Kleinschalig Ondernemen 2006. Structuur en ontwikkeling van het Nederlandse MKB



Vergelijkbare documenten
Kleinschalig Ondernemen Structuur en ontwikkeling van het Nederlandse MKB

Kleinschalig Ondernemen Structuur en Ontwikkeling van het Nederlandse MKB

Kleinschalig Ondernemen Structuur en ontwikkeling van het Nederlandse MKB

Stemming onder ondernemers in het MKB

Kleinschalig Ondernemen Structuur en Ontwikkeling van het Nederlandse MKB

De Watersector Exportindex (WEX)

MKB-index april 2017

Stemming onder ondernemers in het MKB

De Watersector Exportindex (WEX)

Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid

Kleinschalig Ondernemen 2013

BNA Conjunctuurmeting

M Algemeen beeld van het MKB in de marktsector in 2010 en 2011

Algemeen beeld van het MKB in 2015

Exportontwikkeling van het industriële MKB

MKB in regionaal perspectief 2006

Conjunctuurpeiling BNA. Voorjaar René Vogels

M Starters en de markt. drs. A. Bruins drs. D. Snel

Kunnen MKB-ondernemers de weg nog vinden? Veranderingen in de sociale zekerheid

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Fryslân

Conjunctuurpeiling BNA Voorjaar 2015

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Zeeland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Gelderland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Drenthe

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Zuid-Holland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Limburg

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Flevoland

Algemeen beeld van het MKB in de. marktsector in 2013 en Update juni. drs. K.L. Bangma drs. D. Snel

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Noord-Holland

De stand van Mediation in Nederland

Derde kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Gelderland

Algemeen beeld van het MKB in de marktsector in 2010 en 2011

Kengetallen ondernemerschap

De oudere starter in Nederland Quick Service

Belasting over de winst verdeeld naar sector en grootteklasse

Algemeen beeld van het MKB in de marktsector in 2012 en 2013

Brancheonderzoek BNA. Conjunctuurpeiling voorjaar Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten

Brancheonderzoek BNA. Conjunctuurmeting oktober Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten

Saldo economisch klimaat. Q (verwacht) -39,8

Uitgevoerd in opdracht van. Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2013 Provincies

Conjunctuurenquête Nederland

Kostenontwikkeling binnenvaart 2015 en raming 2016

Kleinschalig Ondernemen 2003

Aanscherpingen glijdende schaal. Geschatte resultaten van recente en voorgenomen aanscherpingen. Samenvatting

Ergernissen van ondernemers in het MKB Minirapportage

Conjunctuurenquête Nederland. Tweede kwartaal Bedrijfsleven onveranderd positief

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie groeit 2,9 procent in Economische groei vierde kwartaal 2,7 procent

Middellangetermijn ontwikkeling MKB

Bouwers en hun gemeente

Starters zien door de wolken toch de zon

Samenvatting UWV Arbeidsmarktprognose Met een doorkijk naar 2018

Exportprestaties van het industriële MKB in 2003

61e Ondernemerspanel. MKB-Nederland TNS NIPO

Tweede kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Zeeland

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Universiteit van Amsterdam, INTT

Dienstensector houdt vertrouwen

Vertrouwen in eigen bedrijf keldert Ondernemersvertrouwen door de jaren heen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie groeit 3,5 procent in Economische groei vierde kwartaal liefst 4,4 procent

Bijdrage van buitenlandse werknemers aan innovatie in het MKB. drs. A. Bruins T. Span MSc drs. P. Gibcus

M Na regen komt? De MKB-ondernemer als weerman van het economische klimaat. A. Ruis

Conjunctuurenquête Nederland. Tweede kwartaal Coenrapportomslag eerstekwartaal.indd 1

Kleinschalig Ondernemen Structuur en ontwikkeling van het Nederlandse MKB

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Vooral opwaartse bijstelling overheidsconsumptie. Kwartaal-op-kwartaalgroei 0,6 procent

Algemeen beeld van het MKB in de marktsector in 2014 en 2015

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economische groei valt terug

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Accessio Inburgering

Tevredenheidsonderzoek Heliomare

Derde kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Nederland totaal

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Hogeschool Inholland Amsterdam/Diemen

COEN in het kort. Inhoud rapport. Toelichting. Nederland. Herstel komt in zicht. Conjunctuurenquête Nederland I rapport vierde kwartaal 2014

Conjunctuurenquête Nederland

Tevredenheidsonderzoek Fox AOB

Conjunctuurenquête Nederland. Vierde kwartaal 2015

Export- en Importindex MKB

Vierde kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Zeeland

Flashraming CBS: export zorgt voor economische groei

CBS: economie krimpt door lager gasverbruik

Benchmark klanten Qredits

VBO Woonindex. Tweede kwartaal drs. P. Rosenboom

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie krimpt 4,5 procent in eerste kwartaal 2009

Stijging van export en exportkansen in industrie, diensten en groothandel

Tevredenheidsonderzoek Jobcoach organisatie Trace Daelzicht

Van goede naar betere dienstverlening. Tevredenheids- en behoefteonderzoek voor het Vervangingsfonds en Participatiefonds

Vergrijzing MKB-ondernemers zet bedrijfsprestaties onder druk

Conjunctuurenquête Nederland. Eerste kwartaal 2016

ISBN :

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economische groei derde kwartaal 2008 vertraagt tot 1,8 procent

Coen in het kort. Inhoud rapportage. Toelichting. Provincie Limburg. Negatief beeld bij alle indicatoren

Persbericht. Economie groeit 0,9 procent in eerste kwartaal Centraal Bureau voor de Statistiek. Kwartaal-op-kwartaalgroei aangetrokken

Conjunctuurenquête Nederland. Derde kwartaal Vertrouwen bedrijfsleven neemt toe

Zoetermeer, 28 februari 2018

Financieringsproblemen in de binnenvaart

MKB in regionaal perspectief

Conjunctuur enquête. Technologische Industrie Nederland

Effecten BTW-verandering op het. gedrag van consumenten in de. Schilders- en stukadoorsbranche. drs. K.L. Bangma drs. D. Snel

Global Entrepreneurship Monitor 2002

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Hogeschool van Amsterdam

Conjunctuurenquête Nederland. Eerste kwartaal Vertrouwen ondernemers verder toegenomen

M MKB in de lift. Innovatie is de weg uit de crisis

Transcriptie:

Kleinschalig Ondernemen 2006 Structuur en ontwikkeling van het Nederlandse MKB Zoetermeer, juni 2006

ISBN: 90-371-0969-1 Bestelnummer: A200604 Prijs: 60,- Dit onderzoek maakt deel uit van het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap, dat wordt gefinancierd door het Ministerie van Economische Zaken. Voor alle informatie over MKB en Ondernemerschap: www.eim.nl/mkb-en-ondernemerschap. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM bv. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en boeken is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld. Vermenigvuldigen en/of openbaarmaking in welke vorm ook, alsmede opslag in een retrieval system, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van EIM bv. EIM bv aanvaardt geen aansprakelijkheid voor drukfouten en/of andere onvolkomenheden. The responsibility for the contents of this report lies with EIM bv. Quoting numbers or text in papers, essays and books is permitted only when the source is clearly mentioned. No part of this publication may be copied and/or published in any form or by any means, or stored in a retrieval system, without the prior written permission of EIM bv. EIM bv does not accept responsibility for printing errors and/or other imperfections. 2

Inhoudsopgave Samenvatting 5 1 Inleiding 9 2 Structuurbeeld MKB 11 2.1 Algemeen beeld van het MKB 11 2.2 Ondernemingen 12 2.3 Afzetmarkten 13 2.4 Werkgelegenheid 17 2.5 Inkomensvorming 19 3 Stemming onder ondernemers in het MKB 23 3.1 Vertrouwen in de economie en het economische beleid 23 3.2 Verwachtingen voor eigen bedrijfsprestaties 25 3.3 Stemming naar sector 27 4 Ondernemingen 29 4.1 Ontwikkeling van het aantal ondernemingen 29 4.2 Ontwikkeling van het aantal ondernemingen naar sector 29 5 Afzetontwikkeling in het MKB 33 5.1 Afzetontwikkeling 33 5.2 Buitenlandse afzetontwikkeling 33 5.3 Binnenlandse afzetgroei 35 6 Werkgelegenheid 39 6.1 Ontwikkeling werkgelegenheid in het MKB 39 6.2 De werkgelegenheid van werknemers en zelfstandigen 39 6.3 De werkgelegenheid naar sector 40 6.4 Werkgelegenheid naar grootteklasse 42 6.5 Vacatures, arbeidsaanbod en werkloosheid 43 7 Kosten-, prijs- en winstontwikkeling 45 7.1 Kostenstructuur 45 7.2 Ontwikkeling van de kostprijs en afzetprijs 46 7.3 Winstgevendheid 49 8 Inkomens van zelfstandigen en directeurengrootaandeelhouders 51 8.1 Ontwikkelingen wet- en regelgeving 51 8.2 Inkomensontwikkeling zelfstandigen 54 8.3 Inkomensontwikkeling directeuren-grootaandeelhouders (dga s) 57 3

9 Investeringen 61 9.1 Investeringsbereidheid van ondernemers 61 9.2 De investeringen in het MKB 63 10 Financiering 67 10.1 Activastructuur 67 10.2 Vermogensstructuur 69 10.3 Kengetallen 70 Bijlagen I Kerngegevens 77 II Uitgebreide inkomenstrajecten zelfstandigen en directeurengrootaandeelhouders 101 III Definitie gehanteerde begrippen 103 4

Samenvatting In de publicatie Kleinschalig Ondernemen 2006 wordt een beeld gegeven van de structuur en economische ontwikkeling in het bedrijfsleven, verdeeld naar grootteklassen en sectoren. Het midden- en kleinbedrijf (MKB) staat hierbij centraal. In Kleinschalig Ondernemen worden de ontwikkelingen van afzet, werkgelegenheid, winstgevendheid en investeringen bij het MKB besproken. Andere onderwerpen die aan bod komen, zijn de ontwikkeling van het aantal ondernemingen, de inkomensontwikkeling van ondernemers en de financiering van het MKB. Tabel 1 geeft een overzicht van de belangrijkste kerngegevens voor het MKB. tabel 1 Kerngegevens MKB, 2004-2007 2004 2005 2006 2007 Niveau (x mld. euro) Volumemutaties t.o.v. voorafgaand jaar in % omzet 554 1,50 3,25 3,50 afzet 363 1,25 2,75 3,00 waarvan: - buitenlandse afzet 66 3,50 4,75 5,25 - binnenlandse afzet 297 0,50 2,25 2,50 bruto toegevoegde waarde 169 1,50 3,00 3,25 loonsom 88-1,00 1,25 2,25 arbeidsproductiviteit (x 1.000 euro) 58 2,50 1,75 1,25 Mutaties t.o.v. voorafgaand jaar in % overige gegevens besteedbaar inkomen zelfstandigen (x 1.000 euro in 2005) 22,2 6,00 3,25 besteedbaar inkomen DGA's (x 1.000 euro in 2005) 36,6 2,00 2,25 winst uit onderneming (nominaal) 47 5,50 8,75 6,00 Niveau (x 1.000) Mutaties t.o.v. voorafgaand jaar (x 1.000) arbeidsvolume MKB 2.951-27 30 54 aantal banen MKB 3.642-22 47 75 wv: werknemers 2.788-26 41 67 zelfstandigen 854 4 7 8 Bron: Prognose kerngegevens MKB; Inkomens van ondernemers. Vertrouwen van ondernemers neemt verder toe In het voorjaar van 2006 is gebleken dat het vertrouwen in de economie onder ondernemers in het MKB verder is toegenomen. Het aantal ondernemers dat zegt (enigszins) vertrouwen te hebben in de Nederlandse economie is dit voorjaar, in vergelijking met het voorjaar van 2005, gestegen van 80% naar 85%. Vanaf 2004 is het ondernemersvertrouwen ieder jaar flink toegenomen. Door het ingezette economische herstel kijken ondernemers ook positiever naar het economische beleid. Ongeveer 60% van de on- 5

dernemers geeft aan (enigszins) positief gestemd te zijn over het economische beleid. De drie jaren daarvoor was dit rond de helft van de ondernemers. Over de eigen bedrijfsprestaties zijn ondernemers dit jaar optimistischer dan vorig jaar. Dit geldt zowel voor de omzet, de winst als de werkgelegenheid. Zo verwachte de helft van de MKB-ondernemers in 2005 een omzetgroei. Dit jaar is het percentage ondernemers dat een omzetstijging voorziet toegenomen naar 57%. Bijna de helft van de ondernemers had begin 2005 positieve verwachtingen over de winst. Voor dit jaar verwacht 55% van de MKB-ondernemers een toename van de winst. Vooral in de bouw, groothandel, transportsector en zakelijke dienstverlening zijn ondernemers optimistisch. In de op de consument gerichte sectoren, zoals de detailhandel, de horeca en de autosector, zijn ondernemers iets minder optimistisch. Flinke groei aantal ondernemingen De groei van het aantal ondernemingen bedraagt dit jaar 2,75%. Enerzijds is deze groei het gevolg van de economische groei, de toenemende vraag naar dienstverlening en het overheidsbeleid richting starters. Anderzijds hebben de reorganisaties van bedrijven en (dreigende) werkloosheid veel mensen ertoe gezet een eigen bedrijf op te richten. Dit laatste effect speelt volgend jaar geen rol meer, zodat in 2007 de groei van het aantal ondernemingen afzwakt tot 2%. Vooral in de bouw en de financiële en zakelijke dienstverlening groeit het aantal bedrijven het hardst. Door de lage toetredingsdrempels is het eenvoudig om als zelfstandige in deze sectoren te starten. De schaalvergroting remt de groei van het aantal ondernemingen in de industrie, groothandel en detailhandel. Schaalvergroting doet de marktmacht van grotere bedrijven toenemen, waardoor het voor starters lastiger wordt om te concurreren. Groei buitenlandse en binnenlandse afzet De afzet van het Nederlandse MKB ontwikkelt zich dit jaar en volgend jaar gunstig met een groei van respectievelijk 2,75% en 3,0%. Hierbij neemt de buitenlandse afzet sterker toe dan de binnenlandse afzet. Vooral de sterk aantrekkende economische groei in de Europese landen draagt bij aan de groei van de buitenlandse afzet. Het industriële MKB profiteert sterk van de aantrekkende Europese groei, waardoor de export belangrijk kan toenemen. Ook de groothandel zal een forse exportgroei realiseren. Deze groei is mede te danken aan een sterke groei van de wederuitvoer. Zo vervult de Nederlandse groothandel voor Europa een belangrijke distributierol van goederen die uit China komen. Een andere sector die sterk voordeel heeft van de exportgroei is de transportsector. In het bijzonder het internationale goederenwegvervoer kan dit jaar belangrijk in afzet toenemen. De aantrekkende Nederlandse economie doet de investeringsafzet toenemen, waardoor de bouwproductie dit jaar sterk toeneemt. Vooral de groei van investeringen in nieuwe kantoorpanden en de toename van de bouw van woningen draagt bij aan de groei van de bouwproductie. De afzet van de op de consument gerichte sectoren, zoals de detailhandel, horeca en autosector, zal toenemen. De afzetgroei zal wel achterblijven bij de gemiddelde groei van de afzetgroei in het MKB. De afzetgroei in de genoemde sectoren hangt samen met de toename van de particuliere consumptie. Deze neemt dit jaar toe met 1,25% en wordt mogelijk gemaakt door een stijging van het gemiddelde inkomen en een verbete- 6

ring van de vermogenspositie van gezinnen. Bovendien neemt het consumentenvertrouwen belangrijk toe. Door de verbetering van het economisch klimaat, ervaren consumenten een grotere baanzekerheid en daarmee ook een grotere zekerheid over het eigen inkomen. Ook de op zakelijke afzet gerichte sectoren nemen in afzet belangrijk toe. Zo neemt de afzet van het MKB in de financiële en zakelijke diensten dit jaar met 3% fors toe. Zo is er een sterke vraag naar informaticadiensten. Uitzendbureaus profiteren sterk van de toenemende bedrijvigheid. Bedrijven nemen doorgaans eerst flexibel personeel aan voordat vast personeel in dienst komt. Groei van de werkgelegenheid De werkgelegenheid in het MKB neemt dit jaar weer toe. Het aantal banen zal met bijna 50.000 groeien (1,25%). Hierbij neemt de arbeidsproductiviteit toe met 1,75%. Vorig jaar daalde het aantal banen nog met 20.000. Hiermee lijkt een einde te zijn gekomen aan allerlei saneringen. Bedrijven hebben de werkgelegenheid binnen hun organisatie weer op orde, en zijn nu door de aantrekkende economie weer op zoek naar personeel. Het MKB blijft in de werkgelegenheidsontwikkeling enigszins achter bij het grootbedrijf. Dit heeft te maken met een gunstiger afzetontwikkeling van het grootbedrijf. Door een grotere exportgerichtheid profiteert het grootbedrijf eerder van de huidige Nederlandse exportgroei. De werkgelegenheidsontwikkeling tussen de MKB-sectoren verschilt onderling. Vooral in de bouw en groothandel is de werkgelegenheidsgroei hoog. Ook de zakelijke dienstverlening laat een behoorlijke groei zien. De op de consument gerichte sectoren zoals de detailhandel en de horeca, dragen weinig of niet bij aan de werkgelegenheidsgroei. In de industrie is nog altijd sprake van krimp van de werkgelegenheid, al is deze krimp beduidend minder dan in voorgaande jaren. Winsten nemen toe De winstgevendheid van het MKB ontwikkelt zich voorspoedig. Dit jaar neemt de winst met 8,75% toe en volgend jaar met 6%. Dankzij een gunstige afzetontwikkeling, een goede kostenbeheersing en een beperkte loonkostenontwikkeling zal de winstgroei gunstig zijn. De sterkste winststijgingen doen zich dit jaar voor in de financiële en zakelijke diensten en de bouw. De sterk op consumptieve bestedingen gerichte sectoren zoals de detailhandel en horeca, blijven in hun winstontwikkeling achter bij de andere sectoren. In de detailhandel zet de sterke onderlinge concurrentie de marges onder druk. Inkomens zelfstandigen en DGA's Door de gunstige winstontwikkeling in het MKB, neemt het besteedbaar inkomen van ondernemers dit jaar toe. Het besteedbaar inkomen van zelfstandigen neemt dit jaar met 6,0% toe en voor directeuren-grootaandeelhouders (dga's) met 2,0%. De invoering van het nieuwe zorgstelsel heeft per saldo een negatief effect op het gemiddeld besteedbaar inkomen van ondernemers. Fiscale ontwikkelingen hebben vooral bij de dga's een negatief effect op het besteedbaar inkomen. 7

Forse groei van de investeringen Ondanks de groeiende winsten en de toenemende afzet, neemt het aantal ondernemers in het MKB met investeringsplannen slechts in beperkte mate toe. In het voorjaar van 2006 heeft 65% investeringsplannen. Een jaar eerder was dit 63%. De ondernemers stellen zich terughoudender op dan de vooruitzichten lijken te rechtvaardigen. De investeringsgroei voor 2006 wordt geraamd op 5%, waarbij een groot deel van deze groei veroorzaakt wordt door de bouw van nieuwe kantoorpanden. Volgend jaar zullen de investeringen met ruim 8% sterker toenemen dan dit jaar. Dan zullen er meer ondernemers zijn die tegen de grenzen aankomen van hun bezettingsgraad. Dit maakt aanvullende investeringen noodzakelijk. 8

1 Inleiding In de publicatie Kleinschalig Ondernemen 2006 wordt een beeld gegeven van de structuur en economische ontwikkeling in het Nederlandse bedrijfsleven, verdeeld naar grootteklassen. Het midden- en kleinbedrijf (MKB) staat hierbij centraal. Doel De informatie in Kleinschalig Ondernemen 2006 is bestemd voor allen die op een of andere wijze betrokken zijn bij de besluitvorming binnen de overheid of het georganiseerde bedrijfsleven. Het geeft hen zicht op de ontwikkelingen in het MKB in het kader van de actuele macro-economische prognoses van het CPB. Kader Zowel in het voorjaar als in het najaar maakt EIM prognoses van het Nederlandse MKB. De voorjaarsprognoses van het MKB passen binnen het kader van het Centraal Economisch Plan 2006 van het CPB 1. In Kleinschalig Ondernemen worden de ontwikkelingen van afzet, werkgelegenheid, kosten, prijzen en winstgevendheid bij kleine en middelgrote bedrijven besproken. Andere ontwikkelingen waarop in deze publicatie wordt ingegaan, zijn de inkomensontwikkeling van zelfstandige ondernemers, investeringen door en financiering van het MKB. De belangrijkste ontwikkelingen worden ook op sectoraal niveau besproken. Naast de sectorinformatie die in dit rapport is gegeven, publiceert EIM ook 'Ondernemen in de Sectoren' waarin uitgebreidere sectoranalyses worden gegeven. Deze publicatie verschijnt in het najaar en is gebaseerd op de najaarsprognoses van EIM. Data Bij het bepalen van de prognoses, zoals in dit rapport genoemd, is gebruik gemaakt van diverse modellen. Voor de algemene MKB-prognoses en de sectorprognoses is het model PRISMA-K gebruikt. Dit is een sectormodel naar grootteklasse voor de korte en middellange termijn, waarmee onder andere exploitatiegegevens en werkgelegenheidsgegevens geraamd worden. In het rapport worden gegevens die afkomstig zijn uit het PRISMA-K-model aangeduid met 'prognose kerngegevens MKB'. Ook is gebruik gemaakt van het FAMOS-model. Dit is een model waarmee de financiële positie van MKB-sectoren in kaart gebracht kan worden. In dit rapport worden gegevens die afkomstig zijn uit het FAMOS-model aangeduid met 'financiering MKB'. Tevens is het model BRUNET gebruikt. Met dit model wordt het actuele gemiddelde inkomenstraject van zelfstandigen berekend. In dit rapport worden gegevens die afkomstig zijn uit het BRUNET-model aangeduid met 'inkomens van ondernemers'. Ten slotte is gebruik gemaakt van het MKB-Beleidspanel. Dit is een panel van 2.000 ondernemers. Dit panel is gebruikt om de stemming onder MKB-ondernemers ten aanzien 1 Zie voor een aantal van deze gegevens: Centraal Planbureau, Centraal Economisch Plan 2006, Den Haag. 9

van de Nederlandse economie weer te geven. In dit rapport worden gegevens die afkomstig zijn uit dit panel aangeduid met 'MKB-Beleidspanel' De berekeningen met de diverse modellen zijn half april afgesloten. Data die hierna beschikbaar zijn gekomen, zijn niet meegenomen in de rapportage. De metingen onder het MKB-Beleidspanel zijn gehouden in de periode eind maart tot en met half april. Leeswijzer Het rapport is als volgt ingedeeld. In hoofdstuk 2 wordt een structuurbeeld gegeven van het midden- en kleinbedrijf. In de overige hoofdstukken wordt ingegaan op de economische ontwikkelingen, waarbij in hoofdstuk 3 besproken wordt hoe ondernemers de huidige stand van de economie ervaren. In hoofdstuk 4 komt de ondernemingendynamiek aan de orde. Vervolgens wordt in hoofdstuk 5 ingegaan op de afzetontwikkeling in het MKB, in hoofdstuk 6 op de werkgelegenheidsontwikkeling en in hoofdstuk 7 op de ontwikkeling van kosten en winst in het MKB. In hoofdstuk 8 wordt hierbij tevens een inkomensbeeld gegeven van zelfstandigen en directeuren-grootaandeelhouders (dga's) in het MKB. In hoofdstuk 9 komen de (verwachte) investeringen door MKB-bedrijven aan de orde en in hoofdstuk 10 wordt de financiële positie van het MKB besproken. In de bijlagen bij dit rapport wordt informatie gegeven over omzet, afzet, werkgelegenheid, arbeidsproductiviteit en winst in de periode 2004-2007. Verder wordt, aanvullend op hoofdstuk 8, een gedetailleerd bruto-nettotraject voor het inkomen van zelfstandigen en directeuren-grootaandeelhouders gegeven. 10

2 Structuurbeeld MKB In dit hoofdstuk wordt een beknopt beeld geschetst van de structuur van het MKB. Daarbij wordt onder andere de structuur van het MKB afgezet tegen die van het grootbedrijf. Als eerste volgt een algemene beschrijving van de structuur van het MKB. Daarna komen achtereenvolgens de volgende onderwerpen aan bod: het aantal ondernemingen, de afzetmarkten van het MKB, werkgelegenheid en inkomensvorming in het MKB. Genoemde onderwerpen komen verderop in dit rapport uitgebreider aan de orde, waarbij de recente ontwikkelingen centraal staan. 2.1 Algemeen beeld van het MKB Tot het midden- en kleinbedrijf (MKB) behoren alle actieve ondernemingen uit het bedrijfsleven met minder dan 100 werknemers. De volgende sectoren maken deel uit van het bedrijfsleven: industrie bouwsector groothandel detailhandel autosector horeca transport- en communicatiesector financiële en zakelijke diensten persoonlijke dienstverlening zorgsector overige sectoren 1. tabel 2-1 Kerngegevens van het MKB in vergelijking met het totale bedrijfsleven in 2005 totaal totaal Nederlandse MKB grootbedrijf bedrijfsleven overheid economie omzet (in mld. euro) 566 664 1.230 80 1.311 bruto toegevoegde waarde (fk) (mld. euro) 173 218 391 52 443 arbeidsvolume (x 1.000) 2.924 2.635 5.559 797 6.356 ondernemingen (x 1.000) 725 6 731 4 735 omzet (%) 46 54 100 bruto toegevoegde waarde (fk) (%) 44 56 100 arbeidsvolume (%) 53 47 100 ondernemingen (%) 99 1 100 Bron: Prognose kerngegevens MKB. 1 Tot de overige sectoren worden gerekend landbouw en visserij, delfstoffenwinning, nutsbedrijven en exploitatie van onroerend goed. 11

99% van de bedrijven behoort tot het MKB In Nederland waren in 2005 ongeveer 731.000 ondernemingen actief. Het merendeel van deze ondernemingen (circa 725.000) is actief binnen het MKB (zie tabel 2-1). Dit houdt in dat ruim 99% van alle ondernemingen in het bedrijfsleven behoort tot het MKB. Circa 6.000 bedrijven worden tot het grootbedrijf gerekend. Het MKB heeft een belangrijk aandeel in de totale omzet, bruto toegevoegde waarde en werkgelegenheid. In 2005 was het MKB goed voor 46% van de totale omzet van het bedrijfsleven en voor 44% van de totale bruto toegevoegde waarde. De werkgelegenheid in het MKB bedraagt circa 3 miljoen arbeidsjaar. Dit is meer dan de helft van de totale werkgelegenheid in het bedrijfsleven. 2.2 Ondernemingen De financiële en zakelijke diensten tellen de meeste actieve ondernemingen In Nederland waren op 1 januari 2006 ongeveer 725.000 ondernemingen actief in het MKB. Tabel 2-2 laat zien dat veruit de grootste groep ondernemingen actief is in de financiële en zakelijke diensten. Bijna een kwart van de actieve ondernemingen in het bedrijfsleven behoort tot deze sector. Deze sector herbergt een breed scala bedrijven, zoals de assurantietussenpersonen, ingenieurs- en architectenbureaus en schoonmaakbedrijven. Ook in de detailhandel en de bouw zijn relatief veel ondernemingen actief, op de voet gevolgd door de persoonlijke dienstverlening. Samen zijn deze vier sectoren goed voor ruim 55% van het aantal actieve ondernemingen in het bedrijfsleven. tabel 2-2 Aantal actieve ondernemingen in het bedrijfsleven per 1-1-2006 sectoren MKB grootbedrijf totaal industrie 45.450 1.350 46.800 bouw 76.250 400 76.600 groothandel 59.050 450 59.500 detailhandel 80.150 250 80.450 autosector 22.050 100 22.200 horeca 36.050 100 36.150 transport en communicatie 27.000 400 27.400 financiële en zakelijke diensten 172.800 1.200 174.000 persoonlijke dienstverlening 75.150 400 75.600 zorgsector 41.500 1.100 42.550 overige sectoren 89.500 150 89.600 totaal bedrijfsleven 724.950 5.850 730.850 Bron: Prognose kerngegevens MKB. De gemiddelde ondernemingsgrootte in het totale bedrijfsleven bedraagt 7,6 arbeidsjaar. De sectoren met de meeste ondernemingen, de financiële en zakelijke diensten, de bouw en de detailhandel, zijn relatief kleinschalig. Dit is te zien aan de gemiddelde ondernemingsgrootte, gemeten in arbeidsjaren (figuur 2-1). Kenmerkend voor de industrie is een procesgerichte manier van werken. In de industrie opereren naar verhouding veel grootschalige bedrijven. Ook in de transport- en communicatiesector komt de gemiddelde bedrijfsomvang hoog uit. Tot deze sector behoren onder andere spoorwegmaatschappijen en telecommunicatiebedrijven. Deze bedrijven zijn erg groot en beïnvloeden de gemiddelde bedrijfsomvang in opwaartse richting. In 12

de zorgsector is de gemiddelde ondernemingsgrootte het grootst. Dit heeft te maken met de grote omvang van zorginstellingen en ziekenhuizen. In hoofdstuk 4 wordt nader ingegaan op de ontwikkeling van het aantal ondernemingen. figuur 2-1 Gemiddelde ondernemingsgrootte in het bedrijfsleven naar sector in 2005 (in arbeidsjaren) industrie 17,9 bouw 5,5 groothandel 7,2 detailhandel 5,7 autosector 5,9 horeca 5,4 transport en communicatie 14,6 financiële en zakelijke diensten 7,4 persoonlijke dienstverlening 4,2 zorgsector 19,3 overige sectoren 2,8 totaal 7,6 0 5 10 15 20 25 Bron: Prognose kerngegevens MKB. 2.3 Afzetmarkten De afzet van het MKB kan onderverdeeld worden in afzet op de binnenlandse markt en afzet op buitenlandse markten. Eerst wordt ingegaan op het belang van deze afzetmarkten binnen het MKB. Vervolgens wordt afzonderlijk aandacht besteed aan de binnenlandse en de buitenlandse afzetmarkt. Hoofdstuk 5 zal stilstaan bij de ontwikkeling van de afzet. 2.3.1 Verdeling van de afzetmarkten MKB meer gericht op binnenlandse afzetmarkt dan grootbedrijf De afzetstructuur van het MKB wijkt duidelijk af van die van het grootbedrijf. Figuur 2-2 maakt dit duidelijk. Het MKB is sterk gericht op de binnenlandse markt. Het grootbedrijf realiseert een groot deel van de afzet op buitenlandse markten 1. 29% van de totale afzet komt bij het grootbedrijf voor rekening van leveringen aan het buitenland. Bij het MKB ligt dit percentage op 18. 1 De export vindt plaats door de onderneming zelf, of via intermediairs. Zo wordt een groot deel van de MKB-afzet verzorgd door de groothandel. 13

figuur 2-2 Verdeling van de afzet naar binnenlandse afzet en buitenlandse afzet en naar grootteklasse in 2005 (in procenten) grootbedrijf 29 71 MKB 18 82 0 25 50 75 100 export binnenland Bron: Prognose kerngegevens MKB. Tussen de sectoren grote verschillen in afzetstructuur Binnen het MKB verschilt het belang van de binnenlandse en buitenlandse afzet sterk per sector. In de industrie, de groothandel en de transport- en communicatiesector komt een belangrijk deel van de MKB-afzet tot stand uit exportactiviteiten (figuur 2-3). De bouw, de detailhandel, de horeca, de persoonlijke dienstverlening en de zorgsector zijn (vrijwel) geheel op de binnenlandse markt georiënteerd. figuur 2-3 Verdeling van de MKB-afzet naar binnenlandse afzet en buitenlandse afzet naar sector in 2005 (in procenten) industrie 35 65 bouw 2 98 groothandel 32 68 detailhandel 3 97 autosector 20 80 horeca 100 transport en communicatie 29 71 financiële en zakelijke diensten 8 92 persoonlijke dienstverlening 5 95 zorgsector 100 overige sectoren 40 60 0% 25% 50% 75% 100% export binnenland Bron: Prognose kerngegevens MKB. 2.3.2 Binnenlandse afzet door het MKB Leveringen aan andere bedrijven belangrijkste binnenlandse afzetcategorie voor MKB De binnenlandse afzet vormt de belangrijkste afzetcategorie voor het MKB, met een aandeel van 82% in de totale afzet. De binnenlandse markt is onder te verdelen in leveringen aan bedrijven, die gebruikt worden in het productieproces van de andere bedrijven of als investeringsgoederen, en leveringen aan gezinnen, de zogenoemde consumptieve leveringen. 14

Twee derde van de binnenlandse afzet van het MKB komt voor rekening van de leveringen aan andere bedrijven. Deze leveringen bestaan uit grond- en hulpstoffen, maar ook uit halffabrikaten en diensten, die dienen voor verbruik in het productieproces, en uit investeringsgoederen. Tussen de sectoren zijn binnen het MKB grote accentverschillen te constateren. De industrie en de bouw leveren verreweg het grootste deel van de afzet aan andere bedrijven. Bij de industrie betreft het voornamelijk leveringen van grond- en hulpstoffen en halffabrikaten. In de bouwnijverheid bestaan deze leveringen vooral uit diensten van onderaannemers. Ook bij de financiële en zakelijke diensten en de transport- en communicatiesector ligt een zwaar accent op de zakelijke markt. De zorgsector, de horeca en de detailhandel zijn sectoren die in hoofdzaak gericht zijn op consumptieve leveringen. 2.3.3 Buitenlandse afzet door het MKB: export Bijna een vijfde van de totale export in handen van het MKB In 2005 kwam de Nederlandse export uit op ruim 350 miljard euro (zie tabel 2-3). Het MKB neemt 19% en het grootbedrijf 42% van de totale export voor zijn rekening. Hiermee bestaat bijna tweederde van de Nederlandse export uit binnenlands geproduceerde goederen en diensten. De overige export betreft wederuitvoer. De wederuitvoer bestaat uit goederen die niet industrieel zijn bewerkt, maar alleen het land passeren. Hieronder vallen ook goederen waarvan de verpakking wordt veranderd en waaraan gebruiksaanwijzingen worden toegevoegd. De marges van deze activiteit zijn gering, maar door de grote omvang van de wederuitvoer is deze activiteit belangrijk voor de Nederlandse economie. In het bijzonder is de wederuitvoer van belang voor de groothandel en de transportsector. tabel 2-3 Samenstelling van de Nederlandse export, uitgesplitst naar MKB, grootbedrijf en wederuitvoer in 2005 in miljarden euro's in procenten MKB 69 19 grootbedrijf 149 42 totaal bedrijfsleven 218 61 wederuitvoer 126 36 statistische verschillen 9 3 totaal in Nederland 353 100 Bron: Prognose kerngegevens MKB en CBS. Industrie, groothandel en financiële en zakelijke diensten zorgen voor twee derde van de MKB-export Bijna een derde van de totale export van het bedrijfsleven is afkomstig van het MKB. Enkele sectoren leveren relatief weinig tot geen bijdrage aan de MKB-export, zoals: de bouw, de detailhandel, de autosector, de horeca, de persoonlijke dienstverlening en de zorgsector. De industrie levert de belangrijkste bijdrage aan de MKB-export, gevolgd door de groothandel en de financiële en zakelijke diensten (zie tabel 2-4). De groothandel exporteert vooral veel voedings- en genotmiddelen. Daarnaast worden relatief veel agrarische producten en levende dieren geëxporteerd. Samen zijn de industrie, de groothandel en de financiële en zakelijke diensten goed voor twee derde van de export van het MKB. 15

tabel 2-4 Aandeel van sectoren in de MKB-export in 2005 (in procenten) sectoren aandeel in MKB-export industrie 37 bouw 1 groothandel 19 detailhandel 1 autosector 3 horeca 0 transport en communicatie 9 financiële en zakelijke diensten 12 persoonlijke dienstverlening 2 zorgsector 0 overige sectoren 16 totaal 100 Bron: Prognose kerngegevens MKB. 14% van MKBbedrijven exporteert Aantal exporterende bedrijven in het MKB Ruim 14% van de MKB-ondernemingen met meer dan één werknemer in het Nederlandse bedrijfsleven heeft in 2005 zelf exportactiviteiten ontwikkeld. Bij het grootbedrijf ligt dit percentage met 49 aanzienlijk hoger. De groothandel en de industrie tellen naar verhouding de meeste exporterende MKB-bedrijven, op afstand gevolgd door de vervoerssector (zie figuur 2-4). In de overige bedrijfssectoren zijn er relatief weinig bedrijven die exportactiviteiten hebben ontplooid. figuur 2-4 Aantal exporterende bedrijven in het MKB van bedrijven met meer dan één werknemer naar sector in 2005 (in procenten) industrie 33,5 bouwnijverheid 3,3 groothandel 42,4 detailhandel 3,1 autosector 10,8 horeca 0,3 vervoer 19,6 dienstverlening 9,1 totaal MKB 14,2 0 10 20 30 40 50 Bron: EIM, op basis van ERBO (Kamers van Koophandel). 16

MKB exporteert met name naar buurlanden, grootbedrijf heeft bredere exportoriëntatie Exportoriëntatie Van de industrie is enige informatie bekend over de bestemming van de export. Het industriële MKB heeft een andere exportoriëntatie dan het grootbedrijf. Tabel 2-5 laat zien dat het MKB zich vooral richt op onze directe buurlanden. In Duitsland en België/Luxemburg behaalde het MKB 65% van zijn afzet. In het grootbedrijf ligt dit percentage op 37%. Het grootbedrijf heeft een meer wereldwijde exportoriëntatie. Ruim een kwart van de export vindt plaats naar landen buiten de Europese Unie 1. Het verschil in exportoriëntatie komt onder andere doordat het accent van de export van het industriële MKB ligt op voedingsmiddelen en finale producten. Met name de export van voedingsmiddelen door het MKB is sterk gericht op de ons omringende landen. Het exportpakket van het industriële grootbedrijf bestaat voor een groot deel uit technisch hoogstaande goederen en producten van de basisindustrie. tabel 2-5 Bestemming van de export van MKB en grootbedrijf in de industrie, in procenten van de export land MKB grootbedrijf Duitsland 38 25 België/Luxemburg 27 12 Frankrijk 7 12 Groot-Brittannië 6 10 Italië 3 7 overige EU-landen 3 8 landen buiten EU 16 26 totaal 100 100 Bron: EIM. 2.4 Werkgelegenheid MKB zorgt voor 53% van de werkgelegenheid in het bedrijfsleven De totale werkgelegenheid in Nederland kwam in 2005 uit op bijna 6,4 miljoen arbeidsjaren. Hiervan komt 87% voor rekening van het bedrijfsleven. Het MKB zorgt voor een belangrijk deel van de werkgelegenheid: 53% van het totale arbeidsvolume in het bedrijfsleven komt voor rekening van het MKB. Het kleinbedrijf is goed voor 28% van de werkgelegenheid en het middenbedrijf voor 25%. In de autosector, de horeca en de persoonlijke dienstverlening (onder meer kappers, schoonheidsspecialisten e.d.) is het aandeel van MKB-bedrijven in de werkgelegenheid het grootst. Deze sectoren zijn over het algemeen zeer kleinschalig. De gemiddelde bedrijfsomvang in de zorgsector is zoals gezegd echter veel groter dan bij de andere sectoren vanwege de aanwezigheid van grote zorginstellingen. Het aandeel van de MKB-bedrijven in de totale werkgelegenheid blijft in deze sector dan ook beduidend achter bij de andere sectoren. In hoofdstuk 6 wordt verder ingegaan op de ontwikkeling van de werkgelegenheid. 1 Het betreft de samenstelling van de Europese Unie vóór 1 mei 2004. De nieuwe lidstaten zijn dus nog niet opgenomen in tabel 2-5. 17

tabel 2-6 Arbeidsvolume en aandeel van MKB hierin, totaal en per sector in 2005 sectoren totaal arbeidsvolume (x 1.000 jaren) aandeel MKB (%) industrie 838 42 bouw 424 73 groothandel 426 71 detailhandel 462 60 autosector 131 80 horeca 195 80 transport en communicatie 399 41 financiële en zakelijke diensten 1.295 48 persoonlijke dienstverlening 318 76 zorgsector 823 22 overige sectoren 247 84 totaal bedrijfsleven 5.559 53 Bron: Prognose kerngegevens MKB. Kwart van de werkzame personen in het MKB is zelfstandige Ongeveer een kwart van de werkzame personen in het MKB is zelfstandig ondernemer. Het aandeel van zelfstandigen in de werkgelegenheid in het MKB verschilt per sector (figuur 2-5). Vooral in de persoonlijke dienstverlening zijn veel zelfstandigen werkzaam. De zelfstandigen nemen 35% van het arbeidsvolume voor hun rekening. Zij zijn veelal werkzaam als zelfstandig werkende kappers, schoonheidsspecialisten, voetverzorgers e.d. Ook in de horeca, detailhandel, bouw en zorgsector maken de zelfstandigen naar verhouding een belangrijk deel van het arbeidsvolume uit. De werkgelegenheid in de bouw wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van veel zelfstandigen zonder personeel. In de horeca wordt veel gebruik gemaakt van tijdelijke arbeidskrachten. Zij worden vooral ingehuurd tijdens hoogtijdagen: zon- en feestdagen en de zomerperiode. De zelfstandigen in deze sectoren hebben een aandeel van meer dan 20% in de werkgelegenheid. In de industrie en de groothandel zijn, met een aandeel van rond de 10%, naar verhouding weinig zelfstandigen te vinden. figuur 2-5 Aandeel zelfstandigen in het MKB naar sectoren in 2005 (in procenten van het arbeidsvolume) industrie 10 bouw 24 groothandel 12 detailhandel 32 autosector 20 horeca 33 transport en communicatie 16 financiële en zakelijke diensten 19 persoonlijke dienstverlening 35 zorgsector 22 overige sectoren 58 totaal 24 0 10 20 30 40 50 60 70 Bron: Prognose kerngegevens MKB. 18

Arbeidsproductiviteit in MKB lager dan in het grootbedrijf Arbeidsproductiviteit De arbeidsproductiviteit 1 bedraagt in het MKB ongeveer 59.500 euro. De hoogte wordt mede bepaald door de schaal. Met de omvang van het bedrijf neemt de arbeidsproductiviteit toe. Het kleinbedrijf heeft een gemiddelde arbeidsproductiviteit van 55.000 euro en loopt daarmee flink achter op het midden- en grootbedrijf, waar de arbeidsproductiviteit respectievelijk 68.000 en 83.000 euro bedraagt. Hoogste arbeidsproductiviteit in financiële en zakelijke diensten, groothandel en transport en communicatie Het MKB scoort in de sectoren financiële en zakelijke diensten, groothandel en transport en communicatie de hoogste arbeidsproductiviteit (zie figuur 2-6). De horeca, en met name de detailhandel blijven hierbij ver achter. Overigens wordt de gemiddelde arbeidsproductiviteit in de detailhandel gedrukt door de aanwezigheid van detaillisten die actief zijn uit overwegingen van hobby of liefdadigheid (zoals o.a. de wereldwinkels). Deze ondernemers zijn niet of nauwelijks afhankelijk van het inkomen dat in hun bedrijf gevormd wordt. Wel verlagen zij de gemiddelde arbeidsproductiviteit. figuur 2-6 Arbeidsproductiviteit in het MKB naar sectoren in 2005 (in euro's) industrie 57.500 bouw 54.250 groothandel 72.500 detailhandel 28.000 autosector 50.250 horeca 38.000 transport en communicatie 60.000 financiële en zakelijke diensten 87.500 persoonlijke dienstverlening 45.500 zorgsector 49.000 overige sectoren 57.250 totaal 59.750 0 20.000 40.000 60.000 80.000 100.000 Bron: Prognose kerngegevens MKB. 2.5 Inkomensvorming Er zijn verschillende methoden om een oordeel te geven over wat er in het MKB verdiend wordt in vergelijking met het grootbedrijf. De meest voor de hand liggende variabele om de inkomensvorming te meten is de winst. 83% van de MKBbedrijven maakt winst Aantal bedrijven dat winst maakt Een eerste indruk van de winstgevendheid in het MKB wordt gegeven door het percentage bedrijven dat winst maakt. Uit tabel 2-7 blijkt dat 83% van de bedrijven (met 2 of meer werkenden) in het MKB winst maakt. In de autosector ligt het percentage winstgevende bedrijven lager dan in de bouw, de groothandel, de horeca en de dienstverlening. De twee laatstgenoemde sectoren tellen naar verhouding veel zelfstandigen en 1 De arbeidsproductiviteit wordt gemeten als bruto toegevoegde waarde tegen factorkosten per arbeidsjaar. 19

weinig loontrekkers. De beloning van de zelfstandigen maakt deel uit van de winst, waardoor de winst relatief hoog uitvalt 1. tabel 2-7 Percentage bedrijven in het MKB* dat winst maakt in 2005 sector % industrie 82 bouw 86 groothandel 85 detailhandel 80 autosector 78 horeca 83 transport en communicatie 82 dienstverlening 85 totaal MKB 83 * Met twee of meer werkenden. Bron: EIM op basis van ERBO (Kamers van Koophandel). MKB: bijna 50% bijdrage in de totale winst voor belasting Winst voor belasting: totaal en per grootteklasse Van de totale winst voor belasting die het bedrijfsleven in 2005 behaalde, komt 49% voor rekening van het MKB (zie figuur 2-7). Hiermee draagt het MKB voor ongeveer de helft bij aan de totale winst voor belasting. Bij zelfstandigen maakt evenwel de beloning voor hun arbeid deel uit van de winst. Na correctie voor het toegerekende loon voor zelfstandigen blijft er een aandeel voor het MKB over van 33%. In hoofdstuk 7 wordt verder ingegaan op de winstontwikkeling. figuur 2-7 Bijdrage van klein-, midden- en grootbedrijf in de winst voor belasting in 2005 (in procenten) 30% 51% 19% kleinbedrijf middenbedrijf grootbedrijf Bron: Prognose kerngegevens MKB. 1 Zelfstandigen ontvangen geen loon. Hun beloning voor verrichte arbeid maakt deel uit van de winst. De winst na toegerekend loon is het bedrag dat overblijft indien verondersteld wordt dat de beloning voor zelfstandigen gelijk is aan de gemiddelde beloning voor werknemers in de betreffende branche en grootteklasse. 20

De winst voor belasting in het MKB, als percentage van de brutoproductie, lijkt met 13% gunstiger dan in het grootbedrijf (10%) (zie tabel 2-8). Het verschil in percentages is sterk vertekend doordat een belangrijk deel van de winsten behaald door het kleinbedrijf bestaat uit beloningen voor de ondernemer en meewerkende gezinsleden. Wanneer hiervoor gecorrigeerd wordt, komt de winst voor belasting gerealiseerd door het MKB in 2005 met 6% beduidend lager uit. De winst in het kleinbedrijf, met naar verhouding veel zelfstandigen, is met 2% in plaats van 19% vanzelfsprekend nog ongunstiger. tabel 2-8 Kosten en winst, in procenten van de brutoproductie in 2005 klein- midden- groot- bedrijfs- bedrijf bedrijf MKB bedrijf leven brutoproductie 100 100 100 100 100 bedrijfskosten 81 91 87 90 89 winst voor belasting 19 9 13 10 11 winst, gecorrigeerd voor loon zelfstandigen 2 9 6 10 8 Bron: Prognose kerngegevens MKB. Winstgevendheid het hoogst in de groothandel en de zorgsector Winst voor belasting: per sector Het winstniveau per MKB-sector verschilt sterk. De hoogste winstpercentages worden bereikt in de bouw, de groothandel, de financiële en zakelijke diensten en de zorgsector (zie figuur 2-8). Ook na correctie voor beloning zelfstandigen, is het winstpercentage in deze sectoren hoog. De laagste winstpercentages zijn geconcentreerd bij sectoren die overwegend op de consument gericht zijn, zoals de horeca, autosector en detailhandel. Na correctie beloning zelfstandigen, is het winstpercentage in de detailhandel zelfs fors negatief. Dit ongunstige winstpercentage is een gevolg van de zeer scherpe prijsconcurrentie in de detailhandel sinds 2003. Hiervoor zijn diverse oorzaken aan te wijzen. Niet alleen de prijzenslag in de supermarkt speelt hierbij een rol. Ook de concurrentie van internetwinkels heeft een prijs- en winstdrukkend effect. figuur 2-8 Winst voor belasting in het MKB, voor en na correctie beloning zelfstandigen naar sectoren in 2005 (in procenten van de brutoproductie) industrie 4 6 bouw 8 16 groothandel 16 20 detailhandel -8 11 autosector 4 12 horeca 1 11 transport en communicatie 3 8 financiële en zakelijke diensten 10 16 persoonlijke dienstverlening 0 15 zorgsector 5 18 overige sectoren -1 15 totaal 6 13-10 -5 0 5 10 15 20 25 voor correctie na correctie Bron: Prognose kerngegevens MKB. 21

3 Stemming onder ondernemers in het MKB De stemming onder MKB-ondernemers ten aanzien van de Nederlandse economie en de eigen bedrijfsprestaties staat in dit hoofdstuk centraal. Deze stemming is te beschouwen als een goede eerste indruk over de verwachte economische ontwikkeling van MKB-bedrijven in de nabije toekomst. De gegevens omtrent de stemming onder ondernemers zijn ontleend aan het MKB-Beleidspanel. Dit is een enquête onder bijna 2.000 ondernemers in het MKB. De laatste enquête is in het voorjaar van 2006 gehouden. Voor de concrete prognoses van de economische ontwikkeling van het MKB wordt verwezen naar de volgende hoofdstukken. De eerste paragraaf van dit hoofdstuk gaat in op het ondernemersvertrouwen ten aanzien van de Nederlandse economie en het economische beleid in Nederland. Daarna geeft paragraaf 3.2 een beeld van de verwachtingen van MKB-ondernemers over hun eigen bedrijfsprestaties (omzet, winst en werkgelegenheid). Ten slotte kijkt paragraaf 3.3 naar de stemming van ondernemers in de diverse sectoren. 3.1 Vertrouwen in de economie en het economische beleid 3.1.1 Vertrouwen in de economie Een eerste indruk over de stemming onder ondernemers in het MKB kan worden verkregen door te kijken naar de mate van vertrouwen die ondernemers hebben in de Nederlandse economie. In 2003 werd het dieptepunt bereikt van het ondernemersvertrouwen. Slechts een kwart van de MKB-ondernemers had toen vertrouwen in de ontwikkeling van de Nederlandse economie. Hiervoor was een aantal redenen aan te wijzen. Ten eerste was er grote onzekerheid onder ondernemers vanwege de gevolgen van de oorlog in Irak, die op dat moment op uitbreken stond. Ten tweede was er de kabinetformatie in de aanloop naar het kabinet-balkenende II. Ten derde werden bedrijven geconfronteerd met een dalende afzet en een situatie van toenemende werkloosheid. Vertrouwen van MKBondernemers in de Nederlandse economie neemt flink toe tot 60% Vanaf 2004 is het ondernemersvertrouwen ieder jaar flink toegenomen (zie figuur 3-1). In 2004 profiteerden bedrijven van de herstellende wereldeconomie. Met name de gunstige exportontwikkelingen stemden de MKB-ondernemers weer positiever. In 2005 bleef de mondiale economische groei zich sterk ontwikkelen. Ook werden de eerste signalen van een herstel van de Nederlandse economie zichtbaar. Het optimisme van ondernemers over de ontwikkeling van de economische ontwikkeling nam wederom toe. In 2006 lijkt het definitief gedaan te zijn met de lange periode van laagconjunctuur. Dit jaar trekt de particuliere consumptie aan, verbetert het investeringsklimaat, blijft de export op een hoog niveau en daalt de werkloosheid. Door deze positieve geluiden neemt het vertrouwen van ondernemers toe. Maar liefst 60% van de ondernemers in het MKB geeft dit jaar dan ook aan vertrouwen te hebben in de economische ontwikkeling. 23

figuur 3-1 Vertrouwen van ondernemers in het MKB in de economische ontwikkeling in Nederland, 2003-2006 (in % van het aantal ondernemers) 2003 26% 39% 35% 2004 38% 34% 28% 2005 48% 32% 20% 2006 60% 25% 15% 0% 20% 40% 60% 80% 100% ja enigszins nee Bron: MKB-Beleidspanel. Economische ontwikkeling scoort een ruime voldoende Aan de MKB-ondernemers is gevraagd om een rapportcijfer te geven voor de economische ontwikkeling van het bedrijf (zie figuur 3-2) 1. De MKB-ondernemers hebben een positief oordeel over zichzelf. Circa 90% van de MKB-ondernemers waardeert de economische ontwikkeling van hun bedrijf met een voldoende (6 of hoger). Twee derde van de ondernemers in het MKB geeft zelfs een zeven of hoger. De gemiddelde waardering kwam uit op een rapportcijfer van 6,8. figuur 3-2 Rapportcijfer van ondernemers in het MKB voor de economische ontwikkeling van het bedrijf in 2006 (in % van het aantal ondernemers) lager dan 5 3% 5 tot 6 6% 6 tot 7 24% 7 tot 8 51% 8 of hoger 16% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% Bron: MKB-Beleidspanel. 1 Voor het rapportcijfer geldt dat 1 zeer slecht is en 10 uitmuntend. De ondernemers mochten ook een niet geheel cijfer geven, zoals 5,2 of 7,6. 24

3.1.2 Vertrouwen in het economische beleid Iets meer vertrouwen in het economische beleid De afgelopen jaren waren ondernemers in het MKB ontevreden over het economische beleid. De afgelopen drie jaar gaf rond de helft van de ondernemers in het MKB aan ontevreden te zijn. De combinatie van kostenstijgingen door toenemende regelgeving en afnemende vraag door bezuinigingen zorgde voor een groot gevoel van algemeen onbehagen over het economische beleid onder MKB-ondernemers. Zoals figuur 3-3 laat zien, neemt in 2006 het vertrouwen van MKB-ondernemers in het economische beleid toe. Ongeveer 60% van de ondernemers in het MKB is (enigszins) positief gestemd. Door het ingezette economische herstel kijken ondernemers ook positiever naar het economische beleid. figuur 3-3 Vertrouwen van ondernemers in het MKB in het Nederlandse economische beleid, 2003-2006 (in % van het aantal ondernemers) 2003 19% 35% 46% 2004 19% 29% 52% 2005 20% 33% 47% 2006 31% 30% 39% 0% 20% 40% 60% 80% 100% ja enigszins nee Bron: MKB-Beleidspanel. 3.2 Verwachtingen voor eigen bedrijfsprestaties De verwachtingen van MKB-ondernemers voor de eigen bedrijfsprestaties worden gemeten door de verwachtingen over omzet, winst en werkgelegenheid. Over de gehele linie genomen, is het jaar 2005 voor de ondernemers tegengevallen. Maar over 2006 zijn de ondernemers (flink) optimistischer dan over 2005. 3.2.1 Omzet De helft van de MKB-ondernemers verwachtte voor 2005 een omzetgroei. Het uiteindelijke aantal groeiende bedrijven bleek conform de verwachtingen te zijn. Wel blijkt uit figuur 3-4 dat de gerealiseerde omzetontwikkeling in 2005 negatiever is dan de verwachting die ondernemers in het eerste kwartaal van 2005 hebben uitgesproken. Vooral het aantal MKB-bedrijven met een dalende omzet is aanzienlijk groter gebleken: een kwart van de ondernemingen liet een daling zien, tegenover 18% van de ondernemers dat een daling voorzien had. De verwachtingen over de ontwikkeling van de omzet van 2006 zijn aanzienlijk positiever dan de verwachtingen voor 2005, en zeker in vergelijking met de omzetrealisaties van 2005. Vooral het percentage ondernemers dat een daling van de omzet verwacht is kleiner. Het percentage ondernemers dat een omzetstijging voorziet neemt toe. 25

figuur 3-4 Verwachte omzetontwikkeling voor 2005 en 2006 en de gerealiseerde omzetontwikkeling in 2005 in het MKB (in % van het aantal ondernemers) verwachte omzetontwikkeling 2005 (na 1e kwartaal 2005) 50% 32% 18% omzetontwikkeling 2005 (realisatie) 50% 25% 25% verwachte omzetontwikkeling 2006 (na 1e kwartaal 2006) 57% 31% 12% 0% 20% 40% 60% 80% 100% groei gelijk afname Bron: MKB-Beleidspanel. 3.2.2 Winst Ondernemers in het MKB positief gestemd over de winst Bijna de helft van de ondernemers in het MKB had begin 2005 positieve verwachtingen over de winst. Meer ondernemers dan verwacht hebben daadwerkelijk een winstgroei gerealiseerd. De gevolgen van kostenbesparingen (onder andere door te snijden in het personeelsbestand) die de afgelopen tijd zijn doorgevoerd, zien ondernemers nu terugkomen in hun winst. Aan de andere kant hebben ook meer ondernemers dan verwacht te maken gekregen met een winstdaling (zie figuur 3-5). De verwachtingen voor 2006 zijn nog weer positiever dan het geval was voor 2005. Voor dit jaar verwacht 55% van de MKB-ondernemers een toename van de winst. Slechts 9% van de ondernemers voorziet een winstdaling. figuur 3-5 Verwachte winstontwikkeling voor 2005 en 2006 en de gerealiseerde ontwikkeling in 2005 in het Nederlandse MKB (in % van het aantal ondernemers) verwachte winstontwikkeling 2005 (na 1e kwartaal 2005) 48% 38% 14% winstontwikkeling 2005 (realisatie) 53% 28% 19% verwachte winstontwikkeling 2006 (na 1 kwartaal 2006) 55% 36% 9% 0% 20% 40% 60% 80% 100% groei gelijk afname Bron: MKB-Beleidspanel. 26

3.2.3 Werkgelegenheid In 2005 voorzag iets meer dan een kwart van de ondernemers een werkgelegenheidsgroei. De realiteit pakte iets minder gunstig uit (figuur 3-6). Daarentegen moesten meer ondernemers hun personeelsbestand inkrimpen. Het percentage ondernemers dat geen verandering in werkgelegenheid kende, was conform verwachting. De verwachtingen voor 2006 zijn wat betreft de werkgelegenheidsgroei vergelijkbaar met een jaar eerder. Wel geven meer ondernemers aan dat de werkgelegenheid stabiel blijft. Vooral de omvang van de kleinere MKB-bedrijven is stabiel, of het nu goed of slecht gaat met het bedrijf. Steeds minder ondernemers denken aan het nog verder inkrimpen van het werkgelegenheidsbestand. In 2005 verwachtte nog 10% een inkrimping van het personeelsbestand. Een jaar later is dit met 6% een stuk lager. De meeste bedrijven hebben de afgelopen jaren de arbeidscapaciteit aangepast aan de afzetmogelijkheden. De aantrekkende economie zal de komende jaren weer ruimte bieden voor groei van de werkgelegenheid. figuur 3-6 Verwachte werkgelegenheidsontwikkeling voor 2005 en 2006 en de gerealiseerde ontwikkeling in 2005 in het Nederlandse MKB (in % van het aantal ondernemers) verwachte werkgelegenheidsontwikkeling 2005 (na 1e kwartaal 2005) 26% 64% 10% werkgelegenheidsontwikkeling 2005 (realisatie) 23% 64% 13% verwachte werkgelegenheidsontwikkeling 2006 (na 1e kwartaal 2006) 25% 69% 6% 0% 20% 40% 60% 80% 100% groei gelijk afname Bron: MKB-Beleidspanel. 3.3 Stemming naar sector De stemming van ondernemers verschilt per sector (zie tabel 3-1). MKB-ondernemers in de groothandel en de financiële en zakelijke diensten zijn het meest optimistisch. Zij scoren op alle stemmingsindicatoren boven het gemiddelde. Ook ondernemers in de bouw en de transport en communicatie zijn positief gestemd. MKB-ondernemers in de vier genoemde sectoren zijn optimistischer dan gemiddeld. Kenmerkend voor deze sectoren is dat zij op zakelijke afnemers gericht zijn of exportgeoriënteerd zijn. Voor sectoren als de horeca, de persoonlijke dienstverlening en de detailhandel geldt dat de stemming onder ondernemers minder optimistisch is. Deze sectoren zijn vooral op de consument gericht. 27

tabel 3-1 Stemming onder ondernemers in het MKB naar sector, na eerste kwartaal 2006* sector stemming onder ondernemers industrie = bouw + groothandel ++ detailhandel - autosector - - horeca - - transport en communicatie + financiële en zakelijke diensten ++ persoonlijke diensten - - overige sectoren + * De stemming onder MKB-ondernemers is gemeten aan de hand van vijf indicatoren: vertrouwen in de economie, vertrouwen in het economische beleid, omzetverwachting, winstverwachting en werkgelegenheidsverwachting. ++ ruim bovengemiddeld vertrouwen. + bovengemiddeld vertrouwen. = gemiddeld vertrouwen. - benedengemiddeld vertrouwen. - - ruim benedengemiddeld vertrouwen. Bron: MKB-Beleidspanel. 28

4 Ondernemingen In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de ontwikkeling van het aantal bedrijven. In paragraaf 4.1 wordt eerst ingegaan op de ontwikkeling van het aantal ondernemingen in het totale bedrijfsleven. In paragraaf 4.2 worden de sectoren afzonderlijk onder de loep genomen. In beide paragrafen wordt aandacht besteed aan de factoren die ten grondslag liggen aan de mutatie van het aantal ondernemingen. 4.1 Ontwikkeling van het aantal ondernemingen Flinke groei van het aantal ondernemingen De groei van het aantal ondernemingen is dit jaar met 2,75% vrij hoog. Een gunstig afzet- en winstperspectief voor veel sectoren, draagt hier belangrijk aan bij. Ook gunstig is een stimulerend overheidsbeleid gericht op ondernemerschap, waarbij het steeds eenvoudiger wordt om een bedrijf op te richten. Sinds 2004 stijgt het aantal starters, wat de groei van de ontwikkeling van het aantal bedrijven positief heeft beïnvloed. Reorganisaties van bedrijven en (dreigende) werkloosheid hebben veel mensen vanaf 2004 ertoe gezet een eigen bedrijf op te richten. Een deel van deze nieuwe ondernemers werd door zijn oude werkgever geholpen met het opstarten van een eigen bedrijf. Aangezien het enige voorbereidingstijd kost om met een eigen bedrijf te beginnen, heeft dit in 2006 nog een gunstig effect op de ontwikkeling van het aantal ondernemingen. In 2007 zal dit effect niet of nauwelijks meer een rol spelen, waardoor de groei van het aantal ondernemingen afzwakt tot 2%. 4.2 Ontwikkeling van het aantal ondernemingen naar sector Forse groei aantal zzp'ers in de bouw De ontwikkeling van het aantal ondernemingen wordt sterk door sectorspecifieke ontwikkelingen beïnvloed (zie tabel 4-1). Zo groeit in 2006 het aantal ondernemingen in de bouw zeer fors met 8,5%. Vooral de sterke groei van de bouwproductie vanaf 2005 is een krachtige impuls voor het aantal starters. Deze groei bestaat vooral uit zelfstandigen zonder personeel (zzp'ers). Het is in de bouw eenvoudig om als zelfstandige een eigen bedrijf te starten. Aantrekkelijk aan de bouwsector is het gunstige inkomens- en winstperspectief. Hierbij heeft de markt een sterk lokaal karakter en is er slechts in beperkte mate sprake van prijsconcurrentie. Ook de krappe arbeidsmarkt voor vakbekwaam personeel speelt een rol bij de groei van het aantal zzp'ers. Ook in de transportsector en de communicatiesector neemt het aantal ondernemingen toe als gevolg van een stijging van het aantal zzp'ers. Vooral de toenemende vraag van goederenvervoer over de weg zorgt voor een groei van het aantal ondernemingen. Deze groei bestaat grotendeels uit chauffeurs die als zzp'ers actief zijn. Het inkomensperspectief is voor deze chauffeurs weinig aantrekkelijk. Sterke concurrentie van chauffeurs uit de Oostbloklanden, speelt hierbij een belangrijke rol. Technologische ontwikkeling een motor achter groei dienstverlening De financiële en zakelijke diensten dragen ook stevig bij aan de groei van het aantal ondernemingen. Hier neemt het aantal bedrijven dit jaar met 5,5% toe. Met name de vraag naar (betrekkelijk) nieuwe dienstverlening zorgt ervoor dat het aantal ondernemingen toeneemt. De snelle ontwikkeling van ICT maakt het steeds eenvoudiger om kleinschalige diensten aan te bieden. Snelle internetverbindingen maken onderlinge communicatie steeds eenvoudiger. 29