsverplichting. Beleggingsrendement Het beleggingsrendement over 2007 bedroeg 3,6%. Commodities (29,9%) en aandelen (7,7%) droegen in belangrijke mate bij aan het positieve beleggingsrendement. De bijdrage van de portefeuille vastrentende waarden (1,5%) was beperkt en die van de portefeuille onroerende zaken 8,4% negatief. Het totaal behaalde rendement overtrof de door het bestuur vastgestelde benchmark. De totale beleggingsopbrengsten na aftrek van kosten bedroegen in 2007 171 mln. Premie ontvangsten De totaal in 2007 ontvangen premie bedroeg 126,6 mln (2006: 136,2 mln) en is als volgt verdeeld: in EUR mln Werkgever Vaste premie middelloonregeling 79,0 78,8 Koopsommen (pensioengerelateerd) 30,8 41,7 Subtotaal 109,8 120,5 Werknemer Beschikbare Premieregeling 16,1 14,7 Tijdelijk Partner Pensioen (TPP) 0,7 1,0 Subtotaal 16,8 15,7 Totaal premie 126,6 136,2 Voor de middelloonregeling bedroeg de vaste werkgeverspremie 20% van de jaarlijkse middelloonpensioengrondslag. Daarnaast werden er kosten voor overgangsmaatregelen in rekening gebracht bij Akzo Nobel Nederland bv (Akzo Nobel). Voor de werknemers was sprake van een vaste premie van 3% van de ongemaximeerde pensioengrondslag. In verband met de financieringswijziging heeft Akzo Nobel in 2005 een extra storting verricht van 50 mln als vooruitbetaling op toekomstige werknemerspremies. S TICHTING P ENSIOENFONDS A KZO N OBEL J AARVERSLAG 2007 5

Zodra de storting is ingelopen door de gecumuleerde werknemerspremies, gerekend vanaf medio 2005, wordt de werknemerspremie weer afgedragen aan het pensioenfonds. Daarnaast betalen de werknemers premie ten behoeve van tijdelijk nabestaandenpensioen op risicobasis. Toeslagverlening 2007 en 2008 Het bestuur heeft in zijn vergadering van 26 november 2007 de aanpassing voor ingegane pensioenen en premievrije aanspraken per 1 januari 2008 vastgesteld op 3%. Dit percentage is samengesteld uit 1,3% aanpassing volgens de CPI, alle huishoudens totaal, en een extra toeslag van 1,7%. De met deze aanpassing gemoeide lasten bedroegen 74 mln en zijn in het verslagjaar 2007 verwerkt. De aanpassing van de opgebouwde pensioenaanspraken van werknemers is gekoppeld aan de algemene loonsverhoging binnen de onderneming. Op grond van de in de CAO vastgelegde loonafspraken bedroeg de verhoging van de opgebouwde aanspraken per 1 juni 2007 3% en per 1 april 2008 eveneens 3%. Het bestuur heeft besloten deze verhoging onverkort door te voeren. De met deze aanpassing gemoeide lasten bedroegen in totaal 41 mln en zijn in het verslagjaar 2007 verwerkt. Ontwikkeling marktrente voor de waardering van de Voorziening Pensioenverplichtingen (VPV) Het voor het fonds van toepassing zijnde gemiddelde rentepercentage voor de waardering van de VPV steeg van 4,26% eind 2006 naar 4,84% eind 2007. Door de stijgende marktrente daalde de waarde van de pensioenverplichtingen met 228 mln. Aanpassing actuariële grondslagen Bij de vaststelling van de contante waarde van de pensioenverplichtingen werd met ingang van 2007 uitgegaan van in 2007 gepubliceerde overlevingstafels 2000-2005, met leeftijdscorrectie voor zowel mannen als vrouwen van -2 jaar (was -1 jaar). Op basis van recente waarnemingen werd tevens overgegaan op nieuwe partnerfrequenties. Ten slotte werd de sterftetrendopslag verhoogd van 2,5% naar 3,5%. De totale lasten van de aanpassingen van actuariële grondslagen bedroegen 163 mln. Resultaat 2007 Het over 2007 behaalde beleggingsrendement en de premieontvangsten over 2007 waren niet voldoende om de lasten van de pensioenregeling te financieren. Per saldo resteerde een tekort van 46 mln dat aan de reserves is onttrokken. Ontwikkelingen In 2007 heeft definitieve besluitvorming plaatsgehad over de wijze waarop de collectieve waardeoverdracht aan een nieuw op te richten pensioenfonds voor Organon BioSciences Nederland - Stichting Schering-Plough Pensioenfonds - zal plaatshebben in het kader van de verkoop van dit bedrijf aan Schering-Plough. Het bestuur heeft besloten dat naast de nominale rechten ook een evenredig deel van de reserves zal worden overgedragen. Medio 2008 zal de overdracht zijn beslag krijgen. Pensioengeschil: oordeel in hoger beroep In 2006 heeft de Vereniging van Gepensioneerden Akzo Nobel (VGAN) zowel Akzo Nobel Nederland als de Stichting Pensioenfonds Akzo Nobel voor het kantongerecht gedagvaard. Het verschil betreft de vraag of een onvoorwaardelijk recht op indexatie bestaat. Tevens is de vraag voorgelegd of de wijziging van de financieringswijze van het fonds op de VGAN en haar leden van toepassing is. 6 J AARVERSLAG 2007 S TICHTING P ENSIOENFONDS A KZO N OBEL

De kantonrechter heeft op 29 januari 2007 uitspraak gedaan en geoordeeld dat van een onvoorwaardelijke indexatie geen sprake is en dat Akzo Nobel Nederland en het fonds niet kan worden verweten de financiering van het fonds te hebben gewijzigd op de wijze waarop dat is gebeurd. Tegen het vonnis van de kantonrechter is het bestuur van de VGAN in april 2007 in beroep gegaan. In hoger beroep heeft het Gerechtshof Arnhem op 27 mei 2008 het vonnis van de kantonrechter bekrachtigd en zodoende Akzo Nobel Nederland en het fonds wederom in het gelijkgesteld. De VGAN heeft 3 maanden de tijd om eventueel nog in cassatie te gaan bij de Hoge Raad. Vonnis ziektekostenbijdragen Op 17 december 2007 heeft de Rechtbank Arnhem uitspraak gedaan met betrekking tot het geschil tussen vakorganisaties en Akzo Nobel betreffende de afschaffing van de ziektekostenbijdragen aan gepensioneerden. Akzo Nobel heeft deze bijdrage per 31 december 2005 afgeschaft. Gepensioneerden, die op dat moment een bijdrage genoten, ontvangen tot 1 juli 2009 een bijdrage die is gebaseerd op een afbouwschema, zijnde een percentage van de oorspronkelijke bijdrage. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Akzo Nobel niet gerechtigd was de bijdrage te beëindigen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad, dat wil zeggen dat nakoming direct, op straffe van een dwangsom, kan worden afgedwongen. Akzo Nobel is inmiddels in hoger beroep gegaan. De ziektekostenbijdrage is voor rekening van Akzo Nobel. Het fonds fungeert als betaalkantoor voor de betaling van die bijdrage, en declareert de toegekende bijdragen maandelijks bij Akzo Nobel Nederland. PENSIOENWET In het kader van de invoering van de Pensioenwet (PW) heeft het fonds in 2007 alle formele fondsstukken beoordeeld en waar nodig aan de nieuwe wetgeving aangepast. In zijn vergadering van 27 november 2007 heeft het bestuur van het fonds de gewijzigde fondsstukken geaccordeerd. Het betrof de statuten, huishoudelijke reglementen van bestuur en deelnemersraad, het pensioenreglement en de Actuariële en Bedrijfstechnische Nota (ABTN). Daarnaast werd een reglement van het nieuw in te stellen verantwoordingsorgaan vastgesteld. In het hoofdstuk Organisatiestructuur van het fonds wordt hierop nader ingegaan alsook op de instelling van een eveneens verplicht in te stellen intern toezichtsorgaan. Tevens werd, ingevolge de nieuwe wetgeving, de financieringsovereenkomst tussen het fonds en de onderneming per 1 januari 2008 aangepast en gewijzigd in een uitvoeringsovereenkomst. Financieel Toetsingskader Een belangrijk onderdeel van de Pensioenwet dat per 1 januari 2007 in werking is getreden betreft het financieel toetsingskader (FTK) voor pensioenfondsen. Het fonds heeft in 2007 besloten om vanaf boekjaar 2006 de financiële verslaglegging te baseren op het FTK overgangsregime, wat betekent dat het fonds met ingang van 2006 de pensioenverplichtingen - net als de beleggingen - op marktwaarde (Fair Value) waardeert in plaats van op de voordien gebruikelijke 4% rekenrente. De stelselwijziging ten gevolge van de overgang van de Actuariële Principes voor Pensioenfondsen naar het FTK is in de jaarrekening 2006 verwerkt en daarmee voor de jaarrekening 2007 niet van toepassing. Op grond van het FTK moeten specifieke risico s in kaart worden gebracht. Het betreft in principe alle bekende risico s die het pensioenfonds zowel aan de bezittingenkant als aan de verplichtingenkant loopt. Per risico wordt de vereiste solvabiliteit berekend. S TICHTING P ENSIOENFONDS A KZO N OBEL J AARVERSLAG 2007 7

Met behulp van een voorgeschreven formule wordt vervolgens de totale solvabiliteitseis vastgesteld waaruit de door De Nederlandsche Bank (DNB) vereiste dekkingsgraad volgt. Deze wordt vergeleken met de aanwezige dekkingsgraad. Het beeld is als volgt: Per Dekkingsgraad Vereiste dekkingsgraad Gemiddelde rentepercentage 31-12-2005 31-12-2006 31-12-2007 127,0 146,2 143,6 122,9 122,1 122,4 3,68% 4,26% 4,84% Uit het overzicht blijkt dat de aanwezige dekkingsgraad boven de vereiste dekkingsgraad ligt. De ontwikkeling van de dekkingsgraad van 2001-2007: Ontwikkeling Dekkingsgraad 160% 150% 146% 144% Dekkingsgraad in % 140% 130% 120% 110% 136% 116% 112% 122% 110% 119% 116% 132% 127% 142% 130% 100% 102% 90% 31-12-2001 31-12-2002 31-12-2003 31-12-2004 31-12-2005 31-12-2006 31-12-2007 Rekenrente Marktrente De in het FTK benoemde risico s belopen voor het fonds: In % van de Voorziening pensioenverplichtingen Renterisico 6.5% 5,5% Aandelen en onroerend goed 13,2% 14,3% Valutarisico 0,0% 0,0% Commodities (grondstoffen) 0,9% 0,4% Kredietrisico 0,1% 0,0% Verzekeringstechnisch risico 1,7% 1,9% Totaal 22,4% 22,1% De op grond van de Pensioenwet te vermelden hoogte van de feitelijke premie en de hoogte van de kostendekkende premie zijn voor het fonds: In EUR mln Premies ter dekking van pensioenlasten (feitelijke premie) 110,5 121,5 Kostendekkende premie Pensioenwet 100,1 119,6 Premie Surplus 10,4 1,9 8 J AARVERSLAG 2007 S TICHTING P ENSIOENFONDS A KZO N OBEL

Toezicht DNB In het boekjaar zijn aan het fonds door DNB geen dwangsommen en boetes opgelegd en geen aanwijzing gegeven als bedoeld in artikel 171 PW. Evenmin is een bewindvoerder aangesteld geweest als bedoeld in artikel 173 PW. Voorts is in het boekjaar geen korte- danwel langetermijnherstelplan van toepassing geweest als bedoeld in artikel 140 respectievelijk 138 PW. Maatschappelijk Verantwoord beleggen en Corporate Governance Een belangrijk thema in 2007 voor pensioenfondsen was maatschappelijk verantwoord beleggen. In 2007 is besloten onderzoek te verrichten in hoeverre het beleid ten aanzien van verantwoord beleggen vorm gegeven kan worden. In de loop van 2008 zal een besluit worden genomen over de invulling hiervan. Ook in 2007 heeft het APF gebruik gemaakt van zijn aandeelhoudersrechten. Het APF stemde op 775 aandeelhoudersvergaderingen. Voor het uitoefenen van stemrechten maakt het APF gebruik van de diensten van Riskmetrics Institutional Shareholders Services. Een verslag over het stemgedrag van 2007 is terug te vinden op de website van het APF. Daarnaast wordt op de website aangegeven hoe het APF heeft gestemd per aandeelhoudersvergadering. ORGANISATIESTRUCTUUR VAN HET FONDS Het algemeen bestuur van het fonds bestaat uit twaalf leden. De directie van Akzo Nobel wijst zes werkgeversleden aan. Van de zes werknemersleden worden vier leden benoemd door de deelnemersraad van het fonds en twee leden door de gezamenlijke vakorganisaties. Aan de functie van bestuurslid noch aan die van leden van de deelnemersraad is een bezoldiging verbonden. Gepensioneerde leden van het bestuur en van de deelnemersraad ontvangen een onkostenvergoeding. Het bestuur vergadert ten minste viermaal per jaar en komt daarnaast tweemaal per jaar in gezamenlijke vergadering bijeen met de deelnemersraad. Besluiten van het bestuur worden genomen met absolute meerderheid van stemmen. Hierbij dienen ten minste vier leden aangewezen door de directie van Akzo Nobel Nederland en vier leden aangewezen door de deelnemersraad en vakorganisaties aanwezig te zijn. Het algemeen bestuur laat zich in zijn werkzaamheden o.a. bijstaan door het dagelijks bestuur, een beleggingscommissie en een audit committee. Voor het dagelijks bestuur en deze commissies, die paritair zijn samengesteld, wordt ieder jaar een vast vergaderschema opgesteld. Daarnaast kent het fonds een geschillencommissie, die ad hoc bijeenkomt. De leden van deze commissies worden door het bestuur uit zijn midden gekozen. Het bestuur van het fonds fungeert als beleidsbepalend orgaan en de deelnemersraad als vertegenwoordigend orgaan. Beleid, risicobeleid en uitvoering zijn vastgelegd in de Actuariële en Bedrijfstechnische Nota (ABTN). De uitvoering van het beleid is door het bestuur opgedragen aan APF Achmea, waarbij het vermogensbeheer wordt verzorgd door Syntrus Achmea Vermogensbeheer. Het fonds heeft in 2007 een verantwoordingsorgaan ingesteld, zoals bedoeld in de Pensioenwet. Het verantwoordingsorgaan bestaat uit zes leden, waarvan twee uit de kring van deelnemers (één voorgedragen door vakorganisaties), twee uit de kring van gepensioneerden (één voorgedragen door de Vereniging van Gepensioneerden S TICHTING P ENSIOENFONDS A KZO N OBEL J AARVERSLAG 2007 9

Akzo Nobel) en twee vertegenwoordigers van de werkgever. De taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van het verantwoordingsorgaan zijn vastgelegd in een door het bestuur goedgekeurd Reglement van het Verantwoordingsorgaan. Het verantwoordingsorgaan zal voor het eerst in de loop van 2008 bijeenkomen. Naast het instellen van een verantwoordingsorgaan schrijft de Pensioenwet het instellen van een intern toezichtsorgaan voor. Intern toezicht heeft betrekking op het kritisch bezien van het eigen functioneren van het fondsbestuur door onafhankelijke deskundigen. Het betreft vooral het beoordelen van beleids- en bestuursprocedures en -processen, de wijze waarop de uitvoering van de regeling wordt bestuurd en aangestuurd en de wijze waarop wordt omgegaan met de risico s op de langere termijn voor het pensioenfonds. Het fonds heeft voor het intern toezicht gekozen voor het instellen van een visitatiecommissie, waarbij de visitatie ten minste eenmaal per drie jaar wordt uitgevoerd. In 2008 zal één en ander concreet worden ingevuld. Ter voorkoming van conflicten tussen de belangen van het fonds en privé-belangen is een gedragscode opgesteld voor de bestuursleden en door het bestuur aangewezen personen. Jaarlijks wordt door de betrokkenen een verklaring van naleving ondertekend. In het kader van de bij het fonds van kracht zijnde klachten- en geschillenregeling zijn in 2007 door de geschillencommissie geen nieuwe geschillen ingediend. Belangrijke bestuursbesluiten in 2007 betreffen: het in het kader van de Pensioenwet goedkeuren van de formele fondsstukken het instellen van een verantwoordingsorgaan en het gebruik maken van een visitatiecommissie in het kader van Intern Toezicht het vaststellen van de toeslag van de ingegane pensioenen op 3,0% per 1 januari 2008 het onder bepaalde voorwaarden meegeven van reserves bij een eventuele collectieve uitpassing van de medewerkers van Organon BioSciences het aanpassen van de grondslagen voor de voorziening pensioenverplichtingen. Bestuur Volgens rooster waren per 1 januari 2008 aftredend de door de directie van Akzo Nobel aangewezen bestuursleden, mevrouw drs M.G.K. Kleinsman RC en de heer drs C.W. van Zuijlen, en de door de deelnemersraad aangewezen bestuursleden, de heer B.H. Bel AA en de heer mr G.J. Niezen. Voornoemde bestuursleden zijn per genoemde datum herbenoemd. De heer mr E.J. Zuijdwijk is per 1 januari 2008 tussentijds afgetreden. Hij is gedurende een periode van 25 jaar bestuurslid van het fonds geweest, waarbij hij een aantal jaren de functie van secretaris heeft vervuld. Het bestuur is de heer Zuijdwijk bijzonder erkentelijk voor de wijze waarop hij zijn werkzaamheden voor het fonds heeft verricht. In de ontstane vacature werd voorzien door benoeming van de heer L.F.L. Gering. Voorts zijn de heren G.D. Brachten en J.W. Wierda RA tussentijds afgetreden. Het bestuur is ook hen veel dank verschuldigd voor hun kennis en bijdrage aan het fonds. In de ontstane vacatures werden benoemd de heren mr P.B. van der Boor en drs H.C.B. van der Zee RA. Zie het hoofdstuk Personalia voor een overzicht van de zittende bestuursleden. Deelnemersraad In het laatste jaar van zijn zittingsperiode is de deelnemersraad zevenmaal bijeengeweest, waarvan twee bijeenkomsten gezamenlijk met het bestuur. 10 J AARVERSLAG 2007 S TICHTING P ENSIOENFONDS A KZO N OBEL

Belangrijke adviezen van de deelnemersraad in 2007 betreffen: De raad heeft in 2007 positieve adviezen uitgebracht over: het jaarverslag 2006 de verplichte rapportage aan DNB en de begroting 2007 In het kader van de Pensioenwet heeft de raad voorts positief geadviseerd over een aantal (aanvullende) wijzigingen in de formele fondsstukken zoals de ABTN, de statuten en het pensioenreglement en de instelling van een verantwoordingsorgaan. Een belangrijk onderwerp was in 2007 het in dit verslag eerder genoemde besluit van het bestuur over de wijze waarop de collectieve waardeoverdracht aan een nieuw op te richten pensioenfonds voor Organon BioSciences Nederland - Stichting Schering-Plough Pensioenfonds- zal plaatshebben. De deelnemersraad heeft in een extra vergadering in oktober 2007 na uitvoerige en moeizame discussie besloten zich niet tegen dit besluit te verzetten. Ultimo 2007 eindigde de driejarige zittingsperiode van de deelnemersraad en het bestuur dankt de leden van de raad voor hun betrokkenheid bij de gang van zaken bij het fonds in deze periode. De per 1 januari 2008 aangetreden nieuwe deelnemersraad bestaat uit 18 leden, waarvan vier actieven, benoemd door de Centrale Ondernemingsraad Akzo Nobel en 14 pensioengerechtigden, benoemd via rechtstreekse verkiezing onder de pensioengerechtigden van het fonds. Inmiddels heeft een aantal bijeenkomsten plaatsgehad waarin informatie werd gegeven aan de leden van de nieuwe deelnemersraad over de taak en werkwijze van de deelnemersraad, alsook over de pensioenmaterie en de structuur van het fonds. De nieuwe deelnemersraad heeft in 2008 positief geadviseerd over: het jaarverslag 2007 de begroting 2008 Zie het hoofdstuk Personalia voor een overzicht van de zittende deelnemersraadsleden. S TICHTING P ENSIOENFONDS A KZO N OBEL J AARVERSLAG 2007 11

PENSIOENEN ONTWIKKELINGEN De pensioenregeling van Akzo Nobel werd per 1 januari 2006 ingrijpend aangepast als gevolg van de gewijzigde wet- en regelgeving met betrekking tot VUT, Prepensioen en Levensloop, het Financieel Toetsingskader (FTK) en de veranderingen in de wijze van financiering van het fonds. Het reglement werd vóór 1 juli 2006 bij de DNB en de Kennisgroep pensioenen van de Belastingdienst ter goedkeuring aangeboden. Inmiddels zijn de goedkeuringen ontvangen. Ten aanzien van het diensttijdonafhankelijke risico nabestaandenpensioen voor actieve deelnemers, in dienst vóór 1 januari 2001, werd bij het Ministerie van Financiën een aanwijzing aangevraagd en verkregen waardoor dit onderdeel van de regeling ook in de toekomst ongewijzigd kan worden voortgezet voor deze groep. De invoering van de Pensioenwet (PW) heeft in 2007 onder andere geleid tot wijzigingen van de Akzo Nobel pensioenregeling, het pensioenreglement, ABTN, de Statuten, de omvorming van de financieringsovereenkomst tot uitvoeringsovereenkomst en de ontwikkeling van het Uniform Pensioen Overzicht (UPO) en de Startbrief. Met betrekking tot de Akzo Nobel pensioenregeling hebben de sociale partners onder andere het karakter van de regeling bepaald en de Regeling Vrijwillig Pensioensparen (VP) voor wat betreft nieuwe inleg beëindigd met ingang van 1 januari 2008. Voorts is de zorgplicht voor de Beschikbare Premieregeling (BP) uitgebreid aangezien de PW de BP-regeling definieert als een premieovereenkomst met beleggingsvrijheid. Via een collectieve mailing zijn alle bestaande en nieuwe BP-deelnemers met ingang van 1 januari 2008 over de gevolgen van de uitgebreide zorgplicht geïnformeerd. PENSIOENWET Pensioenwet De Pensioenwet (PW) heeft op 1 januari 2007 de Pensioen- en Spaarfondsenwet (PSW) vervangen. Ten aanzien van bepaalde onderdelen uit de PW, met name met betrekking tot communicatie, geldt een uitgestelde werking tot 1 januari 2008. De invoering van de PW is geregeld in de Invoerings- en aanpassingswet Pensioenwet (IPW). De IPW is in werking getreden per 1 januari 2007. De IPW bevat onder andere het overgangsrecht voor de invoering van de PW, de beëindiging van de PSW en de inwerkingtreding van de verschillende artikelen met of zonder uitgestelde werking. De PW heeft als doel om de waarborgen voor financiële zekerheid, individuele zekerheid en uitvoeringszekerheid op een duidelijke wijze vast te leggen. De belangrijkste veranderingen ten opzichte van de PSW kunnen worden samengevat met de begrippen transparantie, communicatie met verzekerden, toezicht en toegang tot de pensioenregeling. Enerzijds is de PW de concretisering van de bestaande pensioenpraktijk, zoals was vastgelegd in de PSW en de met name in de afgelopen jaren ontwikkelde jurisprudentie, anderzijds is een aantal nieuwe verplichtingen van onder andere werkgevers en pensioenuitvoerders opgenomen. De PW heeft als hoofdkenmerken dat zij pensioendeelnemers meer zekerheid biedt over de uitbetaling van hun pensioen en dat adequate voorlichting over pensioen meer aandacht krijgt en daarom wettelijk wordt geregeld. 12 J AARVERSLAG 2007 S TICHTING P ENSIOENFONDS A KZO N OBEL

Transparantie is het kernwoord van de nieuwe wet, vooral voor de deelnemers. Daarnaast wordt in de pensioenovereenkomst, de uitvoeringsovereenkomst en het pensioenreglement de formele relatie tussen werknemer, werkgever en pensioenuitvoerder geregeld. Deze formele relatie kenmerkt zich in de PW door een driehoeksverhouding. De driehoek wordt gevormd door: de pensioenovereenkomst (relatie werknemer-werkgever), de uitvoeringsovereenkomst (relatie werkgever-pensioenuitvoerder) en het pensioenreglement (relatie pensioenuitvoerder-werknemer). Pensioenovereenkomst: De pensioenovereenkomst maakt onderdeel uit van de collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) en is gebaseerd op een overeenkomst tussen Akzo Nobel en de vakorganisaties aangaande pensioen. Pensioenreglement: De inhoud van de pensioenovereenkomst ligt formeel vast in het pensioenreglement dat door het bestuur wordt vastgesteld. In artikel 1.2 van het pensioenreglement staan de voorwaarden voor deelname. Uitvoeringsovereenkomst: De uitvoering van de door Akzo Nobel met de vakorganisaties overeengekomen pensioenafspraken in de pensioenovereenkomst is opgedragen aan het fonds. De afspraken tussen Akzo Nobel en het pensioenfonds aangaande de uitvoering van de pensioenovereenkomst zijn vastgelegd in de uitvoeringsovereenkomst. De invoering van de PW per 1 januari 2007 heeft in 2007 geleid tot een aantal wijzigingen voor het pensioenreglement, de administratieve procedures en de communicatie. Invoering van de zorgplicht voor de Beschikbare Premieregeling (BP) Als gevolg van de PW krijgt het fonds een uitbreiding van de zorgplicht. Deze zorgplicht houdt in dat het fonds grenzen moet stellen aan de beleggingsvrijheid van zijn deelnemers voor de Beschikbare Premieregeling (BP). De BP-regeling is volgens de PW een premieovereenkomst met beleggingsvrijheid, waarvoor vanaf 1 januari 2008 nieuwe voorschriften gelden. Het fonds neemt in beginsel vanaf 1 januari 2008 volledig de beleggingskeuze over, tenzij de deelnemer ervoor kiest zelf de beleggingskeuze te willen blijven maken. Bij beleggingsvrijheid moet het fonds de deelnemer voorlichten over de spreiding van de beleggingen in relatie tot de duur van de periode tot de pensioendatum, waarbij het beleggingsrisico kleiner zou moeten worden naarmate de pensioendatum nadert. Iedere BP-deelnemer is eind 2007 verzocht om een keuze te maken tussen wel of geen beleggingsvrijheid. Vanaf 1 januari 2008 zullen de deelnemers, die voor eigen risico hebben gekozen voor beleggingsvrijheid, worden voorgelicht. S TICHTING P ENSIOENFONDS A KZO N OBEL J AARVERSLAG 2007 13

Regeling Vrijwillig Pensioensparen (VP) De Akzo Nobel pensioenregeling kende tot 1 januari 2008 de mogelijkheid van vrijwillig pensioensparen (de VP-regeling). Deze regeling stond open voor elke deelnemer. Het was mogelijk, via de salarisafrekening, uit eigen middelen fiscaal voordelig te sparen voor een aantal pensioendoelen. Als gevolg van de aanpassing van de pensioenregeling op 1 januari 2006 is de fiscaal toegestane spaarruimte voor de meeste spaarmodules verdwenen met als gevolg dat drie van de vier spaarmodules beëindigd moesten worden. Per 1 januari 2008 geldt dit ook voor de laatste spaarmodule (sparen voor partnerpensioen). Akzo Nobel heeft in overleg met de sociale partners hiertoe besloten. Dit betekent dat vanaf 1 januari 2008 bij het pensioenfonds niet meer vrijwillig gespaard kan worden. De tot eind 2007 gespaarde bedragen blijven bestaan. Over de spaarsaldi wordt blijvend rendement toegekend. De VP-regeling wordt een premieovereenkomst zonder beleggingsvrijheid. De deelnemer kan niet meer zelf zijn beleggingskeuzes maken, maar neemt verplicht deel aan leeftijdsgebonden beleggingsportefeuilles waarvan de risico s afnemen met het toenemen van de leeftijd. Deelnemers aan de VP-regeling zijn individueel over de wijzigingen geïnformeerd. Informatieplicht Pensioenwet Zoals eerder genoemd stelt de PW nieuwe eisen aan het verstrekken van informatie aan deelnemers. Hieronder wordt nader ingegaan op de wijze waarop het fonds zal inspelen op de eisen van de PW. De bepalingen uit de PW die vooral gericht zijn op de communicatie en informatieverstrekking van pensioenfondsen naar verzekerden treden met ingang van 1 januari 2008 in werking. De verplichting om te informeren is aanzienlijk uitgebreid, waarbij het kernwoord transparantie is. De informatieverstrekking zal moeten plaatsvinden in voor de verzekerden duidelijke en begrijpelijke bewoordingen. De toezichthouder Autoriteit Financiële Markten (AFM) ziet hierop toe. De informatieplicht voor pensioenfondsen geldig vanaf 1 januari 2008 is als volgt onder te verdelen naar soort verzekerde: a. Informatieverplichting richting deelnemers (UPO en startbrief). Nieuwe deelnemers ontvangen van het pensioenfonds binnen 3 maanden na indiensttreding een startbrief. In de startbrief wordt onder andere informatie gegeven over de inhoud van de pensioenregeling, informatie over de toeslagverlening (voorheen indexatie) en de mogelijkheid van waardeoverdracht van pensioenaanspraken vanuit een vorige werkgever. Daarna ontvangen deelnemers jaarlijks in de vorm van een Uniform Pensioen Overzicht (UPO) een opgave van onder andere de verworven pensioenaanspraken, de reglementair te bereiken pensioenaanspraken en informatie over de voorwaardelijke toeslagverlening. De UPO is door het pensioenfonds zowel ontwikkeld als verzonden in 2007, de startbrief is ontwikkeld en zal vanaf 1 januari 2008 worden verzonden naar nieuwe deelnemers. b. Informatieverplichting bij beëindiging van de deelneming (uit diensttreding). Bij beëindiging van de deelneming worden de deelnemers geïnformeerd door het pensioenfonds over onder andere de opgebouwde pensioenaanspraken, de voorwaardelijke toeslagverlening en informatie die specifiek van belang is bij de beëindiging van de deelneming (bijvoorbeeld mogelijkheid van waardeoverdracht). Vanaf 1 januari 2008 zal het huidige bewijs van aanspraken door het pensioenfonds zijn aangepast aan de nieuwe normen. c. Informatieverplichting richting gewezen deelnemers ( slapers ) Gewezen deelnemers ontvangen periodiek, ten minste een keer in de vijf jaar, een opgave over de opgebouwde pensioenaanspraken en de voorwaardelijke toeslagverlening. Vanaf 1 januari 2008 zal de huidige vervolgopgave van pensioenaanspraken zijn aangepast aan de nieuwe normen. Deze deelnemers ontvangen de aangepaste vervolgopgave in 2008. 14 J AARVERSLAG 2007 S TICHTING P ENSIOENFONDS A KZO N OBEL

d. Informatieverplichting richting pensioengerechtigden (gepensioneerden en nabestaanden) Pensioengerechtigden worden met ingang van 1 januari 2008 bij pensioeningang en daarna jaarlijks geïnformeerd over de hoogte van het ingegane pensioenrecht, eventueel meeverzekerd opgebouwde nabestaandenpensioen en de voorwaardelijke toeslagverlening. Het betreft hier eveneens een wettelijk vervolg op het door het fonds zelf reeds in 2006 gestarte onderzoek naar de mogelijkheden om pensioengerechtigden op een standaard geautomatiseerde wijze te informeren over met name het meeverzekerde nabestaandenpensioen. e. Informatieverplichting richting gewezen partners Bij scheiding ontvangt de gewezen partner van het pensioenfonds, indien van toepassing, een opgave van de opgebouwde aanspraak op partnerpensioen, informatie over de voorwaardelijke toeslagverlening en informatie die voor de gewezen partner specifiek van belang is. Vervolgens verstrekt het pensioenfonds de gewezen partner ten minste één keer in de vijf jaar een opgave van de opgebouwde aanspraak op partnerpensioen en informatie over de voorwaardelijke toeslagverlening. Met ingang van 1 januari 2008 worden gewezen partners ook periodiek door het pensioenfonds over het bovenstaande geïnformeerd. f. Nationaal Pensioenregister Het Nationaal Pensioenregister zal uiterlijk 1 januari 2011 operationeel worden. Het is nog niet bekend welke informatie het fonds aan dit register moet bijdragen en op welke wijze het fonds de benodigde informatie moet aanleveren. Nadere ontwikkelingen worden afgewacht. g. Indexatielabel De ministeriële regeling over het indexatielabel zal uiterlijk 1 juli 2008 worden gepubliceerd in de Staatscourant. De verplichting voor pensioenuitvoerders om het indexatielabel te integreren in het Uniform Pensioen Overzicht (UPO) is uitgesteld tot 1 januari 2009. Tijdelijke voortzettingen van de Akzo Nobel pensioenregeling Voor een aantal reeds overeengekomen collectieve waardeoverdrachtspopulaties wordt de deelneming aan de Akzo Nobel-pensioenregeling tijdelijk voortgezet, te weten Flexsys Holding BV, VWS MPP Systems BV, Hexion Specialty Chemicals Maastricht BV en APF Achmea. S TICHTING P ENSIOENFONDS A KZO N OBEL J AARVERSLAG 2007 15

HOOFDLIJNEN PENSIOENREGELING 2007 Onderstaande tekst dient in samenhang met het pensioenreglement te worden gelezen. Karakter Akzo Nobel kent een collectieve pensioenregeling bestaande uit een collectieve beschikbare middelloonregeling met een vaste werkgeverspremie (Collectief Defined Contribution regeling) voor iedere medewerker en een individuele beschikbare premieregeling, alleen voor diegenen die een vast jaarsalaris hebben van meer dan 53.554 (2007). In beginsel neemt iedere Akzo Nobel medewerker in Nederland aan de collectieve pensioenregeling deel. Kern van de pensioenregeling is dat de werkgever alleen verantwoordelijk is voor het betalen van een vaste werkgeverspremie. De pensioenaanspraken en -rechten zoals vermeld in de pensioenreglementen en op de pensioenopgaven, gelden daarmee onder voorbehoud van beschikbaarheid van voldoende financiële middelen in het pensioenfonds. De werkgever staat alleen garant voor het betalen van de vaste werkgeverspremie en staat niet garant ingeval sprake is van een financieringstekort in het fonds. Mocht er een tekort ontstaan (volgens de wettelijke en DNB-voorschriften) dan worden de pensioenaanspraken en pensioenrechten van verzekerden op een door het bestuur vast te stellen wijze en rekening houdend met alle belanghebbenden, gekort. De pensioenregeling van Akzo Nobel omvat de volgende pensioensoorten: ouderdomspensioen vanaf 65 jaar nabestaandenpensioen - tijdens actieve deelneming verzekerd op risicobasis - na beëindiging van de actieve deelneming verzekerd door uitruil met ouderdomspensioen - wezenpensioen Anw-vervangend tijdelijk partnerpensioen Arbeidsongeschiktheidspensioen Deze pensioensoorten zijn in het pensioenreglement nader uitgewerkt. De pensioenregeling kent een voorwaardelijke toeslagverlening. Er is geen recht op toeslagverlening en het is ook voor de langere termijn niet zeker of en in hoeverre toeslagverlening zal worden verleend. Dit geldt zowel voor medewerkers in actieve dienst als voor degenen die een pensioenuitkering (gaan) ontvangen uit (gewezen) deelneming. Met ingang van 1 januari 2008 hebben Akzo Nobel en de vakorganisaties het karakter van de pensioenovereenkomst in de zin van de Pensioenwet voor nieuw te verwerven pensioenaanspraken als volgt bepaald: De collectieve middelloonregeling met een vaste werkgeversbijdrage heeft het karakter van een uitkeringsovereenkomst, met inachtneming van de daaraan gekoppelde voorwaarden De individueel beschikbare premieregeling heeft het karakter van een premieovereenkomst. De basis van de pensioenregeling voor (actieve) deelnemers wordt derhalve gevormd door een voorwaardelijk geïndexeerde middelloonregeling en een daarop aansluitende beschikbare premieregeling. Opbouw van pensioenaanspraken en risicodekking De pensioenregeling, zoals deze is vastgesteld in het pensioenreglement, is een geïndexeerde middelloonregeling met een standaard pensioeningangsdatum op 65 jaar waarbij vaste en variabele inkomenscomponenten pensioengevend zijn. 16 J AARVERSLAG 2007 S TICHTING P ENSIOENFONDS A KZO N OBEL

Voor medewerkers geboren vóór 1950 vallend onder overgangsmaatregelen geldt 62 jaar als pensioeningangsdatum. Vanaf het moment van indiensttreding wordt deelgenomen aan de pensioenregeling. De pensioenopbouw ten behoeve van ouderdomspensioen (vanaf 65-jarige leeftijd) bedraagt 2,25% van het pensioengevende inkomen per opbouwjaar onder aftrek van de franchise. De franchise bedraagt: 14.312 (stand per 1 januari 2007) voor medewerkers geboren vóór 1950, vallend onder overgangsmaatregelen. 11.872 (stand per 1 januari 2007) voor overige medewerkers. Boven een vast jaarsalaris van 53.554 (stand per 1 januari 2007), het opbouwgrensbedrag, vindt pensioenopbouw plaats in een beschikbare premieregeling. Het niveau van de beschikbare premie is afgeleid van een pensioenniveau van 2,25% opbouw van het pensioengevende inkomen boven het opbouwgrensbedrag. Tijdens het dienstverband wordt het partnerpensioen op risicobasis verzekerd. Het levenslange partnerpensioen bij overlijden tijdens het dienstverband is op risicobasis verzekerd en bedraagt 1,4% per dienstjaar van het vaste inkomen. Hierbij wordt rekening gehouden met de duur van het huidige dienstverband en van die bij eventuele vorige werkgevers en een maximum van 50% van het verschil tussen het vaste inkomen en de franchise. Actieve deelnemers die in dienst zijn getreden vóór 1 januari 2001 zijn op grond van een overgangsregeling, onafhankelijk van de duur van hun dienstverband(en), altijd verzekerd voor het maximum van 50% van het verschil tussen het vaste inkomen en de franchise. Bij ontslag of pensionering bestaat de mogelijkheid voor gewezen deelnemers een levenslang partnerpensioen te verzekeren door omzetting van een gedeelte van het opgebouwde ouderdomspensioen. Het Anw-vervangend tijdelijk partnerpensioen bedraagt 70% van de van toepassing zijnde franchise. Het wezenpensioen bedraagt voor kinderen van overleden deelnemers 10% van het vaste inkomen. Dit pensioen wordt in beginsel uitgekeerd tot de 18 e verjaardag (eventueel tot 27 jaar indien studerend) van het kind of de kinderen. Voor gewezen deelnemers bestaat een premievrije aanspraak op wezenpensioen. De arbeidsongeschiktheidsregeling bestaat uit de volgende onderdelen: Indien arbeidsongeschiktheid is ontstaan tijdens het dienstverband met Akzo Nobel vindt tot de pensioendatum naar de mate van arbeidsongeschiktheid premievrije voortzetting van de pensioenopbouw overeenkomstig de middelloonregeling en risicoverzekeringen voor nabestaanden plaats. Onder voorwaarden is daarnaast verzekerd een arbeidsongeschiktheidspensioen als aanvulling op de WAO-uitkering tot maximaal 70% van het vaste inkomen als compensatie van het inkomensverlies. Deelnemers die een WIA-uitkering ontvangen zijn alleen bij volledige arbeidsongeschiktheid verzekerd voor arbeidsongeschiktheidspensioen als aanvulling tot 75% van het vaste inkomen. Voorwaardelijke toeslagverlening (indexatie) De toeslagverlening van de pensioenaanspraken als gevolg van de loon- en prijsontwikkelingen is voorwaardelijk. De financiële positie van het fonds speelt hierbij een belangrijke rol, waarbij het bestuur bij een besluit tot toeslagverlening rekening houdt met de vermogenspositie. Ook de verwachte toekomstige ontwikkelingen op het gebied van rente, economie en uitkeringen worden in het besluit tot wel of geen toeslagverlening betrokken. S TICHTING P ENSIOENFONDS A KZO N OBEL J AARVERSLAG 2007 17

Het fonds probeert de opgebouwde pensioenaanspraken van deelnemers aan de pensioenregeling aan te passen op basis van de algemene loonindex van Akzo Nobel met inachtneming van het bepaalde in artikel 2.6 van het geldende pensioenreglement. Er is geen recht op aanpassing en het is voor de langere termijn niet zeker of en in hoeverre aanpassing zal plaatsvinden. De toezegging van de aanpassing is voorwaardelijk. De aanpassing is mede afhankelijk van de aanwezigheid van een reserve toeslag voor actieve deelnemers en van de vermogenspositie van het fonds. Onder de algemene loonindex vallen uitsluitend de inkomensverhogingen die door de directie Akzo Nobel als algemeen worden aangemerkt. Na beëindiging van het deelnemerschap probeert het fonds de opgebouwde pensioenaanspraken en ingegane pensioenrechten aan te passen op basis van de consumentenprijsindex 'CPI alle huishoudens, totaal' over de periode septemberseptember met inachtneming van het bepaalde in artikel 2.7 van het geldende pensioenreglement. Er is geen recht op aanpassing en het is voor de langere termijn niet zeker of en in hoeverre aanpassing zal plaatsvinden. De toezegging van de aanpassing is voorwaardelijk. De aanpassing is mede afhankelijk van de vermogenspositie van het fonds. Voor toekomstige aanpassingen is geen voorziening gevormd en wordt geen premie betaald. Flexibele elementen in de pensioenregeling In de pensioenregeling wordt een aantal keuzemogelijkheden geboden zoals: het verzekeren van een partnerpensioen op ontslagdatum door het afzien van een deel van het ouderdomspensioen (uitruil); het beleggen van de beschikbare premie in beleggingsportefeuilles met verschillende risicoprofielen; het genieten van maximaal 40% van de beschikbare premie als loon; volledig of gedeeltelijk pensioneren vanaf de 60-jarige leeftijd; het variëren van de hoogte van de pensioenuitkering. WAARDERING PENSIOENVERPLICHTINGEN Herziening actuariële grondslagen Bij de afsluiting van het boekjaar 2006 werden de pensioenverplichtingen gewaardeerd op basis van de destijds meest recent gepubliceerde overlevingstafels GBM en GBV met waarnemingsperiode 1995-2000. Deze overlevingstafels werden toegepast met een leeftijdscorrectie van -1 jaar. Begin 2007 heeft het Actuarieel Genootschap de nieuwe overlevingstafels GBM en GBV, waarnemingsperiode 2000-2005, gepubliceerd. Verder heeft het actuariaat van APF Achmea in 2007 een uitgebreid onderzoek gedaan naar de voor waardering van de pensioenverplichtingen benodigde actuariële grondslagen. Naar aanleiding van de resultaten van dat onderzoek heeft het bestuur tijdens de eindejaarsvergadering van 27 november 2007 besloten de pensioenverplichtingen vanaf 31 december 2007 te gaan waarderen op basis van de overlevingstafels GBM/V 2000-2005, onder toepassing van -2 jaar leeftijdscorrectie. De hieraan verbonden lasten bedroegen 74 mln respectievelijk 102 mln. De partnerfrequenties ten behoeve van latent partnerpensioen en ongehuwdenpensioen zijn eveneens aangepast. Dit leidde tot een vermindering van de pensioenverplichting met 13 mln. De totale kosten van de aanpassing van de grondslagen voor de voorziening pensioenverplichtingen bedroegen hiermee 163 mln. Tevens heeft het bestuur besloten de opslag voor sterftetrendontwikkeling te verhogen van 2,5% naar 3,5% van de nominale pensioenverplichtingen. 18 J AARVERSLAG 2007 S TICHTING P ENSIOENFONDS A KZO N OBEL

De overgang naar nieuwe overlevingstafels en de bijstelling van de leeftijdscorrectie, zoals aangegeven in de vorige paragraaf, leiden tot een verhoging van de VPV met 5,5%. De overgang naar nieuwe partnerfrequenties verlaagt de VPV met 0,4%. Per saldo stijgt de VPV met 5,1%. Als gevolg van de overgang naar de overlevingstafels 2000-2005 met een leeftijdscorrectie van -2 jaar wijzigen ook de tarieven voor afkoop, pensioenuitruil en inkoop van pensioen uit de beschikbare premieregeling (BP regeling) en de regeling vrijwillig pensioensparen (VP regeling). Voor hetzelfde BP- of VP-kapitaal kan op basis van de nieuwe tarieven minder pensioen worden ingekocht. Omdat het effect van de invoering van de nieuwe overlevingstafels in combinatie met de bijstelling van de leeftijdscorrectie een zeer negatief effect heeft op uit BP- of VP-kapitaal in te kopen pensioen, heeft het bestuur besloten dit effect eenmalig te neutraliseren door de BP- en VP-kapitalen zodanig te verhogen dat de pensioenuitkomst door de overgang naar nieuwe tarieven niet wordt aangetast. De verhoging van de kapitalen wordt bekostigd uit de algemene reserve. Toeslagverlening De per 1 januari 2008 toe te kennen toeslag van 3% (1,3% gebaseerd op CPI- alle huishoudens en een extra toeslag van 1,7%) voor gepensioneerden en verzekerden met een premievrije aanspraak is in het boekjaar 2007 verantwoord in de voorziening pensioenverplichtingen. Naast de verhoging per 1 juni 2007 van 3% is ook de per 1 april 2008 toe te kennen CAO loonindexatie van 3% voor actieve deelnemers in dit boekjaar verantwoord. Ontwikkeling aantallen verzekerden Onderstaand overzicht geeft een inzicht in het verloop van het aantal verzekerden in 2007. Deelnemers Verzekerden met premievrije aanspraken Pensioentrekkenden: ouderdomspensioen Pensioentrekkenden: partnerpensioen Pensioentrekkenden: overige Stand per 1 januari 2007 12.070 18.734 12.022 6.851 692 Toetreding in dienst in 2007 854 Arbeidsongeschiktheid 14 Pensionering -229-945 1.174 Afname door overlijden Toename door overlijden Vertrek met premievrije aanspraak Afname door afkoop <1 jaar, (r)emigratie e.d. Vertrek met waardeoverdracht Collectieve uittreding -23-80 -510-374 379-675 675-2 -276-4 19-301 -57-8 Beëindiging wezen- en/of invaliditeitspensioen Andere oorzaken -5-37 -63-11 Totaal mutaties -78-665 300-63 -48 Stand per 31 december 2007 11.992 18.069 12.322 6.788 644-78 9 S TICHTING P ENSIOENFONDS A KZO N OBEL J AARVERSLAG 2007 19

VOORZIENING PENSIOENVERPLICHTINGEN Onderstaande tabel geeft de ontwikkeling van de voorziening pensioenverplichtingen per jaareinde weer. Voorziening pensioenverplichtingen (in EUR mln) 2005*) 2004 2003 Deelnemers 736 750 842 891 872 Verzekerden met premievrije aanspraken Pensioentrekkenden: - ouderdomspensioen - arbeidsongeschiktheidspensioen - partnerpensioen - wezenpensioen 345 384 429 340 342 1.716 19 453 3 1.618 20 436 3 1.634 20 457 3 1.492 20 432 3 1.368 19 411 3 Overige technische voorzieningen 155 121 106 55 47 Totaal 3.427 3.332 3.491 3.233 3.062 *) Vanaf 2006 zijn de pensioenverplichtingen gewaardeerd op marktwaarde in plaats van op 4% rekenrente. Vergelijkende cijfers over boekjaar 2005 zijn aangepast. 20 J AARVERSLAG 2007 S TICHTING P ENSIOENFONDS A KZO N OBEL

BELEGGINGEN ECONOMIE EN OMGEVINGSFACTOREN De groei van de economie liet wereldwijd een wisselend beeld zien. Anders dan vorige jaren waren er geen grote achterblijvers. De Amerikaanse economie had in 2007 last van afkoeling op de huizenmarkt. Hierdoor nam de verwachte groei af van 3,3% in 2006 naar 2,2% in 2007 (consensusverwachtingen). De economieën van de Emerging Markets continueerden hoge groeicijfers (ongeveer 8% in 2007). Japan groeide naar verwachting met 1,9% in 2007. In Europa werd de positieve lijn uit 2006 doorgetrokken, al nam de economische groei in de loop van 2007 af. Herstructureringen, die bijvoorbeeld in Duitsland werden doorgevoerd, lijken hun vruchten af te werpen. De werkloosheid in Europa liet in 2007 een verder dalende trend zien. Per saldo werd een groei van 2,6% in de Eurozone voor 2007 verwacht. Ondanks afnemende economische groei en dalende huizenprijzen steeg de inflatie in de VS tot 4,1%. Deze werd met name veroorzaakt door toegenomen loonkosten en door toegenomen grondstofprijzen. Zo steeg de olieprijs tot bijna USD 100. Ook in Europa en Japan steeg de inflatie tot respectievelijk 3,1% en 0,6%. De tweede helft van 2007 stond in het teken van de kredietcrisis. De problemen op de Amerikaanse hypotheekmarkt kregen vat op andere beleggingscategorieën. Er vond een complete herwaardering van risico s plaats waardoor vooral gestructureerde producten met een financiële hefboom werden getroffen. De liquiditeit droogde nagenoeg op in dit segment van de markt. Er konden geen betrouwbare waarderingen voor de producten afgegeven worden. Grote onzekerheid was er over hoe groot de schade uiteindelijk zou zijn en welke (financiële) partijen het zwaarst getroffen zouden worden. Dat leidde tot een forse stijging in interbancaire geldmarkttarieven en een vlucht naar veilig staatspapier. Uiteindelijk hebben centrale banken wereldwijd ingegrepen om het financiële systeem van liquiditeit te voorzien. Per ultimo november 2007 is voor ongeveer USD 60 miljard aan verliezen gerapporteerd door financiële instellingen. De verwachting is dat dit bedrag nog verder oploopt. Schattingen over de totale verliezen, bij zowel financiële instellingen als institutionele beleggers, lopen uiteen van circa USD 100 tot 500 miljard. De kredietcrisis was bepalend voor het monetaire beleid van centrale banken in 2007. De Federal Reserve (Fed) in de VS zag zich gedwongen de korte beleidsrente in het derde en vierde kwartaal te verlagen van 5,25% naar 4,25%. Dit om eventuele toekomstige effecten van de kredietcrisis op de economische groei te beperken. De Europese Centrale Bank (ECB) heeft de korte beleidsrente verhoogd tot 4% in de eerste helft van 2007. Verdere verhogingen zijn voorlopig uitgesteld door de crisissituatie op de financiële markten. De focus van de ECB is wel nog steeds gericht op het verhogen van de rente om de inflatie (verwachting) in toom te houden. In 2007 verloren zowel de Amerikaanse dollar (USD) als het Britse pond (GBP) in waarde ten opzichte van de euro (EUR). In zowel de VS als het VK werd de korte beleidsrente verlaagd in de tweede helft van 2007 terwijl de ECB deze constant hield waardoor het renteverschil kleiner werd. In de eerste helft van 2007 daalde de Japanse yen (JPY) nog in waarde ten opzichte van de EUR maar tijdens de kredietcrisis draaide deze trend. Per saldo verzwakte de JPY licht ten opzichte van de EUR gedurende 2007. S TICHTING P ENSIOENFONDS A KZO N OBEL J AARVERSLAG 2007 21